NL8701002A - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8701002A NL8701002A NL8701002A NL8701002A NL8701002A NL 8701002 A NL8701002 A NL 8701002A NL 8701002 A NL8701002 A NL 8701002A NL 8701002 A NL8701002 A NL 8701002A NL 8701002 A NL8701002 A NL 8701002A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cable
- wheels
- channel
- compressed gas
- duct
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 30
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims abstract description 10
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims abstract description 10
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims abstract description 10
- 230000009471 action Effects 0.000 claims description 15
- 239000000314 lubricant Substances 0.000 claims description 6
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 claims 1
- 210000003625 skull Anatomy 0.000 claims 1
- 230000008901 benefit Effects 0.000 abstract description 7
- 230000002079 cooperative effect Effects 0.000 abstract 1
- 230000001066 destructive effect Effects 0.000 abstract 1
- 239000003365 glass fiber Substances 0.000 abstract 1
- 238000002347 injection Methods 0.000 description 22
- 239000007924 injection Substances 0.000 description 22
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 14
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 12
- 230000010355 oscillation Effects 0.000 description 5
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 4
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 4
- 239000013307 optical fiber Substances 0.000 description 4
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 3
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 3
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 2
- 239000000470 constituent Substances 0.000 description 2
- 239000000686 essence Substances 0.000 description 2
- 239000002245 particle Substances 0.000 description 2
- 230000008569 process Effects 0.000 description 2
- 241001454667 Perga Species 0.000 description 1
- 230000001133 acceleration Effects 0.000 description 1
- 230000008859 change Effects 0.000 description 1
- 230000006835 compression Effects 0.000 description 1
- 238000007906 compression Methods 0.000 description 1
- 238000007796 conventional method Methods 0.000 description 1
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 1
- 210000004907 gland Anatomy 0.000 description 1
- 230000002706 hydrostatic effect Effects 0.000 description 1
- 239000012535 impurity Substances 0.000 description 1
- 238000012886 linear function Methods 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000005303 weighing Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G1/00—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines
- H02G1/06—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines for laying cables, e.g. laying apparatus on vehicle
- H02G1/08—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines for laying cables, e.g. laying apparatus on vehicle through tubing or conduit, e.g. rod or draw wire for pushing or pulling
- H02G1/086—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines for laying cables, e.g. laying apparatus on vehicle through tubing or conduit, e.g. rod or draw wire for pushing or pulling using fluid as pulling means, e.g. liquid, pressurised gas or suction means
-
- G—PHYSICS
- G02—OPTICS
- G02B—OPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
- G02B6/00—Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
- G02B6/46—Processes or apparatus adapted for installing or repairing optical fibres or optical cables
- G02B6/50—Underground or underwater installation; Installation through tubing, conduits or ducts
- G02B6/52—Underground or underwater installation; Installation through tubing, conduits or ducts using fluid, e.g. air
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Electric Cable Installation (AREA)
- Light Guides In General And Applications Therefor (AREA)
- Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)
- Cable Accessories (AREA)
- Ropes Or Cables (AREA)
- Installation Of Indoor Wiring (AREA)
- Communication Cables (AREA)
- Processing Of Terminals (AREA)
- Detergent Compositions (AREA)
- Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)
Description
* ·' VO 9138
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis· A. Achtergrond van de uitvinding 1» Gebied van de uitvinding
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een werkwijze en inrichting voor het aanbrengen (installeren) van kabels, zoals b.v. optische glasvezelkabels, in een kanalisatiesysteem 5 van geleidingsbuizen, in het algemeen aangeduid als "ducts", die volgens een vooraf bepaald verloop, als regel in de grond, zijn aangebracht.
2. Stand van de techniek
Volgens een gebruikelijke techniek worden kabels geïnstalleerd 10 door toepassing van trekkracht. Het verloop van de benodigde trekkracht, die in verband met mechanische eigenschappen van de kabel kleiner dan een toelaatbare waarde moet blijven, hangt af van de geometrie van het kanalisatiesysteem (waarin als regel bochten en/of slingeringen voorkomen), de wrijvingskrachten tus-15 sen kabel en duet, en de eigenschappen van de kabel. Zonder rekening te houden met de kabelstijfheid zijn voor de benodigde trekkracht van belang: de wrijvingskrachten ontstaan als gevolg van de massa van de kabel, en de wrijvingskrachten ontstaan als ge- 8 7 C ' : " Γ * - 2 - volg van de in de kabel aanwezige trekspanning (in verband met bochten en/of slingeringen van een desbetreffend ducttraject). De eerstbedoelde wrijvingskrachten geven aanleiding tot een lineair met de installatielengte toenemende trekkracht. De laatstbedoel-5 de wrijvingskrachten geven aanleiding tot een exponentieel met het aantal bochten of slingeringen toenemende trekkracht. Zulks legt een overwegende beperking op aan de kabellengte die in één keer maximaal kan worden geïnstalleerd. Wegens de exponentiële toename van de benodigde trekkracht kan ernaar worden gestreefd 10 om de kabelspanning zo laag mogelijk te doen zijn. Zulks brengt mee dat de door de massa van de kabel veroorzaakte wrijvingskrachten plaatselijk moeten worden gecompenseerd. Dit komt erop neer dat de installatiekracht over de gehele lengte van een te installeren kabelsectie verdeeld moet aangrijpen. Bij een daartoe 15 dienende werkwijze wordt vanaf het invoereinde van een desbetreffende duet een naar het uitvoereinde daarvan gerichte stroming van persgas (perslucht) teweeggebracht, waarbij een desbetreffende kabel in het invoereinde wordt geleid. Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Europese octrooi 0108590. Daaruit is te-20 vens bekend een voor het toepassen van zulk een werkwijze dienende inrichting met een kabelinjecteereenheid met een zich daardoorheen uitstrekkend hol, in hoofdzaak rechtlijnig verlopend kabeldoorvoerkanaal, met een ingangseinde en een uitgangseinde voor het ontvangen en wegzenden van een in de desbetreffende duet 25 aan te brengen kabel, welke kabelinjecteereenheid verder is voorzien van een in het kabeldoorvoerkanaal uitmondend gaskanaal via hetwelk persgas aan het kabeldoorvoerkanaal kan worden toegevoerd, alsook van een stel tegenover elkaar gemonteerde en gedeeltelijk in het doorvoerkanaal reikende wielen dienende om een 30 zich daartussen bevindende en daarmee in aanraking verkerende kabel in de richting van het uitgangseinde voort te bewegen. Deze bekende techniek is bedoeld voor het installeren van lichtgewicht, flexibele optische vezelkabels. De door een duet geleide ** <r> v' -'r Λ *J * V ;· J tv ♦ - 3 - persluchtstroming oefent op een in de duet ingevoerde kabel een meesleepkraehtwerking uit waardoor de kabel door de duet heen naar het uitvoereinde daarvan wordt voortgetrokken. Blijkens deze bekende techniek is de persluchtstroomsnelheid vrijwel lineair 5 afhankelijk (toenemend) van het drukverschil dat tussen het in-voereinde en het uitvoereinde van een desbetreffend ducttraject bestaat. De ducttrajectlengte waarover een kabelsectie met één processlag kan worden geïnstalleerd is hierbij beperkt tot ca.
200 m. Daarbij is in bovenvermeld octrooischrift als verwachting 10 aangegeven dat deze installatielengte kan worden vergroot tot ca.
300 m voor een kabel met een gewicht van 3 gms/m en bij een drukverschil van ca. 55 psi. De van een kabelinjecteereenheid volgens bovenvermeld octrooischrift deel uitmakende twee wielen doen uitsluitend dienst om de op de kabel uitgeoefende tegenwerkende 15 krachten, ontstaan als gevolg van het drukverschil dat tussen het inwendige en de buitenomgeving van de injecteereenheid bestaat, te compenseren.
B. Samenvatting van de uitvinding
Volgens de lering van de in bovenvermeld octrooischrift be-20 schreven uitvinding is het een vereiste dat de door persluchtstroom veroorzaakte meesleepkrachten vanaf het invoereinde tot aan het uitvoereinde van een desbetreffend ducttraject werkzaam zijn. Met de uitvinding is beoogd om de efficiency van bovenvermelde bekende techniek te verbeteren en de toepassingsmogelijk-25 heid te verruimen, een en ander onder inachtneming van het vereiste dat de kabel in een kanalisatiesysteem waarin bochten en/of slingeringen voorkomen, moet kunnen worden geïnstalleerd.
In het kader van de onderhavige uitvinding is gesteund op de overweging dat de in een duet veroorzaakte drukgradidnt en daar-30 mee de meesleepwerking, niet-constant, en in afhankelijkheid van de lengte van een desbetreffend ducttraject te gering kan zijn om de wrijvingskrachten die op de kabel aangrijpen, ter plaatse van fi 7 η /; ·' '>. .
- 4 - het begin van het ducttraject te compenseren. Uitgaande van een dergelijke overweging is een werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat bij het genoemde invoereinde over een bepaalde lengte van de desbetreffende duet werkzame duwkrachten 5 op de kabel worden uitgeoefend.
Een werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk om onder gebruikmaking van de kabelstijfheid van in de praktijk toegepaste kabels, meer in het bijzonder optische vezelkabels, over een ducttrajectlengte (met bochten en slingeringen) van ca. 700 m 10 een kabel in een processlag te installeren.
Een voor het toepassen van bovenomschreven wijze dienende inrichting is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat een van de wielen is gekoppeld met een zuiger die in een persgascy-linder beweegbaar is gemonteerd, een en ander zodanig dat bij 15 toevoer van persgas aan de persgaseylinder, op een zich tussen de wielen bevindende kabel dwarskrachten worden uitgeoefend; en een van de wielen is gekoppeld met een persgasmotor welke in staat is om ter plaatse waar een desbetreffende kabel tussen de wielen wordt aangedrukt, een aandrijfkoppel te leveren dat enige malen 20 groter is dan het aandrijfkoppel dat op de kabel moet inwerken om het drukverschil tussen de drukken binnen en buiten het kabel-doorvoerkanaal te compenseren.
Het biedt voordeel om twee of meer kabelinjecteereenheden in tandemverband te laten werken. Daartoe is een inrichting volgens 25 de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de kabelinjecteereenheid is samengesteld uit twee losneembaar aan elkaar bevestigde delen, een en ander zodanig dat zulk een kabelinjecteereenheid van een zich daardoorheen uitstrekkende kabel kan worden weggenomen.
Ter verdere verbetering van de efficiency is een inrichting 30 volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de wielen een hol loopvlak bezitten, waarbij zulk een loopvlak is gekarteld, welke kartels zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotatieas van het >Γ· ”.· 1' p p **> 'o ; *v V L· - 5 - desbetreffende wiel uitstrekken. De aangrijping op de kabel wordt hierdoor aanmerkelijk verbeterd, ook indien deze van een smeermiddel is voorzien. Dit laatste is van bijzonder voordeel bij tandembedrijf. Daarbij komt nl. een met smeermiddel bedekte kabel 5 tereeht bij de invoerzijde van de kabelinjecteereenheid die bij het uitvoereinde van een desbetreffend ducttraject is opgesteld. Met andere woorden, een met smeermiddel bedekte kabel wordt dan tassen wielen doorgeleid.
Bij een in de praktijk toegepast drukverschil tussen invoer-10 einde en uitvoereinde van een duct, van ca. 7,5 bar, kan de stromingssnelheid van de perslucht aan het uitvoereinde een zeer hoge waarde hebben bereikt (illustratief is een waarde van ca. 150 m/see.). In verband met veiligheidsoverwegingen is volgens de uitvinding voorgesteld gebruik te maken van een koppeleenheid die 15 bij een uitvoereinde van een ducttraject en (bij tandembedrijf) bij de invoerzijde van de volgende injecteereenheid is opgesteld. Een dergelijke koppeleenheid wordt gekenmerkt door een ductinvoer voor het ontvangen van een ductj een persgasuitlaatleiding die is ingericht om een via de ductinvoer met hoge snelheid binnenkomen-20 de persgasstroom ofwel af te voeren naar een voor bedieningspersoneel veilige plaats ofwel te vertragen tot een veilige snelheid; en een kabeluitvoeropening met een deeltjes afremmende binnenbekleding, welke uitvoeropening is afgedekt door een dekselplaatje dat scharnierbaar aan de koppeleenheid is bevestigd 25 en dat zichzelf aanzuigt, alsook eenvoudig door de kabel kan worden weggedrukt.
Resumerend resulteert de uitvinding in de volgende voordelen: snelle en eenvoudige installatie, zonder dat een trekkoord behoeft te worden geïnstalleerd; 30 geringe kabelrek gedurende installatie; relatief grote installatielengte per injecteereenheid; en doeltreffend en eenvoudig tandembedrijf, waarbij de desbetreffende injecteereenheden met tussenafstanden die vrijwel onafhanke- e 7 P : - 6 - lijk zijn van de route van het kanalisatiesysteem, in serie kunnen werken.
C. Korte beschrijving van de tekening
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht 5 met verwijzing naar de tekening, waarin:
Fig. 1 een stel grafieken weergeeft met behulp waarvan de essenties van de werkwijze volgens de uitvinding zullen worden uitgezet;
Fig. 2 een in schemavorm getekend ducttraject voorstelt, met een 10 zich daarin bevindend kabelgedeelte waarop een door een persgasstroming veroorzaakte meesleepwerking wordt uitgeoefend;
Fig. 3 een grafiek weergeeft ter illustratie van de duwkrachtwer-king die volgens de uitvinding op de kabel wordt uitgeoe-15 fend;
Fig. 4 een schematische dwarsdoorsnede voorstelt van een uitvoeringsvorm die illustratief is voor een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding; en
Fig. 5 een in perspectief getekende en uit elkaar genomen moge-20 lijke uitvoeringsvorm weergeeft van een kabelinjecteereen- heid volgens de uitvinding.
D. Referenties [1] Europees octrooi 0 108 590.
[2] "Aradically new approach to the installation of optical fibre 25 using the viscous flow of air” van S.A. Cassidy e.a. in Proc.
IWCS (1983) 250.
E. Gedetailleerde figuurbeschrijving
De essentie van een werkwijze volgens de uitvinding zal in eerste aanleg nader worden toegelicht met verwijzing naar figuur 30 1.
8/0'0 A Γ - 7 -
Een belangrijke overweging die aan de onderhavige uitvinding ten grondslag ligt houdt in dat het verloop van de druk in een ducttraject met een lengte 1, en een druk aan het begin respectievelijk eind van dit traject van p(o) resp. p(l), een niet-5 lineaire functie van de plaats (x) is en kan voor een isotherme stroming worden voorgesteld door p(x) = ρ(ο)/ί-{ΐ-(|^) }γ- (1), zodat de drukgradiënt die een maat is voor de meesleepwerking die door de persgasstroom op een kabel wordt uitgeoefend, kan worden 10 geschreven als d(p) _ p(o)2-p(l)2 m d(x) ~ 21p(x) v
Opgemerkt wordt dat deze uitdrukking (2) in wezen geldt voor een "leeg" ducttraject. Wanneer zich daarin een kabel bevindt, wordt een en ander aanzienlijk gecompliceerder. Echter blijkt de uit-15 drukking (2) een voor de praktijk bruikbare schatting.
Met behulp van de in referentie [1] beschreven techniek is het mogelijk om de door de massa van de kabel veroorzaakte wrijvings-krachten lokaal te compenseren. Volgens deze bekende techniek is uitgegaan van de veronderstelling, zoals ook uit referentie [2] 20 blijkt, dat het drukverloop tussen begin en einde van een duct traject lineair is. Met andere woorden, volgens deze bekende technieken is de drukgradiënt over de gehele lengte 1 van het ducttraject beschouwd, constant. Daarbij is afgeleid dat de
F
hydrostatische kracht per eenheid van lengte -j— (meesleepwerking 25 veroorzaakt door de in het ducttraject geblazen perslucht) is voor te stellen door * c · ·:·· - 8 - f ^(p) π r r (τ\ 1 d(l) π rk’ rd’
Zie in dit verband Figuur 2, waarin een ducttraject met lengte 1, en een zich daarin bevindende kabel schematisch zijn weergegeven. Door de pijl is de langs de kabel geblazen persluchtstroom voor-5 gesteld.
F
w
De per eenheid van lengte te compenseren wrijvingskracht -j—
is voor te stellen door F
γ- = f . W. (4), „ waarin f de wrijvings coëfficiënt tussen kabel en duet, en W het 10 kabelgewicht per eenheid van lengte voorstellen.
De in figuur 1 weergegeven grafieken tonen het verloop van de drukgradiënt ais functie van de plaats x langs een ducttra ject. Daarbij is aangenomen voor p(o) = 8,5 bar en p(l) = 1 bar (absoluut). De grafieken zijn getekend voor illustratieve duct-15 trajectlengtes van 437 m respectievelijk 782 m waarbij voor al en a2 is uitgegaan van de veronderstelling dat de drukgradiënt een constante is —0terwijl voor bl en b2 is uitgegaan van de i* J / \ gedachte dat de drukgradiënt ,niet-constant is volgens de formule (2). Tevens is op basis van de formules (3) en (4) door
fW
de pijl rechts aangegeven de kracht -, die nodig is om wrij- %r. t j k d 20 vingskracht die op de kabel wordt uitgeoefend te compenseren (f=0,25; W=0,76 N/m; r^lSmmj γ^=4,85 mm). Daarbij is in de gevallen al en a2 aangenomen dat bij de ductlengte 1 = 782 m de drukgradiënt juist voldoende is om de wrijvingskrachten te compenseren, terwijl deze bij de ductlengte 1 = 437 m groter is dan 25 nodig voor een dergelijke compensatie.
Uit het verloop van de krommen bl en b2 die illustratief zijn voor de formule (2), blijkt het volgende: voor de ductlengte 1 = 437 m is de drukgradiënt over het gehele traject beschouwd steeds en bij de invoereenheid juist voldoende om de op de kabel werkzame wrijvingskrachten te compenseren; 30 voor de ductlengte 1 = 782 m is de drukgradiënt over een relatief i / U i & t' i * - 9 - groot gedeelte van het traject beschouwd niet voldoende om plaatselijk de op de kabel werkzame wrijvingskracht te compenseren.
Een en ander leidt tot de gevolgtrekking dat de bovenvermelde techniek ontoereikend is om per injecteereenheid een kabellengte 5 groter dan een zekere grenswaarde, in het geschetste geval 437 m, in een duet te installeren. Het andere woorden, uitgaande van de in verband met het geval a2 gemaakte veronderstelling en daaruit berekende mogelijke installatielengte, is het niet mogelijk om met gebruikmaking van uitsluitend persgasstroming een kabel in 10 een ducttraject met een dergelijke lengte te installeren. Volgens de uitvinding is nu voorgesteld om vanaf het invoereinde van een desbetreffend ducttraject en onder gebruikmaking van de stijfheid van een te installeren kabel, daarop een duwkrachtwerking uit te oefenen. Een dergelijke duwkrachtwerking vervult daar waar de 15 meesleepwerking van de in het duet ingeblazen persgasstroming nog ontoereikend is om de wrijvingskrachten te compenseren, deze compensatiefunctie. Aldus kan zoals ook proefondervindelijk is vastgesteld de ducttrajectlengte waarover een kabel met een enkele injecteereenheid kan worden geïnstalleerd, aanmerkelijk 20 worden vergroot. Een factor twee ten opzichte van een bekende inblaastechniek is mogelijk gebleken. Illustratief voor een in de praktijk toegepaste kabel is een kabel met een stijfheid van ca.
0,9 Nm . Een dergelijke stijfheid is voldoende groot om "kronkelen" van de kabel bij het induwen in een duet zodanig tegen te 25 gaan dat de kabel zich niet noemenswaardig tegen de wand vastdrukt, terwijl anderzijds de wrijvingskrachten, die in het bijzonder ontstaan als gevolg van de kabelstijfheid in bochten en/of slingeringen in het desbetreffende ducttraject, nog compenseerbaar blijken. Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvin-30 ding is het mogelijk gebleken om een kabel te Installeren in een ducttraject met een lengte van ruim 700 m. In het kort samengevat resulteert de werkwijze volgens de uitvinding in de volgende voordelen: C -i Γ; λ - .
- 10 - snelle en eenvoudige installatie; geringe kabelrek tijdens installatie; aanmerkelijke vergroting van de installatielengte, die met een enkele injecteereenheid mogelijk is; en 5 verscheidene injecteereenheden kunnen op doeltreffende en eenvoudige wijze in serie (tandemverband) worden gebruikt.
Illustratief voor de uitvinding is het volgende voorbeeld: Beschouwd wordt een duettraject met een lengte van 667 m en een inwendige diameter van 26 mm. In dit traject komen haakse 10 bochten voor met een kromtestraal van 1 m en op afstanden van 150, 250, 400 en 600 m vanaf het kabelinvoereinde; tevens verloopt het traject slingerend met een periode van 4 m en een amplitude van 5 cm. De te installeren kabel heeft een diameter van 9,7 cm, een gewicht van 0,65 N/m en een stijfheid van 0,9 Nm^. De 15 wrijvingscoëfficiënt tussen kabel en ductbinnenwand is 0,25.
Voor het installeren wordt gebruik gemaakt van perslucht geleverd door een compressor met een capaciteit van 75 1/sec. (atmosferisch) en een maximum werkdruk van 7,5 bar (overdruk). Met behulp van de formule (2) kan als schatting voor de drukgradiënt worden 20 berekend een waarde van 5,34.108/p p<j/m. Deze drukgradiënt is eerst na 386 m voldoende groot om de effectieve wrijvingskracht fW van 0,19 Nm (als gevolg van de aanwezige bochten en slingeringen is het effectieve kabelgewicht per eenheid van lengte door de kabelstijfheid vergroot) die op de kabel wordt uitgeoefend, 25 plaatselijk op te heffen. Numeriek is het verloop van de benodigde duwkracht F als functie van de afstand x (vanaf het invoerein-de van het ducttraject) berekend, zoals is geïllustreerd in Figuur 3. Gebleken is dat door de combinatie van een dergelijke duwkrachtwerking en persluchtstroming, de kabel in het beschouwde 30 traject is te installeren.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat verschillende negatieve (bochten werken duwkrachtontwikkeling tegen) en positieve (verplaatsen van positie waar duwkracht nul is doordat in het stuk ft / A 1 f: f. ? \ïY 6 * ki h' J. ; - 11 - daarna de perslucht een effectieve meesleepwerking uitoefent) effecten een rol kunnen spelen. Bovendien kan een verandering van de geometrie aanmerkelijke gevolgen hebben. Bijvoorbeeld zal indien de slingeringen en/of bochten worden verminderd, de lengte 5 van het ducttraject waarin de kabel met behulp van de combinatie van persluchtstroming en duwkrachtwerking nog kan worden geïnstalleerd, groter zijn.
Figuur 4 is illustratief voor een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvin-10 ding. Meer in het bijzonder toont figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede van een dergelijke inrichting. Zulk een inrichting, ofwel kabelinjecteereenheid is in zijn algemeenheid door 1 aangeduid. Deze eenheid omvat een huis 2, waarin een in hoofdzaak rechtlijnig kabeldoorvoerkanaal 3 is gevormd. Het doorvoerkanaal 15 bezit een invoereinde 4 waardoorheen een kabel in de injecteer- eenheid kan worden geleid, en een uitvoereinde 5. Het uitvoerein-de is ingericht om een gasdichte afsluiting vormend, te worden gekoppeld met een desbetreffende duet 6 waarin de kabel moet worden geïnstalleerd. Door 7 is aangeduid een in het doorvoerka-20 naai uitmondende inlaatbuis die is bedoeld om op een persgasbron (compressor - niet weergegeven) te worden aangesloten. Bij een gebruikelijke stromingsweerstand van het desbetreffende ducttra-ject en een conventionele compressor met een capaciteit van 75 ltr/sec. en een maximale werkdruk van 7,5 bar (overdruk), vloeit 25 via deze inlaatbuis een persgasstroom (luchtstroom) met een grootte-orde van 75 ltr/sec. Een stel wielen 8, 9, 10 en 11 is draaibaar in huis en gedeeltelijk in het doorvoerkanaal reikend gemonteerd. Het stel wielen 8 en 9 wordt gedragen door een freem 12, dat scharnierbaar is gekoppeld met een zuigerstang van een 30 zuiger 13, die in een persgaseylinder 14 beweegbaar is gemonteerd. Zoals schematisch in figuur 2 is getekend, kunnen de beide wielen 8 en 9 door middel van een op het huis gemonteerde persgasmotor 15 via een overbrengingsmechanisme in draaiing worden gebracht. Tegenover de mondingsopening van de gasinlaatbuis is b ,· - 12 - het kabeldoorvoerkanaal begrensd door een gestroomlijnd pijpje 16. Daardoor wordt gewaarborgd dat een zich in het doorvoerkanaal bevindende kabel, niettegenstaande de sterke persgasstroming, in hoofdzaak rechtlijnig blijft verlopen. Met andere woorden, er 5 wordt verhinderd dat de kabel aldaar in een "kronkel" wordt geblazen, hetgeen het invoeren van de kabel in de duet ernstig zou belemmeren. Een via de invoeropening 4 in het doorvoerkanaal geleide kabel vormt via een schematisch getekende sluitring 17 een gasdichte afsluiting. Als gevolg van toegevoerde perslucht 10 ontstaat tussen het inwendige en het uitwendige van het huis een drukverschil. Hierdoor wordt op de zich in het doorvoerkanaal bevindende kabel een krachtwerking uitgeoefend, die tegengesteld is gericht ten opzichte van de gewenste voortbewegingsrichting van deze kabel. Bij toevoer van perslucht aan de cylinder 14 en 15 aan de motor 15, wordt deze "tegengesteld gerichte" krachtwerking gecompenseerd. Een persgasmotor heeft het voordeel dat het daardoor geleverde aandrijfkoppel evenredig is met de in het huis veroorzaakte druk; bovendien kan een persluchtmotor wanneer perslucht wordt toegevoerd, zonder schadelijke gevolgen tot stilstand 20 worden afgeremd, alsook (desgewenst langdurig) in stilstand worden gehouden. Dit laatste is in het bijzonder wanneer verscheidene kabelinjecteereenheden in serie (of tandemverband) worden gebruikt, van voordeel.
In het kader van de onderhavige uitvinding is de persgasmotor 25 echter aanzienlijk krachtiger dan voor het compenseren van bovenvermelde "tegengesteld gerichte" krachtwerking nodig is. Illustratief is b.v. een motor die in staat is een krachtwerking te leveren die driemaal zo groot is als de krachtwerking die nodig is voor het bovenbedoelde compenseren. Met een aldus gedimensio-30 neerde motor wordt bereikt dat over een lengtegebied dat zich vanaf het begin van het desbetreffende ducttraject over een zekere afstand uitstrekt, een duwkrachtwerking op de zich in de duet bevindende kabel wordt uitgeoefend. Zoals in verband met > '« 5¾ fj, ‘,4
•5.V* Γ «./ I *·? V
- 13 - figuur 1 is uiteengezet, wordt door een dergelijke duwkraehtwer-king de plaatselijke wrijvingskrachtwerking, ontstaan als gevolg van wrijving tussen de kabel en de binnenwand van de duet, en het eigen gewicht van de kabel, opgeheven daar waar de door de pers-5 luchtstroom veroorzaakte drukgradiënt respectievelijk meesleep-werking nog te gering is om bedoelde wrijvingskrachtwerking te compenseren. Teneinde de duwkrachtwerking effectief te doen zijn is het noodzakelijk dat de desbetreffende kabel een zekere stijfheid bezit. In de praktijk gebruikte kabels voldoen aan dit ver-10 eiste. In praktijksituaties is gebleken dat met gebruikmaking van een dergelijke duwkrachtwerking de ducttrajectlengte waarover een kabel met behulp van een enkele injecteereenheid kan worden geïnstalleerd, met een factor van ca. twee kan worden vergroot. De snelheid waarmee de kabel in een duet wordt ingevoerd, kan worden 15 geregeld met behulp van een (in figuur 4 niet weergegeven) druk-regelaar. Ter bevordering van de aangrijping tussen de wielen en de daardoor voort te bewegen kabel bezit elk van deze wielen een hol loopvlak dat van een transversale karteling is voorzien. Een dergelijke constructie heeft het voordeel dat deze wielen niet 20 kunnen vollopen met materiaal van de kabelmantel en eventueel door de kabel meegenomen verontreinigingen, terwijl slippen, ook wanneer de kabelmantel met smeermiddel is bedekt, doeltreffend wordt tegengegaan.
Bij het in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is ge-25 bruik gemaakt van twee aangedreven en twee "tegendruk" wielen.
Naar behoefte kan echter ook gebruik worden gemaakt van een uitvoering met één respectievelijk meer dan twee aangedreven wielen en één respectievelijk meer dan twee tegendrukwielen. In het laatstbedoelde geval verdient het aanbeveling om ten minste twee 30 persgaseylinders te gebruiken. Daarbij bedient elke persgascylin-der ten hoogste twee wielen, die dan zijn gemonteerd in een freem dat scharnierbaar met de desbetreffende zuigerstang is gekoppeld. De voor het veroorzaken van de aandrukwerking dienende persgascy-linder/zuigercombinatie heeft het voordeel dat bij een bepaalde l 7 Γ ' ' - 14 - persluchttoevoer de op de kabel uitgeoefende drukkrachtwerking in hoofdzaak constant is. Dat wil zeggen niettegenstaande variaties in de dikte van de kabel, blijft deze aandrukkracht constant. Tevens is aan de uitgeoefende drukkrachtwerking een bovengrens 5 gesteld die overeenkomt met de maximale werkdruk van de voedings-compressor van 7,5 bar. Zulks betekent dat de toelaatbare sche-deldruk van een in de praktijk gebruikte kabel met de daarbij gebruikte persluchtcylinder/zuigercombinatie niet wordt overschreden.
10 Met de bovenbeschreven constructie kan de motor tot stilstand worden gebracht door de daardoor voortbewogen kabel af te remmen en tot stilstand te brengen.
In figuur 4 is tevens weergegeven een koppel- of afsluiteen-heid 18. Een dergelijke eenheid omvat een huis 19 waarin een 15 kamer 20 is uitgespaard, die via een invoeropening 21, een uit- voeropening 22 en een persgasuitlaatleiding 23 met de buitenomgeving in verbinding staat. Het invoereinde is ingericht om een gasdichte koppeling te vormen met het eindgedeelte van een duct-traject 24, aan het begin waarvan gebruik is gemaakt van een 20 kabelinjecteereenheid soortgelijk aan die welke in figuur 4 is getekend. De snelheid waarmee de perslucht de kamer 20 via het invoereinde 21 binnenstroomt is in hoofdzaak bepaald door de grootte van de persluchtstroming. Bij waarden van ca. 7,5 bar en 75 Itr/sec. zal deze snelheid een grootte-orde van 150 m/sec.
25 hebben. In verband met veiligheidsoverwegingen en ter bescherming van een bij de uitvoeropening 22 geplaatste injecteereenheid, is de persluchtuitlaatleiding zodanig uitgevoerd dat de aangevoerde perslucht, via een zich verwijdend begingedeelte 25, wordt afge-remd zonder dat wervels ontstaan, en via deze leiding 23 wordt 30 afgevoerd naar een voor bedieningspersoneel veilige plaats. Als alternatief kan deze leiding zodanig zijn gedimensioneerd dat de uitstroomsnelheid van het persgas tot een veilige waarde is gereduceerd. De in het ducttraject 24 geïnstalleerde kabel 26 kan via de uitvoeropening 22, die is voorzien van een snelle deeltjes af-
!* / «* | V
> s - 15 - remmende binnenbekleding 27*, worden geleid naar de volgende ka-belinjecteereenheid, in dit geval de injecteereenheid 1. Normaliter is de opening 22 afgesloten door middel van een scharnierend aan het huis 19 bevestigd klepje 27, dat zich bij afwezigheid van 5 een kabel aldaar als gevolg van versnelling van aldaar aanwezige luchtstroming, tegen de buitenzijde van het huis vastzuigt, een en ander zodanig dat het klepje een bescherming biedt tegen zich met hoge snelheid voortbewegende deeltjes. Door middel van de aangevoerde kabel kan dit klepje worden geopend, waarbij de bin-10 nenbekleding 27’ dan de functie van het klepje 27 vervult. Daarna kan deze kabel via de injecteereenheid 1 worden geïnstalleerd in het ducttraject 6, dat op het ducttraject 24 volgt. Daartoe dienen de beide injecteereenheden in serie of in tandem te werken.
In verband met een dergelijke tandemwerking is elke kabelinjec-15 teereenheid en koppel- of afsluiteenheid die daarbij moet worden gebruikt, uitgevoerd als twee losneembaar aan elkaar bevestigde delen. Zulks is geïllustreerd in figuur 5, waarbij deze delen 28 en 29 van elkaar zijn losgenomen. In deze figuur zijn de relevante onderdelen als volgt aangeduid; 20 2; 2^ samenstellende delen van het huis; 3 kabeldoorvoerkanaal; 4; 4* samenstellende delen van het invoereinde; 5 uitvoereinde (een helft); 6 duet; 25 7 persluchtinlaatbuis; 8 wiel met hol loopvlak voorzien van transversale karteling; 13 kabelaandrukmechanisme; 15 persluchtmotor; 30 16 gestroomlijnd pijpje (een helft); 17 uitsparing voor ene helft afsluitring; 26 kabel; 28 aan/uit schakelaar perslucht; e 7 c i o o 2 ‘ 3 - 16 - 29 reduceerventiel voor regelen motorwerking; 30 manometer voor meten motordruk (indicatief voor motorkoppel); 31 motordraairichting-omkeerschakelaar; 5 32 manometer voor meten druk aan de ingang van het ducttraject 6; 33, 33* bevestigingsklampen voor het losneembaar aan elkaar bevestigen van de delen 28 en 29; 34 centreernokken.
10 Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat bij het uitvoerings- voorbeeld volgens figuur 5 de motor 15 slechts een wiel 8 aandrijft. Dit wiel kan samenwerken met een daartegenover en in het deel 29 gemonteerd wiel (niet weergegeven in figuur 5). Tevens is bij dit uitvoeringsvoorbeeld het aandrijfmechanisme 13 voorzien 15 van een aandrukveer (niet weergegeven), waardoor het laatstbedoelde wiel tegen de kabel aan wordt gedrukt. Vanzelfsprekend kan dit aandrukmechanisme worden vervangen door de een persluchtcy-linder/zuigercombinatie bevattende constructie die in verband met figuur 4 is beschreven.
20 De in het voorafgaande beschreven speciale constructie van de wielen maakt het mogelijk dat een zich daartussen bevindende kabel doeltreffend wordt voortbewogen zonder dat de kabelmantel noemenswaardig wordt beschadigd en ongeacht of deze wel dan niet met smeermiddel is bedekt. Dit laatste is van voordeel in verband 25 met tandembedrijf. Daarbij wordt namelijk een van smeermiddel voorziene kabel aangeboden aan een injecteereenheid. Ter verdere verbetering van de werking van de wielen, kan het aanbeveling verdienen om de buitenmantel van een te installeren kabel te voorzien van een corresponderende transversale karteling. Deze 30 karteling kan tevens een verhoging van de door de pergasstroming geleverde meesleepwerking tot gevolg hebben.
B 7 0 1 C 0 ?
Claims (14)
1. Werkwijze voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgelei-dingsbuis van de als duet aangeduide soort, waarbij vanaf het invoereinde van een desbetreffend duet een naar het 5 uitvoereinde daarvan gerichte gasstroom wordt teweeggebracht; en een desbetreffende kabel in het invoereinde wordt geleid, met het kenmerk dat bij het genoemde invoereinde over een bepaalde lengte van de desbetreffende duet werkzame duwkrachten op de 10 kabel worden uitgeoefend.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de kabel op een plaats die zich in de kabelvoortbewegingsrichting beschouwd, voor het genoemde invoereinde bevindt, wordt ingevoerd in een hulpgelei-dingskanaal; 15 in dit hulpgeleidingskanaal een druk wordt veroorzaakt die hoger is dan de druk die in de omgeving van het hulpgeleidingskanaal bestaat; en op het zich in dit hulpgeleidingskanaal bevindende gedeelte van de kabel, hulpkrachten, waarvan de richting samenvalt met de 20 gewenste voortbewegingsrichting van de kabel, worden uitgeoefend, welke hulpkrachten werkzaam zijn om tegengesteld gerichte krachten ontstaan als gevolg van het verschil tussen de drukken binnen en buiten het hulpgeleidingskanaal, te compenseren, met het kenmerk dat de werking van genoemde hulpkrachten enige malen groter 25 is dan die welke voor het genoemde compenseren nodig is.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij voor het veroorzaken van de hulpkrachten gebruik wordt gemaakt van dwars op de kabel uitgeoefende krachten, met het kenmerk dat voor deze dwarskrachten is gekozen een waarde die vrijwel gelijk is aan, echter klei- 30 ner is dan een dwarskrachtwaarde die overeenkomt met de maximale schedeldruk die voor de desbetreffende kabel toelaatbaar is.
4. Werkwijze volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij op de buitenzijde van de kabel een smeermiddel wordt aangebracht, ? / ; · ;· ' v .· - 18 - met het kenmerk dat het smeermiddel in de voortbewegingsrichting van de kabel beschouwd, voorafgaande aan de plaats waar genoemde dwarskrachten op de kabel aangrijpen, op de kabelbuitenzijde wordt gehandhaafd.
5. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens een van de voorafgaande conclusies, omvattende: een kabelinjecteereenheid met een zich daardoorheen uitstrekkend hol, in hoofdzaak rechtlijnig verlopend kabeldoorvoerkanaal, met een ingangseinde en een uitgangseinde voor het ontvangen en uit-10 voeren van een in de desbetreffende duet aan te brengen kabel, welke kabelinjecteereenheid verder is voorzien van een in het kabeldoorvoerkanaal uitmondend gaskanaal via hetwelk persgas aan het kabeldoorvoerkanaal kan worden toegevoerd, alsook van een stel tegenover elkaar gemonteerde en gedeeltelijk in het door-15 voerkanaal reikende wielen dienende om een zich daartussen bevindende en daarmee in aanraking verkerende kabel in de richting van het uitgangseinde voort te bewegen, met het kenmerk dat een van de wielen is gekoppeld met een zuiger die in een persgaseylinder beweegbaar is gemonteerd, een en ander zodanig dat bij toevoer 20 van persgas aan de persgaseylinder, op een zich tussen de wielen bevindende kabel dwarskrachten worden uitgeoefend; en een van de wielen is gekoppeld met een persgasmotor welke in staat is om ter plaatse waar een desbetreffende kabel tussen de wielen wordt aangedrukt, een aandrijfkoppel te leveren dat enige malen groter 25 is dan het aandrijfkoppel dat op de kabel moet inwerken om het drukverschil tussen de drukken binnen en buiten het kabeldoorvoerkanaal te compenseren.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de persgasmotor en de persgaseylinder zijn ingericht om te worden gekop- 30 peld met een daarvoor gemeenschappelijke persgasbron.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het genoemde gaskanaal is ingericht om samen met de persgasmotor en de persgaseylinder te worden gekoppeld met een daarvoor gemeenschap- s» -¾ ft ?·. f% £> £. / V ! S' V i - 19 - pelijke persgasbron; en tussen de aansluiting voor deze persgasbron en de persgasmotor een reduceerventiel is aangebracht voor het regelen van de werking van deze motor.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, met het kenmerk 5 dat twee wielen draaibaar zijn gemonteerd in een freem dat schar- nierbaar met genoemde zuiger is gekoppeld,’ welke wielen gijn ingericht om samen te werken met twee zich daartegenover bevindende en gedeeltelijk in het kabeldoorvoerkanaal reikende wielen; en de persgasmotor in aandrijvend verband is gekoppeld met een 10 van de tweetallen van wielen.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8 , gekenmerkt door middelen die tussen de wielen en het uitgangseinde, alsook ter plaatse waar het gaskanaal in het kabeldoorvoerkanaal uitmondt, zijn aangebracht, welke middelen zijn ingericht om te voorkomen 15 dat de via het gaskanaal toegevoerde gasstroming afbreuk doet aan de duwkrachtwerking welke door de persgasmotor en persgascylinder in combinatie, op de kabel wordt uitgeoefend.
10. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies 5-9, met het kenmerk dat de wielen een hol loopvlak bezitten, waarbij 20 zulk een loopvlak is gekarteld, welke kartels zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotatieas van het desbetreffende wiel uitstrekken.
11. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies 5-10, met het kenmerk dat de kabelinjecteereenheid is samengesteld uit 25 twee losneembaar aan elkaar bevestigde delen, een en ander zodanig dat zulk een kabelinjecteereenheid van een zich daardoorheen uitstrekkende kabel kan worden weggenomen.
12. Koppeleenheid te gebruiken op afstand van een inrichting volgens een van de conclusies 5-11, dan wel wanneer twee of meer 30 zich op afstand van elkaar bevindende inrichtingen volgens de conclusies 5-11, in tandemverband wordén toegepast, gekenmerkt door een ductinvoer voor het ontvangen van een duet; een persgasui tlaatleiding die is ingericht om een via de ductinvoer met hoge V' ’ : ï i i * - 20 - snelheid binnenkomende persgasstroom, ofwel af te voeren naar een voor bedieningspersoneel veilige plaats ofwel om te zetten in een gasstroom met een veilige snelheid; en een kabeluitvoeropening met een snelle deeltjes afremmende binnenbekleding, in combinatie 5 met een scharnierbaar aan de eenheid bevestigd dekselklepje dat zichzelf aan deze eenheid kan vastzuigen.
13. Koppeleenheid volgens conclusie 12, met het kenmerk dat deze eenheid is samengesteld uit twee losneembaar aan elkaar bevestigde delen, een en ander zodanig dat zulk een koppeleenheid van een 10 zich daardoorheen uitstrekkende kabel kan worden weggenomen.
14. Kabel te gebruiken in combinatie met een inrichting volgens een van de conclusies 5-13, met het kenmerk dat de buitenmantel van de kabel is voorzien van een karteling, waarbij de kartels zich in dwarsrichting ten opzichte van de longitudinale kabelas- 15 richting uitstrekken. · ' u
Priority Applications (23)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8701002A NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1987-04-28 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
US07/184,020 US4850569A (en) | 1987-04-28 | 1988-04-20 | Method for introducing a cable into a cable guide tube |
DE8888200793T DE3864578D1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Verfahren und vorrichtung zum einfuehren eines kabels in ein kabelfuehrungsrohr. |
EP88200793A EP0292037B1 (en) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
DE198888200793T DE292037T1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Verfahren und vorrichtung zum einfuehren eines kabels in ein kabelfuehrungsrohr. |
NO881829A NO171698C (no) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Fremgangsmaate og system for innfoering av en kabel i et kabelfoeringsroer |
ES90203138T ES2068995T5 (es) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Dispositivo para introducir un cable en un tubo de proteccion. |
DE3852766T DE3852766T3 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Vorrichtung zum Einführen eines Kabels in ein Kabelumhüllungsschutzrohr. |
ES198888200793T ES2004853T3 (es) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Metodo y dispositivo para la introduccion de un cable en el interior de un tubo de guia de cable. |
EP90203138A EP0427354B2 (en) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Apparatus for introducing a cable into a cable guide tube |
AT88200793T ATE67040T1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Verfahren und vorrichtung zum einfuehren eines kabels in ein kabelfuehrungsrohr. |
AT90203138T ATE117097T1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Vorrichtung zum einführen eines kabels in ein kabelumhüllungsschutzrohr. |
CA000565178A CA1282052C (en) | 1987-04-28 | 1988-04-27 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
AU15191/88A AU613616B2 (en) | 1987-04-28 | 1988-04-27 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
DK230788A DK166338C (da) | 1987-04-28 | 1988-04-27 | Fremgangsmaade og apparat til indfoering af et kabel i et kabelfoeringsroer |
FI882003A FI87121C (fi) | 1987-04-28 | 1988-04-28 | Foerfarande och system foer infoerande av en kabel i ett kabelroer |
JP10442788A JP2840840B2 (ja) | 1987-04-28 | 1988-04-28 | ケーブルをケーブルガイドチューブに導くための方法およびその装置 |
CN88102550A CN1020996C (zh) | 1987-04-28 | 1988-04-28 | 引导多心导线进入导线导向管的方法与设备 |
GR89300012T GR890300012T1 (en) | 1987-04-28 | 1989-03-08 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
US07/338,308 US4934662A (en) | 1987-04-28 | 1989-04-14 | Device for introducing a cable into a cable guide tube |
GR91401891T GR3003263T3 (en) | 1987-04-28 | 1991-12-04 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
NO920525A NO301916B1 (no) | 1987-04-28 | 1992-02-10 | Apparat for å före en kabel inn i et kabelföringsrör |
GR950400891T GR3015746T3 (en) | 1987-04-28 | 1995-04-10 | Apparatus for introducing a cable into a cable guide tube. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8701002A NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1987-04-28 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
NL8701002 | 1987-04-28 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8701002A true NL8701002A (nl) | 1988-11-16 |
NL193126B NL193126B (nl) | 1998-07-01 |
NL193126C NL193126C (nl) | 2003-11-03 |
Family
ID=19849924
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8701002A NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1987-04-28 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
Country Status (14)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4850569A (nl) |
EP (2) | EP0292037B1 (nl) |
JP (1) | JP2840840B2 (nl) |
CN (1) | CN1020996C (nl) |
AT (2) | ATE67040T1 (nl) |
AU (1) | AU613616B2 (nl) |
CA (1) | CA1282052C (nl) |
DE (3) | DE3864578D1 (nl) |
DK (1) | DK166338C (nl) |
ES (2) | ES2068995T5 (nl) |
FI (1) | FI87121C (nl) |
GR (3) | GR890300012T1 (nl) |
NL (1) | NL193126B (nl) |
NO (2) | NO171698C (nl) |
Families Citing this family (98)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5169126C1 (en) | 1982-11-08 | 2001-05-08 | British Telecomm | Method and apparatus for installing transmission lines |
NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1998-07-01 | Nederland Ptt | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
US5065928A (en) * | 1987-11-25 | 1991-11-19 | Bicc Plc. | Method and apparatus for blowing an optical fibre member |
EP0354295A3 (en) * | 1988-08-11 | 1991-08-21 | Nippon Steel Welding Products & Engineering Co., Ltd. | Method and apparatus for inserting thread into tube |
GB8823426D0 (en) * | 1988-10-05 | 1988-11-09 | British Telecomm | Fibre blowing brake |
JPH0318206A (ja) * | 1989-06-13 | 1991-01-25 | Sumitomo Electric Ind Ltd | 線材の布設方法および布設装置 |
US5474277A (en) * | 1990-02-27 | 1995-12-12 | Koninklijke Ptt Nederland N.V. | Pulling plug aided by drag forces of a fluid medium for a portion of which the plug has a leaking aperture |
US5197715A (en) * | 1990-02-27 | 1993-03-30 | Koninklijke Ptt Nederland N.V. | Method for pulling plug for installing a cable in a cable conduit |
JPH03249704A (ja) * | 1990-02-28 | 1991-11-07 | Sumitomo Electric Ind Ltd | 光ファイバユニットの布設方法および装置 |
FR2666459B1 (fr) * | 1990-09-05 | 1995-08-18 | Pecot Alain | Procede pour la pose en conduite de grande longueur d'un cable de telecommunication, et dispositif pour la mise en óoeuvre de ce procede. |
AU629114B1 (en) * | 1991-03-22 | 1992-09-24 | Sumitomo Electric Industries, Ltd. | Method of constructing an optical wiring network |
US5358218A (en) * | 1991-03-25 | 1994-10-25 | Sumitomo Electric Industries, Ltd. | Method of constructing an optical wiring network |
DE9114452U1 (de) * | 1991-11-21 | 1992-03-19 | Otto-Products for Industry Inh. Inge Otto - Handel mit Kabelverlegemaschinen und anderen Industrieprodukten, 2061 Seth | Einschießvorrichtung zum Einziehen von Glasfaser-LWL-Kabeln |
NL193204C (nl) * | 1992-05-08 | 1999-02-02 | Theodorus Andreas Van Hameren | Kabelinvoerapparaat. |
DE4405357A1 (de) * | 1994-02-19 | 1995-08-24 | Willi Meffert | Vorrichtung und Verfahren zum motorischen Ab- und Aufspulen von rundem strangförmigem Glasfaserprofil von und auf Kabeltrommeln, Kabelspulen und Kabelkassetten |
US5503369A (en) * | 1994-03-02 | 1996-04-02 | British Telecommunications Public Limited Company | Optical fibre customer lead in |
WO1995023988A1 (en) * | 1994-03-02 | 1995-09-08 | British Telecommunications Plc | Optical fibre installation tool |
US5911381A (en) * | 1994-05-11 | 1999-06-15 | Plumettaz As | Stocking device for coilable elements and method of use |
US5503370A (en) * | 1994-07-08 | 1996-04-02 | Ctes, Inc. | Method and apparatus for the injection of cable into coiled tubing |
US5599004A (en) * | 1994-07-08 | 1997-02-04 | Coiled Tubing Engineering Services, Inc. | Apparatus for the injection of cable into coiled tubing |
GB9419079D0 (en) * | 1994-09-22 | 1994-11-09 | Bicc Plc | Method and apparatus for installing an optical fibre element in a tube |
NL9401838A (nl) * | 1994-11-04 | 1996-06-03 | Nederland Ptt | Installatie van kabelducts. |
US5813658A (en) * | 1994-11-23 | 1998-09-29 | Arnco Corporation | Cable feeding apparatus |
DE29505241U1 (de) * | 1995-03-28 | 1996-07-25 | Spindler, René, 72535 Heroldstatt | Kabeleinblasmaschine |
US5730424A (en) * | 1995-04-14 | 1998-03-24 | Fli Line Tool Corporation | Apparatus for sending a line through a conduit |
US5897103A (en) * | 1995-07-24 | 1999-04-27 | Koninklijke Ptt Nederland N.V. | Method for installing cables |
EP0756186A1 (en) * | 1995-07-24 | 1997-01-29 | Koninklijke KPN N.V. | Method and device for installing cables |
NL1001960C2 (nl) | 1995-12-21 | 1997-06-24 | Nederland Ptt | Werkwijze voor het installeren van een buis of een bundel buizen in een bestaand buisvormig kanaal. |
US6532839B1 (en) * | 1996-03-29 | 2003-03-18 | Sensor Dynamics Ltd. | Apparatus for the remote measurement of physical parameters |
GB9606673D0 (en) * | 1996-03-29 | 1996-06-05 | Sensor Dynamics Ltd | Apparatus for the remote measurement of physical parameters |
NL1003249C2 (nl) * | 1996-05-31 | 1997-12-03 | Nederland Ptt | Buisconnector voor het verbinden van voor het daarin installeren van kabels bestemde buizen. |
NL1003681C2 (nl) * | 1996-07-25 | 1998-01-28 | Nederland Ptt | Inrichting en werkwijze voor het verwijderen van kabels uit buizen. |
NZ332924A (en) | 1996-09-19 | 2000-12-22 | British Telecomm | Blowing head with buckle detector for optical fibre installation in ducts |
EP0944853B1 (en) * | 1996-12-11 | 2001-10-10 | Koninklijke KPN N.V. | Method for inserting a cable-like element into a tube coiled in or on a holder |
NL1004747C2 (nl) * | 1996-12-11 | 1998-06-15 | Nederland Ptt | Methode en inrichting voor het inbrengen van een kabelvormig element in een op of in een houder opgewonden langgerekte buisvormige omhulling. |
DE69734642T2 (de) * | 1996-12-24 | 2006-07-13 | Koninklijke Kpn N.V. | Verfahren, Vorrichtung und System zur Installation von Kabeln in einem Kabelschacht |
US6012621A (en) * | 1997-09-04 | 2000-01-11 | Condux International, Inc. | Cable conveying apparatus |
NL1007210C2 (nl) * | 1997-10-06 | 1999-04-08 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het installeren van kabels in buizen en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. |
US6019351A (en) * | 1998-01-15 | 2000-02-01 | Vikimatic Sales, Inc. | Method and apparatus for introducing a cable into a conduit |
FR2774521B1 (fr) | 1998-02-04 | 2000-03-31 | France Telecom | Procede d'installation et/ou de retrait d'un cable dans des conduites de passage de cables et dispositif de mise en oeuvre |
DE19815596A1 (de) * | 1998-04-07 | 1999-10-14 | Maricevic Milenko | Verfahren und Vorrichtung zum Kabeleinblasen in Schutzrohre |
NL1010387C2 (nl) * | 1998-10-23 | 2000-04-26 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het installeren van ten minste een kabel in of het verwijderen van ten minste een kabel uit een buis waarin reeds ten minste een andere kabel aanwezig is. |
US6321596B1 (en) | 1999-04-21 | 2001-11-27 | Ctes L.C. | System and method for measuring and controlling rotation of coiled tubing |
US6247534B1 (en) | 1999-07-01 | 2001-06-19 | Ctes, L.C. | Wellbore cable system |
US6354331B1 (en) | 1999-11-08 | 2002-03-12 | Parker-Hannifin Corp. | Flexible plastic tubing construction having a sight glass window |
NL1013901C2 (nl) | 1999-12-21 | 2001-06-25 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het met behulp van een flu´dum onder druk installeren van optische vezels of kabels in een buis. |
FR2807226B1 (fr) | 2000-03-31 | 2002-08-09 | Marais Sa | Procede et dispositif pour la propulsion d'un cable ou analogue a l'interieur d'une gaine |
NL1015729C2 (nl) * | 2000-07-17 | 2002-01-18 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het in de grond installeren van een duct en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. |
US6370753B1 (en) | 2000-07-24 | 2002-04-16 | Arnco Corporation | Method and apparatus for wrapping and installing cable |
NL1016894C2 (nl) * | 2000-12-18 | 2002-06-19 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het installeren van een duct; inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze, en een bandvormig element ten gebruike bij deze werkwijze. |
US6572081B2 (en) | 2000-12-27 | 2003-06-03 | Nkf Kabel B.V. | Installation of guide tubes in a protective duct |
US6711328B2 (en) * | 2001-07-12 | 2004-03-23 | Nkf Kabel B.V. | Installation bundle with spacer |
US7100274B2 (en) * | 2001-11-02 | 2006-09-05 | Neptco Incorporated | Apparatus for applying media to a conduit |
US7225533B2 (en) * | 2001-11-02 | 2007-06-05 | Neptco Incorporated | Apparatus for feeding elongated member into conduit |
SE520958C2 (sv) * | 2002-03-11 | 2003-09-16 | Ericsson Telefon Ab L M | Förfarande och anordning för att driva fram en optofiberkabel i en rörledning |
US6811307B2 (en) * | 2002-07-10 | 2004-11-02 | Kenneth J. Crowe | DTS measurement of HV cable temperature profile |
US6848541B2 (en) | 2002-07-11 | 2005-02-01 | Nkf Kabel B.V. | Optical cable installation with cable lubricator |
US7992685B2 (en) * | 2002-07-11 | 2011-08-09 | Draka Comteq B.V. | Optical cable lubricator with reservoir |
EP1602000A1 (en) * | 2003-03-07 | 2005-12-07 | British Telecommunications Public Limited Company | Optical fiber cable and blowing installation technique |
ITRM20030133A1 (it) * | 2003-03-26 | 2004-09-27 | Fibot Holding Ltd | Apparecchiatura per la posa di fibre nude. |
GB0506568D0 (en) * | 2005-03-31 | 2005-05-04 | British Telecomm | Optical fibre air chamber apparatus |
US7350291B2 (en) * | 2005-06-30 | 2008-04-01 | Cardiac Pacemakers, Inc. | Method for manufacturing a cable by stringing an element through a sheath |
CH701061B1 (fr) * | 2006-10-06 | 2010-11-30 | Plumettaz Sa | Dispositif de pose d'un câble. |
EP1914577A1 (en) * | 2006-10-17 | 2008-04-23 | British Telecommunications Public Limited Company | Optical fibre installation apparatus |
NL1032917C2 (nl) | 2006-11-22 | 2008-05-26 | Draka Comteq Bv | Werkwijze voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis, alsmede een daarvoor geschikte inrichting. |
US8459611B2 (en) * | 2007-08-30 | 2013-06-11 | Wesco Distribution, Inc. | System for the simultaneous introduction of two items into a conduit |
US8387954B2 (en) * | 2007-08-30 | 2013-03-05 | Wesco Distribution, Inc. | System for the simultaneous introduction of two items into a conduit |
EP2075608A1 (en) | 2007-12-28 | 2009-07-01 | British Telecmmunications public limited campany | Cable installation using optical detection |
EP2075606A1 (en) | 2007-12-28 | 2009-07-01 | British Telecmmunications public limited campany | Cable installation using induction |
US7861501B2 (en) * | 2008-05-10 | 2011-01-04 | Btx Technologies, Inc. | Method and apparatus for applying flexible sleeving |
GB0817639D0 (en) | 2008-09-26 | 2008-11-05 | British Telecomm | Cable installation apparatus |
CN102245944B (zh) | 2008-12-10 | 2015-03-25 | 株式会社爱发科 | 密封机构及处理装置 |
EP2230545A1 (en) | 2009-03-19 | 2010-09-22 | BRITISH TELECOMMUNICATIONS public limited company | Passive remote air flow and cable detection |
GB0905590D0 (en) | 2009-03-31 | 2009-05-13 | British Telecomm | Blown cable apparatus |
WO2011018895A1 (ja) | 2009-08-12 | 2011-02-17 | 株式会社アルバック | スパッタリングターゲットの製造方法及びスパッタリングターゲット |
EP2369388A1 (en) | 2010-03-26 | 2011-09-28 | British Telecommunications public limited company | Optical fibre splice tray assembly |
DE102011004575A1 (de) * | 2011-02-23 | 2012-08-23 | Hilti Aktiengesellschaft | Leitungselementdurchführung |
US20120304979A1 (en) * | 2010-11-19 | 2012-12-06 | Herbert Munzenberger | Line Element Lead-Through with Support Structure |
WO2013057283A1 (en) | 2011-10-21 | 2013-04-25 | Plumettaz Holding Sa | Force monitoring for jetting equipment |
ITBO20120589A1 (it) * | 2012-10-26 | 2014-04-27 | Comecer Spa | Metodo e dispositivo per inserire un capillare in un tubo di collegamento tra ambienti di lavorazione di farmaci fluidi di un impianto per la produzione e/o manipolazione di farmaci fluidi |
DE102012112470A1 (de) * | 2012-12-18 | 2014-06-18 | Endress & Hauser Wetzer Gmbh + Co. Kg | Vorrichtung zum Einbringen eines Sensorelements in einen länglichen Hohlkörper |
CN104977688B (zh) * | 2014-04-14 | 2020-04-24 | 泰科电子(上海)有限公司 | 光缆安装设备 |
CN104977684B (zh) * | 2014-04-14 | 2018-06-19 | 泰科电子(上海)有限公司 | 补气设备和光缆安装设备 |
CN104977685B (zh) * | 2014-04-14 | 2018-10-30 | 泰科电子(上海)有限公司 | 光缆安装设备 |
CN104977683A (zh) * | 2014-04-14 | 2015-10-14 | 泰科电子(上海)有限公司 | 在管道内安装光缆的方法 |
CN104977687B (zh) * | 2014-04-14 | 2019-01-04 | 泰科电子(上海)有限公司 | 光缆安装设备 |
CN104242157B (zh) * | 2014-09-09 | 2016-12-07 | 中国能源建设集团山西省电力建设四公司 | 电缆拖拽器 |
US9865373B2 (en) * | 2015-02-25 | 2018-01-09 | Te Connectivity Corporation | Electrical wire with conductive particles |
CN105003740B (zh) * | 2015-06-25 | 2017-05-10 | 国网山东省电力公司日照供电公司 | 防脱电缆卡子 |
CN107706833B (zh) * | 2016-11-07 | 2019-07-12 | 南通正耀电气科技有限公司 | 电力柜线缆防护套自动穿线器 |
CN106532576A (zh) * | 2016-11-08 | 2017-03-22 | 江阴和宏精工科技有限公司 | 一种盘管穿线装置 |
IT201800009367A1 (it) | 2018-10-11 | 2020-04-11 | Prysmian Spa | Metodo ed apparato per l'installazione di cavi per soffiaggio |
EP4061479A1 (en) * | 2019-11-19 | 2022-09-28 | BIOTRONIK SE & Co. KG | In situ welding for feedthrough pad attachment |
CN111175923B (zh) * | 2020-01-18 | 2022-07-19 | 山西交通建设监理咨询集团有限公司 | 智能远距离负压牵引正压推进穿缆系统及方法 |
DE102020110826B4 (de) * | 2020-04-21 | 2024-06-20 | Schott Ag | Durchführung für Anwendungen bei hohem Druck |
CN111570111B (zh) * | 2020-05-30 | 2021-09-24 | 大庆井泰机械制造有限公司 | 一种石油抽油机清洗枪 |
DE102021003043B3 (de) | 2021-06-04 | 2022-10-13 | Brigitte Bär | Einblasvorrichtung |
CN115459162B (zh) * | 2022-09-24 | 2023-06-06 | 广东唯康教育科技股份有限公司 | 一种网线布线辅助装置 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3220286A1 (de) * | 1982-05-28 | 1983-12-01 | Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München | Verfahren zum einziehen von uebertragungselementen mittels druckluft und einrichtung zur durchfuehrung des verfahrens |
EP0108590A1 (en) * | 1982-11-08 | 1984-05-16 | BRITISH TELECOMMUNICATIONS public limited company | Optical fibre transmission lines |
EP0152720A1 (fr) * | 1984-02-22 | 1985-08-28 | Plumettaz Sa | Dispositif de commande d'un transporteur intermédiaire |
GB2157019A (en) * | 1984-03-29 | 1985-10-16 | Bicc Plc | Manufacture of optical cable |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3478984A (en) * | 1967-09-19 | 1969-11-18 | Perry E Landsem | Line reeling control means |
US3870290A (en) * | 1971-06-20 | 1975-03-11 | Cutting Room Appliances Corp | Phase shifting device for cloth laying carriage |
US4655432A (en) * | 1980-02-25 | 1987-04-07 | Woodruff Harold F | Cable dispensing method |
GB2171218B (en) * | 1982-05-06 | 1987-05-13 | Stc Plc | Laying cables |
GB2122367B (en) * | 1982-05-06 | 1987-05-13 | Standard Telephones Cables Ltd | Laying cables |
US4691896C1 (en) * | 1982-11-08 | 2001-05-08 | British Telecomm | Optical fibre transmission line |
GB8309671D0 (en) * | 1982-11-08 | 1983-05-11 | British Telecomm | Optical fibre transmission lines |
GB2151414B (en) † | 1983-12-12 | 1987-04-23 | Kao Chiang Teng | Apparatus for feeding cable through a conduit |
JPS60181123U (ja) * | 1984-05-10 | 1985-12-02 | 島 顕侑 | 線条材導入用潤滑器具 |
JPS60244904A (ja) * | 1984-05-21 | 1985-12-04 | Fujikura Ltd | 光フアイバ−ケ−ブルの引抜きまたは引入れ方法 |
GB8520692D0 (en) * | 1985-08-19 | 1985-09-25 | Bicc Plc | Optical cable element |
NL193126B (nl) † | 1987-04-28 | 1998-07-01 | Nederland Ptt | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
-
1987
- 1987-04-28 NL NL8701002A patent/NL193126B/nl not_active IP Right Cessation
-
1988
- 1988-04-20 US US07/184,020 patent/US4850569A/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 DE DE8888200793T patent/DE3864578D1/de not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 AT AT88200793T patent/ATE67040T1/de not_active IP Right Cessation
- 1988-04-26 AT AT90203138T patent/ATE117097T1/de not_active IP Right Cessation
- 1988-04-26 DE DE198888200793T patent/DE292037T1/de active Pending
- 1988-04-26 EP EP88200793A patent/EP0292037B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 EP EP90203138A patent/EP0427354B2/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 DE DE3852766T patent/DE3852766T3/de not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 ES ES90203138T patent/ES2068995T5/es not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 NO NO881829A patent/NO171698C/no not_active IP Right Cessation
- 1988-04-26 ES ES198888200793T patent/ES2004853T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-27 AU AU15191/88A patent/AU613616B2/en not_active Expired
- 1988-04-27 CA CA000565178A patent/CA1282052C/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-27 DK DK230788A patent/DK166338C/da not_active IP Right Cessation
- 1988-04-28 CN CN88102550A patent/CN1020996C/zh not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-28 JP JP10442788A patent/JP2840840B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-28 FI FI882003A patent/FI87121C/fi not_active IP Right Cessation
-
1989
- 1989-03-08 GR GR89300012T patent/GR890300012T1/el unknown
- 1989-04-14 US US07/338,308 patent/US4934662A/en not_active Expired - Lifetime
-
1991
- 1991-12-04 GR GR91401891T patent/GR3003263T3/el unknown
-
1992
- 1992-02-10 NO NO920525A patent/NO301916B1/no not_active IP Right Cessation
-
1995
- 1995-04-10 GR GR950400891T patent/GR3015746T3/el unknown
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3220286A1 (de) * | 1982-05-28 | 1983-12-01 | Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München | Verfahren zum einziehen von uebertragungselementen mittels druckluft und einrichtung zur durchfuehrung des verfahrens |
EP0108590A1 (en) * | 1982-11-08 | 1984-05-16 | BRITISH TELECOMMUNICATIONS public limited company | Optical fibre transmission lines |
EP0152720A1 (fr) * | 1984-02-22 | 1985-08-28 | Plumettaz Sa | Dispositif de commande d'un transporteur intermédiaire |
GB2157019A (en) * | 1984-03-29 | 1985-10-16 | Bicc Plc | Manufacture of optical cable |
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8701002A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. | |
NL1001960C2 (nl) | Werkwijze voor het installeren van een buis of een bundel buizen in een bestaand buisvormig kanaal. | |
EP0467463B1 (en) | Method and device for installing a cable in a cable duct | |
CA1266639A (en) | Cable-pulling system | |
JP2943623B2 (ja) | 光ファイバ空気圧送工法用中間圧送装置 | |
JP2951394B2 (ja) | 長距離細径管路への光ファイバ送り込み方法 | |
IT1250932B (it) | Metodo ed apparecchiatura per la posa di cavi entro tubi utilizzando un fluido motore costituito da una miscela gassosa contenente un lubrificante nebulizzato. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: PTT NEDERLAND N.V. KONINKLIJKE - |
|
BC | A request for examination has been filed | ||
R1B | Notice of opposition during period of laying open |
Free format text: BRITISH TELECOMMUNICATION PUBLIC LIMITED COMPANY TE LONDON EC1A 7AJ, GROOT-BRITTANNIE (GB). |
|
NP1G | Patent granted (not automatically) [patent specification modified] | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20070428 |