NL8400294A

NL8400294A - Inrichting voor het transporteren van ronde, platte voorwerpen.

Info

Publication number: NL8400294A
Application number: NL8400294A
Authority: NL
Original assignee: Thomassen & Drijver
Priority date: 1984-01-31
Filing date: 1984-01-31
Publication date: 1985-08-16
Also published as: JPH0651526B2; US4938649A; AU574760B2; JPS61501086A; EP0150889B1; WO1985003497A3; AU3881285A; EP0150889A2; DE3568023D1; WO1985003497A2; EP0150889A3

Description

**»- *

X Sch/gn/58, TDV

» -1- /

Korte aanduiding: Inrichting voor het transporteren van ronde, platte voorwerpen

De uitvinding betreft een inrichting voor het transporteren van ronde, platte voorwerpen, bijvoorbeeld deksels voor conservenbussen, met gelijke omtrek in een richting dwars op hun vlak met behulp van een als eindloze 5 transportband werkend transportorgaan.

Een dergelijke inrichting is in diverse uitvoeringen bekend. Bekende inrichtingen zijn voorzien van één of twee snaren voor het transporteren van de voorwerpen. Wanneer er een tussenruimte tussen de getransporteerde 10 voorwerpen ontstaat, waardoor voorwerpen kunnen omvallen als gevolg van gebrek aan ondersteuning door voorgaande of volgende voorwerpen. Hierdoor kunnen storingen ontstaan, met als gevolg stagnatie in het transport.

De uitvinding beoogt, een inrichting zodanig uit te 15 voeren dat het bedoelde gevaar van storingen en stagnatie niet bestaat. In verband daarmee stelt de uitvinding voor een inrichting van het beschreven type zodanig uit te voeren dat het transportorgaan tenminste één stel van tenminste drie om aandrijf- en leirollen geleide, met gelijke snelheden 20 gedreven, eindloze snaren omvat, waarvan althans de werkzame parten evenwijdig zijn en zich op zodanige onderlinge afstanden naast elkaar uitstrekken, dat die parten te zamen in staat zijn, in elk h snijdend dwarsvlak een te transporteren voorwerp tegen verplaatsing in dat vlak verend klemmend 25 vast te houden en daardoor in hun baan mee te voeren.

Het beschreven principe volgens de uitvinding leent zich ook voor een zodanig uitvoering dat de aanvoer naar een behandelstation, bijvoorbeeld een station waarin aangevoerde deksels op conservenbussen worden aangebracht zonder enige 30 onderbreking kan plaatsvinden. Hiertoe kan een transportinrichting volgens de uitvinding het kenmerk vertonen dat 8400294 ϊ ί -2- * het transportorgaan tenminste één paar in serie geschakelde stellen van tenminste drie van zulke eindloze snaren; omvat, van welk ene stel snaren de werkzame parten in een deel aan het einde van hun baan de werkzame parten van het andere stel 5 snaren in een deel aan het begin van de baan van deze parten zodanig overlappen, dat in hét overlappingsgebied de werkzame parten van beide stellen snaren zich evenwijdig aan en naast elkaar uitstrekken, in elk hun snijdend dwarsvïak te zamen een te transporteren voorwerp tegen verplaatsing in dat vlak 10 verend klemmend vasthouden en voorts zodanig samenwerken, dat de deksels tijdens hun transport in dat gebied van het ene stel snaren op het andere stel snaren overgaan. De besturing kan in dit geval zodanig plaatsvinden dat in het overlappingsgebied de achterop komende voorwerpen de eerder 15 aangevoerde voorwerpen inhalen, zodanig dat een continue rij voorwerpen ontstaat.

Met voordeel kan gebruik worden gemaakt van een variant, waarin het werkzame part van tenminste één van de snaren van het, een of elk stel snaren van het transport-20 orgaan althans plaatselijk onder naar de door de snaren van het betrokken stel begrensde transportruimte gerichte veer-druk staat.

Een variant, die is ingericht voor het veranderen van de richting van de voorwerpen vertoont de bijzonderheid 25 dat het, een of elk stel snaren van het transportorgaan om een cirkelboogvormige bocht is geleid, in welke bocht de transportruimte tussen de snaren van dat stel aan of nabij de binnenbocht door tenminste één om een de bocht bepalende leischijf geleide snaar van dat stel en door de omtrek van 30 een aan die leischijf coaxiale leischijf'alsmede aan of nabij de buitenbocht door het zich over de gehele bocht uitstrekkende, door een geleiding aan die leischijven concentrische cirkelboog gehouden werkzame part van tenminste één extra eindloze transportsnaar is begrensd, tijdens bedrijf het 35 werkzame part van de of elke extra transportsnaar en de genoemde leischijven met gelijke hoeksnelheden worden gedreven en dat de overige snaren van het stel in de bocht buiten de transportruimte zijn geleid om leirollen.

8400294 -3- k

De uitvinding strekt zich verder uit tot een samengestelde machine voor het elk van een rond, plat' voorwerp, zoals een deksel, voorzien van conserven bussen.

Een dergelijke samengestelde machine kan zijn gekenmerkt door 5 een aanvoerinrichting voor het aanvoeren van de voorwerpen, een daaraan aansluitende transportinrichting voor de voorwerpen volgens één der voorgaande conclusies, een aan het einde van die transportinrichting aansluitend magazijn voor het opslaan van een voorraad coaxiaal gestapelde voorwerpen, en 10 een bevestigingsinrichting voor het na elkaar van voorwerpen uit dat magazijn voorzien van conservenbussen, welke aanvoerinrichting is voorzien van middelen voor het na elkaar plaatsen van afgepaste stapels coaxiaal tegen elkaar aanliggende voorwerpen tussen een deel aan het begin van de 15 werkzame parten van het stel c.q. het eerste stel snaren van de transportinrichting, alsmede door waarneemmiddelen voor het waarnemen van de snelheid waarmede de stapels voorwerpen worden aangevoerd en de snelheid of de snelheden, waarmee de voorwerpen door het stel of de stellen snaren van de trans-20 portinrichting worden getransporteerd, en door die waarneemmiddelen bestuurde aanpassingsmiddelen voor het zodanig aanpassen van die snelheden aan de ingestelde snelheid van de bevestigngsinrichting, dat deze laatste inrichting voor elke passerende conservenbus van een voorwerp uit het magazijn 25 wordt voorzien· Bijvoorbeeld kan de bevestigingsinrichting een constant aantal conservenbussen per tijdseenheid behandelen, en kan de aanvoer van voorwerpen aan het magazijn met een zodanige snelheid plaatsvinden, dat de gemiddelde aanvoersnelheid gelijk is aan de corresponderende verwer-50 kingssnelheid. De aanvoer kan derhalve met een rond de snelheid van de bevestigingsinrichting schommelende snelheid plaatsvinden. Als het magazijn een te grote hoeveelheid voorwerpen bevat, kan de besturing zodanig plaatsvinden dat de voorwerpen langzamer worden aangevoerd; bevat het magazijn te 55 weinig voorwerpen, dan kan de snelheid van aanvoer van voorwerpen worden opgevoerd.

In het algemeen verschaft de uitvinding een inrichting die een grote transportsnelheid paart aan een 8400294 -4- grote betrouwbaarheid, dat wil zeggen een zeer geringe storingsgevoeligheid.

Om de gedachte te bepalen wordt verwezen naar een bekende inrichting voor het transport van voor het afsluiten 5 van conservenbussen dienende inrichting. Deze is uitgevoerd met twee snaren en in staat om maximaal ongeveer 500 deksels · per minuut te transporteren. Deze inrichting blijkt in de praktijk,onvoldoende betrouwbaar te zijn, zodat een voortdurende bewaking door een personeelslid nóodzakelijk is 10 om stagnatie in de produktie te voorkomen.

De inrichting volgens de uitvinding is in staat tot transport van ongeveer 1000 deksels per minuut met een aanzienlijke vergrote betrouwbaarheid.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand 15 van de tekening van enkele willekeurige uitvoeringsvoor-beelden. In de tekening tonen:

Fig. 1 een sterk vereenvoudigd schematisch perspectivisch aanzicht van een samengestelde machine met een inrichting volgens de uitvinding? 20 Fig. 2 de doorsnede II-II uit fig. 1;

Fig. 3 de doorsnede III-III uit fig. 1?

Fig. 4 een nader uitgewerkt verder uitvoeringsvoor-beeld van een samengestelde machine volgens de uitvinding?

Fig. 5 een meer gedetailleerd, gedeeltelijk 25 weggebroken perspectivisch aanzicht van het detail V uit fig.

4 op vergrote schaal?

Fig. 6 een schematisch bovenaanzicht van het detail volgens fig. 5?

Fig. 7 de dwarsdoorsnede VII-VII uit fig. 5? 30 Fig. 8 de dwarsdoorsnede VIII-VIII uit fig. 5? en

Fig. 9 een hulpinrichting voor het met de hand , invoeren van stapels deksels.

Fig. 1 toont een samengestelde machine 1 voor het toevoeren van stapels 4 van deksels aan sluitinrichtingen 2, 35 3, die middelen omvatten voor het telkens door een aange voerde deksel afsluiten van conservenbussen.

De stapels 4 deksels worden volgens een pijl 5 door niet-getekende middelen successievelijk toegevoerd aan een 84 002 9 4 .

-5- r leigoot 6, waaraan een heen en weer beweegbare stoter 7 is toegevoegd .voor het telkens, afwisselend aan een transportinrichting 8 en 9 toevoeren van een stapel 4 deksels. Voor deze afwisselende toevoer zijn de invoerzijden van de trans-5 portinrichtingen 8,- 9 gekoppeld, zodanig volgens een pijl 10 beweegbaar, dat telkens afwisselend de invoerzijde van de r inrichting 8 en die van de inrichting 9 in het verlengde van de leigoot 6 ligt.

De inrichtingen 8 en 9 zijn gelijk uitgevoerd.

10 Daarom zal alleen de inrichting 8 nu worden beschreven.

Deze inrichting 8 omvat een transportorgaan, dat drie eindloze snaren 11, 12, 13 omvat, die worden geleid door rollen, die algemeen met 14 zijn aangeduid. Een motor 15 met een overbrenging 16 doet dienst voor aandrijving van de 15 snaren 11, 12, 13 met gelijke snelheden. De werkzame parten van de twee onderste snaren TT, 12 en de bovenste snaar 13 zijn evenwijdig en strekken zich op zodanige onderlinge afstanden naast elkaar uit, dat die werkzame parten te zamen in staat zijn de te transporteren deksels klemmend vast te 20 houden en te transporteren. Aan de snaren 11, 12, 13 sluiten via een overgangszone 17 drie verdere eindloze snaren 18, 19, 20 aan. Een motor 24 doet dienst voor het aandrijven van de snaren 18, 19, 20 met een rond de snelheid van de snaren 11, 12, 13 variërende snelheid. Op deze wijze wordt bereikt, dat 25 het magazijn 22 steeds dezelfde voorraad aan deksels bevat.

' Deze voorraad wordt bewaakt door een waarneemorgaan 25, dat via een met een streep-stippellijn aangeduide verbinding voor besturing is gekoppeld met de motor 24.

De invoer van de stapels deksels 4 door de stoter 7 30 kan met een hoge snelheid plaatsvinden. In verband daarmee zijn de rollen 14 en/of de overbrenging 16 voorzien van een vrijloop, waardoor gedurende korte tijd, namelijk tijdens de invoer van de stapels 4 de eindloze snaren 11, 12, 13 op een iets hogere snelheid bewegen.

35 Fig. 2 toont meer in detail de invoerzijde van de inrichtingen 8,9. Een gestel 27 draagt twee beugels 28, 29 voor respectievelijk de inrichting 8 en 9. Deze beugels . dragen de rollen die algemeen met 14 zijn aangeduid, 8400294 -6- j * t waaromheen de eindloze snaren 11, 12, 13 lopen. Een stapel deksels 4 is mfet een onderbroken cirkel aangegeven.

Duidelijk zal zijn, dat de dimensionering zodanig moet zijn, dat tussen de drie snaren 11, 12, 13 een deksel 4 5 klemmend kan worden getransporteerd.

Fig. 3 toont de overgangszone 17. Beugels 30, 31 dragen de rollen 14, waaromheen de eindloze snaren 11, 12, 13 en de snaren 18, 19, 20 worden geleid.

Fig. 4 toont een samengestelde machine 32, Deze 10 omvat een toevoerinrichting 33 voor het aan door een motor 34 aangedreven snaren 35, 36, 37 toevoeren van stapels deksels 38. Deze deksels worden via een overgangszone 39 overgenomen door drie verdere transportsnaren 40, 41, 42.

Vervolgens worden de deksels 38 rond een bocht 43 15 geleid door een leischijf 62.

Via twee verdere bochten 44, 45 worden de deksels verder geleid naar een sluitinrichting 46, waarboven zich een magazijn 47 voor deksels 38 bevindt, waarvan de vulling tussen twee uiterste waarden wordt gehouden door twee 20 waarneemorganen 48, 49. Deze besturen een motor 50 die de snaren Ho, #/. , aandrijft.

Een waarneemorgaan 51 dient voor de besturing van de motor^4, waardoor in de overgangszone 39 desgewenst stapels deksels 38 elkaar kunnen inhalen.

25 Fig· 5 toont meer in detail de opbouw van de bocht 45, die analoog is aan die van de bochten 43 en 44.

Het zal duidelijk zijn dat als gevolg van de aanwezigheid van een bocht de hoeksnelheid van ten opzichte van het rotatiemiddelpunt verschillend gelegen snaren een 30 zodanige waarde kan hebben, dat getransporteerde deksels een schuine stand kunnen vertonen, nadat zij de bocht zijn gepasseerd. Om dit te voorkomen, dient de hoeksnelheid van de snaren in de bocht overal dezelfde te zijn, hetgeen impliceert dat meer naar buiten gelegen snaren een grotere 35 lineaire snelheid dienen te bezitten.

Twee onderste snaren 52, 53 en een bovenste snaar 54 transporteren deksels 38 in de bocht 45. De snaar 52 wordt met zijn werkzame part geleid door een geleiding 55, de snaar 8400294 * -7- « 53 door een geleiding 56 en de snaar 54 door een geleiding 57, die, zoals^eer in detail in fig, 8 zal worden getoond is uitgevoerd als een U-vormige profielbalk 58, waarin zich een van en naar de transportruimte, d.w.z. de door de werkzame 5 parten van de snaren 52, 53, 54 begrensde ruimte beweegbare U-balk 59 bevindt. De instelling daarvan kan plaatsvinden door verstelling van schroeven 60. Hiermee is tevens de veer-druk instelbaar, die door de snaar 54 op de getransporteerde deksels wordt uitgeoefend. Er wordt in dit verband op 10 gewezen, dat de snaren 52, 53 op de in fig. 5 getoonde wijze geen bewegingsvrijheid hebben, zodat het noodzakelijk is afzonderlijke veermiddelen te gebruiken voor het klemmend transporteren van de deksels.

De snaar 52 wordt in de bocht geleid door een 15 leischijf 61. Daartoe is de leischijf 61 aan zijn onderzijde voorzien van een rondgaande groef 63. Aan de corresponderende bovenzijde vertoont de leischijf 61 een als vaste, rondgaande band uitgevoerde snaar 64.

In de zone, waarin de band 64 de deksels in de 20 bocht 45 transporteert, wordt de snaar 54 buiten werking gesteld en recht doorgeleid om de bocht te volgen rond een leirol 65. Plaatselijk wordt de werking van de snaar 54 overgenomen door een snaar 66, die op een aangedreven tandriem 67 is aangebracht.

25 Fig. 6 toont de beschreven opbouw nog eens in een zodanig aanzicht, dat het overnemen van de functies van de respectieve snaren duidelijker is weergegeven. Uit deze figuur blijkt, hoe de tandriem 67 met zijn werkzame part, d.w.z. het naar de leischijf 62 gerichte part wordt geleid 30 door een cirkelboogvormige geleiding 68.

Fig. 8 toont nog eens de reeds aan de hand van fig. 5 besproken opbouw aan de invoerzijde van de bocht 45«

Fig. 9 toont een alternatief van de toevoerinrichting 33. De inrichting 33 is.een automatisch 35 werkende inrichting, terwijl de in fig. 9 weergegeven toevoerinrichting 69 bestemd en ingericht is voor invoer van deksels 38 met de hand.

8400294 Λ * -8-

Een gestel 70 draagt een zwaaibare arm 71 aan het vrije einde waarvan een L-vormige balk 72 is bevestigd, waarop de stapels deksels 38 kunnen worden neergelegd. De balk 72 draagt via een steun 73 een pneumatische cilinder 5 74, waarvan de z ui gerst ang- 75 een stoter 76 kan verplaatsen.

Nadat een stapel deksels 38 op de in fig. 9 getoonde wijze op de balk 72 is geplaatst wordt deze met de hand naar links bewogen, waardoor een in een radiële sleuf 79 beweegbare pen 77 via een cirkelvormige sleuf 78 wordt 10 bewogen aan het einde waarvan een zich omlaag uitstrekkende sleuf 80 bevindt, waarin de pen 77 door de werking van de zwaartekracht naar beneden wordt bewogen. Hierdoor is de positie van de arm 71 gefixeerd. De corresponderende positie van de L-balk 72 is met 72* aangeduid. Door bekrachtiging van 15 de luchtcilinder 74 wordt de stoter 76 naar links bewogen, zoals met 76' is aangeduid. Daardoor worden de deksels 38 naar links verplaatst tot een met 38' aangeduide positie, binnen drie snaren, een vast geleide snaar 81, een veerkrachtig geleide ondersnaar 82 en een veerkrachtig 20 geleide bovensnaar 83.

• Uit fig. 9 zal duidelijk zijn dat de verbindings lijn tussen de snaren 82 en 83 slechts weinig afwijkt van die van de diagonaal van de getransporteerde deksels 381 * De afwijking heeft een zodanige waarde, dat de deksels een 25 stabiele „klemmende positie kunnen krijgen én met de door de luchtcilinder 74 op te brengen kracht binnen de door de snaren 81, 82, 83 gedefinieerde transportruimte kunnen worden gebracht.

't t ' - % 8400294

Claims

1. Inrichting voor het transporteren van ronde, platte voorwerpen, bijvoorbeeld deksels voor conservenbussen, met gelijke omtrek in een richting dwars op hun vlak met behulp van een als eindloze transportband werkend transport- 5 orgaan, met het kenmerk, dat het transportorgaan tenminste één stel van tenminste drie om aandrijf- en leirollen · geleide, met gelijke snelheden gedreven, eindloze snaren omvat, waarvan althans de werkzame parten evenwijdig zijn en zich op zodanige onderlinge afstanden naast elkaar uitstrek-10 ken, dat die parten te zamen in staat zijn, in elk hun snijdend dwarsvlak een te transporteren voorwerp tegen verplaatsing in dat vlak verend klemmend vast te houden en daardoor in hun baan mee te voeren.

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met hef 15 kenmerk,, dat het transportorgaan tenminste één paar in serie geschakelde stellen van tenminste drie van zulke eindloze snaren omvat, van welk ene stel snaren de werkzame parten in een deel aan het einde van hun baan de werkzame parten van het andere stel snaren in een deel aan het begin van de baan 20 van deze parten zodanig overlappen, dat in het overlappings-gebied de werkzame parten van beide stellen snaren zich evenwijdig aan en naast elkaar uitstrekken, in elk hun snijdend dwarsvlak te zamen een te transporteren voorwerp tegen verplaatsing in dat vlak verend klemmend vasthouden en voorts 25 zodanig samenwerken, dat de deksels tijdens hun transport in dat gebied van het ene stel snaren op het anéere stel snaren overgaan.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het werkzame part van tenminste één van 30 de snaren van het, een of elk stel snaren van het transportorgaan althans plaatselijk onder naar de door de snaren van het betrokken stel begrensde transportruimte gerichte veerdruk staat. 8400294 -10- * * ·

4. Transportinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het, een of elk stel snaren van het transportorgaan om een cirkelboogvormige bocht is geleid, in welke bocht de transportruimte tussen de' snaren 5 van dat stel aan of nabij de binnenbocht door tenminste één om een de bocht bepalende leischijf geleide snaar van dat stel en door de omtrek van een aan die leischijf coaxiale leischijf alsmede aan of nabij de buitenbocht door het zich over de gehele bocht uitstrekkende, door een geleiding aan 10 die leischijven concentrische cirkelboog gehouden werkzame part van tenminste één extra eindloze transportsnaar is begrensd, tijdens bedrijf het werkzame part van de of elke extra transportsnaar en de genoemde leischijven met gelijke hoeksnelheden worden gedreven en dat de overige snaren van 15 het stel in de bocht buiten de transportruimte zijn geleid om leirollen.

5,. Samengestelde machine voor het elk van een rond, plat voorwerp, zoals een deksel, voorzien van conserven-bussen, gekenmerkt door een aanvoerinrichting voor het aan-- 20 voeren van de voorwerpen, een daaraan aansluitende transportinrichting voor de voorwerpen volgens één der voorgaande conclusies, een aan het einde van die transportinrichting aansluitend magazijn voor het opslaan van een voorraad coaxiaal ges-tapelde voorwerpen, en een bevestigingsinrichting 25 voor het na elkaar van voorwerpen uit dat magazijn voorzien van conservenbussen, welke aanvoerinrichting is voorzien van middelen voor het na elkaar plaatsen van afgepaste stapels coaxiaal tegen elkaar aanliggende voorwerpen "tussen een deel i aan het begin van 'de werkzame parten van het stel c.q. het 30 eerste stel snaren van de transportinrichting, alsmede door waarneemmiddelen voor het waarnemen van de snelheid waarmede de stapels voorwerpen worden aangevoerd en de snelheid of de snelheden, waarmede de voorwerpen door het stel of de stellen snaren van de transportinrichting worden getransporteerd, en j 35 door die waarneemmiddelen bestuurde aanpassingsmiddelen voor het zodanig aanpassen van die snelheden aan de ingestelde 8400294 -11- * * snelheid van de bevestigingsinrichting, dat deze laatste inrichting voor elke passerende conservenbus van een voorwerp uit het magazijn wordt voorzien. r 8400294