[go: up one dir, main page]

NL8202712A - Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen. - Google Patents

Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen. Download PDF

Info

Publication number
NL8202712A
NL8202712A NL8202712A NL8202712A NL8202712A NL 8202712 A NL8202712 A NL 8202712A NL 8202712 A NL8202712 A NL 8202712A NL 8202712 A NL8202712 A NL 8202712A NL 8202712 A NL8202712 A NL 8202712A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
error
image
registration
errors
recording
Prior art date
Application number
NL8202712A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8202712A publication Critical patent/NL8202712A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/10Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths
    • H04N23/13Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths with multiple sensors
    • H04N23/15Image signal generation with circuitry for avoiding or correcting image misregistration

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Color Television Image Signal Generators (AREA)
  • Video Image Reproduction Devices For Color Tv Systems (AREA)

Description

^ V
/ ;;·· .
* C/Ca/lh/1440
Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen.
De uitvinding heeft:>be trekking op een kleuren-televisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen.
Bij een dergelijke camera met bijvoorbeeld drie beeldopneembuizen voor opname van resp. een rood, een 5 groen en een blauw kleurbeeld of bij een camera met twee beeldopneembuizen voor vorming van resp. een luminantie-signaal en een kleurinformatiesignaal dienen ter verkrijging van de gewenste registratie (uitrichting ten opzichte van elkaar) van de toegepaste beeldopneembuizen uiterst gecompli-10 ceerde besturingsmaatregelen te worden toegepast. Zo worden de elektronenbundel afbuigstromen van de buizen aan zodanige korrektie onderworpen, dat de middelpunten van de door de individuele beeldopneembuizen opgenomen beelden met elkaar komen sarnen te vallen. Moeilijker blijkt echter de korrektie 15 van registratiefouten, welke worden veroorzaakt door binnen iedere beeldopneembuis optredende verschillen of afwijkingen, • zoals die in beeldrotatie (rotatie van het beeld om de hoofdas van de beeldopneembuis), langs de buitenrand van het beeldscherm optredende beeldvervorming (trapezevormige 20 beeldvervorming, kussenvormige beeldvervorming e.d.), beeld-afmetingsfouten, aftastlineariteit, schuinloopvervorming en dergelijke. Voor compensatie van dergelijke registratiefou-ten wordt meestal gebruik gemaakt van een zeer gecompliceerde besturingsschakeling, welke verschillende stuur- en 25 regelsignalen voor besturing, resp. regeling, van de aan de verschillende beeldopneembuizen toegevoerde bundelafbuig-stromen levert. Aangezien de voor het optreden van registratiefouten verantwoordelijke faktoren nauw met elkaar samen-hangen, kan zich bovendien het probleem voordoen, dat regi-30 stratiekorrektie in een bepaald punt van het beeldscherm in het optreden van een nieuwe registratiefout in een ander BAD ORlSlYI^LVan ^et beeldscherm resulteert. Als gevolg van deze problemen is het moeilijk om een over het gehele beeldscherm- 8202712 « t -2- oppervlak gelijke kleurbeeldregistratie te verkrijgen.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een kleurentelevisiecamera van het type met enige beeld-opneembuizen te verschaffen, waarbij de hiervoor genoemde 5 problemen zich niet voordoen.
Meer in het bijzonder stelt de uitvinding zich ten doel, een stelsel voor automatische kleurbeeldregistra-tiebijregeling voor een camera van het hier beschouwde type te verschaffen, waarmede een over het gehele beeldscherm-10 oppervlak uniforme registratie van kleurbeelden kan worden verkregen.
Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een dergelijk bijregelstelsel te verschaffen, waarbij registra-tiefoutinformatie voor iedere aftastbeeldregel van het gehele 15 beeldoppervlak wordt verkregen uit een gering aantal regi-stratiefoutinformaties, welke worden verkregen door een nog geringer aantal binnen een betrekkelijk korte tijdsduur uitgevoerde bemonsteringen.
Een ander doel van de uitvinding is het ver-20 schaffen van een automatisch kleurbeeldregistratiebijregelstelsel, waarbij onafhanke.li.jk van de frequentiekarakteris-. tiek van het toegepaste elektronenbundelafbuigstelsel uiterst nauwkeurige foutinformatie wordt verkregen.
Nog een ander doel van de uitvinding is het 25 verschaffen van een kleurbeeldregistratiebijregelstelsel, waarmede door middel van een vereenvoudigde elektronenbundel-afbuigbekrachtiging een voldoende mate van registratiefout-korrektie wordt verkregen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het 30 verschaffen van een dergelijk bijregelstelsel met versnelde foutdetectie ter verkrijging van snelle informatieconvergen-tie .
Daartoe gaat de uitvinding uit van een kleurentelevisiecamera van het type met enige 35 beeldopneembuizen en een stelsel voor automatische kleurbeeldregistratiebi jregeling, bevattende: een eerste beeldopneembuis voor afleiding van BAD ORIfiytiAAerste videosignaal, dat betrekking heeft op een beeld 8202712 V ' \ -3- van een voor registratiebijregeling dienende testkaart, en <; een tweede beeldopneembuis voor afleiding van een tweede videosignaal, dat betrekking heeft op dat beeld van de testkaart, en-welke is voorzien van een afbuig-5 besturingsschakeling.
Volgens de uitvinding dient een dergelijke kleurentelevisiecamera voorts te zijn gekenmerkt door: foutbeinons termiddelen voor bemonstering van registratiefouten tussen het eerste en het tweede video-10 signaal in signaaldelen daarvan, welke op een verzameling oppervlaksegxnenten van dat beeld betrekking hebben, middelen voor vorming van door interpolatie tussen de bemonsterde registratiefouten in tenminste de vertikale richting van de verzameling beeldoppervlaksegmen-15 ten verkregen registratiefoutinterpolatie-informatie, middelen voor opwekking en afgifte van op registratiefoutinterpolatie-informatie gebaseerde registra-tiefoutcompensatiesignalen en door middelen voor toevoer van de registratiefout-20 compensatiesignalen aan de afbuigbesturingsschakeling van de tweede beeldopneembuis voor korrektie. van daarin ten opzichte van de eerste beeldopneembuis optredende registratiefouten.
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nuvolgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende 25 tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:
Fig. 1 een schematische weergave van een aan-tal beeldoppervlaksegmenten ter verduidelijking van een registratiefoutcompensatiestelsel volgens een uitvoerings-30 vorm van de uitvinding,
Fig. 2 een schematische weergave van voor opslag van foutinformatie omtrent de respectieve beeldoppervlaksegmenten volgens fig.. 1 dienende geheugengebieden.
Fig. 3 een schematische weergave ter verdiiide-35 lijking van interpolatie tussen in vertikaal aangrenzende gebieden van het geheugen volgens fig. 2 opgeslagen informa-ties , BAD ORIGINAL Fig. 4 een schematische weergave van een geheu- ,,, 82 02 7 1 2 -4- gen voor opslag van de door interpolatie verkregen registra-tiefoutcompensatie-informaties,
Fig. 5 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een detectieschakeling ter verkrijging van de fout-5 informatie in de horizontale en de vertikale rich.ting,
Fig. 6 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een schakeling voor registratiefoutcompensatie, welke kan worden toegepast bij de detectieschakeling volgens fig· 5, 10 Fig. 7A-7Q enige golfvormen ter verduidelinking van de werking van de detectieschakeling volgens fig. 5,
Fig. 8A en 8B te z:axnen een blokschema van een besturingsschakeling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, welke dient voor besturing van de detectie, de 15 opslag, de interpolatie en de registratiefoutcompensatie van foutinformatie in de vertikale en de horizontale richting, Fig. 9 een stromingsdiamgram voor de door de besturingsschakeling volgens de fig. 8A en 9B te besturen registratiefoutcompensatie/ 20 Fig. 10A/ 10B en IOC te zamen een stromings- diagram van enige details van een informatie-I/O-subroutine volgens fig. 9,
Fig. 11 een grafiek van de convergentie van informatie tijdens detectie van foutinformatie, 25 Fig. 12 een stromingsdiagram van enige details van een interpolatie-subroutine volgens fig. 9,
Fig. 13 een grafiek met vertikale informatie ter verduidelijking van de toegepaste interpolatie.
Fig. 14 een stromingsdiagram van de aan het 30 boveneinde van het beeldoppervlak toegepaste interpolatie,
Figi- 15 een grafiek van de aan het ondereinde van het beeldoppervlak toegepaste interpolatie,
Fig. 16 een stromingsdiagram van de aan het ondereinde van het beeldoppervlak uiitgevoerde interpolatie, 35 Fig. 17 een blokschema van een adresgenerator voor vorming van adressen van tot de besturingsschakeling volgens de fig.. 8A en 8B behorende geheugens van het RAM-
BAD ORft¥fi®VL
8202712 ‘η Λ ^ -5-......
Fig. 18A-18J en Fig. 19Α-19Μ enige weergaven op tijdbasis ter verduidelijking van de werking van de adresgenerator volgens fig. 17,
Fig. 20 een blokschema van het vertikale af-. 5 , buigstelsel van een kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen, waarbij de uitvinding bij voorkeur wordt toegepast, en
Fig. 21 een blokschema van een horizontaal afbuigstelsel van een dergelijke kleurentelevisiecamera.
10 Zoals reeds is opgemerkt, toont fig. 1 een schematische weergave van een aantal beeldoppervlaksegmenten; deze zijn verkregen door verdeling, zowel in horiaontale als in vertikale richting, van het beeldoppervlak van een kleurentelevisiecamera van het type met drie beeldopneem-15 buizen in steeds zeven delen, waaruit derhalve een totale | verdeling in 49 beeldoppervlaksegmenten resulteert. In het hierna volgende zal worden verondersteld, dat voor het "rode" uitgangssignaal van de aan de kleur :rood:.toegevoegde beeldopneembuis en het "blauwe" uitgangssignaal van de 20 aan de kleur blauw toegevoegde beeldopneembuis registratie dient te worden verkregen met het "groene" uitgangssignaal van de aan de kleur groen toegevoegde beeldopneembuis. Bij het tot stand brengen van een dergelijke kleurbeeldregistra-tie wordt gebruik gemaakt van een testkaart volgens fig. 1, 25 waarbij zich in het hart van ieder beeldoppervlakseginent een "+" teken bevindt. Ook is het mogelijk om in de televisie-camera een verschuifbare film met het testkaartpatroon volgens fig.1 toe te passen, welke bij het tot stand brengen van de gewenste kleurbeeldregistratie in de optische baan 30 van de verschillende beeldopneembuizen wordt gebracht.
Voor ieder beeldoppervlaksegment volgens fig.l wordt op nog nader te beschrijven wijze detectie van regi-stratiefouten van de aan de kleuren rood en blauw toegevoegde beeldopneembuizen ten opzichte van de aan de·kleur 35 groen toegevoegde beeldopneembuis; de desbetreffende detectie levert registratiefoutinformaties omtrent V-fouten, resp. registratiefouten in vertikale richting, en omtrent ....... H-fouten, resp. fouten in horizontale richting ofi beeldregel- BAD ORIGINAL .......................... ...................... ................
8202712
*» V
-6- aftastrichting. De.aldus verkregen kleurbeeldregistratie-foutinformatie wordt in digitale vorm gebracht en tijdelijk in resp. elementen van het geheugengebied volgens fig. 2 opgeslagen. Dit geheugengebied toont een matrixadresverde-5 ling met 7 rijen en 8 koloiranen. Ieder geheugenelenient neemt de registratiefoutinformatie omtrent de H- en V-fouten van een resp. bijbehorend beeldoppervlakse’gment in opslag.
De laatste kolom met geheugenelementen in fig. 2, waarboven "7” staat, heeft geen betrekking op enige van de 7 x 7 10 beeldoppervlaksegmenten volgens fig. 1., doch dient voor opslag van registratiefoutinformatie omtrent H- en V-fouten tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval H-BLK van het televisiesignaal. Deze registratiefoutinformatie van het horizontale onderdrukkingsinterval kan de gemiddelde 15 waarde hebben van de bemonsterde begin- en eindinformatie.
Zo kan bijvoorbeeld de gemiddelde waarde van de informaties D8 en D14 worden berekend om te komen tot de informatie D15, welke in het met 15 in fig. 2 aangeduide geheugenelement wordt opgeslagen. Door een dergelijke invoeging van registra-20 tiefoutinformaties voor het horizontale onderdrukkingsinterval wordt een meer geleidelijk verlopende korrektie van de horizontale en vertikale afbuigstromen van de beeldopneem-buizen verkregen.
Ook is het mogelijk., een geheugen voor opslag 25 van gemiddelde informatiewaarden voor zowel het vertikale als het horizontale onderdrukkingsinterval toe te passen.
In de in fig. 2 in vertikale richting aangren-zende geheugenelementen opgeslagen monsterinformaties worden aan interpolatie onderworpen door digitale benadering ter 30 verkrijging van foutinformatie voor iddere afzonderlijke aftastbeeldregel. Op de in de in horizontale richting in fig. 2 aan elkaar grenzende geheugenelementen opgeslagen monsterinformaties kan interpolatie door analoge signaal-bewerking door middel van een laagdoorlaatfilter worden 35 toegepast, zodat geen digitale signaalbewerking nodig is.
Wanneer het aantal segmenten, waarin het beeldoppervlak ter verkrijging van kleurbeeldregistratie-BADORIGINAitinformatie is verdeeld, te gering is, is het moeilijk fl 7 n 0 7 1 0 ✓ -7- om tot een nauwkeurige korrektie van registratiefouten te komen. Wanneer het aantal toegepaste beeldoppervlaksegmenten daarentegen te groot is, zullen de detectie en de verdere bewerking van registratiefouten betrekkelijk tijdrovend zijn.
5 Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding is het totale beeldoppervlak verdeeld in een matrix met 7x7 beeldoppervlaksegmenten. In het geval van een Rleurenbeeldcamera van het NTSC-type worden aan ieder beeldoppervlaksegment in vertikale richting 36 beeldregels 10 toegewezen. Daarna, zoals fig. 3 laat zien, worden 35 inter-polatie-informaties 11-135 door lineaire benadering tussen vertikaal aangrenzende monsterinformaties, bijvoorbeeld D16 en D24, gevormd. In dat geval kan de uit de detectie verkregen kleurbeeldregistratiefoutinformatie worden beschouwd 15 als betrekking hebbend op de in het hart van de resp. beeld-oppervlaksegmenten optredende kleurbeeldregistratiefouten. Hoewel interpolatie van de H- en V-fouten voor alle monsterinformaties in vertikale richting wordt uitgevoerd, is de voor de desbetreffende interpolatieberekening benodigde 20 tijdsduur aanzienlijk korter dan de voor registratiefout- detectie benodigde tijdsduur. In verband daarmede, en zoals de uitvinding voorstelt, wordt met hoge nauwkeurigheid en binnen een betrekkelijk korte tijdsduur registratiefout-informatie vergaard door middel van een betrekkelijk gering 25 aantal bemonsteringen.
Daarbij worden de op alle aftastbeeldregels van het gehele beeldoppervlak betrekking hebbende registra-tiefoutinformaties gevormd door interpolatie in vertikale richting. De aldus verkregen registratiefoutinformatie wordt 30 vervolgens tijdelijk opgeslagen in een geheugengebied met een matrixadresverdeling volgens fig. 4. Het desbetreffende geheugen dient voor ops lag van registratiefoutcompenslatie-informatie en vertoont een adresseerbare matrixverdeling met 256 rijen en 8 kolommen, welke ieder twee foutinforma-35 ties, resp. voor de V- en H-fout, in opslag nemen.
Daarna wordt de in dit geheugengebied opgeslagen registratiefoutcompensatie-informatie synchroon met een BAD ORIGdMAistsignaal uitgelezen en in een analoog korrektiesicfnaal 820971? -8- omgezet, dat op zijn beurt voor bijregeling van de voor de beeldopneembuizen bestemde, horizontale en vertikale afbuig-stromen dient. Op die wijze wordt voor iedere beeldopneem-buis korrektie van de beeldafmeting, de afbuiglineariteit 5 en de schuinverloopvervorming verkregen, terwijl gelijktijdig daarmede korrektie van trapezevormige beeldvorming, kussen-vormige beeldvorming en dergelijke kunnen uitgevoerd. Zoals nog zal blijken, maakt deze door de uitvinding voorgestelde benadering het mogelijk om tot automatische detectie en 10 gemakkelijk compensatie of korrektie van optredende kleur-beeldregistratiefouten te komen.
Zoals reeds is opgemerkt, toont fig. 5 het blokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een ter verkrijging van registratiefoutinformatie dienende 15 detectieschakeling, welke in dit geval is bestemd voor toepassing bij een kleurentelevisiecamera met drie beeldopneembuizen 2,3 en 4 voor levering van resp. op blauwe, rode en groene kleurbeelden betrekking hebbende kleursignalen. Het afbuigstelsel van de camera wordt daarbij vooraf zodanig 20 ingesteld, dat de fase van het uitgangssignaal G' van de "groene" opneembuis 4, dat als referentiesignaal bij de registratiefoutcompensatie dient, ten opzichte van de fase van de uitgangssignalen van de beeldopneembuizen 3 en 2 met een bedrag H + T in voorwaartse richting kan worden 25 verschoven; daarbij is H de beeldregelaftastperiodeduur en bedraagt T ongeveer 150 ns.
Fig. 7A laat zien, dat de afbeelding 10 van een ”+" in een van de beeldoppervlaksegmenten van de test-kaart volgens fig. 1 in de groene beeldopneembuis 4 voor 30 een aftastbeeldregel Ln een groen uitgangssignaal met een golfvorm volgens fig. 7B veroorzaakt. Dit uitgangssignaal G' wordt door een vertragingslijn 5 met een vertragings-duur van 1H en een vertragingslijn 7 met een vertragings-duur T over een duur H + T vertraagd met een hoofduitgangs-35 signaal Gg volgens fig. 7F. Wanneer geen registratiefout wordt gedetecteerd, verkeert het hoofdsignaal Gg volgens fig. 7F in horizontale en in vertikale richting in fase met BADovereen^omsti9e hoofduitgangssignalen Rg en Bg 8202712 v v -9- {zie fig. 70) van de beeldopneembuizen 3 en 2.
Het uitgangssignaal van de vertragingslijn 7 wordt voorts door een vertragingslijn 8 met een vertragings-duur T vertraagd tot een uitgangssignaaldeel G1 volgens 5 fig. 7C, dat aan een aftrekeenheid 9 wordt toegevoerd voor . aftrekking van het uitgangssignaal van de vertragingslijn 5 met een vertragingsduur 1H. Als uitgangssignaal geeft de aftrekeenheid 9 een randsignaal EDG volgens fig. 7D af, dat de horizontale rand van het beeld 10 vertegenwoordigt.
10 Dit randsignaal EDG heeft aan de voorflank van het video-signaal een positieve polariteit en aan de achterflank van het videosignaal een negatieve polariteit. Het randsignaal EDG wordt via het kontakt H van een kiesschakelaar 11 toegevoerd aan een vermenigvuldiger 12 en aan een randdetector 15 13. Deze laatstgenoemde geeft een met het verschijnen van het randsignaal EDG volgens fig. 7D gesynehroniseerd bemon-stersignaal SG volgens fig. 7E af.
Een kiesschakelaar 14 kiest tussen de uitgangs-signalen RQ en BQ van resp.de rode beeldopneembuis 3 en de 20 blauwe opneembuis 2 voor levering van het geselecteerde uitgangssignaal R0/Bq vol9ens fig* 7G aan een aftrekeenheid 15, welke als verschil tussen het geselecteerde uitgangssignaal Rq/Bjj volgens fig. 7G en het hoofduitgangssignaal GQ van de groene beeldopneembuis (zie fig. 7F) het uitgangssig-25 naal REG volgens fig. 7H afgeeft; dit laatstgenoemde signaal vormt een positiefoutsignaal, dat de fasevoorijlhoek van het uitgangssignaal van de rode of de blauwe opneembuis ten opzichte van het uitgangssignaal van de groene beeldopneem-buis vertegenwoordigt en met de horizontale fout overeenkomt. 30 Het positiefoutsignaal REG wordt eveneens aan de vermenig-vuldiger 12 toegevoerd voor vermenigvuldiging met het randsignaal EDG tot een foutsignaal ER volgens fig. 71, dat de grootte en de richting van de horizontale registratiefout weergeeft en aan een bemonster- en houdschakeling 16 wordt 35 toegevoerd. De bemonster- en houdschakeling 16 bemonstert het foutsignaal ER tijdens de duur van het reeds genoemde bemonstersignaal SG volgens fig. 7E en levert een bemonster-BAD ORI®NAlPUdgelijkspanning SH volgens fig. 7J, welke het niveau 8202712 “10“ en de polariteit van het foutsignaal ER weergeeft. Een met de uitgangsaansluiting van de schakeling 16 verbonden capa-citeit 17 dient als houdelement van de schakeling 16.
Het bemonstersignaal SG wordt via een EN-poort-5 schakeling 18 aan de bemonster- en houdschakeling 16 toege-voerd. De EN-poortschakeling 18 wordt opengestuurd door een bemonsterimpuls GE, welke via een ingangsaansluiting 19 en een buffertrap 20 aan de poortschakeling 18 wordt toegevoerd. Dit bemonstersignaal GE wordt voor iedere van de beeld-10 oppervlaksegmenten volgens fig. 1 geleverd.
Indien de ifasen van de uitgangssignalen en Bq met een bedrag ten opzichte van de fase van het hoofd-uitgangssignaal van de groene beeldopneembuis 4 blijken na te ijlen, zoals fig. 7G laat zien, zal de bemonster- en 15 houdgelijkspanning SH volgens fig. 7J een positieve polariteit en een met het bedrag overeenkomend niveau vertonen. Indien de uitgangssignalen van de beide beeldopneembuizen 2 en 3 daarentegen met een bedrag op het hoofduitgangs-signaal Gq blijken voor te ijlen, zoals fig. 7K laat zien, 20 dan is de polariteit van het positiefoutsignaal REG volgens fig. 7L tegengesteld aan die volgens fig. 7. Dit heeft tot gevolg, dat het de grootte en de richting van deze registra-tiefout weergevende foutsignaal ER een negatieve polariteit heeft, zoals fig. 7M laat zien, terwijl de daaruit resulte-25 rende, negatieve bemonster- en houdgelijkspanning SH een met het bedrag &2 overeenkomend niveau vertoont, zoals fig.
7N laat zien.
Het uitgangssignaal van de bemonster- en houdschakeling 16 wordt als registratiefoutinformatie toege-30 voerd aan een signaalbewerkingsschakeling 21 welke, zoals nog meer in detail ; zal worden beschreven, compensatie-informatie vormt. Op basis van dergelijke compensatie-inforraatie worden de elektronenbundelafbuigorganen 22 en 23 van resp. de blauwe en de rode beeldopneembuis 2 en 3 be-35 stuurd, resp. bijgeregeld. Als gevolg daarvan worden de uitgangssignalen Rg, BQ van de resp. beeldopneembuizen 3 en 2 in fase met het hoofduitgangssignaal GQ van de groenen BAD ORKMWAIopneembuis 4 gebracht, zoals fig. 70 laat zien. Aange- 8202712 -11- zien het niveau van het uitgangssignaal van de groene beeld-opneembuis 4 niet gelijk aan dat van het uitgangssignaal van de rode of de blauwe beeldopneerabuis is, is het mogelijk, dat het niveau van het positieffoutsignaal REG zelfs in 5 geval van nauwkeurige :registratie tussen de verschillende buizen niet geheel nul wordt, zoals fig. 7P laat zien. Aan-gezien het van de vermenigvuldiger 12 afkomstige foutsignaal ER afwisseld bij de voorflank en de achterflank van het videosignaal van polariteit verandert, zoals fig. 70 laat 10 zien, zal het niveau van de bemonster- en houdgelijkspan-ning SH gelijk nul worden.
Zoals fig. 6 laat zien, omvat het voor vorming van compensatie-informatie dienende gedeelte van de signaal-bewerkingsschakeling een vergelijkingsschakeling 26, een 15 in twee richtingen werkzame teller 27 en een digitaal/analoog-orazetter 28. De door de schakeling 16 geleverde bemonster-en houdgelijkspanning SH wordt aan de vergelijkingsschakeling 26 toegevoerd voor vergelijking met aardpotentiaal (0 V), resp. voor detectie van de polariteit van de registratie-20 foutinformatie, welke polariteit weergeeft of het uitgangs-signaalbeeld van de rode of de blauwe-beeldopneeinbuis naar rechts of naar links ten opzichte van het uitgangssignaal-beeld van de groene beeldopneeinbuis is verschoven. Het door de vergelijkingsschakeling 26 afgegeven vergelijkings-25 signaal COM vertoont, afhankelijk van de polariteit van de registratiefoutinformatie, een hoog of een laag niveau en wordt toegevoerd aan de telrichtingsaansluiting U/D van de in twee richtingen werkzame teller 27. Deze voert in reaktie op. iedere als klokimpuls CK ontvangen, vertikale synchroni-30 satie-impuls VD van het regarderende videosignaal optelling op aftelling uit, afhankelijk van het feit of het vergelij-kingssignaal COM een hoog of een laag niveau vertoont. In de praktijk, en zoals hierna nog in details zal worden be-schreven, ondergaat de in twee richting werkzame teller 27 35 niet een telresultaatsverandering, bijvoorbeeld van steeds e£n bit, bij iedere vertikale aftastperiode.
Het uitgangssignaal van de teller 27 wordt BADORI<affiS0?voer^ aan de ^^taa^/ana^00?~0ITl2etter 28 voor omzetting 8202712
·> V
-12- in een analoge stuur- of regelspanning. Deze v/ordt als in-stelgelijkspanning toegevoerd aan een opteller 29 voor optelling bij een zaagtandgolfvormig signaal SAW, dat voor afbuiging van de elektronenbundel van de resp. bijbehorende 5 beeldopneembuis dient. Het uitgangssignaal van de opteller 29 wordt toegevoerd aan een bekrachtigingsversterker 30/ weIke een afbuigstroom levert aan de afbuigwikkeling 31 van de rode beeldopneembuis 3 of van de blauwe beeldopneembuis 2; de desbetreffende afbuigwikkeling 31 is aan de uitgangs-'3-0 aansluiting van de bekrachtigingsversterker 30 aangesloten.
Indien de als registratiefoutinformatie door de bemonster- en houdschakeling 16 geleverde gelijkspanning SH een positieve polariteit heeft, zal het door de verge-lijkingsschakeling 26 geleverde vergelijkingssignaal COM een hoog niveau vertonen, zodat het telresultaat van de teller 27 afneemt. In reaktie daarop wordt de afbuigstroom door de afbuigwikkeling 31 kleiner, zodat de horizontale aftastpositie van de desbetreffende beeldopneembuis naar links wordt verschoven, waardoor de registratiefout van het 20 beelduitgangssignaal van de buis ten opzichte van het uit-gangssignaalbeeld van de groene beeldopneembuis wordt verminderd. Indien de bemonster- en houdgelijkspanning SH daarentegen een negatieve polariteit heeft, zal de telwaarde van de in twee richting werkzame teller 27 toenemen en zal 25 de horizontale aftastpositie van de rode of blauwe beeldopneembuis naar rechts verschuiven. Het uitgangssignaalbeeld van de desbetreffende beeldopneembuis, dat een registratiefout in de vorm van verschuiving naar links ten opzichte van het uitgangssignaalbeeld van de groene beeldopneembuis 30 vertoonde, wordt dan weer naar rechts verschoven, zodat de registratiefout kleiner wordt.
Door herhaalde detectie van de registratiefout en steeds bijbehorende korrektie van de afbuigstroom op basis van het detectieresultaat wordt een eventuele 35 registratiefout van het uitgangssignaalbeeld van de in aan-xnerking komende beeldopneembuis geleidelijk geelimineerd en wordt automatisch kleurbeeldregistratie in horizontale BAD Offibiftit119 verkregen. De door de teller 27 uitgevoerde optel- 8202712 *» ** -13- ling of aftelling komt tot stilstand nadat de registratie-fout naar een eindwaarde is geconvergeerd.
Automatische bijregeling of compensatie van kleurbeeldregistratiefouten in vertikale richting geschiedt 5 op soortgelijke wijze. Het beeldrandsignaal voor de registra-tiefoutkorrektie in vertikale richting wordt verkregen door middel van een aftrekeenheid 24 (zie fig. 5), waarvan het als randsignaal dienendeuitgangssignaal het verschil vormt tussen het hoofduitgangssignaal G' van de groene beeld- 10. opneembuis 4 en het door vertraging daarvan over een duur van 2H door middel van de vertragingslijnen 5 en 6 verkregen signaal. Het genoemde randsignaal wordt via een kontakt V van de kiesschakelaar 11 en een vertragingslijn 25 met een vertragingsduur T toegevoerd aan de vermenigvuldiger 12; 15 de zojuist genoemde vertraging over een duur T dient om de uitgangssignalen van de rode en blauwe beeldopneembuis in fase met het hoofduitgangssignaal Gg van de groene beeldopneembuis 4 te houden. De detectie van de V-fout door de schakeling met de vermenigvuldiger 12 komt in principe 20 overeen met die van de H-fout.
Registratiefoutcompensatie op basis van detectie van re gistratiefoutinformatie omtrent de H- en V-fouten vindt zowel voor de rode beeldopneembuis 3 als voor de blauwe beeldopneembuis 2 voor iedere "tfan de 49 beeldopper-25 vlaksegmenten van de testkaart volgens fig. 1 plaats. De voor ieder beeldoppervlaksegment verkregen registratiefout-informatie wordt tijdelijkopgeslagen in een resp. bijbeho-rend geheugengebied van het type volgens fig. 2. De aldus opgeslagen registratiefoutiriformatie wordt aan interpolatie 30 in vertikale richting onderworpen, waarna de resulterende interpolatie-informatie in resp. elementen van het in fig. 4 schematisch weergegeven geheugen wordt ingelezen.
De fig. 8A en 8B tonen, zoals reeds is opge- rnerkt, te zamen een blokschema van een signaalbewerkings- 35 schakeling 21 voor uitvoering van een aantal informatie- bewerkingen volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige
uitvinding. De signaalbewerkingsschakeling 21 volgens fig.8B
omvat hoofdzakelijk een centrale bewerkingseenheid. een
BAD ORIGINAL
820271? ' :..............,.. ........ "! · jj : 1 microcomputer en een aantal geheugens van het ROM en het RAM-type. '
Na raadpleging van de fig. 8A en 8B zal het duidelijk zijn, dat een arithmetiache en een logische een-5 held en de registers van de centrale bewerkingseenheid 34 te zamen met een in een van de gelieugens opgeslagen program- | ma een met de in twee richtingen werkzame teller 27 volgens : Γ fig. 6 overeenkomende teller vormen. De door deze teller bereikte telwaarde wordt aan het elektronenbundelafbuig- 2.0 orgaan 22 of 23 van resp. de blauwe beeldopneembuis 2 of de rode beeldopneembuis 3 toegevoerd via een resp. bijbehorende buffertrap 39a, 39b, 39c> 39d; een resp. bijbehorende digi-. taal/analoog-omzetter 40a, 40b, 40c, 40d (zie figuur 8A) , 1 een informatieverdeelleiding 35 (zie fig. 8B), een ver- ? d5 grendelschakeling 36, een normale opteller 37 en een ver- grendelschakeling 38 (zie fig. 8A). Het door de vergelijkings-schakeling 26 volgens fig. 6 geleverde vergelijkingssignaal COM wordt aan de centrale bewerkingseenheid 34 toegevoerd via een i/O-poort 41. De door de hiervoor genoerode teller 20 "van” de centrale bewerkingseenheid 34 bereikte telwaarde wordt vergroot of verkleind in afhankelijkheid met de pola-riteit of het niveau van dit vergelijkingssignaal COM. De .-1 . als vertikale synchronisatie-impulsen VD van de televisie- | camera dienende klokimpulsen kunnen door een klokimpuls- ! 25 generator 47 (zie fig. 8A) aan deze teller van de eenheid 34 worden geleverd.
Op dezelfde wijze als in het voorgaande aan j de hand van de fig. 6 is beschreven wordt de afbuigstroom | gewijzigd op basis van toenamen of afnamen van de door de 30 teller van de centrale bewerkingseenheid 34 bereikte telwaarde. Na de.eerste cyclus van registratiefoutcompensatie wordt de overblijvende registratiefout opnieuw door middel van de detectieschakeling volgens fig. 5 vastgesteld.
Door herhaling van dehiervoor beschreven operaties worden ; 35 de registratiefouten in de door de verschiliende beeldopneera- | buizen geleverde "kleurbeelden"geleidelijk geelimineerd; daarbij gaat de van de teller van de centrale bewerkings-eenheid 34 afkomstige registratiefoutinformatie convergeren BAD ORIGINAL --------- 8202712 Η -15- naar een voorafbepaalde eindwaarde. Deze registratiefoutinformatie wordt opgeslagen op resp. bijbehorende adressen van een geheugen M3 van het RAM-type (zie fig. 8B).
Het geheugen M3 vertoont een adresmatrix-5 verdeling 7x8, zoals fig. 2 laat zien. De registratiefout-informatie voor ieder beeldoppervlaksegment volgens fig. 1 wordt ingelezen op een resp. bijbehorende adres van dit geheugen van het RAM-type. Een stuuradres voor het geheugen M3 wordt via een adresverdeelleiding 45 door een adresdeko-10 deereenheid van de centrale bewerkingseenheid 34 geleverd.
Een impulsgenerator 42 levert poortimpulsen GE voor aan-? wijzing van de beeldoppervlaksegmenten volgens fig. 1; deze poortimpulsen GE worden aan de EN-poortschakeling 18 toege-voerd via de aansluiting 19 (zie fig. 5).
-15 Nadat de detectie van de registratiefout voor §6n van de vier kanalen is voltooid, dat wil zeggen voor de vertikale fout van de blauwe buis, de horizontale fout van de blauwe buis, de vertikale fout van de rode buis en de horizontale fout van de rode buis, wordt de in het geheu-20 gen M3 opgeslagen registratiefoutinformatie sequentieel via de informatieverdeelleiding 35 aan de centrale bewerkingseenheid 34 toegevoerd. Deze voert interpolatie van de ont-vangen registratiefoutinformatie in vertikale richting uit. Een basisprogramma voor een dergelijke interpolatie en een 25 systeemprogramma voor besturing van het gehele systeem zijn opgenomen in een geheugen M4 van het ROM-type (zie fig. 8B), terwijl een gedeelte van het geheugen M3 van het RAM-type als werkregister dient. De door interpolatie verkregen in-formatie of interpolatie-informatie wordt via de informatie-30 verdeelleiding 35 ingelezen in een geheugen M2 van het RAM-type met een geheugengebiedorganisatie volgens fig. 4. Bij het begin van de registratiefoutcompensatie bevindt zich op alle adressen van het geheugen M2 reeds eerder ingelezen inforraatie, bijvoorbeeld de informatie 80H (hexadecimale 35 notatie). Deze eerder ingelezen informatie wordt op ieder adres vervangen door de resp. interpolatie-informatie; gedurende deze herinlezing van het geheugen M2 worden aan het geheugen stuuradressen door de centrale bewerkingseenheid bad origin^ 0 2 7 1 2 -16-
w V
36 geleverd via een buffertrap 44, welke op dat ogenblik in zijn doorlaattoestand verkeert.
Na voltooiing van de interpolatie, wordt de aan de verschillende adressen van het geheugen M2 opgeslagen 5 registratiefoutinformatie daaruit synchroon met de beeld-aftasting van de beeldopneembuizen 2,3 en 4 uitgelezen.
Deze registratiefoutinforraatie wordt dan aan de elektronen-bundelafbuigorganen van de resp. beeldopneembuis 2 of 3 toegevoerd via de resp. bijbehorende buffer 39a, 39b, 39c 10 of 39d, de resp. bijbehorende digitaal/analoog-omzetter 40a, 40b, 40c of 40d, een normale opteller 37 en een vergrendel-schakeling 38. Tijdens deze informatie-overdracht verkeert een buffertrap 43 in zijn doorlaattoestand, zodat de van een adresgenerator 46 afkorastige stuuradressignalen voor het 15 geheugen M2 via de buffertrap eveneens daaraan worden toegevoerd. Op basis van de aan de verschillende adressen van het geheugen M2 opgeslagen informatie wordt een aan grove registratiefoutcorapensatie onderworpen uitgangsbeeldsignaal verkregen. Vervolgens vindt op basis van dit aan grove 20 korrektie onderworpen uitgangsbeeldsignaal een tweede fout-registratiecompensatie uitgevoerd. Daarbij worden de uitle-zing van informatie uit en de inlezing van nieuwe informatie in het geheugen M2 van het RAM-type uitgevoerd onder bestu-ring door de informatiebewerkingsbesturingsschakeling 48 25 volgens 8B.
Voor de teller "van” de centrale bewerkings-eenheid 34 wordt via de inforraatieverdeelleiding 35 en de vergrendelschakeling 36 de voor de tweede registratiefout-compensatie benodigde informatie aan de opteller 37 toege-30 voerd. Deze telt de tv/eede registratiefoutcompensatie- informatie op bij de in het geheugen M2 opgeslagen informatie. Het optellingsresultaat wordt via de resp. bijbehorende buffertrap. 39a-39d en de resp. bijbehorende digitaal/analoog-omzetter 40a-40d oragezet in analoge informatie, welke dan 35 aan het afbuigorgaan van de in aanmerking komende beeldopneembuis 2 of 3 wordt toegevoerd. De door de optel-/aftel-werking van de teller van de centrale bewerkingseenheid 34 verkregen (gedetecteerde), tweede registratiefoutcorapensatie- badorig^ 2 7 1 2
. « . V
-17- informatie wordt dan, zoals in het geval van eerste registra-tiefoutcompensatie-informatie, aan de resp. adressen van het geheugen M3 van het RAM-type opgeslagen. Deze tweede compensatie-informatie vormt een fijne compensatiecomponent 5 vergeleken met de door de eerste registratiefoutcompensatie-informatie gevormde, grove compensatiecomponent.
Nadat de tweede registratiefoutcompensatie voor ieder beeldoppervlaksegment: volgens fig. 1 is voltooid, wordt de in de geheugens M2 en M3 opgeslagen informatie ..-3-0 weer door de centrale bewerkingseenheid 34 gesynthetiseerd en in het geheugen M3 van het RAM-type opgeslagen. De aldus in het geheugen M3 opgeslagen informatie wordt vervolgens door de centrale bewerkingseenheid 34 aan interpolatie in vertikale richting onderworpen, waarna.de aldus verkregen d-5 interpolatie-informatie in het geheugen M2 wordt ingelezen.
De hiervoor beschreven registratiefoutcompensatie wordt voor de vertikale fouten van de beide beeld-opneembuizen 3 en 2 tweemaal uitgevoerd en voor de horizon-tale registratiefouten van de buizen viermaal. Zonder een 20 dergelijke herhaling van de verschillende registratiefout- · compensatiebewerkingen kan geen voiledige eliminatie van kleurbeeldregistratiefouten worden verwacht. Meer in het bijzonder kan ieder van de beeldoppervlaksegmenten volgens fig. 1 worden beschouwd als het hart van een beeldscherm, 25 waarbij voor ieder dergelijk beeldoppervlaksegment een af-zonderlijke afbuiginstelgelijkstroom wordt geleverd ter detectie van de resp. statische foutinformaties. Dit wil zeggen, dat de registfatiefoutinformatie onder statische omstandigheden wordt vastgesteld. Indien vervolgens derge-20 lijke onder statische omstandigheden vergaarde registratiefout in formatie synchroon met de bundelaftastbeweging van de desbetreffende beeldopneembuis wordt uitgelezen en aan het bundelafbuigorgaan van de desbetreffende buis wordt toege-voerd, kan de dynamische karakteristiek van de bundelafbui-25 ging tot gevolg hebben, dat een minder dan volledige elimina-tie van de desbetreffende beeldregistratiefout wordt verkregen. Volgens de onderhavige uitvinding wordt een uit het BAD ORI(aiW)^niSC^e 9e<ira9 van tixandelafbuiging resulterende kleur- 8202712 * V· -18-; beeldregistratiefout echter geelimineerd door het herhalings-karakter van de uitgevoerde registratiefoutcompensatie, waardoor de resterende registratiefout naar nul gaat.
Indien de tijdens de eerste registratiefout-5 compensatie resulterende foutinformatie synchroon net. de elektronenbundelaftastbeweging wordt uitgelezen en als fout-signaal aan het afbuigorgaan van de desbetreffende beeld-opneembuis wordt toegevoerd, zal het desbetref fende fout-signaal de gedaante hebben van een hoogfrequent signaal, 10 waaryan de frequentie tenminste viermaal de beeldregelaftast-frequentie bedraagt. De toepassing van een dergelijk hoogfrequent signaal zou mede onder invloed van het inductieve karakter van het elektronenbundelafbuigorgaan van de beeld-opneenibuis tot vervormings vers chi jnselen kunnen leiden.
15 Bij de door de onderhavige uitvinding voorgestelde fiout- informatiedetectie wordt echter een met de telwaarde van de teller van de centrale bewerkingseenheid 34 overeenkomend gelijkspanningssignaal als foutsignaal aan ieder afbuigorgaan toegevoerd. Een dergelijk foutsignaal is niet gevoe-20 lig voor de frequentiekarakteristiek van het bundelafbuig-lichaam, sodat uiterst nauwkeurige foutinformatieverwerking wordt verkregen.
Bij de tweede registratiefoutcompensatie en de daaropvolgende optelling door middel van de opteller 37 25 (zie fig. 8A) kan de optelling van de eerste, uit het geheu-gen M2 uitgelezen foutinformatie bij de door de centrale bewerkingseenheid 34 geleverde, tweede foutinformatie tot "overloop" leiden. In verband daarmede wordt een desbetref-fend "carry"-uitgangssignaal van de opteller 37 toegevoerd 30 aan een overloopdetector 50; wanneer deze informatieoverloop in de teller 37 vaststelt, levert deze via een vergrendel-schakeling 51 voorafbepaalde instelinformatie voor "terug-stelling" van de "overloop" aan de informatieverdeelleiding.
De gedetecteerde, geinterpoleerde en vervolgens 35 in het geheugen M2 opgeslagen foutinformatie wordt aan de geheugens Ml, Ml', Ml" en Ml"' toegevoerd via de opteller 37, de vergrendelschakeling 38, en de in aanmerking komende BAD OfftGtftfWrtrap 39a-39d. De geheugens Ml-Ml" 1 van het RAM-type 8202712 η ’ ν -19- dezelfde capaciteit als het geheugen M2 van het RAM-type.
Het geheugen Ml is toegevoegd aan het kanaal R/V, dat wil zeggen het vertikale kanaal van de rode beeldopneembuis 3; het geheugen Ml’ is toegevoegd aan het kanaal R/H, dat wil 5 zeggen het horizontale kanaal van de rode beeldopneembuis 3; het geheugen Ml” is toegevoegd aan het kanaal D/V, dat wil zeggen het vertikale kanaal van de blauwe beeldopneembuis 2; het geheugen Ml"' is toegevoegd aan het kanaal B/H, dat wil zeggen het horizontale kanaal van de blauwe beeldopneembuis 10 2. De aan de resp. kanalen R/V, R/H, B/V en B/H toegevoegde . buffertrappen 39a-39d worden selectief geactiveerd door een van een buffertrapkiesdekodeereenheid 52 via een poortscha-keling 53 (zie fig. 8A) afkomstig stuursignaal. De geheugens Ml—Ml"’ worden geselecteerd door een van een chip-kiesdeko-15 deereenheid 54 via een poortschakeling 55 afkomstig stuursignaal. Deze dekodeereenheden 52 en 54 werken op basis van een via een I/O-poort 41 door de centrale bewerkings-eenheid 34 geformeerd stuursignaal (zie fig. 8B) .
De in de geheugens Ml-M" ' van het RAM-type 20 opgeslagen informatie wordt synchroon met de elektronen-bundelafbuiging van de in aanmerking komende beeldopneembuis uitgelezen in reaktie op de toevoer via een adresver-deelleiding 57 van een door een adresgenerator 56 geleverd adressignaal. De informatie wordt aan de afbuigorganen of 25 jukken 22 en 23 van de resp. beeldopneembuizen 3 en 2 toege-voerd via resp. bijbehorende digitaal/analoog-omzetters 40a-40d. Als gevolg van deze maatregelen wordt registratiefout-compensatie door de vertikale en de horizontale fouten voor de beide beeldopneembuizen 3 en 2 verkregen, zodat een van 30 registratiefouten vrij video-uitgangssignaal door de tele-visiecamera wordt geleverd. De uitlezing en inlezing van informatie uit resp. in de geheugens Ml-Ml"' vinden plaats op basis van een inlees-/uitleesstuursignaal, dat door een R/W-stuursignaalgenerator 60 via een poortschakeling 58 35 wordt geleverd. De generator 60 levert het inlees-/uitlees-stuursignaal in reaktie op een van de klokimpulsgenerator 49 ontvangen klokimpuls en een van de signaalbewerkings-BAD ORIGflfN^VE^elin9 48 afkomstig stuursignaal.
8202712 -20- . . j
Fig. 9 toont het stromingsdiagram van de hiervoor beschreven kleurbeeldregistratiefoutcompensatie volgens de uitvinding; daarbij zal het duidelijk zijn, dat de operatie wordt ingeleid door het indrukken van een niet 5 in de tekening weergegeven compensatiestarttoets van de televisiecamera. Tijdens de onmiddellijk daaruit resulterende, eerste stap 100 wordt voor-informatie, bijvoorbeeld 80H (hexadecimale notatie), in het geheugen M2 van het RAM-type ingelezen. Tijdens stap 101 wordt deze voorinformatie over-10 gebracht naar, resp. ingelezen in, de geheugens Ml-Ml"' van het RAM-type. Nadat dit is geschiedt, vertoont het uitgangs-signaal van iedere van de resp. omzetters 40a-40d de waarde nul, zodat op dat ogenblik de korrektiegrootte voor de bundelafbuigstroom voor iedere beeldopneembuis gelijk nul is.
-15 Tijdens stap 102 wordt onderzocht of een start- signaal is gegeven. Een dergelijk startsignaal kan op geschik-te wijze worden afgeleid uit de voltooiing van de automati-sche kleurbeeldcentrering, waarbij de middelpunten van de beeldoppervlakken van de rode en de blauwe beeldopneembuis 20 tot samenvallen met het beeldoppervlakmiddelpunt van de groene beeldopneembuis worden gebracht. De daartoe dienende, automatische centreerschakeling kan de in het voorgaande aan de hand van de fig. 5 en 6 beschreven gedaante hebben en dient voor het aligneren van de middelpunten van de beeld-25 vlakken van de verschillende beeldopneembuizen voorafgaande aan de registratiefoutcompensatie, waarbij deze alignering bovendien tot een vermindering van de vereiste hoeveelheid registratiefoutcompensatie voert. Bij centrering met de hand kan het tijdens de stap 102 te detecteren startsignaal 30 eventueel worden geleverd door bediening, na voltooiing van de centrering, van een speciale starttoets.
Tijdens stap- 103 wordt een van de beschikbare kanalen R/V, R/H, B/V en B/H gekozen. Tijdens stap 104 wordt de voorinformatie opnieuw in het geheugen M2 ingelezen, 35 hetgeen steeds bij aan registratiefoutcompensatie voor een kanaal voorafgaande terugstelling van de in het geheugen M2 opgeslagen informatie geschiedt. Deze voorinformatie, BADOl^6M®6rkee-^ 80H (hexadecimale notatie) , vertegenwoordigt 8202712 -21- - . Η gee η registratiefoutcompensatie. In reaktie op deze voor-instelling wordt de gedurende een voorafgaande registratie-foutcompensatie in het geheugen M2 opgeslagen informatie daaruit gewist. Tijdens stap 105 geschiedt voorafinstelling 5 op de telwaarde "0" van de voor telling van het aantal uit-gevoerde registratiefoutcompensatie dienende teller REGI.
Tijdens stap 106 wordt onderzocht of het tijdens stap 103 geselecteerde kanaal een horizontaal kanaal (R/H of B/H) of een vertikaal kanaal (R/V of B/V) is. In 10 het eerstgenoemde geval wordt overgegaan naar een informatie-I/O-subroutine 107 voor invoer van registratiefoutinformatie in het geheugen M3. Na voltooiihggvan de subroutine 107 wordt een subroutine 108 uitgevoerd voor interpolatie in vertikale richting van de in het geheugen M3 ingevoerde, 15 horizontale foutinformatie. Na voltooiing van de subroutine 108 wordt de telwaarde van de teller REGI met €δη vergroot, waarna wordt onderzocht of de aldus bereikte telwaarde M" is . Indien niet, wordt teruggegaan naar de subroutine 107. Deze wordt derhalve 1-4 maal doorlopen, waarbij een 20 eerste-vierde registratiefoutcompensatie wordt uitgevoerd.
Na voltooiing van de vierde lus wordt de in het geheugen M2 resulterende informatie tijdens stap-110 naar het in aanmer- king komende geheugen Ml-Ml"' van het RAM-type overgebracht; het desbetreffende geheugen is eerder tijdens stap 103 25 geselecteerd.
Indien het geselecteerde kanaal tijdens stap 106 een vertikaal kanaal (R/V of B/V) blijkt te zijn, worden achtereenvolgens een informatie-I/O-subroutine 107' en een interpolatiesubroutine 108’ na elkaar doorlopen. Tijdens’ 30 stap 111 wordt onderzocht of de uit deze beide subroutines bestaande lus REGI :tweemaal is doorlopen. Omtrent de compen-satie van registratiefouten in vertikale richting kan worden opgemerkt, dat aangezien de beeldelementeenheid in de vertikale richting van het beeld door een aftastbeeldregel wordt 35 gevormd, terwijl de vertikale aftastsnelheid aanzienlijk lager dan de horizontale aftastsnelheid ligt, zodat de compensatie voor vertikale registratiefouten in mindere BAD ORldHI& ^°°r dynamische karakteristiek van de bundelafbuig- 8202712 -22- - . ! organen wordt beinvloed/ een zeer bevredigend compensatie-resultaat kan worden verkregen door slechts tweemaal herhaal-de uitvoering van de registratiefoutcompensatie in vertikale richting.
5 Nadat de in het geheugen M2 aanwezige informa- tie tijdens stap 110 in een van de geheugens Ml-Ml"' is ingevoerd, wordt tijdens stap 112 onderzocht of voor alle vier kanalen R/V, R/H, B/V en B/H compensatie heeft plaats-gevonden. Indien niet, gaat de stroora terug naar stap 104 10 en wordt voor iedere van de overblijvende kanalen, als bepaald tijdens stap 103, opnieuw foutcompensatie uitgevoerd.
Indien tijdens stap 112 een positief antwoord resulteert, worden de door de schakeling volgens de fig. 8A en 8B uitgevoerd compensatie-operaties afgebroken.
15 De fig. 10A, 10B en 10C tonen te zamen het stromingsdiagram van de I/O-subroutine 107 van het stromings-diagram volgens fig. 9;zoals daaruit naar voren komt, wordt tijdens stap 120 een stuuradres SA van het geheugen M3 van het RAM-type ingesteld op een gekozen beeldoppervlaksegment 20 uit fig. 1. Tijdens stap 121 wordt het aldus ingestelde stuuradres SA toegevoerd aan de I/O-poort 41 (zie fig. 8B) en via deze aan de poortimpulsgenerator 42 (zie fig. 8A) .
In reaktie op dit stuuradres SA en een svnchroon met de door de elektrodenbundel van de desbetreffende beeldopneem-25 buis uitgevoerde aftastbeweging door de adresgenerator 56 geleverd adres vormt de poortimpulsgenerator 22 een poort-impuls GE, welke de positie op het beeldscherm van de door het stuuradres SA geidentificeerde beeldopnervlaksegment vertegenwoordigt. In reaktie op deze poortimpuls GE wordt 30 door de detectieschakeling volgens fig. 5 de horizontale foutimformatie voor het door het stuuradres SA vertegen-woordigde beeldoppervlaksegment gedetecteerd.
Tijdens stap 122 van het stromingsdiagram volgens fig,. 10A v/ordt de telwaarde van de lusteller REGI 35 onderzocht. Indien deze telwaarde gelijk "1" is, wordt tijdens stap 123 informatie 80H (hexadecimale notatie) in een register r3 van de centrale bewerkingseenheid 34 inge-BADOFHQfttSl* zodanig, dat het dynamische gebied van de teller 8202712 -23- , ; ! "van" de centrale bewerkingseenheid 34 op een telwaarde 80H wordt vooringesteld. Dit geschiedt tijdens de stap 124 (zie fig. 10B); zoals fig. 11 laat zien, is daarbij de korrektie-grootte of -hoeveelheid van de bundelafbuiging 5 van de desbetreffende beeldopneerabuis gelijk "Q". Het dynamische gebied g van de in twee richtingen plaatsvindende telwerking van de teller is gelijk 80H. Tijdens 125 wordt de door de teller bereikte telwaarde van de centrale bewerkingseenheid 34 (zie fig. 8B) via de informatieverdeelleiding : 10 35 naar de vergrendelschakeling 36 overgebracht. Het uit- gangssignaal van de vergrendelschakeling 36 wordt aan digi-taal/analoog-omzetting onderworpen en in de vorm van een ; korrektiestroom aan het bundelafbuigorgaan van de desbetreffende beeldopneerabuis toegevoerd. Ter vergemakkelijking van 15 de desbetreffende beeldopneerabuis toegevoerd. Ter vergemakkelijking van de convergentie van de informatie naar de eindwaarde, wordt door de teller van de centrale bewerkingseenheid 34 bereikte telwaarde hiet met ddn bitseenheden gevarieerd, zoals in het eerder beschreven geval, doch raet 20 de helft van het variabele gebied; dit geschiedt voor snelle afzoeking van de foutinformatie.
In verband daarmede wordt tijdens stap 126 een ' het dynamische gebied van de teller van de centrale bewerkingseenheid 34 vertegenwoordigende informatie, v/elke in het 25 register r3 is opgeslagen tot de helft van zijn oorspronke-lijke waarde gereduceerd, dat wil zeg:gen tot 80H/2. Vervol-gens wordt tijdens stap 127 onderzocht of het vertikale synchronisatiesignaal VD door de centrale bewerkingseenheid 34 wordt ontvangen. Indien dit het geval blijkt te 30 zijn, wordt tijdens stap 128 het door de vergelijkingsscha-keling 26 afgegeven vergelijkingssignaal COM in de vorra van de polariteit of richting van de aanwezige fout vertegen-.woordigende informatie U/D via de I/O-poort 41 in de centrale bewerkingseenheid 34 ingevoerd. Deze informatie U/D v/ordt 35 tijdens de stap 129 getoetst. Indien de informatie "UP"
luidt, wordt de telwaarde van de teller van de centrale bewerkingseenheid 34 tijdens de stap 130 verhoogd raet het AD r3* (- 80H/2) . Indien de informatie U/D
8202712 v > 1 -24- "DOWN" luidt, wordt de door de desbetreffende teller bereik-te telwaarde tijdens de stap 131 verminderd met r3 (=80H/2).
Tijdens stap 132 wordt onderzocht of het gereduceerde dvnamische gebied r3 van de teller tot het 5 bereiken van een den bitstelwaarde leidt. Indien niet, dan wordt teruggekeerd naar de stap 125 voor overdracht van de telwaarde van de teller naar de vergrendelschakeling 36, met als ;gevolg, dat een met de door optelling bereikte telwaarde van de teller overeenkomende korrektiegrootte (+r3/2 10 of +80H/2) aan het bundelafbuigorgaan wordt toegevoerd, zoals fig. 11 laat zien. Vervolgens wordt het dynamische gebied i?3 van de teller opnieuw gehalveerd, bijvoorbeeld tot de waarde 3r/4 of 80H/4, waarna de door de teller bereikte telwaarde met het desbetreffende bedrag wordt ver-15 groot of verkleind, zulks afhankelijk van de gedetedteerde informatie. Deze telwaardevergroting/-verkleining van de teller wordt herhaaldelijk uitgevoerd, resp. de desbetreffende routine wordt herhaaldelijk doorlopen, tot het daar-bij uiteindelijk bereikte, dynamische gebied r3 e§n bit is 20 geworden. Het op de telwaarde van de teller gebaseerde uit-gangssignaal daarvan convergeert derhalve naar een eind-waarde S in opeenvolgende stappen +r3/2, +r3/4, -£3/8, -r3/16, enz., welke stappen resp. bij het verschijnen van opeenvol-gende 'vertikale synchronisatie-impulsen plaatsvinden, 25 zoals fig. 11 laat zien.
Nadat het dynamische gebied r3 van de teller tot 1 bit is gereduceerd, wordt het op deze waarde gehouden. Wanneer tijdens de stap 132 een dergelijke vermindering van r3 tot 1 bit is yastgesteld, volgt inforraatiebewerking 30 in de volgorde volgehs fig. IOC, te v/eten detectie van (het verschijnen) de vertikale synchronisatie-impuls VD aan de centrale bewerkingseenheid 34 tijdens de stap 127', invoer van de, de foutrichting of -polariteit vertegenv/oor-digeride informatie U/D in de centrale bewerkingseenheid 34 35 tijdens de stap 128', ondefzoek van de desbetreffende infor-. matie op de polariteitswaarde tijdens stap 129' en vergro-ting of verkleining van de door de teller bereikte tel-BAD ORl©i^M.e met r·^ tijdens de stap 130' of de stap 131’.
8202712 " ..........."...... ..........“......-25- .m ,% j
Tijdens de stap 133 wordt onderzocht of de genoerade tel-waarde-vergroting of -verkleining, resp. optelling of aftelling, viermaal heeft plaatsgevonden, zoals fig. 11 * laat zien. Indien niet, wordt de inraiddels bereikte tel-5 waarde overgebracht naar de vergrendelschakeling 36; dit geschiedt tijdens de stap 125'. Indien tijdens stap 133 blijkt, dat de telwaardevergroting of -verkleining / vier-| maal is herhaald, zodat mag worden aangenomen, dat de in-middels bereikte foutinformatiewaarde naar de eindwaarde : 10 is geconvergeerd, wordt tijdens stap 134 de aldus door de teller "van" de centrale bewerkingseenheid 34 bereikte tel-! waarde op het desbetreffende adres van het geheugen 113 op-geslagen. Daarxnede is de eerste registratiefoutcompensatie-cyclus voor een van de beeldoppervlaksegmenten volgens 15 fig. 1 afgesloten. Vervolgens wordt tijdens stap 135 het door het geheugen M3 geleverde stuuradres met een vergroot, waarna, indien tijdens stap 136 wordt vastgesteld, dat deze eerste registratiefoutcompensatie nog niet voor alle beeld-oppervlaksegiaeriten is voltooid, registratiefoutcompensatie 20 voor het volgende beeldoppervlaksegment volgt. De van (iT.
‘S*’’ naar (3^ lopehde lus volgens de fig. 10C en 10A wordt zo-lang doorlopen (herhaald) tot voor alle beeldoppervlaksegmenten de gewenste registratiefoutcompensatie is vol-tooid.
25 Wanneer tijdens stap 136 wordt vastgesteld, dat de eerste registratiefoutcompensatie voor alle 49 beeld-oppervlaksegmeriteri volgens fig. 1 is voltooidren de desbetreffende foutinformatie op alle resp. desbetreffende ' : adressen van het geheugen M3 van het RAM type is ingelezen, 30 wordt vervolgens tijdens stap 137 (zie fig. 10C) door interpolatie verkregen middelwaarde-informatie aan ieder bij het horizontale onderdrukkingsinterval H-BLK volgens fig. 2 behorende adres van het geheugen M3 ingelezen.
Daarmede komt de eerste informatie-l/0-s\ibroutine 107 aan 35 zijn einde, waarna naar het hoofdprogramma volgens het in fig. 9 weergegeven stromingsdiagram wordt teruggekeerd.
Volgens dit hbofdprogramma vindt de interpolatiesubroutine 108 plaats, waarbij de door interpolatie verkregen inter-BAD ORIGINAL —-------- 8202712
« ^ I
. ? -26- polatie-informatie in het geheugen M2 van het RAM type wordt opgeslagen. Het bundelafbuigorgaan van de in aanner-king komende beeldopneembuis wordt op basis van de uit het geheugen M2 uitgelezen informatie bestuurd voor registra-5 tiefoutcompensatie.
Na voltooiing van deze eerste registratie-foutcompensatie wordt de door de lusteller REGI bereikte telwaarde met βδη vergroot, zoals het stromingsdiagram van het hoofdprogramma volgens fig. 9 laat zien, wordt dan 10 teruggegaan naar de informatie-I/O-subroutine 107 voor uit-voering van een tweede registratiefoutcompensatie. Tijdens deze operatie wordt tijdens stap 122 het bereiken van de telwaarde twee door de luscounter REGI onderzocht, waarna van de stap 122 naar de stap 138 wordt overgesprongen, 15 zoals fig. 10A laat zien. Tijdens de stap 138 v/ordt de eerste foutinformatie, dat wil zeggen de tijdens de eerste foutregistratiecompensatie verkregen foutinformatie, door de centrale bewerkingseenheid 34 aan het stuuradres van het geheugen M3 uitgelezen. Tijdens stap 139 wordt het teken 20 of de polariteit van de foutinformatie onderzocht door bepaling of deze foutinformatie groter of kleiner dan de redjerentie-informatie 80H is. Indien tijdens stap 139 tot een positief teken wordt geconcludeerd (de foutinformatie is groter dan 80H), wordt tijdens stap 140 de foutinforma-25 tie (fig. 11) afgetrokkeri van FF^ (alle "1” in hexadema-.: le notatie), waarna het uit de aftrekking :resulterende bedrag als variabel dynamisch gebied r3’ in het register r3 v/ordt ingelezen. Indien daarentegen tijdens stap 139 een negatieve polariteit is vastgesteld, wordt de fout-30 informatie zelf tijdens stap 141 als variabel dynamisch gebied r3’ in het register r3 ingevoerd.
De daaropvolgende informatiebewerking geschiedt op dezelfde wijze als de reeds beschreven, eerste registratiefoutcompensatie. Daarbij wordt het door de teller bereik-35 te telresultaat vanaf de v/aarde 80H in resp. stappen van +r3’/2, -r3’/4, +r3'/8 ©n dergelijke gewijzigd (vergroot, resp. verkleind), zoals fig. 11 laat zien. Aangezien bij de eerste registratiefoutcompensatie reeds een aanzienlijk
BAD ORIGINAL
8202712 -27- . , j gedeelte van de opgetreden registratiefout is gekorrigeerd, en aangezien de door convergentie te bereiken eindwaarde S van de teller lager ligt, kan het dynamische gebied (r3‘) van de teller tijdens de tweede registratiefoutcompensatie 5; aanzienlijk kleiner zijn.
Nadat de twedde registratiefoutcompensatie door vergroting/verkleining van de door de teller bereikte I telwaarde is voltooid en de daarbij verkregen, tweede fout-informatie op de in aanmerking komende adressen van het '10: geheugen M3 is ingelezen, wordt teruggekeerd naar het hoofd- | programma van het stromingsdiagram volgens fig. 9; de in-! formatie wordt vervolgens aan interpolatie in de vertikale richting onderworpen volgens het in fig. 12 weergegeven programma van de interpolatiesubroutine 108.
15 Zoals fig. 12 meer in het bijzonder laat zien, wordt tijdens stap 105 het adres N (0-55) van het geheugen M3 volgens fig. 2 ingesteld. Vervolgens wordt tijdens stap 155 het adres van geheugen M2 ingesteld, dat wil zeggen in de registers r3 en r4, zodanig dat een en ander nvereen-20 stemt met het adres N. Hoewel het geheugen M3 van het RAM-type in fig. 2 is weergegeven als een een-dimensionaal geheugen met adressen 0-55, vertoont het geheugen M2 van het RAM-type volgens fig. 4 een twee-dimensionale opbouw, dat wil zeggen zowel in vertikale als in horizontale rich-25 ting. Tijdens stap 152 wordt de aan ieder bij een adres van het geheugen M3 behorend adres van het geheugen M2 opgeslagen informatie uitgeleend eri bij de resp. bijbehorende foutinformatie van het geheugen M3 opgeteld. In het geval van eerste registratiefoutcompensatie wordt de informatie-30 8OH in het geheugen M2 vooringesteld. Bij het begin van de tweede registratiefoutcompensatie wordt in het geheugen M2 door interpolatie uit de tijdens de voorafgaande registra-tiefoutcomperisatie verkregen, eerste foutinformatie gevormde interpolatie-informatie opgeslagen, terwijl de gedetecteerde 35 tweede foutinformatie in het geheugen M3 wordt opgeslagen. Tijdens stap 152 wordt nieuwe foutinformatie door de optelling M3 + M2 gevormd en vervolgens in het geheugen M3 inge- BAD OBIGifSSfd ‘ _ 8202712
Tijdens stap 153 wordt de aan het adres N van het geheugen M3 aanwezige informatie ingevoerd in het |
register rl; vervolgens wordt tijdens 154 de aan het adres I
(N + 8) van het geheugen M3 opgeslagen informatie in een I
5 register r2 van de centrale bewerkingseenheid 34 ingevoerd. |
De op de adressen N en (N + 8) van het geheugen M3 ooge- | slagen informaties grenzen in het beeldgebied volgens fig. § i 2 in vertikale richting aan, elkaar. Tijdens stap 155 worden i interpolatie-inforraaties II, 12, enz., welke het verschil | :10 tussen de in de registers rl en r2 opgeslagen informaties j in 36 delen of increraenten verdelen, door lineaire benade-• ring berekend. Het resultaat van iedere dergelijke bereke- j ning wordt tijdig opgeslagen in een virtueel gebied M3' met K adressen (0-35) van het geheugen M3. De genoemde 15 interpolatie kan worden weergegeven door: β.36 - S ri + Kr2 + 187/36.
De waarde van K varieert daarbij van 0 tot 35; de verkregen | ; berekeningsuitkorast wordt op een desbetreffend adres van het virtuele geheugehgebied M3* opgeslagen. Op die wijze, 20 en.als weergegeven in fig. 13 worden informaties omtrent 35 zich tussen een paar in vertikale richting aangrenzende informaties, bijvoorbeeld D16 eh D24> uitstrekkende aftast-beeldregels berekend.
Tijdens stap 156 worden de adressen N (0-55) 25 geclassificeerd, resp. verdeeld in boveneindadressen (0-7), tussenadressen (8-47) en benedeneindadressen (48-55). Voor de boven- en benedeneindadressen worden de resp. stromings- | vertakkingen A en B gevolgd,^waarbij een nog nader te beschrijven interpolatie wordt uitgevoerd. Voor de tussen-:30 . adressen v7ordt de stromingstak C gevolgd, vraarbij tijdens | stap 157 de aan het adres K (0-35) van het geheugengebied j M3f opgeslagen interpolatie-informatie wordt overgebracht j naar een door de registers r3 en r4 aangewezen adres van | het geheugen M2 van het RAM-type. Tijdens stap 158 wordt j 35 het adres N van het geheugen M3 met δ€η verhoogd. Tijdens f stap 159 wordt het bij het verhoogde adres "N" =(N + 1) \ behorende adres van het geheugen M2 berekend. Voor uitvoe- | Γ BAD'ORiStel7an ^e daaropvolgehde interpolate wordt teruggekeerd 8202712 -29- « ^ j naar de stappen 152-160. Wanneer het adres N van het geheu-gen H3 de waarde 55 heeft bereikt en de interpolatie voor de meeste bij de beeldoppervlaksegnenten behorende informa-ties is voltooid, wordt dit vastgesteld tijdens stap 160 5 en wordt teruggekeerd naar het hoofdprogramma volgens fig.
9.
Fig. 14 toont het stromingsdiagram van de interpolatie, welke voor het boveneinde van het beeldopper-vlak wordt uitgevoerd en waarbij na de stap 156 in fig. 12 10 de vertakking A wordt gevolgd. Daarbij wordt tijdens stap 161 het adres K (0-17) van het geheugengebied M3' als werkgeheugen van het geheugen M3 geactiveerd. Tijdens stap 162 wordt een adres J (36-53) van het geheugen M3‘ inge-steld. Daarbij wordt de tijdens stap 155 in fig. 12 in de 15 richting van het boveneinde (K = 0) naar het meer naar binnen gelegen gedeelte van het beeldoppervlak berekende interpolatie-informatie op het adres K (0-17) van het ge-bied M3' ingelezen, terwijl op het adres J van het geheugengebied M3 ’ de aan de interpolatie onderworpen iiiformatie 20 wordt ingelezen. Bij de in deze alinea gebruikte uitdruk- king "interpolatie" is sprake. van. zogenaamde "ontwikkelende" (expanding) interpolatie,
Tijdens stap 163 wordt het adres 0 (K = 0) van het gebied M3' in het register rl van de centrale be-25 werkingseenheid 34 ingevoerd. De op het adres 0 aanwezige informatie komt overeen met de informatie omtrent de boven-eindgedeelten 0, 1, 2, ... van de beeldgebiedsegmenten.
Tijdens stap 164 wordt het adres K van het gebied M3' in het register r2 van de centrale bewerkingseenheid 34 inge-30 voerd. Wanneer de "ontwikkelende" interpolatie door lineaire benadering vrordt uitgevoerd, zullen de interpolatie-informatie van het register r2 en de door de ontwikkelende interpolatie verkregen, nieuwe informatie r2' spiegelsymmetrisch ten opzichte van het register rl aan het boveneinde liggen.
35 Aangezieri r2 - rl = rl - r2‘, kan de door ontv/ikkelende interpolatie te vormen informatie worden verkregen uit de uitdrukking r2’ = r2 x r2v Het op deze wijze verkregen BAD ORIGlfe®?^^aa^ wordt tijdens stap 165 opnieuw in het register r2 8202712 • ' ! -30- ingelezen. Tijdens stap 165 wordt onderzocht of bij het berekeningsresultaat overloop optreedt. Indien niet, wordt het tijdens stap 165 berekende resultaat vervolgens tijdens stap 168 naar het adres J van het gebied M3’ overgebracht.
: 5 Dit adres J van het gebied M3* is het adres 52 indien de informatie van het register r2 de waarde 1 heeft. Indien daarentegen tijdens stap 166 overloop wordt geconstateerd, wordt de inhoud van het register r2 tijdens stap 167 terug-gebracht tot FF^ (alle "1" in hexadecimale notatie) of tot .10 00R (alle "0").
Wanneer ggn interpolatie is voltooid, wordt i ” het adres J met ggn verminderd, dat wil zeggen teruggebracht tot (J - 1); dit geschiedt tijdens stap 169. Vervolgens wordt tijdens de stap 170 het adres K met gen vergroot tot 15 (K + 1). Deze interpolatie wordt 18 maal herhaald totdat het eidres J de waarde 36 heeft. Wanneer dit tijdens stap 171 wordt vastgesteld, wordt de door ontwikkelende interpolatie verkregen informatie van het adres 3. (36-53) van het gebied M31 overgebracht naar het overeenkomstige adres I van het 20 geheugen M2; dit geschiedt tijdens stap 172. Wanneer ggn dergelijke ontwikkelende interpolatie voor gen informatie-eenheid aan het boveneinde van het beeldoppervlak is voltooid , wordt teruggegaan naar de stromingstak C in fig. 12.
Fig. 16 laat zien, dat de ontwikkelende inter-25 polatie voor het benedeneinde van het beeldoppervlak, na stap 156 in fig. 12 uitgevoerd volgens stromingstak B, hoofdzakelijk overeenkomt met dat volgens fig. 14 en daarvan in hodfdzaak slechts afwijkt, doordat de door ontwikkelende . interpolatie verkregen informatie onder de informatie aan 30 het ondereinde van het beeldoppervlak wordt berekend op basis van de op het adres K (18-53) van het gebied M3' op-geslagen informatie, welke is verkregen door interpolatie in bovenwaartse richting tijdens stap 155 in fig. 12 van de informatie aan het benedeneinde van het beeldoppervlak.
35 Op deze wijze wordt de interpolatie-informatie
voor alle geheugerigebieden (256 x 8) volgens fig. 4 berekend; het berekeningsresultaat wordt van het geheugen M2 naar het bijbehorende geheugen Ml-Ml"* overgebracht, zoals aan de BAD ORIGINAL
8202712 ....... -· * v | » -31- hand van fig. 9 is beschreven. Bij een videosignaal van het MTSC-type bedraagt het aantal aftastbeeldregels per beeld-raster 262,5. Wanneer het beeldoppervlak in de vertikale richting in 7 beeldoppervlaksegmenten wordt verdeeld, zoals 5 in fig. 1 het geval is, en aan ieder dergelijk beeldopper-vlaksegment 36 aftastbeeldregels worden toegekend, zullen 6x36=216 interpolatie-informatie-eenheden voor het middengedeelte van het beeldraster en 18 door ontwikkelende interpolatie verkregen informatie-eenheden voor het boven-10 einde en het benederieinde van het beeldoppervlak worden verkregen. De vertikale adressen van ieder van de geheugens M2 en Ml-Ml"1 dieneri derhalve in de eerste plaats 36 x 7 = 252 en voorts nog een adres voor opslag van informatie omtrent het vertikale bnderdrukkingsinterval V-BLK te 15 bevatten, hetgeen in het totaal tot 253 leidt. Op deze viijze kan een geheugeri TQet een capaciteit van 2 kbyte de informatie voor een kanaal in opslag nemen. Ter verkrijging van de juiste samenhang tussen de vertikale adressen van de geheugens en de afzonderlijke aftastbeeldregels, worden 20 36 x 7 adressen toegewezen aan 36 x 7 aftastbeeldregels, teirwijl het enkele overblijvende adres voor 11 aftastbeeldregels als vertikaal onderdrukkingsinterval dient. De adressen van de geheugens worden derhailve aan de resp. aftastbeeldregels toegevoegd op basis van 36 x 7 + 11 = 263.
25 Op έβη bij 11 aftastbeeldregels van het verti kale onderdrukkingsinterval behorend, vertikale adres van het geheugeri van het RAM-type vindt opslag plaats van de gemiddelde waarde van eherzijds de door ontwikkelende interpolatie aan het boverieinde van het beeldoppervlak verkregen 30 informatie omtreht het boverieinde eri anderzijds de door ontwikkelende interpolatie aan het benederieinde van het beeldvlak verkregen informatie omtrent het benedeneinde.
Deze middelwaarde-informatie wordt tijdens aftasting van de 11 beeldrggels van het' vertikale onderdrukkingsinterval 35 herhaaldelijk uitgelezeri. Het onderdrukkingsinterval (11 aftastbeeldregels) voor adressering van de geheugens Ml-Ml11 ’ en M2 van het RAM-type is korter dan dat voor het werkelijke BAD ORIGH^/te03^1133-*· * Aangezien de af tasting zich binnen de beeld- 8202712
* ^ I
-32- opneembuis uitstrekt over een ruim gebied, met inbegrip van het onderdrukkingsinterval van het beeld, kan de bereik-te compensatienauwkeurigheid aan de buitenrand van het beeldoppervlak worden verbeterd door zelfs binnen het ver-5 tikale onderdrukkingsinterval registratiefoutcompensatie toe te passen. Het door een voile lijn u in fig. 4 omgeven gedeelte van het geheugengebied komt overeen met het effec-tieve beeldoppervlak bij een videosignaal van het NTSC-type .
10 Bij toepassing van de onderhavige uitvinding op een videosignaal van het PAL-type, wordt de voor regi-stratiefoutcompensatie noodzakelijke foutinformatie op dezelfde wijze als in het voorgaande beschreven geextraheerd.
Door de samenhang tussen de vertikale adressen 15 van de geheugens Ml-Ml"' en M2 enerzijds en de individuele aftastbeeldregels anderzijds te vzijzigen verkrijgt men de mogelijkheid, zowel dezelfde apparatuur (hardware) als het-zelfde prograimna (software) zowel voor videosignalen van het NTSC-type als voor videosignalen van het PAL-type te 20 gebruiken. Aangezien bij een videosignaal van het PAL-type het aantal aftastbeeldregels per beeldraster 312,5 bedraagt, wordt in dat geval het beeldoppervlak in de vertikale richting verdeeld in 7 segmenten, waarbij aan ieder derge-lijk beeldoppervlaksegment 42 beeldregels worden toegekend.
25 Indien het vertikale onderdrukkingsinterval op 15 beeldregels wordt gesteld, bedraagt het totale aantal beeldregels 42 x 7 + 15 = 309. Dit wil zeggen, dat voor de 312,5 aftastbeeldregels van den beeldraster nog vier verdere beeldregels noaig zijn; interpolatie-informatie voor dsze 30 vier verdere beeldregels kan worden verkregen door ontwik-kelende interpolatie in benedenwaartse richting op het onderste beeldbppervlaksegment toe te passen. Indien echter aan een beeldregel steeds een adres wordt toegevoegd, zoals bij eeri videosignaal van het NTSC-type, bedraagt het nood-35 zakel'ijke aantal adressen 42 x 7 + 1 + 4 = 299, zodat de op edn kanaal betrekking hebberide informatie niet in een geheugen met een capaciteit van 2kbytes kan v/orden opgesla-BAD OR^ffliAi'en biermede voor de hand liggende vergro- 8202712 -33- ...... .- - ! ting van de geheugencapaciteit is echter uit het oogpunt van kosten en energieverbruik niet wenselijk.
In verband daarmede worden bij een voor toepassing bij videosignalen van het PAL-type bestemde uit-5 voeringsvorm van de onderhavige uitvinding aan 42 beeld-regels 36 adressen toegekend. Daarbij wordt de vergroting van een dergelijk adres steeds na iedere 6 stappen onder-broken om overeensteraming tussen het nummer van de desbetref-fende foutinformatie-eenheid en het nummer van de desbetref-;10 fende beeldregel tot stand te brengen. In termen van beno-digde geheugencapaciteit komt het effectieve beeldoppervlak voor een videosignaal van het PAL-type, aangegeven met een gebroken lijn y in fig. 4 praktisch overeen met het effectieve beeldoppervlak voor een videosignaal van het NTSC-15 type, dat in fig. 4 met de voile lijn u is aangeduid.
Aan de hand van fig. 17 zal nu de adresgene-rator 56 worden beschreven, welke een adres van de RAM-geheugens Ml-Ml"' afgeeft, waaraan synchroon met de bundel-aftastbeweging van de in aanmerking komende beeldopneembuis 20 de foutinformatie dient te worden Uitgelezen. Zoals fig. 17 laat zien, wordt het bij de televisiecamera toe te passen, horizontale synchronisatiesignaal HD (zie fig. 18B) via een H-fasebijregelschakeling 62 voor fasebijregeling tot de gedaante volgens fig. 18C aan een als fasevergrendelde lus 25 uitgevoerde schakeling 63 toegevoerd. Aangezien de poort-impuls GE door de poortimpulsgenerator 42 wordt afgegeven wanneer door de adresgenerator 56 een adres wordt afgegeven, dieht de H-fasebijregelschakeling 62 voor zodanige fase-regeling van het horizontale synchronisatiesignaal HD, 30 dat het effectieve beeldoppervlak symmetrisch ten opzichte van de poortimpuls GE komt te liggeri.
De als fasevergrendelde lus werkende schakeling 63 levert klokimpulsen 16 FH volgens fig. 18F, welke als gevolg van freguentievermeriigvuldiging een frequentie hebben, 35 v/elke 16 x die van de beeldregelaftastfrequeritie bedraagt.
Deze klokimpulsen 16FH worden toegevoerd aan de klokimpuls-aanSluiting CK van een 4-bits H-teller 64. Aan deze laatst- AD wor<^t een ,,carry,,“uttgangssignaal FH met de beeld- _ . 1 ... —....... — - ............... «... ...... .. ....... ...
8202712 ... .,] -34- regelaftastfrequentie (zie fig. 18E) afgenomen, dat via een omkeerschakeling 64 in de gedaante van het signaal FH vol-gens fig. 18D als fasevergelijkingssignaal naar de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 63 wordt terug-5 gekoppeld. Een klokimpuls 8FH (zie fig. 18G), waarvan de impulsherhalingsfrequentie 8 maal de beeldregelaftastfre-quentie bedraagt, wordt uit het minst significante bit van de door de H-teller 64 bereikte telwaarde afgeleid. Deze klokimpuls SFH dient voor het vorraen van een adres voor 10 uitlezing van horizontale foutinformatie uit het RAM-geheugen.
De drie mees significante bits VMAO, VMA1 en VMA2 van het door de H-teller 64 bereikte telresultaat worden gebruikt voor bepaling van het horizontale adres van de vertikale foutinformatie. Dit laatstgenoemde adres doorloopt binnen 15 het beeldregelaftastinterval de waarden 0-7, zoals fig. 18H laat zien. De adresgenerator 56 bevat voor een soortgelijk doel als de H-fasebijregelschakeling 62 een V-fasebijregel-schakeling 66, welke het bij de televisiecamera toe te pas-" sen vertikale synchronisatiesignaal VD volgens fig. 19B 20 krijgt toegevoerd en daaruit een V-tijdstipsignaal VD1 volgens fig. 190 produceert. Dit V-tijdstipsignaal VD1 wordt als voorinstelsignaal toegevoerd aan een V-onderdruk-kingsteller 67, welke een V-onderdrukkingsinterval V-BLK volgens fig. 19A voor het uitleesadres bepaalt. Door de 25 V-fasebijregelschakeling 66 wordt voorts een V-tijdstip- signaal VD2 volgens fig. 19E afgegeven, dat' als stelsignaal aan een flip-flop 68 wordt toegevoerd ter verkrijging van een V-onderdrukkingssignaal BLK volgens fig. 19H. Deze flip-flop dient voor besturing van 2V-tellers 69a en 69b, zoals 30 nog meer in detail zal worden beschreven.
Zoals fig. 19F laat zien, wordt de V-onderdruk-kingsteller 67 door het V-tijdstipsignaal YD1 volgens fig.
190 op een telwaarde "4" vooringesteld. Deze voorinstel-waarde wordt bepaald door aan de teller 67 toegevoerde voor-35 instelinforraatie TS en door een van een MTSC/PAL-kiesschake-laar-70 afkomstig signaal van hoog niveau. De telwaarde van de V-onderdrukkingsteller 67 v/ordt bij ontvangst, via een BAD ORlMhliEeefaanSluiting PE''van ie^ere van de H-teller 64 via 8202712
* ^ I
-35- buffer trap 71 afkomstige klokimpuls FH met de beeldregel-aftastfrequentie met een vergroot. Wanneer de telwaarde van de teller 67 gelijk "15" is geworden, geeft de teller een "carry"-impuls "15CA" volgens fig. 19G af. De V-onder-5; drukkingsteller 67 krijgt tevens aan een klokimpulsaanslui-ting CLK de via een buffertrap 72 van de als fasevergren-delde lus uitgevoerde schakeling 63 afkomstige klokimpulsen 16FH volgens fig. 18F toegevoerd.
Aangezien de "carry"-impuls 15CA volgens 10 fig. 19G door de V-onderdrukkingsteller 67 als wisimpuls aan de flip-flop 68 wordt toegevoerd, zal het aan de Q-uit-gangsaansluiting van de flip-flop 68 verschijnende V-onderdrukkings signaal BLK Volgens fig. 19H svnchroon met de klokimpuls FH zijn; het V-ohderdrukkingssignaal BLK vertoont 15 een impulsduur van 11H. Het impulsvormige onderdrukkings-signaal BLK wordt als wisimpuls aan de aansluitingen CLR van de beide V-tellers 69a en 69b toegevoerd. Als gevolg daarvan zullen deze bij ieder beeldregelaftastinterval, steeds nadat het impulsvormige onderdrukkingssignaal BLK 20 volgens fig. 19H naar zijn hoge niveau is teruggekeerd, een έδη hogere telwaarde aannemen. De beide V-tellers 69a en 69b zijn van het 4-bitstype en met elkaar in serie geschakeld.
Hoewel de aan de V-tellers 69a en 69b toegevoerde klokimpuls 16FH een impulsherhalingsfrequentie heeft, welke 16 maal de 25 beeldregelaftastfrequehtie bedraagt, vormen de beide tellers telwaarden van 0-256, welke synchroon met het beeldregelaftastinterval worden doorlopen, aangezien de klokimpuls FH met de beeldregelaftastfrequeritie aan de vrijgeefaanslui-ting TE van de V-teller 69a wordt toegevoerd. Deze telwaar-30 den 0-52, resp. uitgedrukt door de 8-bitswaarden VMA3-VMA10, worden als de vertikale adressen van het geheugengebied in fig. 4 gebruikt bij de uitlezing van de vertikale foutinfor— matie uit het geheugen. Meer in het bijzonder worden de horizontale adresbiiits VMA0-VMA2 van de door de H-teller 64 35 bereikte telwaarde eri de vertikale adresbits VMA3-VMA10 van de door de V-tellers 69a en 69b bereikte telwaarden aan de geheugens Ml en Mlw:(zie fig. 8A) toegevoerd voor uit-BAD ORIGI^M.ing ^aaru·*^ van de vertikale foutinformatie voor de rode 8202712
* * I
-36- beeldopneembuis 3 en de blauwe beeldopneembuis 2.
De bits VMA0-VMA5 en de bits VMA6-VMA10 worden voorts aan de resp. vergrendelschakelingen 75a en 75b toegevoerd, welke bovendien de klokimpuls 8FH volgens fig. 18G 5 van de H-teller 64 krijgen toegevoerd. De beide vergrendelschakelingen 75a en 75b omvatten ieder 11 flip-flops van het D-type en dienen voor levering van adressen voor de uit-lezing van de horizontale foutinforinatie; deze adressen veranderen bij de voorflank van de klokimpuls 8FH en worden 10 bepaald door de horizontale adresbits ΗΜΑ0-ΗΜΔ2 en de ver-tikale adresbits HMA.3-HMA10, welke resp. met de bits VMA0-VMA2 en de bits VMA3-VMA10 overeenkomen. Zoals de fig. 18H en 181 resp. voor de horizontale adresbits VMA0-VMA2 voor de vertikale foutinforinatie en de horizontale adresbits 15 HMA0-HMA2 voor de horizontale foutinforinatie laten zien, wordt de verandering (door telwaardevergroting) van de door de bits ΗΜΆ0-ΗΜΑ10 bepaalde adressen voor uitlezing van de horizontale foutinforinatie over de halve periodeduur van de klokimpuls 8FH vertraagd ten opzichte van de adres-20 verandering (door telwaardevergroting) van de door de bits NMA0-VMA10 bepaalde adressen voor uitlezing van de vertikale foutinforinatie. De horizontale adresbit ΗΜΆ0-ΗΜΆ2 en de vertikale adresbits HMA3-HMA10 worden door de vergrendelschakelingen 75a en 75b aan de geheugens Ml' en Ml"' 25 (zie fig. 8A) toegevoerd voor uitlezing daaruit van de horizontale foutinforinatie voor de rode beeldopneembuis 3 en de blauwe beeldopneembuis 2.
De uit de geheugens Ml en Ml" uitgelezen, vertikale 'foutinforinatie en de uit de geheugens Ml' en Ml"' 30 uitgelezen, horizontale foutinforinatie worden door resp.
omzetters 40a, 40c en 40b, 40d aan digitaal/analoog-omzet-ting onderworpen en vervolgens aan de resp. vertikale en horizontale afbuigwikkelingen van de resp. afbuigorganen 23 en 22 van resp. de rode beeldopneembuis 3 en de blauwe 35 beeldopneembuis 2 toegevoerd via niet in de tekening weer-gegeven' laagdoorlaatfilters. Voor de vertragingsduur of tijdkonstante van deze laagdoorlaatfilters wordt een zodanige waarde gekozen, dat compensatie wordt verkregen
BAD ORIGINAL
8202712
* ^ I
...................-37- voor het met de halve periodeduur van de klokimpuls 8FH overeenkoraende faseverschil tussen de uitlezing van de vertikale foutinformatie 'uit de geheugens Ml en Ml" ener-zijds en de uitlezing van de horizontale foutinformatie 5 uit de geheugens Ml' eh Ml"' anderzijds.
Fig. 18J toont een deel ("Ο" en "6") van de poortimpuls GE, welke door de poortimpulsgenerator 42 wordt opgewekt op basis van de adressen VMA of HMA ener-zijds en het stuuradres SA, dat de beeldoppervlaksegmenten 10 0, 1, 2, ... in fig. 2 weergeeft, anderzijds. Zoals fig.
18J laat zien, ijlt de poortimpuls GE op de adresimpulsen VMA en HMA na als gevolg van de door het genoemde laag-doorlaatfilter veroorzaakte vertraging.
Vervolgens zal de toepassing van een televisie-15 camera volgens de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding bij een videosignaal van het PAL-type worden beschreven. Fig. 19j toont het vertikale onderdrukkings-interval van een dergelijk videosignaal van het PAL-type.
Zoals reeds is opgemerkt, wordt bij toepassing van de 20 onderhavige uitvinding bij een videosignaal van het PAL-type een interval van 15H van het onderdrukkingsinterval tijdens uitlezing van informatie uit het geheugen als onderdrukkingsinterval gebruikt. Wanneer de kiesschakelaars 70 (zie fig. 17) naar zijn vaste PAL-kontakt is overgeschakeld, 25 wordt aan de V-onderdrukkingsteller 67 een signaal van vooraf ingesteld, laag niveau toegevoerd voor wijziging van de voorinstelinformatie van de teller 67. Als gevolg daarvan neemt deze bij het verschijnen van het V-tijdstip-signaal VD1 (zie fig. 19D) de telv/aarde "O'* aan (zie fig.
30 19K), waarna telwaardevermeefdering van de teller 67 tot 'Ίδ'' met de beeldregelaftastfrequeritie plaatsvindt.
De Q-uitgangsaansluiting van de flip-flop 68 toont tijdens het 15H-interval van het verschijnen van het V-tijdstipsignaal VD2 tot het verschijnen van het "carry"-35 uitgangssignaal 15CA van de D-onderdrukkingsteller 67 een laag niveau. Gedurende dit 15H interval worden V-tellers 69a en 69b gev/ist, waarbij zij hun telwerking onderstrepen.
BAD ORlGWWtfneer de flip-flop 68 door het ’'carryn-uitgangssignaal 8202712
* V I
-38- 15CA wordt teruggesteld, wordt de wistoestand van de V-teller 69a en 69b opgeheiven, zodat zij van 1' naar 255 beginnen te tellen, zoals fig. 19L laat zien.
Het door de kiesschakelaar 70 doorgelaten 5 signaal van hoog niveau wordt tevens via een omkeerschake-ling 76 aan de vrijgeefaansluiting TE van een 4-bits 6/7 teller 77 toegevoerd. Deze teller 77 ontvangt aan zijn klok-ixnpulsaansluiting CLK de klokimpulsen 16FH en aan zijn vrijgeefaansluiting PE de klokimpulsen FH, zodat hij met de 10 beeldregelaftastfreguentie werkt. Als voorinstelinformatie ‘ PS ontvangt de teller 77 de waarde "9”, zodat (zie fig. 19M) detteller 77 na het onderdrukkingsinterval van 15H van ’ΊΟ” naar "15" telt en bij het bereiken van de laatstgenoemde telwaarde het "carry"-uitgangssignaal CA afgeeft. Dit 15 signaal CA wordt via een omkeerschakeling 78 en een logische OF-poortschakeling 79 met negatieve logica naar de wisaan-sluiting CLR van de teller teruggekoppeld. Zoals fig. 19H laat zien, komt de teller derhalve bij het verschijnen van de eerste klokimpuls RH na de wistoestand op de voorinstel-20 waarde "9". Op deze wijze verkrijgt de teller 77 het wer-kingskarakter van een zeventallige -teller.
Aangezien het "carry"-uitgangssignaal CA van de teller 77 door de omeerschakeling 78 aan inversie:wordt onderworpen en in de inverse vorm aan de vrijgeefaansluiting 25 PE van de V-teller 69a wordt toegevoerd, onderbreekt deze laatstgenoemde zijn telwerking wanneer zijn telwaarde op "15" is gekomen. Het uitgangssignaal van de omkeerschakeling 28 wordt bovendien toegevoerd aan de ene ingangsaansluiting van een EN-poortschakeling 80, welke aan zijn andere ingangs-30 aansluiting de klokimpuls FH krijgt toegevoerd voor doorla-ting daarvan naar de vrijgeefaansluiting PE van de V-teller 69b. De toevoer van de klokimpuls FH aan de vrijgeefaan-. sluiting PE van de V-teller 69b wordt daardoor geblokkeerd, zodat de teller bij het bereiken van de telwaarde "15" 35 zijn telwerking onderbreekt. Zoals fig. 19L laat zien, heeft dit tot gevolg, dat de telwaardeverhoging (optelling) van de V-tellers 69a en 69b gedurende iedere 7H Sen maal wordt BAD ORIQIMAArbroken. De vertikale adressen VMA3-VMA10 worden derhalve 8202712 -39- . . ! zodanig afgegeven, dat na iedere zes adressen eenmalige herhaling van een adres plaatsvindt, bijvoorbeeld op de volgende wijze: 5, 6, 6, 7.,.-8, 9, 10, 11, 12, 12, 13,...
Bij toepassing van de onderhavige uitvinding 5 op een televisiesignaal van het PAL-type wordt de inforraa-tie-inhoud van de geheugens Ml-Ml”’ van het RAM-type op zodanige wijze uitgelezen, dat na iedere zes aftastbeeld-regels de volgende beeldregel te zamen met de informatie van de onmiddellijk voorafgaande beeldregel wordt uitge-10 lezen. Op die wijze kunnen aan 32 vertikale adressen van de geheugens Ml-Ml"’ 42 aftastbeeldregels worden toegewezen. Zoals fig. 4 laat zien, kan het effectieve beeldoppervlak ; in geval van een televisiesignaal van het PAL-type onder die omstandigheden worden bestreken door middel van geheugens 15 van het RAM-type, welkeeenzelfde capaciteit (256 x 8) hebben in geval van toepassing bij een videosignaal van het NTSC-type.
Zoals reeds eerder is opgeraerkt, worden de voor uitlezing van de vertikale foutinformatie door de 20 adresgenerator 56 volgens fig. 17 afgegeven adressen VMA0- VMA10 aan de RAM-geheugens Ml (R/V) en Ml” (B/V) toegevoerd, terwijl de voor uitlezing van de horizontale foutinformatie dienende adressen HMA0-HMA10 worden toegevoerd aan de RAM- geheugens Ml’ (R/H) en Ml"’ (B/H). De foutinformatie-uit- ♦ 25 lezing geschiedt derhalve svnchroon met de bundelaftast-beweging. De daarbij uit de geheugens Ml en Ml" van het RAM-type uitgelezen, vertikale foutinformatie wordt na het passeren van de digitaal/analoog-omzetter 40a en 40c (zie fig. 8A) en het reeds genoemde, niet in de tekening weer-30 gegeven laagdoorlaatfilter in de vorm van registratiefout-compensatiesignalen R/V-FOUT en. B/V-FOUT aan de resp. aansluitingen 81a en 81c (zie fig. 20) van het vertikale afbuigstelsel van de televisiecamera toegevoerd.
Zoals fig. 20 laat zien, bevat het vertikale 35 afbuigstelsel de vertikale afbuigwikkelingen 82G, 82R en 82B voor resp. de groene beeidopneembuis 4, de rode beeld-opneembuis 3 en de blauwe beeidopneembuis 2; deze afbuig-BAD ORIGH4itfeelin9en worden bekrachtigd door middel van resp. ver- β202712 m i | -40- sterkers 83G, 83R en 83B, weIke in klasse A of klasse B worden bedreven. In serie met de resp. vertikale afbuig-wikkelingen 82G,\. 82R en 82B zijn variabele weerstanden 84G, 84R en 84B opgenomen, waarbij vanuit de resp. verbindings-5 punten van de serieschakelingen wordt teruggekoppeld naar de ingang van de resp. versterkers 83. Als gevolg daarvan vloeien naar de resp. vertikale afbuigwikkelingen stromen, welke evenredig zijn met de aan deling door de v/eerstanden 84 onderworpen ingangsspanningen. De voor bekrachtiging van 10 de wikkeling 82G van de groene beeldopneembuis dienende versterker 83G krijgt een zaagtandgolfvormig, vertikaal aftastsignaal V-SAW toegevoerd, dat door een zaagtandgolf-vormgenerator 85 synchroon met het vertikale synchronisatie-signaal VD worden afgegeven. De voor bekrachtiging van de 15 resp. afbuigwikkelingen 82R en 82B van de rode en de groene beeldopneembuis dienende versterkers 83R en 83B krijgen via optelschakelingen 86a en 86b hetzelfde zaagtandgolfvorraige, vertikale aftastsignaal V-SAW toegevoerd.
Via resp. aansluitingen 81a en 8ld worden aan 20 de optellers 86a en 86b resp. registratiefoutcompensatie- signalen R/V-FOUT en B/V-FOUT toegevoerd, welke dienen voor de vertikale registratiefoutcompensatie van de resp. beeld-opneembuizen. Hoewel de vertikale afbuigwikkelingen 82 een bepaalde frequentiekarakteristiek vertonen en bovendien de 25 hoogfrequente componenteri van de genoemde registratiefout- compensatiesignalen frequenties vertonen, v;elke enige malen de beeldregelaftastfrequentie bedragen, zodat deze regi-stratiefoutcompensatiesignalen enige vervorming ondergaan, wordt dit teniet gedaan, zoals reeds in het voorgaande is 30 besc’nreveh, door de volgens de uitvinding voorgeziene registratiefoutcompensatieherhaling.
Bij het in :fig. 21 v/eergegeven, horizontale afbuigstelsel worden via de resp. aansluitingen 81b en 8Id resp. registratiefoutcompensatiesignalen R/H-FOUT en B/H-35 FOUT ontvangen, welke resulteren uit de dcorgang van de uit de geheugens ill' en Ml" van het RAM-type uitgelezen, horizontale foutinformatie door de resp. digitaal/analoog-BAD ORI(Sfflfi®?ters en en ^aaropvolgende laagdoorlaatf ilters.
8202712 .. .. ..............- - .·— ! -41-
Een transistor 88 wordt door het horizontale svnchronisatie-signaal HD zodanig bestuurd, dat door de horizontale afbuigwikkelingen 8 9Q, 89R en 89B van de resp. beeldopneembuizen zaagtandgolfvormige stromen met de beeldregelaftastfrequen-5 tie vloeien. Aan de transistor 88 is een capaciteit 87 parallel geschakeld voor integratie, terwijl via een terug-slagtransformator 90 met de transistor 88 een diode 91 parallel geschakeld is voor kringdemping. Secondaire wikke-ling van een compensatietransformator 93 is in serieschake-10 ling met een capaciteit· 92 opgenonen in de leiding, via welke de afbuigstroom aan de horizontale afbuigwikkelingen 89G, 89R en 89B wordt toegevoerd. Door een zaag'tandgolfvorm-generator 94 wordt synchroon met het horizontale synchroni-satiesignaal HD een zaagtandgolfvormig signaal H-SAW met 15 de beeldregelaftastfrequentie afgegeven, dat aan de primaire wikkeling van de compensatietransformator 93 wordt toegevoerd via een sterkteregelorgaan 95 en een versterker 96.
Op deze wijze wordt compensatie. voor afwijkingen van lineaire afbuiging in horizontale richting ve'rkregen.
20. Zoals fig. 20 laat zien, bevatten de horizon tale afbuigwikkelingen 89G, 89R en 89B resp. gedeelten 89G', 89R' met' regelbare inductantie, welke een grove verandering van de afmetingen van het door iedere beeldopneembuis bepaal-de uitgangsbeeld mogelijk maken. Voorts zijn met de horizon-25 tale afbuigwikkelingen resp. variabele weerstanden 97G, 97R en 97B in serie geschakeld, waarmede het middelpunt van het door de beeldopneembuizen afgegeven uitgangsbeeld kan worden ingesteld, resp. met dat van de andere beeldopneembuizen kan worden gealigneerd. De variabele weerstanden 97R 30 en 97B voor resp. de rode en de blauwe beeldopneembuis kunnen worden veivangen door een schakeling met variabele impendantiewaarde. In dat geval kunnen de middelpunten van de door de desbetreffende beeldopneembuizen geleverde uit-gangsbeelden met het middelpunt van het door de blauwe 35 beeldopneembuis geleverde uitgangsbeeld worden gealigneerd door middel van een automatische centreerschakeling, waar-naar reeds eerder is verwezen.
BAD ORIGINAL-· De horizontale registratiefoutcompensatie 8202712
« I
-42- voor de rode beeldopneembuis 3 en de blauwe beeldopneeinbuis 2 worden verkregen door een coinpen s at iestroom te laten vloeien door resp. hulpwikkelingen 98R en 98B, v/elke als het ware aan de resp. hoofdafbuigwikkelingen 89R en 89B 5 toegevoegde, secondaire wikkelingen vorraen. Deze hulpwikkelingen worden bekrachtigd door resp. versterkers 99R en 99B; deze ontvangen foutsignalen, welke resp. met de uit het geheugen Ml* en het geheugen Ml"' voor resp. het rode en het blauwe kanaal uitgelezen, horizontale foutinformatie 10 overeenkomen. Door de toepassing van deze hulpwikkelingen 98R en 98B is het mogelijk, dat de hoofdafbuigwikkelingen 89R en 89B worden bekrachtigd door een versterker met schakelwerking, zodat geen versterkersklasse A of klasse B behoeven te worden gebruikt; dit leidt tot een geringer 15 stroomverbruik. Aangezien de grove lineariteitsinstelling, beeldafmetingsinstelling en centrering voor iedere beeldopneembuis kan worden uitgevoerd door inwerking op de door de hoofdafbuigwikkelingen vloeiende afbuigstromen, kan de grootte van de via de hulpwikkelingen 98R en 98B te corapen-20 sereri registratiefout beperkt gehouden worden. Dit heeft weer tot gevolg, dat het uitgangsvermogen van de versterkers 99R en 99B betrekkelijk gering kan zijn.
Aangezien de uiteinden van de horizontale hoofdafbuigwikkelingen 89R en 89B tijdens het beeldregel-25 aftastinterval door een bekrachtigingsschakeling met schakelwerking zouden worden kortgesloten, kan de aan de hulpwikkelingen 98R en 98b geleverde ehergie naar de bekrachtigingsschakeling van lage impedantie weglekken, waardoor de door de hulpwikkelingen bpgewekte, magnetische flux 30 nadelig beinvloed zou v/ordeh. In het bijzonder worden de hoogfrequehte componenten van deze magnetische flux door integratie verzwakt. Door uitvoeringvvan een tweede en een daaropvolgende registratiefoutcompensatie, zoals in het voorgaande is beschreven, kan echter een voor een dergelijke 35 verzwakking gecompenseerd foutsignaal worden verkregen, waardoor het probleem van verzwakking van de hoogfrequente componenten wordt opgelost. Overigens wordt opgemerkt, hulpwilckelingen als de wikkelingen 98R en 8202712 ................................. , ! -43- 98B in fig. 21 ook in het vertikale afbuigstelsel volgens fig. 20 kunnen worden toegepast.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoe-ringsvormen van de uitvinding vindt interpolatie in de 5 vertikale richting van foutinformatie voor iedere aftast-beeldregel plaats door lineaire benadering. Een dergelijke interpolatie kan echter ook worden uitgevoerd door interpolatie van de tweede of derde graad. Voorts kan interpolatie in de horizontale richting bij de in het voorgaande beschre-10 ven uitvoeringsvormen eveneens worden toegepast, hoewel dit het nadeel heeft, dat de daarbij toe te passen geheugen-capaciteit dient te worden vergroot. Aangezien de registra-tiefouten gewoonlijk naar de buitenrand van het beeldscherm toe groter worden, kan het beeldoppervlak volgens fig. 1 15 . nabij de buitenrand van het beeldscherm eventueel worden verdeeld in fijnere of kleinere segmenten, waardoor ter plaatse een hogere compensatienauwkeurigheid wordt verkre-gen. Het aantal toegepaste beeldoppervlaksegmenten vormt bij voorkeur een oneven getal, zoals 7 x 7 = 49. Wanneer 20 het beeldoppervlak in een oneven aantal segmenten wordt verdeeld, bevindt zich namelijk nauwkeurig in het hart van het beeldscherm e£n van deze segmenten. Indien voorafgaande aan de registratiefoutcompensatie een zodanige instelgelijk-spanning aan de hoofdafbiiigwikkelingen van de beeldopneem-25 buizen wordt toegevoerd, dat een goede centrering van de opgenomen beeldeh wordt verkregen, kan de met behulp van de hulpwikkelingeri nog te compensereri fout betrekkelijk klein zi jn.
t
Samenvattend kan worden gesteld, dat volgens 30 de onderhavige uitvinding het effectieve beeldoppervlak wordt verdeeld in een aantal segmenten, bijvoorbeel 7 x 7, een registratiefout van het uitgangssignaal van iedere beeldopneembuis (de rode of de blauwe beeldopneembuis) ten opzichte van het uitgangssignaal van een referentiebeeld-35 opneeiabuis (de groene beeldopneembuis) v/ordt gedetecteerd en in een eerste geheugen (M3)wordt opgeslagen, de inhoud van het eerste geheugen wordt geinterpoleerd en de daaruit BAD ORIGHiMMuilterende interpolatie-inforraatie in een geheugengebied 8202712 . .. . s -44- (256 x 8) van een tweede geheugen (M2) wordt opgeslagen, ontwikkeling van de informatie in de met de vertikale beeldschermrichting overeenkomende richtihg wordt toege-past, en met de uit het tweede geheugen uitgelezen informa-5 tie overeenkomende foutsignalen aan de bundelafbuigmiddelen voor de rode en de blauwe beeldopneembuis worden toegevoerd.
Daarbij kan binnen een betrekkelijk korte tijdsduur en voor een betrekkelijk klein aantal beeldopper-vlaksegmenten door middel van een betrekkelijk gering aantal 10 bemonsteringen registratiefoutinformatie worden verkregen. Aangezien de aldus verworven informatie ter verkrijging van bij de afzonderlijke aftastbeeldregels behorende informatie aan interpolatie wordt onderworpen, kan een betrekkelijk nauwkeurige registratiefoutcompensatie worden verkregen.
15 De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uit-voeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding 20 wordt overschreden.
BAD ORIGINAL
8202712

Claims (21)

1. Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen en een stelsel voor automatische kleurbeeldregistratiebijregeling, bevattende: een eerste beeldopneembuis voor afleiding van ; 5: een eerste videosignaal, dat betrekking heeft op een beeld van een voor registratiebijregeling dienende testkaart, en een tweede beeldopneembuis voor afleiding van een tweede videosignaal, dat betrekking heeft op het beheld van de testkaart, en welke is voorzien van een afbuig-10 besturingsschakeling, gekenmerkt door foutbemonstermiddelen (34, M3, 42) voor bemon-stering van registratiefouten tussen het eerste en het tweede videosignaal in signaaldelen daarvan, welke betrekking hebben op oppervlaksegmenten van het beeld, 15 middelen (34, M2, M3, enz) voor vorming van door interpolatie tussen de bemonsterde registratiefouten in tenminste de vertikale richting van de beeldoppervlak-segmenten verkregen interpolatieregistratiefouten, middelen (Ml, Ml1, 56, enz) voor opwekking en 20 afgifte van op de interpolatieregistratiefouten en de bemonsterde registratiefouten gebaseerde registratiefout-corapensatiesignalen, benevens door middelen (40a, 40b, 99JR enz) voor toevoer van de registratiefoutcompensatiesignalen aan de afbuigbestu-25 ringsschakeling van de tweede beeldopneembuis voor korrektie . van daarin ten opzichte van de eerste beeldopneembuis optredende registratiefout.
2. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, waarbij aan de tweede beeldopneembuis een hoofdafbuigwisse- 30 ling is toegevoegd, met het kenmerk, dat aan de tweede beeldopneembuis (3) bovendien een hulpafbuigwikkeling (98R) is toegevoegd, waaraan de registratiefoutcompensatie-signalen worden toegevoerd.
3. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, 35 met het kenmerk, dat de middelen voor opwekking en afgifte van reglstratiefoutcompensatiesignalen een geheugen (Ml) BAD ORIGWAfc opslag van de registratiecompensatiesignalen benevens 8202712 -46- * middelen (34) voor wijziging van de opgeslagen registratie-foutcompensatiemiddelen op basis van de bemonsterde registratiefouten omvatten.
4. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, 5 met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen een teller (27/ 34) omvattenr welke ter bepaling van een uiteindelijke waarde van de bemonsterde registratiefout zijn telwaarde met de gedetecteerde foutpolariteit selectief vergroot of verkleind met de helft van de voorafgaande telwaarde.
5. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de foutbemonsterde middelen een geheu-gen (M3) met een aantal resp. aan de beeldoppervlaksegmenten toegevoegde adressen omvatten.
6. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 5, 15 met het kenmerk, dat de middelen voor vorming van interpolatieregistratiefouten een geheugen (M2) met resp. aan de interpolatieregistratiefouten en de bemonsterde registra-tiefouten toegevoegde adressen omvatten.
7. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1. 20 met een derde beeldopneembuis voor afleiding van een derde videosignaal dat betrekking heeft op het beeld van de testkaart en welke is voorzien van een bijbehorende afbuig-besturingsschakeling/ met het kenmerk, dat de foutbemonster-(34, M3, 42) registratiefouten tussen het eerste en het 25 derde videosignaal (GO', BO) bemonsteren in signaaldelen daarvan, welke betrekking hebben op resp. segmenten van het beeldoppervlak, terwijl de middelen (34, M2) voor vorming van interpolatieregistratiefouten door interpolatie tussen de bemonsterde registratiefouten in tenminste de vertikale 30 richting verdere interpolatieregistratiefouten vormen en de middelen voor opwekking en afgifte van registratie-foutcompensatiesignalen middelen (Ml", Ml"', 56, enz) omvatten voor opwekking en afgifte van verdere registratie-foutcompensatiesignalen op basis van de. verdere interpolatie-35 registratiefouten en bemonsterregistratiefouten, waarbij de middelen voor toevoer van de registratiefoutcompensatie-signalen middelen (40c, 40d, 99B, enz) omvatten voor toevoer BAD OFtf©NALe verdere registratiefoutcompensatiesignalen aan de 8202712 -47- , f ! afbuigbesturingsschakeling (89B, 98B, 99B) van de derde beeldopneembuis (2) voor korrektie van daarin ten opzichte van de eerste beeldopneembuis optredende registratiefout.
8. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, 5 met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen zowel horizon- tale als vertikale registratiefouten tussen het eerste en het tweede videosignaal in de genoemde signaaldelen bemon-steren, terwijl de middelen (M2, 34) voor vorming van interpolatieregistratiefouten interpolatie in vertikale 10 richting tussen de bemonsterde horizontale registratiefouten en tussen de bemonsterde vertikale registratiefouten uit-voeren.
9. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor vorming van inter- 15^ polatieregistratiefouten middelen (M3, 34) omvatten voor interpolatie in bovenwaartse en benedenwaartse richting tussen de bemonsterde registratiefouten in die delen van de videosignalen, welke resp. met de bovenste en de onderste segmenten van het beeldoppervlak overeenkomen.
10. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de middelen voor vervorming van interpolatieregistratiefouten een geheugen (M2) omvatten, vjaarvan de adressen resp. zijn toegevoegd aan de bemonsterde registratiefouten en aan de door interpolatie tussen deze 25 verkregen interpolatieregistratiefouten.
11. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de bemonsterde registratiefouten en de interpolatieregustratiefouten resp. betrekking hebben op alle aftastbeeldregels van een beeldraster van het 30 videosignaal en dat het geheugen (M2) aan iedere van de aftastbeeldregels toegevoegde adressen heeft.
12. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 10, gekenraerkt door kiesmiddelen (67, 70, 77) met een eerste en een tv/eede toestand voor selectieve aanpassing 35 van het registratiebijregelsysteem aan videosignalen van resp. het NTSC-.en ;het PAL-type, v;elke kiesmiddelen adres-seermiddelen (67, 77) omvatten, waarmede in de eerste BAD ORIGINAAetand van de kiesmiddelen de bemonsterde registratie- 8202712 -48- . . j fouten en de interpolatieregistratiefouten in de resp. juiste relaties met alle aftastbeeldregels van een beeld-raster van de videosignalen worden gebracht en alle tijde-lijk aan resp. bijbehorende adressen van het geheugen (M2) 5 worden opgeslagen, en waarmeae in de tweede toestand van de kiesmiddelen de interpolatieregistratiefouten, welke betrekking hebben op met intervallen aan elkaar grenzende aftastbeeldregels tussen de bemonsterde registratiefouten, aan resp. dezelfde adressen van het geheugen worden opge-10 slagen.
13. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, waarbij zowel aan de eerste als de tweede beeldopneem-buis horizontale en vertikale afbuigmiddelen zijn toegevoegd voor aftasting van het beeld volgens een vertikale opeen- 15 volging van aftastbeeldregels, met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen middelen (42) omvatten voor het doen plaatsvinden van de registratiefoutbemonsteringen op plaat-sen, welke op enige afstand van elkaar op door selectie bepaalde, in vertikale opeenvolging op enige afstand van 20 elkaar gelegen aftastbeeldregels liggen.
14. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen een geheugen (M3) bevatten, waarvan de adressen resp. zijn toegevoegd aan de op enige afstand van elkaar langs de door 25 selectie bepaalde aftastbeeldregels gelegen plaatsen en dienen voor tijdelijke opslag van de op die resp. plaatsen optredende registratiefouten, terwijl het geheugen (M3) voorts hulpadressen bevat voor tijdelijke opslag van tussen het begin en het einde van iedere door selectie bepaalde 30 aftastbeeldregel -bemonsterde registratiefouten, zulks voor bepaling van de registratiefoutconpensatiesignalen tijdens horizontale onderdrukkingsintervallen van het videosignaal.
15. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen middelen 35 bevatten voor selectieve bemonstering van horizontale.en vertikale registratiefouten tussen het eerste en het tweede videosignaal (GO, R0) in de genoemde signaaldelen, terwijl BAD ORifeNWt^e-*-en voor vorning en afgifte van registratiefout- 8202712 -49- , , I coxnpensatiesignalen een geheugen (HI, Ml *) omvatten voor opslag van resp. horizontale en vertikale registratiefout-compensatiesignalen, welke zijn gebaseerd op de bemonsterde horizontale en vertikale registratiefouten en op de inter-5 polatieregistratiefouten, welke door interpolatie in vertikale richting uit de bemonsterde horizontale vertikale registratiefouten zijn gevormd.
16. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 15, waarbij aan de tweede beeldopneembuis een hoofdafbuig-10 wikkeling is toegevoegd, waaraan door daartoe geschikte middelen een zaagtandgolfvormig signaal voor aftasting in horizontale richting wordt toegevoerd, met het kenmerk, dat aan de tweede beeldopneembuis (3) een hulpafbuigwikkeling (98R) is toegevoegd, waaraan de uit het geheugen (Ml) 15 uitgelezen, horizontale registratiefoutcompensatiesignalen synchroon met de uitgevoerde aftasting worden toegevoerd.
17. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 16, waarbij aan de tweede beeldopneembuis een vertikale afbuigwikkeling is toegevoegd, waaraan door daartoe geschikte 20 middelen een tweede zaagtandgolfvormig signaal voor aftasting in vertikale richting wordt toegevoerd, gekenmerkt door middelen (86a) voor toevoeging aan het tweede zaag-tandgolfvormige signaal van de uit het resp. geheugen (Ml) synchroon met de aftastbeweging uitgelezen, vertikale 25 registratiefoutcompensatiesignalen.
18. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen besturings-middelen (34) omvatten voor het tot stand brengen van een voorafbepaald aantal opeenvolgende bedrijfscvcli, terwijl 30 de middelen voor vorming en afgifte van registratiefout-coropensatiesignalen een geheugen (Ml, Ml') omvatten voor opslag van de registratiefoutcompensatiesignalen, benevens middelen voor wijziging van de opgeslagen registratiefout-compensatiemiddelen in reaktie of tijdens de opeenvolgende 35 bedrijfscycli van de foutbemonstermiddelen (M3, enz) op-tredende wijzigingen in de bemonsterde registratiefouten, waarbij de middelen voor toevoer van de registratiefout-BAD ORIGWlRE01133^®3^^1131®11 aan d® afbuigbeaturingsschakeling 8202712 « ^ I -50- middelen (56) omvatten voor uitlezing van de opgeslagen registratiefoutcompensatiesignalen uit het geheugen (Ml, Ml1), zulks synchroon met de opeenvolgende bedrijfscycli van de foutbemonstermiddelen. 5
- 19. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen afzonder-lijk horizontale en vertikale registratiefouten tussen het eerste en het tweede videosignaal in de desbetreffende signaaldelen bemonsteren en dat het geheugen enige geheugen- 10 gedeelten (Ml, Ml") oravat voor resp. opslag van horizontale en vertikale registratiefoutcompensatiesignalen, v;elke zijn gebaseerd op de bemonsterde horizontale en vertikale registratiefouten en op de resp. interpolatieregistratie-fouten, waarbij het aantal bedrijfscycli van de foutbemon-15 stermiddelen tijdens bemonstering van horizontale registratiefouten en opwekking en afgifte van resp. bijbehorende registratiefoutcorapensatiesignalen groter is dan tijdens bemonstering van vertikale registratiefouten en vorming en afgifte van resp. bijbehorende registratiefoutsignalen.
20. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de middelen voor vorming van inter-polatieregistratiefouten interpolatie in vertikale richting tussen de bemonsterde horizontale registratiefouten en tussen de bemonsterde vertikale registratiefouten uitvoeren.
21. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de foutbemonstermiddelen een teller (27,34) omvatten, welke ter bepaling van een uiteindelijke waarde van de bemonsterde registratiefout zijn telwaarde met de gedetecteerde foutpolariteit selectief vergroot of 30 verkleind met de helft van de voorafgaande telwaarde. BAD ORIGINAL 8202712
NL8202712A 1981-07-08 1982-07-06 Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen. NL8202712A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP10638081 1981-07-08
JP56106380A JPS587991A (ja) 1981-07-08 1981-07-08 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8202712A true NL8202712A (nl) 1983-02-01

Family

ID=14432098

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202712A NL8202712A (nl) 1981-07-08 1982-07-06 Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4503456A (nl)
JP (1) JPS587991A (nl)
AT (1) AT388270B (nl)
AU (1) AU556362B2 (nl)
CA (1) CA1215774A (nl)
DE (1) DE3225629A1 (nl)
FR (1) FR2509558B1 (nl)
GB (1) GB2103450B (nl)
NL (1) NL8202712A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2526963B1 (fr) * 1982-05-14 1985-09-27 Thomson Csf Mire optique pour correction des defauts de convergence d'une camera couleurs
JPS6068779A (ja) * 1983-09-22 1985-04-19 Sony Corp ビデオカメラの自動制御回路
FR2579051B1 (fr) * 1985-03-15 1988-06-24 Loire Electronique Dispositif de reglage de convergence pour videoprojecteur
GB2203919B (en) * 1987-04-22 1991-02-20 Sony Corp Registration adjustment in colour television cameras
US4835602A (en) * 1987-08-27 1989-05-30 North American Philips Corporation Color projection television system with apparatus for correcting misconvergence and misgeometry which calculates coefficients of equations representing deflection correction waveforms
JPH02200087A (ja) * 1989-01-30 1990-08-08 Hitachi Denshi Ltd 撮像装置及び撮像素子
FR2657208B1 (fr) * 1990-01-16 1992-04-10 Thomson Consumer Electronics Procede et dispositif de correction automatique de geometrie, de superposition de couleurs et d'uniformite d'image pour camera de television.
US7161627B2 (en) * 2001-08-10 2007-01-09 Hitachi Kokusai Electric Inc. Apparatus and method of registration correction for video signal processor and a television camera having registration correcting function
JP2003189116A (ja) * 2001-12-14 2003-07-04 Sanyo Electric Co Ltd 駆動回路
JP3991011B2 (ja) * 2003-06-20 2007-10-17 キヤノン株式会社 画像信号処理装置

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2840635A (en) * 1955-06-01 1958-06-24 Rca Corp Color image reproduction apparatus
GB1273193A (en) * 1969-10-01 1972-05-03 Marconi Co Ltd Improvements in or relating to colour television cameras
GB1353147A (en) * 1970-04-18 1974-05-15 Emi Ltd Scanning arrangements
US3692918A (en) * 1971-05-17 1972-09-19 Rca Corp Automatic registration of color television cameras
US4133003A (en) * 1977-10-11 1979-01-02 Rca Corporation Raster registration system for a television camera
WO1979000717A1 (en) * 1978-03-06 1979-10-04 Rca Corp Automatic setup system for television cameras
JPS5835435B2 (ja) * 1978-03-21 1983-08-02 ア−ルシ−エ− コ−ポレ−ション カラ−テレビジヨン・カメラ用集束装置
DE2852213C3 (de) * 1978-12-02 1981-11-05 Grundig E.M.V. Elektro-Mechanische Versuchsanstalt Max Grundig & Co KG, 8510 Fürth Verfahren zum automatischen Konvergenzabgleich für eine Farbfernsehkamera
JPS5650685A (en) * 1979-09-29 1981-05-07 Sony Corp Multi-tube type image pickup device
US4285004A (en) * 1980-02-25 1981-08-18 Ampex Corporation Total raster error correction apparatus and method for the automatic set up of television cameras and the like
JPS56138381A (en) * 1980-03-31 1981-10-28 Nec Corp Centering adjusting device
FR2498858B1 (fr) * 1981-01-23 1986-03-21 Thomson Csf Dispositif de convergence pour camera couleurs

Also Published As

Publication number Publication date
FR2509558A1 (fr) 1983-01-14
AU8539482A (en) 1983-01-13
DE3225629C2 (nl) 1990-10-25
AU556362B2 (en) 1986-10-30
ATA266482A (de) 1988-10-15
GB2103450B (en) 1985-06-12
FR2509558B1 (fr) 1987-11-27
CA1215774A (en) 1986-12-23
US4503456A (en) 1985-03-05
DE3225629A1 (de) 1983-02-03
AT388270B (de) 1989-05-26
JPS587991A (ja) 1983-01-17
GB2103450A (en) 1983-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0859509B1 (en) Monitoring method with a CCD imaging device and digital still camera using the same
NL8202712A (nl) Kleurentelevisiecamera van het type met enige beeldopneembuizen.
KR100221742B1 (ko) 영상표시장치
NL8005351A (nl) Automatisch kleurregistratiestelsel voor toepassing bij een kleurentelevisiecamera.
US7123300B2 (en) Image processor and method of processing images
DE69113646T2 (de) Standbild-Kamera mit hoher Auflösung.
NL1018252C2 (nl) Werkwijze voor het besturen van digitale dynamische convergentie, alsmede systeem daarvoor.
US8576316B2 (en) Image sensing apparatus including charge transfer operation and control method therefor
US4920410A (en) Drive method for synchronizing scanning and modulation of flat-configuration color CRT
JPS631791B2 (nl)
JPS589497A (ja) 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路
JPH0578989B2 (nl)
JP3276970B2 (ja) コンバーゼンス調整装置
JPH07105951B2 (ja) デイジタルコンバ−ゼンス装置
JP3113020B2 (ja) コンバーゼンス調整装置
JP2868942B2 (ja) 固体撮像装置
JPS58134591A (ja) 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路
JP3070198B2 (ja) 非同期映像信号の同期化装置
JPS58131882A (ja) 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路
JPS589495A (ja) 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路
JPS589494A (ja) 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路
JPS6342913B2 (nl)
JPS589496A (ja) 多管式カラ−カメラのレジストレ−シヨン調整回路
JPS6043986A (ja) カラ−・テレビジヨン・カメラのレジストレ−シヨン補正回路
JPS5857751B2 (ja) 陰極線管デイスプレイ装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed