[go: up one dir, main page]

NL1025609C2 - Inrichting voor het weken van gerst. - Google Patents

Inrichting voor het weken van gerst. Download PDF

Info

Publication number
NL1025609C2
NL1025609C2 NL1025609A NL1025609A NL1025609C2 NL 1025609 C2 NL1025609 C2 NL 1025609C2 NL 1025609 A NL1025609 A NL 1025609A NL 1025609 A NL1025609 A NL 1025609A NL 1025609 C2 NL1025609 C2 NL 1025609C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
passages
common
carbon dioxide
parts
Prior art date
Application number
NL1025609A
Other languages
English (en)
Inventor
Ben Van Dieren
Ger Toonen
Original Assignee
Buehler Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1025609A priority Critical patent/NL1025609C2/nl
Application filed by Buehler Gmbh filed Critical Buehler Gmbh
Priority to PCT/CH2005/000116 priority patent/WO2005083050A1/de
Priority to US10/598,253 priority patent/US8991301B2/en
Priority to KR1020067017596A priority patent/KR20070003886A/ko
Priority to ARP050100759A priority patent/AR047910A1/es
Priority to BRPI0508257-9A priority patent/BRPI0508257A/pt
Priority to KR1020137009280A priority patent/KR101364295B1/ko
Priority to CN2005800061451A priority patent/CN1926229B/zh
Priority to EA200601594A priority patent/EA008125B1/ru
Priority to ZA200606275A priority patent/ZA200606275B/en
Priority to AU2005217011A priority patent/AU2005217011B2/en
Priority to CA2555285A priority patent/CA2555285C/en
Priority to EP05706535.1A priority patent/EP1720970B1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1025609C2 publication Critical patent/NL1025609C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C1/00Preparation of malt
    • C12C1/027Germinating
    • C12C1/0275Germinating on single or multi-stage floors
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C1/00Preparation of malt
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C1/00Preparation of malt
    • C12C1/02Pretreatment of grains, e.g. washing, steeping
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C1/00Preparation of malt
    • C12C1/027Germinating
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C1/00Preparation of malt
    • C12C1/15Grain or malt turning, charging or discharging apparatus

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Physical Water Treatments (AREA)
  • Distillation Of Fermentation Liquor, Processing Of Alcohols, Vinegar And Beer (AREA)
  • Commercial Cooking Devices (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Apparatus Associated With Microorganisms And Enzymes (AREA)
  • Cereal-Derived Products (AREA)
  • Adjustment And Processing Of Grains (AREA)
  • Hydroponics (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Gas Separation By Absorption (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het weken van gerst.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder 5 voor te weken gerst met een bodem waarin doorgangen zijn voorzien voor het doorvoeren van water tussen de onderzijde van de bodem en het te weken gerst in de houder.
Zoals het de vakman bekend is, is het ten behoeve van het brouwen van bier noodzakelijk dat gerst voorafgaand aan het moutproces, 10 waarbij de gerstkorrels min of meer worden geforceerd om te kiemen, wordt gereinigd en geweekt. Het is hierbij bekend om gebruik te maken van een zogenaamde vlakke weekkuip die is voorzien van een dubbele vlakke bodem. De bovenste bodem van de dubbele bodem is daarbij geperforeerd waarbij de perforatiedoorgangen dusdanig klein zijn dat gerstkorrels die van bovenaf 15 op de bovenste bodem van de dubbele bodem worden gebracht, niet door deze perforatiedoorgangen kunnen vallen. De afstand tussen de beide bodems van de dubbele bodem bedraagt normaliter minimaal circa 80 cm.
Tijdens het reinigen en weken van gerst in de bekende vlakke weekkuip wordt het gerst in de kuip op de bovenste bodem van de 20 dubbele bodem gebracht. In de weekkuip wordt de gerst onderworpen aan een behandeling die in hoofdzaak uit twee afwisselende en herhalende fasen bestaat. Tijdens de eerste fase wordt water via de dubbele bodem aan de gerst toegevoerd waarbij niet alleen het gerst maar ook de dubbele bodem onder water komen te staan. Deze fase, ook wel natweekfase genoemd, duurt 25 typisch circa 2 è 5 uur. Tijdens de op de natweekfase aansluitende tweede fase, ook wel droogweekfase genoemd die typisch circa 10 uur duurt, laat men het water uit de weekkuip weglopen, waarbij het water voorzover zich dat tijdens de natweekfase boven de bovenste bodem van de dubbele bodem bevond, door de perforaties van de bovenste bodem van de dubbele bodem 30 stroomt.
Tijdens het weken stijgt het vochtgehalte in de (levende) 102560? 2 korrels waardoor de omzettingen in de korrels, nodig voor de instandhouding van het leven, versnellen. Bij deze omzettingen worden onder andere zetmeel verbindingen enzymatisch omgezet tot water en koolstofdioxide waarvoor extra zuurstof uit de omgeving nodig is. Tijdens 5 de natweekfase wordt er middels beluchting van het water zuurstof toegevoerd en koolstofdioxide verdreven. Tijdens de droogweekfase wordt door ventilatie de lucht tussen de korrels ververst waardoor koolstofdioxide wordt verdreven en zuurstof wordt aangevoerd.
Een belangrijk bezwaar dat kleeft aan de toepassing van een 10 vlakke weekkuip met een dubbele bodem is dat het waterverbruik aanzienlijk is doordat de dubbele bodem tijdens de natweekfase noodzakelijkerwijs wordt gevuld met water. Typische hoeveelheden die -hierbij een rol spelen is dat de dubbele bodem wordt gevuld met circa 300m3 water (vuistregel: circa 0,7m3 per mz weekkuipoppervlak) terwijl 15 boven de bovenste bodem van de dubbele bodem circa 450m3 water (vuistregel: circa lm3 per ton gerst) aanwezig is tijdens de natweekfase. De mogelijkheden om de hoogte van de dubbele bodem te verkleinen zijn beperkt aangezien een minimale hoogte vereist is om in een toereikende mate de koolstofdioxide af te kunnen zuigen uit de massa van gerstkorrels 20 tijdens de doorweekfase. Een ander belangrijk bezwaar dat verbonden is aan te toepassing van de bekende vlakke weekkuipen is dat de reiniging ervan in de periode dat in de vlakke weekkuipen geen gerstkorrels aanwezig zijn, zeer tijdrovend en arbeidsintensief is met tevens het risico dat desondanks ongewenste verontreinigingen achterblijven hetgeen 25 uiteraard vanwege de aard van het uiteindelijke product, te weten bier, ongewenst is.
De uitvinding beoogt nu voor de bovenbeschreven problematiek een oplossing of althans verbetering te bieden. Hiertoe kenmerkt de inrichting volgens de uitvinding zich doordat onder de bodem 30 op doorgangen direct een waterleidingwerk aansluit voor het doorvoeren van water via deze doorgangen. Door gebruik te maken van een dergelijk 1025609 3 waterleidingwerk is het niet meer noodzakelijk om gebruik te maken van een dubbele bodem die tijdens de natweekfase gevuld dient te worden met water. Aldus kan een aanzienlijke besparing op het waterverbruik worden gerealiseerd.
5 Teneinde de functionaliteit van het waterleidingwerk te vergroten geniet het de sterke voorkeur dat het waterleidingwerk is ingericht voor het via de doorgangen afvoeren van water vanaf het te weken gerst.
Alternatief of in combinatie geniet het de voorkeur dat het 10 waterleidingwerk is ingericht voor het via de doorgangen toevoeren van water naar het te weken gerst via de doorgangen vanaf de onderzijde van de bodem.
Teneinde het waterleidingwerk niet te complex te maken is het gewenst het aantal doorgangen via welke water wordt doorgevoerd vanaf 15 of naar het te weken gerst, te beperken waartoe het noodzakelijk is om de doorgangen een doorstromend oppervlak te geven die in belangrijke mate groter is dan het doorstromend oppervlak van de perforatiedoorgangen in de bovenste bodem van de dubbele bodem van de vlakke weekkuipen volgens de stand van de techniek. Hierbij gaat de voorkeur uit naar doorgangen 20 met een doorstromend oppervlak van tenminste 50 cm2 en bij verdere voorkeur van tenminste 100 cm2. Teneinde nu te voorkomen dat gerstkorrels deze doorgangen zullen passeren, geniet het de voorkeur dat de doorgangen zijn voorzien van zeeforganen.
De houder heeft bij voorkeur in bovenaanzicht een ronde 25 hoofdvorm waarbij de doorgangen in radiaal georiënteerde rijen zijn opgesteld. De voordelen die hieraan zijn verbonden zijn met name constructief van aard.
Teneinde de gerstkorrels in de houder zo homogeen mogelijk te onderwerpen aan de werkzaamheid van het water dat door de doorgangen 30 wordt gevoerd, geniet het de voorkeur dat de doorgangen in hoofdzaak gelijkelijk over het oppervlak van de bodem zijn verdeeld. Vanwege 102 oo U d 4 afwijkend gedrag nabij de omtreksranden van de bodem kan deze algemene regel nabij de omtreksrand niet of althans in mindere mate van toepassing zijn. Daarnaast geldt als voordeel van een geleidelijke verdeling van de doorgangen over het oppervlak van de bodem dat indien, zoals navolgend 5 nog verder zal worden toegelicht, deze doorgangen ook worden benut voor het beluchten van de gerstkorrels, de gerstkorrels met een minimaal aantal doorgangen in beweging kan worden gebracht waardoor een wassend, vuil afvoerend en druk egaliserend effect wordt bewerkstelligd. De beweging van de gerstkorrels zal recht boven de doorgangen verticaal 10 omhoog zijn gericht terwijl op enige radiale afstand van de doorgangen, bijvoorbeeld op een radiale afstand gelegen tussen 20 en 50 centimeter, een neerwaartse stroming van gerstkorrels wordt verkregen waardoor aldus een min of meer torusvormig bewegingspatroon wordt verkregen waarbij de gerstkorrels continu worden gecirculeerd. Een dergelijk bewegingspatroon 15 wordt ook wel aangeduid met de term omwalsend effect. Zoals reeds aangegeven, is het hierbij wel zaak het aantal doorgangen te beperken waarbij een compromis moet worden gesloten tussen het doorstromend oppervlak van de doorgangen, de dichtheid van de doorgangen op de bodem en het omwalsend effect. Bij voorkeur is de dichtheid van de doorgangen 20 op de bodem kleiner dan 10 of bij verdere voorkeur kleiner dan 5 doorgangen per m?. Teneinde de homogene verdeling zo goed mogelijk te benaderen bij de toepassing van radiaal georiënteerde rijen, ook nabij het middelpunt van de ronde hoofdvorm, geniet het de voorkeur dat naburige radiaal georiënteerde rijen een verschillende lengte bezitten.
25 Bij grote voorkeur is het waterleidingwerk onder de bodem voorzien van een aantal gemeenschappelijke waterleidingdelen en van water-aftakleidingdelen tussen een gemeenschappelijk waterleidingdeel en een doorgang. Aldus wordt de benodigde hoeveelheid pijplengte voor het waterleidingwerk beperkt.
30 Bij toepassing van radiaal georiënteerde rijen van doorgangen geniet het daarbij de voorkeur dat de gemeenschappelijke [10256 09 5 water1 eidingdelen radiaal zijn georiënteerd zodat de oriëntatie van de rijen, doorgangen en van de gemeenschappelijke waterleidingdelen met elkaar overeenkomen en de water-aftakleidingdelen daartussen in hoofdzaak uniform kunnen zijn uitgevoerd.
5 Hierbij geniet het verder de voorkeur dat de gemeenschappelijke waterleidingdelen in bovenaanzicht zijn gepositioneerd tussen twee naburige radiaal georiënteerde rijen van doorgangen zodat de aansluiting van de water-aftakleidingdelen aan één uiteinde kunnen aansluiten op de doorgangen van beide naburige radiaal georiënteerde 10 rijen en aan hun tegenovergelegen uiteinde kunnen aansluiten op hetzelfde gemeenschappelijke waterleidingdeel.
Bij verdere voorkeur, eveneens ter beperking van de hoeveelheid pijplengte nodig voor het waterleidingwerk, sluiten een aantal gemeenschappelijke waterleidingdelen aan op een water- 15 hoofdleidingdeel.
Een belangrijk voordeel ten aanzien van het gemak waarmee tussentijds reiniging van de inrichting kan plaatsvinden wordt bereikt indien een reservoir voor reinigingsmiddelen is voorzien dat via een reinigingsmiddel-afsluitorgaan in verbinding is met het waterleiding-20 netwerk voor het desgewenst toevoegen van reinigingsmiddelen aan het waterleidingnetwerk. Hierbij dient men te bedenken dat het volume water dat het waterleidingwerk kan bevatten vele malen kleiner is dan het volume van de dubbele bodem van de vlakke weekkuip volgens de stand van de techniek. Zoals reeds aangegeven bedraagt laatst genoemd volume 25 typisch 300 m3, daar waar een typisch volume voor het inwendige van het waterleidingwerk 5 m3 bedraagt waardoor de toepassing van een reservoir voor reinigingsmiddelen, waarmee feitelijk het zogenaamde clean-in-place proces kan worden uitgevoerd, tot de mogelijkheden behoort. Bovendien geldt dat door de toepassing van een waterleidingwerk binnen het 30 waterleidingwerk veel hogere stroomsnelheden kunnen worden bereikt waardoor ook al een verbeterde reinigende werking ontstaat.
>18256 0 9 6
Het biedt tevens zeer grote voordelen indien onder de bodem op doorgangen direct een koolstofdioxide-leidingwerk aansluit voor het afvoeren van koolstofdioxide vanaf het te weken gerst via deze doorgangen. Alhoewel deze doorgangen in beginsel andere doorgangen kunnen 5 betreffen dan de doorgangen die worden aangewend voor het toevoeren van water via het waterleidingwerk naar het te weken gerst waarbij zo nodig de afmetingen en de aantallen van de doorgangen voor de koolstofdioxide en de doorgangen voor het water van elkaar kunnen afwijken, geniet het hierbij de voorkeur dat voor het toevoeren (en eventueel afvoeren) van 10 water dezelfde doorgangen worden gebruikt als voor het afzuigen van koolstofdioxide uit de gerstmassa tijdens de droogweekfase.
Ter beperking van de benodigde pijplengte voor het realiseren van het koolstofdioxide-leidingwerk is deze bij voorkeur onder de bodem voorzien van een aantal gemeenschappelijke koolstofdioxide-15 leidingdelen en van koolstofdioxide-aftakleidingdelen tussen een gemeenschappelijk koolstofdioxide-leidingdeel en een doorgang. De voordelen van een gemeenschappelijk koolstofdioxide-leidingdeel en van koolstofdioxide-aftakleidingdelen zijn vergelijkbaar met de toepassing van gemeenschappelijke waterleidingdelen en van water-aftakleidingdelen. 20 Uit hetzelfde oogpunt geniet het verder de voorkeur dat een aantal gemeenschappelijke koolstofdioxide-leidingdelen aansluiten op een koolstofdioxide-hoofdleidingdeel. Door het aansluiten van dit koolstofdioxide-hoofdleidingdeel op een vacuümbron kan binnen het totale koolstofdioxide-leidingwerk een verlaagde druk worden gecreëerd voor het 25 afzuigen van de koolstofdioxide via de desbetreffende doorgangen.
Een efficiënt gebruik van de toegepaste leidingdelen wordt bereikt indien de gemeenschappelijke waterleidingdelen en de gemeenschappelijke koolstofdioxide-leidingdelen tenminste ten dele worden gevormd door dezelfde gemeenschappelijke leidingdelen.
30 Eenzelfde voordeel is van toepassing indien de water- aftakleidingdelen en de koolstofdioxide-aftakleidingdelen tenminste ten 1025609 7 dele worden gevormd door dezelfde aftakleidingdelen. De toepassing van dezelfde (aftak-)1 eidingdelen voor zowel het toevoeren (en eventueel afvoeren) van water en het afvoeren van koolstofdioxide is mogelijk omdat het toevoeren (of afvoeren) van water niet gelijktijdig plaatsvindt met 5 het afvoeren van de koolstofdioxide.
Om nu te voorkomen dat ongewenst bij toepassing van gemeenschappelijke leidingdelen koolstofdioxide in het water-hoof dl ei di ngdeel zou geraken, geniet het de voorkeur dat tussen de gemeenschappelijke leidingdelen en het water-hoofdleidingdeel water-10 afsluitorganen zijn voorzien.
Om een vergelijkbare reden, namelijk ter voorkoming dat water in het koolstofdioxide-hoofdleidingdeel zou geraken, geniet het de voorkeur dat tussen de gemeenschappelijke leidingdelen en het kool stofdi oxi de-hoofdl ei di ngdeel kool stofdi oxi de-afsluitorganen zijn 15 voorzien.
Het verdient tevens grote voorkeur dat onder de bodem op doorgangen een luchtleidingwerk aansluit voor het toevoeren van lucht via deze doorgangen naar het te weken gerst. Net als bij de doorgangen voor de koolstofdioxide geldt weer dat de doorgangen voor de lucht (of althans 20 zuurstof) in beginsel andere doorgangen kunnen zijn dan de doorgangen bestemd voor het doorvoeren van water en dientengevolge ook zouden kunnen afwijken voor wat betreft het aantal en de afmetingen ervan, maar dat bij voorkeur de doorgangen bestemd voor het toevoeren van lucht aan het gerst dezelfde zijn als de doorgangen voor doorvoer van water en/of de 25 doorgangen voor het afvoeren van koolstofdioxide.
Ter beperking van de benodigde pijplengte voor het realiseren van het luchtleidingwerk, is het luchtleidingwerk bij voorkeur voorzien van een aantal gemeenschappelijke luchtleidingdelen en van lucht-aftakleidingdelen tussen een gemeenschappelijk 1 uchtlei di ngdeel en 30 een doorgang. Daarnaast geniet het binnen dit kader de voorkeur dat een aantal gemeenschappelijke luchtleidingdelen aansluiten op een lucht- Ü0256Q9 δ hoofdleidingdeel. Door het lucht-hoofdleidingdeel aan te sluiten op een compressor of dergelijke kan binnen het luchtleidingwerk een verhoogde druk worden gerealiseerd voor het toevoeren van lucht aan het te weken gerst.
5 Teneinde groepsgewijs doorgangen te kunnen voorzien van lucht geniet het de voorkeur dat tussen de gemeenschappelijke luchtleidingdelen en het lucht-hoofdleidingdeel lucht-afsluitorganen zijn voorzien.
Hierbij is het voordelig dat een besturingssysteem is 10 voorzien dat geschikt is voor het individueel of althans groepsgewijs bedienen van verschillende lucht-afsluitorganen.
Ten behoeve van het wegnemen van ongewenste delen, zoals verontreinigingen, die drjjven op het water in de houder, geniet het de voorkeur dat de houder nabij de bovenzijde ervan is voorzien van een 15 afschraaporgaan voor het tijdens verplaatsing van het afschraaporgaan in een verplaatsingsrichting langs het bovenoppervlak van het water afschrapen van op het water drijvende delen.
Teneinde te bevorderen dat ongewenste deeltjes zoals verontreinigingen zich verplaatsen naar het bovenoppervlak van het water 20 in de houder is het mogelijk om dit middels het toevoeren van lucht via de doorgangen bestemd voor luchtdoorvoer te stimuleren. Aangezien het afschraaporgaan ui teindelijk uiteraard slechts werkzaam is direct aan de voorzijde ervan wordt een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het besturingssysteem 25 geschikt is voor het openen van één of een aantal lucht-afsluitorganen die zich in bovenaanzicht in de verplaatsingsrichting aan de voorzijde van het afschraaporgaan bevinden.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een weekinrichting 30 volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een (gedeeltelijk il n n 9 transparant weergegeven) weekkuip, figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht een deel van de weekkuip volgens figuur 1 meer in detail, figuur 3 toont een deel van figuur 2 meer in detail, 5 figuur 4 toont in bovenaanzicht een mogelijk verdelings- patroon van doorgangen op de bodem van de weekkuip volgens figuur 1.
Figuur 1 toont een weekkuip 1 voor het weken van gerst ten behoeve van het vermoutingproces bijvoorbeeld voor het brouwen van bier. Weekkuip 1 kan bijvoorbeeld bovenop een mouttoren zijn geplaatst, hetgeen 10 uit logistiek oogpunt voordelig is, aangezien aansluitend op het weken van gerst de geweekte gerst wordt onderworpen aan vervolgstappen in het moutproces.
De weekkuip 1 omvat een houder in de vorm van een cilindrische bak 2 met een eindloze verticale wand 3 en een op de 15 onderzijde van deze verticale wand 3 aansluitende vlakke bodem 4 met een diameter ter grootte van 24 meter. Bak 2 is bestemd om vanaf de open bovenzijde ervan te worden gevuld met te weken gerst 5 en tijdens de natweekfase bovendien met water.
Middenin de bak 2 bevindt zich een cilindrische staander 27 20 met centraal een verticale rotatieas 28 voor een brug 29 die zich uitstrekt tussen de staander 27 en de verticale wand 3 van bak 2. Onder brug 29 is een gekromd schraaplichaam 30 daarmee verbonden dat is voorzien van schraapwand 31 die zich in de natte weekfase bevindt op het niveau van het bovenoppervlak van water in bak 2. In de holte van 25 schraaplichaam 30 is een vijzel 32 voorzien voor het in de richting van staander 27 afvoeren van materiaal dat door schraaplichaam 30 wordt afgeschraapt van het bovenoppervlak van het water in bak 2. Staander 27 is hiertoe voorzien van niet nader getoonde doorgangen voor het via het inwendige van staander 27 afvoeren van dit materiaal.
30 De bodem 4 van bak 2 is voorzien van een aantal doorgangen 6 voor het doorvoeren van media zoals water, lucht/zuurstof en 10 2 5 c u .
10 koolstofdioxide die bij het weekproces een rol spelen. De doorgangen 6 zijn opgesteld in radiale rijen 7 (zie figuur 4) die afwisselend van lengte zijn. Meer specifiek is er sprake van lange rijen 7a die zich over vrijwel de gehele straal van de bodem 4 uitstrekken en korte rijen 7b die 5 zich alleen aan de buitenste helft van de straal van de bodem 4 uitstrekken. De doorgangen 6 bevinden zich onderling in iedere radiale rij 7 op in hoofdzaak gelijke afstand van elkaar. De hoek die naburige rijen 7 met elkaar maken, bedraagt ongeveer 6 è 7 graden. De optimale hoek is overigens afhankelijk van de diameter van de bodem. Aldus wordt 10 een regelmatig patroon van doorgangen 6 gecreëerd waarbij de verdeling van doorgangen 6 over het oppervlak van bodem 4 in belangrijke mate gelijkmatig is verdeeld. De dichtheid van de doorgangen 6 is gemiddeld circa 1 doorgang/per mz bodemoppervlak.
De diameter van iedere doorgang 6 bedraagt circa 10 cm. Ter 15 voorkoming dat gerstkorrels de doorgangen 6 zullen passeren, zijn deze voorzien van zeefmateriaal 8. De doorgangen 6 worden gevormd door de bovenzijde van een kegel vormig verzamel orgaan 9 op de schuine zijwand waarvan een luchtaftakleiding 10 aansluit en waar centraal in het midden aan de onderzijde een gecombineerde aftakleiding 11 op aansluit. De 20 luchtaftakleiding 10 sluit aan de tegenover het verzamel orgaan 9 gelegen zijde aan op een gemeenschappelijke luchtleiding 12 waarop ook de luchtaftakleidingen 10 behorende bij andere doorgangen 6 van dezelfde rij 7 alsmede van een naburige rij 7 aansluiten. De gecombineerde aftakl ei dingen behorende bij de doorgangen 6 van dezelfde radiale rijen 7 25 sluiten aan hun tegenover het verzamelorgaan 9 gelegen zijde aan op een gemeenschappelijke gecombineerde leiding 13. In bovenaanzicht bevinden de verschillende gemeenschappelijke luchtleidingen 12 en de diverse gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 zich tussen twee naburige radiale rijen 7. Net als rijen 7 strekken de gemeenschappelijke 30 luchtleidingen 12 en de gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 zich dan ook in radiale richting uit, waarbij de gemeenschappelijke
d025üu J
11 luchtleidingen 12 zich boven de bijbehorende gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 bevinden. Naar het midden toe neemt de diameter van de gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 af teneinde ook nabij het midden van de bodem 4 voldoende druk te kunnen realiseren 5 indien water via de gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 aan de doorgangen 6 wordt toegevoerd.
Aan de buitenzijde van de bak 2 sluiten de gemeenschappelijke luchtleidingen 12 aan op een ringvormig lucht-hoofdleidingdeel 14 dat is aangesloten op een compressor 34 voor het 10 verhogen van de druk binnen het luchtleidingwerk zoals dat wordt gevormd door luchthoofdleidingdeel 14, de gemeenschappelijke luchtleidingen 12 en de luchtaftaklei dingen 10. De luchtdruk binnen het luchtleidingwerk kan aldus worden verhoogd tot een druk die hoger is dan de statische druk ten gevolge van de waterkolom (typisch bijvoorbeeld 0,5 bar groter) om lucht 15 via doorgangen 6 toe te voeren aan gerst 5. Voor toevoer van lucht dienen de luchtafsluiters 23, aanwezig tussen de gemeenschappelijke luchtleidingen 12 en het lucht-hoofdleidingdeel 14 te zijn geopend.
De gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 sluiten aan hun buitenzijde aan op respectievelijk een water-hoofdleidingdeel 15 20 en een koolstofdioxide-hoofdleidingdeel 16. Net als het lucht hoofdleidingdeel 14 is het water-hoofdleidingdeel 15 ringvormig en strekt zich uit rondom de omtrek van bak 2 aan de onderzijde daarvan. In het waterleidingwerk zoals dat wordt gevormd door het water-hoofdleidingdeel 15, de gemeenschappelijke gecombineerde leiding 13 en de 25 gecombineerde aftakleiding 11, kan zowel via toevoerleiding 17 water worden toegevoerd door waterafsluiter 19 te openen en waterafsluiter 20 te sluiten aan het gerst 5 via doorgangen 6, terwijl via datzelfde waterleidingwerk ook water kan worden afgevoerd uit bak 2 via doorgangen 6 na het sluiten van waterafsluiting 19 en openen van 30 waterafsluiter 20 via afvoerleiding 18. Hierbij dient te worden opgemerkt dat waterafsluiters 21 tussen de gemeenschappelijke gecombineerde 12 leidingen 13 en het water-hoofdleidingdeel 15 hierbij geopend dienen te zijn, terwijl de koolstofdioxide-afsluiters 22, aanwezig tussen de gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 en de koolstofdioxide-hoofdle i di ngdelen 16 gesloten dienen te zijn. Op het water-5 hoofdleidingdeel 15 sluit een reservoir 25 aan via reinigings- vloeistofafsluiter 26. In het reservoir is reinigingsvloeistof opgenomen zoals loog, dat bij geopende reinigingsvloeistofafsluiter 26 kan worden toegevoerd aan het water in het water-hoofdleidingdeel 15.
In totaal zijn vier koolstofdioxide-hoofdleidingdelen 16 10 voorzien die ieder een kwart cirkel bestrijken rondom de omtrek van bak 2. De koolstofdioxide-hoofdleidingdelen 16 bezitten een toenemende diameter waarbij aan de zijde van de grootste diameter een vacuümpomp 24 is voorzien waarvan er in figuur 1 twee zichtbaar zijn gemaakt. Vanwege de werkzaamheid van de ventilatoren 24 kan via het koolstofdioxide- 15 leidingwerk, zoals dat wordt gevormd door de vier koolstofdioxide- hoofdleidingdelen 16, de gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 en de gecombineerde aftaklei dingen 11 koolstofdioxide worden afgevoerd uit het gerst 5.
Weekkuip 1 functioneert als volgt: Uitgaande van een 20 ongevulde toestand van bak 2 wordt gerst 5 in bak 2 gebracht. Vervolgens wordt water via het waterleidingwerk toegevoerd aan de gerst 5 in bak 2 via doorgangen 6, zodat de gerst 5 zich volledig in water bevindt. Deze toestand (de natweekfase) wordt gedurende enkele uren, bijvoorbeeld twee of drie uur, gehandhaafd. Dankzij de opstelling van de doorgangen 6 in 25 radiale rijen 7 en de toepassing van separate luchtafsluiters 23 per rij die door een niet nader getoond besturingssysteem individueel kunnen worden geopend en gesloten, is het tijdens de natweekfase mogelijk om tijdens rotatie van het schraaplichaam 30 in rotatierichting 33 in bovenaanzicht direct voorafgaand aan schraaplichaam 30 selectief rijen 7 30 van lucht te voorzien, zodat vuil aldaar lokaal in verhoogde mate zal komen bovendrijven en over schraaprand 31 via vijzel 32 kan worden 1025609 13 afgevoerd.
Na de droogweekfase laat men het water via doorgangen 6 weer weglopen uit bak 2 door het openen van waterafsluitklep 20. Gerst 5 komt dan min of meer droog te liggen tijdens de zogenaamde droogweekfase.
5 Tijdens deze droogweekfase, die bijvoorbeeld vijf uur duurt, zwellen de gerstkorrels en gaan deze (sneller) ademen, waartoe enerzijds de gerstkorrels zuurstof opnemen en anderzijds de gerstkorrels koolstofdioxide afstaan. Om dit proces gaande te houden, wordt zuurstof (deel uitmakend van lucht) toegevoerd aan het gerst via het zuurstof-10 leidingwerk, terwijl anderzijds de koolstofdioxide vanaf het gerst via ventilatoren 24 wordt afgezogen bij geopende stand van koolstofdioxide-afsluiter 22 en gesloten stand van waterafsluiter 21. Het zal de lezer duidelijk zijn dat de gecombineerde aftaklei dingen 11 en de gemeenschappelijke gecombineerde leidingen 13 zowel worden aangewend voor 15 het toe- en afvoeren van water als voor het afzuigen van koolstofdioxide. De natweekfase en de droogweekfase zoals bovenstaand beschreven kunnen elkaar enkele malen afwisselen totdat het weken in voldoende mate heeft plaatsgevonden en de geweekte gerst geschikt is om aan het moutproces te worden onderworpen.
20 Ten behoeve van de reiniging van de weekkuip 1 en dat met name van het waterleidingwerk kan dit waterleidingwerk worden doorgespoeld met water waaraan reinigingsvloei stof uit reservoir 25 is toegevoegd. Hierbij kunnen vanwege de aard van het leidingwerk relatief hoge stroomsnelheden van de reinigingsvloei stof worden gerealiseerd, 25 waardoor de reiniging effectief kan plaatsvinden, terwijl bovendien vanwege het beperkte volume van het waterleidingwerk de benodigde hoeveelheid reinigingsvloeistof beperkt blijft. Het zal de vakman duidelijk zijn dat op deze manier ook de doorgangen 6 en met name de zeefmaterialen 8 daarvan en de bodem 4 eenvoudig kunnen worden 30 blootgesteld aan de werking van de reinigingsvloeistof waartoe het overigens slechts nodig is om een dunne laag reinigingsvloeistof op bodem
102560Q
14 4 te realiseren. De efficiency waarmee de reiniging kan plaatsvinden kan verder aanmerkelijk worden verhoogd door het beluchten van de reinigingsvloeistof waardoor de reinigingsvloeistof in beweging wordt gebracht.
5 1025609

Claims (25)

1. Inrichting voor het weken van gerst omvattende een houder voor te weken gerst met een bodem waarin doorgangen zijn voorzien voor 5 het doorvoeren van water tussen de onderzijde van de bodem en het te weken gerst in de houder, met het kenmerk, dat onder de bodem op doorgangen direct een waterleidingwerk aansluit voor het doorvoeren van water via deze doorgangen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 10 waterleidingwerk is ingericht voor het via de doorgangen afvoeren van water vanaf het te weken gerst.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het . kenmerk,-dat-het waterleidingwerk is ingericht voor het via de doorgangen toevoeren van water naar het te weken gerst via de doorgangen vanaf de 15 onderzijde van de bodem.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de doorgangen zijn voorzien van zeeforganen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de houder in bovenaanzicht een ronde hoofdvorm heeft waarbij de 20 doorgangen in radiaal georiënteerde rijen zijn opgesteld.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat naburige radiaal georiënteerde rijen een verschillende lengte bezitten.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het waterleidingwerk onder de bodem is voorzien van een 25 aantal gemeenschappelijke waterleidingdelen en van water-aftak-leidingdelen tussen een gemeenschappelijk waterleidingdeel en een doorgang.
8. Inrichting volgens conclusie 5 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 30 gemeenschappelijke waterleidingdelen radiaal zijn georiënteerd.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 1025609 gemeenschappelijke waterleidingdelen in bovenaanzicht zijn gepositioneerd tussen twee naburige radiaal georiënteerde rijen van doorgangen.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk, dat een aantal gemeenschappelijke waterleidingdelen 5 aansluiten op een water-hoofdleidingdeel.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een reservoir voor reinigingsmiddelen is voorzien dat via een reinigingsmiddelen-afsluitorgaan in verbinding is met het waterleidingwerk voor het desgewenst toevoeren van reinigingsmiddelen aan 10 het waterleidingwerk.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder de bodem op doorgangen direct een koolstofdioxide-leidingwerk aansluit voor het afvoeren van koolstofdioxide vanaf het te weken gerst via deze doorgangen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het koolstofdioxide-leidingwerk onder de bodem is voorzien van een aantal gemeenschappelijke koolstofdioxide-leidingdelen en van koolstofdioxide-aftakleidingdelen tussen een gemeenschappelijk koolstofdioxide-leidingdeel en een doorgang.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een aantal gemeenschappelijke koolstofdioxide-leidingdelen aansluiten op een koolstofdi oxi de-hoofdl ei di ngdeel.
15. Inrichting volgens conclusie 6 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 13 of een daarvan afhankelijke conclusie, 25 met het kenmerk, dat de gemeenschappelijke waterleidingdelen en de gemeenschappelijke koolstofdioxide-leidingdelen tenminste ten dele worden gevormd door dezelfde gemeenschappelijke leidingdelen.
16. Inrichting volgens conclusie 6 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 13 of een daarvan afhankelijke conclusie, 30 met het kenmerk, dat de water-aftakleidingdelen en de koolstofdioxide-aftakleidingdelen tenminste ten dele worden gevormd door dezelfde 1025608 aftaklei di ngdelen.
17. Inrichting volgens conclusie 9 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 15 of een daarvan afhankelijke conclusie, met het kenmerk, dat tussen de gemeenschappelijk 1 eidingdelen en het 5 water-hoofdleidingdeel water-afsluitorganen zijn voorzien.
18. Inrichting volgens conclusie 14 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 15 of een daarvan afhankelijke conclusie, met het kenmerk, dat tussen de gemeenschappelijke 1 eidingdelen en het koolstof-dioxide hoofdl ei di ngdeel koolstofdioxide-afsluitorganen zijn 10 voorzien.
19. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder de bodem op doorgangen een luchtleidingwerk aansluit voor het toevoeren van lucht via deze doorgangen naar het te weken gerst.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het luchtleidingwerk, bij voorkeur onder de bodem, is voorzien van een aantal gemeenschappelijke luchtleidingdelen en van lucht-aftakleidingdelen tussen een gemeenschappelijk luchtleidingdeel en een doorgang.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat een 20 aantal gemeenschappelijke luchtleidingdelen aansluiten op een lucht hoof dl ei di ngdeel .
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat tussen de gemeenschappelijke luchtleidingdelen en het lucht-hoofdleidingdeel lucht-afsluitorganen zijn voorzien.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat een besturingssysteem is voorzien dat geschikt is voor het individueel of althans groepsgewijs bedienen van de verschillende lucht-afsluitorganen.
24. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met ! het kenmerk, dat de houder nabij de bovenzijde ervan is voorzien van een 30 afschraaporgaan voor het tijdens verplaatsing van het afschraaporgaan in een verplaatsingrichting langs het bovenoppervlak van het water 1025609 afschrapen van op het water drijvende delen.
25. Inrichting volgens conclusie 23 en volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het besturingssysteem geschikt is voor het openen van één of een aantal lucht-afsluitorganen die zich in bovenaanzicht in 5 de verplaatsingsrichting aan de voorzijde van het afschraaporgaan bevinden. ,10256 0 3
NL1025609A 2004-03-01 2004-03-01 Inrichting voor het weken van gerst. NL1025609C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025609A NL1025609C2 (nl) 2004-03-01 2004-03-01 Inrichting voor het weken van gerst.
EA200601594A EA008125B1 (ru) 2004-03-01 2005-03-01 Устройство для замочки зерна
KR1020067017596A KR20070003886A (ko) 2004-03-01 2005-03-01 곡물용 침지 장치
ARP050100759A AR047910A1 (es) 2004-03-01 2005-03-01 Dispositivo para remojar cebada
BRPI0508257-9A BRPI0508257A (pt) 2004-03-01 2005-03-01 dispositivo para amaciamento de grãos
KR1020137009280A KR101364295B1 (ko) 2004-03-01 2005-03-01 보리 침지 장치
PCT/CH2005/000116 WO2005083050A1 (de) 2004-03-01 2005-03-01 Vorrichtung zum weichen von gerste
US10/598,253 US8991301B2 (en) 2004-03-01 2005-03-01 Device for softening grain
ZA200606275A ZA200606275B (en) 2004-03-01 2005-03-01 Device for softening grain
AU2005217011A AU2005217011B2 (en) 2004-03-01 2005-03-01 Device for softening grain
CA2555285A CA2555285C (en) 2004-03-01 2005-03-01 Device for steeping cereals
EP05706535.1A EP1720970B1 (de) 2004-03-01 2005-03-01 Vorrichtung zum weichen von gerste
CN2005800061451A CN1926229B (zh) 2004-03-01 2005-03-01 用于浸泡大麦的装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025609A NL1025609C2 (nl) 2004-03-01 2004-03-01 Inrichting voor het weken van gerst.
NL1025609 2004-03-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025609C2 true NL1025609C2 (nl) 2005-09-05

Family

ID=34910125

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025609A NL1025609C2 (nl) 2004-03-01 2004-03-01 Inrichting voor het weken van gerst.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US8991301B2 (nl)
EP (1) EP1720970B1 (nl)
KR (2) KR101364295B1 (nl)
CN (1) CN1926229B (nl)
AR (1) AR047910A1 (nl)
AU (1) AU2005217011B2 (nl)
BR (1) BRPI0508257A (nl)
CA (1) CA2555285C (nl)
EA (1) EA008125B1 (nl)
NL (1) NL1025609C2 (nl)
WO (1) WO2005083050A1 (nl)
ZA (1) ZA200606275B (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102009003308A1 (de) 2009-01-05 2010-07-08 Bühler AG Verfahren zur Austreibung von Gasen
CN103842492B (zh) * 2011-09-30 2016-10-12 布勒股份公司 用于谷类物质的浸泡、发芽、烘干、发酵和/或其组合的装置和方法
US20140328984A1 (en) * 2011-10-12 2014-11-06 R.D. Legault Seeds, Ltd. Process for making fortified oilseed animal feed
DE112016000886T5 (de) 2015-02-24 2017-11-02 Salish Coast Enterprises, Inc. Gesteuerte Keimvorrichtung
CN115368984A (zh) * 2020-02-13 2022-11-22 布勒股份有限公司 模块化麦芽制造设备

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1538177A (en) * 1977-11-21 1979-01-10 Redler Conveyors Ltd Malting apparatus
EP0471143A1 (de) * 1990-02-28 1992-02-19 Rudolf Dipl.-Ing. Hauner Runder Behälter zur Aufnahme von feuchten, aggressiven Stoffen, insbesondere von Weich-, Keim- und Darreinrichtungen in Mälzereien
EP0714979A2 (en) * 1994-10-05 1996-06-05 Seeger Industrial, S.A. Germination vat for malthouses

Family Cites Families (82)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US395468A (en) * 1889-01-01 Apparatus for making malt
US12204A (en) * 1855-01-09 Hop-extracting apparatus
USRE26177E (en) * 1967-03-21 Automatic steering of space craft
US56453A (en) * 1866-07-17 Improvement in the manufacture of lager-beer
US409956A (en) * 1889-08-27 Malting and germinating apparatus
US206010A (en) * 1878-07-16 Improvement in beer-boilers
US23266A (en) * 1859-03-15 Pbepabing hop liquok fob distillebs and bbewebs
US758451A (en) * 1904-02-01 1904-04-26 Julius Judelson Clothes-drier.
US1563850A (en) * 1922-04-22 1925-12-01 Electric Water Sterilizer And Swimming pool
US1460486A (en) * 1922-06-19 1923-07-03 Harvey Helen Irene Automatic baster for cooking
US1921231A (en) * 1929-07-12 1933-08-08 Jourdan William Apparatus for cooking
US2138051A (en) * 1933-06-02 1938-11-29 Submarine Signal Co Means for treating liquids
US2296166A (en) * 1941-12-15 1942-09-15 Frank A Klein Seed duster
US2500775A (en) * 1947-07-23 1950-03-14 Boby Ltd Robert Apparatus for the controlled germination of grain during malting
US2767021A (en) * 1950-12-06 1956-10-16 Lewen R Nelson Lawn sprinklers
US2701422A (en) * 1952-09-27 1955-02-08 Boby Ltd Robert Malting and drying apparatus
US2948661A (en) * 1958-04-21 1960-08-09 Union Machine Company Lautering method and apparatus
US2961316A (en) * 1958-05-30 1960-11-22 Brewing Patents Ltd Process and apparatus for the preparation of worts
US3013949A (en) * 1959-04-07 1961-12-19 Ostertag Konrad Turning and conveying apparatus for the germinating mass in a travelingheap malting plant
US3033762A (en) * 1959-11-16 1962-05-08 Anheuser Busch Straining tank
US3085012A (en) * 1960-02-18 1963-04-09 Truman B Wayne Process of preparing a rice product
BE626450A (nl) * 1961-12-29
US3120015A (en) * 1962-05-16 1964-02-04 Ellamac Inc Cleaning assembly for use in a garden hose or the like
US3224362A (en) * 1964-09-11 1965-12-21 John J Kozar Automatic baster for braziers
GB1129533A (en) * 1965-07-02 1968-10-09 Vickers Ltd Improvements in apparatus for malting grain
DE1642651C3 (de) * 1967-06-10 1974-04-04 Rheinstahl Ag Maschinenbau, 4100 Duisburg Einstöckige Vorrichtung zum Weichen und Keimen von Gerste und anderen zu mälzenden Körnerfrüchten
GB1163067A (en) * 1967-07-21 1969-09-04 M Malting Ltd Ab Improvements in or relating to Malting
US3521304A (en) * 1967-09-11 1970-07-21 George J Ghiz Swimming pool cleaning system
AT276274B (de) 1968-04-16 1969-11-25 Rheinstahl Wanheim Ges Mit Bes Anlage zur Herstellung von Grünmalz bzw. Darrmalz
SE358655B (nl) * 1970-11-03 1973-08-06 Alfa Laval Ab
US3730846A (en) * 1970-08-21 1973-05-01 Rheinstahl Wanheim Gmbh Apparatus for malting grain
US3814003A (en) * 1970-10-20 1974-06-04 Rainier Companies Brewing apparatus
DE2121586C3 (de) * 1971-05-03 1979-12-13 Buehler-Miag Gmbh, 3300 Braunschweig Einrichtung zum Keimen und Darren von Malz
US3853713A (en) * 1971-10-05 1974-12-10 Phildon Eng Co Pty Ltd Method and apparatus for processing granular and other materials
BE792622A (fr) * 1971-12-15 1973-03-30 Miag Muehlenbau & Ind Gmbh Dispositif de germination et de touraillage du
US3840435A (en) * 1972-06-14 1974-10-08 Rahr Malting Co Malting apparatus
DE2237767A1 (de) * 1972-08-01 1974-02-14 Extraktionstechnik Gmbh Anlage zur kontinuierlichen herstellung von bierwuerze
DE2329360C2 (de) * 1973-06-08 1975-01-16 Gerhard 6100 Darmstadteberstadt Hohlbein Verfahren zur Trennung von Feinstmehlmaische in Bierwürze und Treber
US3938534A (en) * 1974-08-01 1976-02-17 Nobuo Akizawa Apparatus for washing cereals
US3940807A (en) * 1974-08-13 1976-03-02 Baker Hydro, Inc. Safety suction outlet for pools
DE2453673B2 (de) * 1974-11-13 1977-10-20 Beyer, Paul, 7151 Nellmersbach Keimkasten zum keimen und ausweichen von maelzgut auf durchlaessigen hordenboeden
DE2523709C3 (de) * 1975-05-28 1978-09-21 Christian Konrad 8251 St Wolfgang Numberger Anlage zur Erzeugung von Grünmalz aus geweichter Gerste und/oder zur Bevorratung und kontinuierlichen Abgabe von Grunmalz
US4315380A (en) * 1976-07-22 1982-02-16 Maxwell Davidson Limited Method of processing seeds or cereal to accelerate natural germination
US4181743A (en) * 1976-09-15 1980-01-01 Brumlick George C Food flavorings and methods for producing same
US4115878A (en) * 1977-03-14 1978-09-26 South Pacific Industries Spa safety drain
GB1557549A (en) * 1978-04-21 1979-12-12 Simpson & Co Alnwick J P Process and apparatus for the germination of grain in malting
US4327631A (en) * 1979-10-25 1982-05-04 Henry Balfour & Co. Lautering apparatus
DE2945976C2 (de) * 1979-11-14 1983-01-13 Anton Steinecker Maschinenfabrik Gmbh, 8050 Freising Kontinuierlich arbeitende Weichvorrichtung
US4286065A (en) * 1979-11-19 1981-08-25 Kaluniants Kalust A Apparatus for cultivation of microorganisms on granular nutrient medium
US4378434A (en) * 1980-03-31 1983-03-29 Solargizer International, Inc. Process for the production of useful cultures and/or metabolites
US4361080A (en) * 1980-07-18 1982-11-30 Henry Balfour & Company Ltd. Floor for lautering vessels
DE3242395A1 (de) * 1981-11-17 1983-09-08 Hickey & Co., Ltd., London Brauvorrichtung
DE3232977C1 (de) * 1982-09-04 1984-03-22 Bühler-Miag GmbH, 3300 Braunschweig Horde fuer Maelzereien und andere Gutbehandlungsraeume
DE3326431C2 (de) * 1983-07-22 1986-10-23 Friedrich Weissheimer Malzfabrik, 5470 Andernach Vorrichtung zum Waschen und zumindest teilweisen Weichen von Braugetreide
GB8321445D0 (en) * 1983-08-09 1983-09-07 Morton D G Ltd Robert Lauter tuns
US4592505A (en) * 1984-01-30 1986-06-03 L. R. Nelson Corporation Quick disconnect mounted programming means for sprinkler
US4659662A (en) * 1984-03-26 1987-04-21 J. E. Siebel Sons' Company, Inc. Batch fermentation process
US4886759A (en) * 1984-12-31 1989-12-12 Andreasen Norman H Germination floor systems
US4698309A (en) * 1984-12-31 1987-10-06 Andreasen Norman H Germination floor systems
US4837156A (en) * 1986-12-22 1989-06-06 Lampinen Leo K Tilting lauter tun
JPH058803Y2 (nl) * 1987-09-12 1993-03-04
DE3815845C1 (nl) * 1988-05-09 1989-06-08 Air Froehlich Ag Fuer Energierueckgewinnung, Arbon, Ch
ES2024230A6 (es) * 1990-04-27 1992-02-16 Seeger Ind Sa Mejoras introducidas en tinas de remojo para malterias.
FR2684685B1 (fr) * 1991-12-10 1994-03-11 Nordon Cie Installation de trempage de grains.
US5644971A (en) * 1995-06-13 1997-07-08 Andritz Sprout-Bauer, Inc. Vessel for steeping of grain
DE29517345U1 (de) * 1995-10-30 1996-01-25 Anton Steinecker Maschinenfabrik GmbH, 85356 Freising Läuterbottich
US5682628A (en) * 1996-05-10 1997-11-04 Oleson; Vicki L. Flushable bathtub cleaning system
US5676039A (en) * 1996-07-02 1997-10-14 Cmc Engineering And Management Limited Slope-channelled, easily cleaned steep tank floor
US6251466B1 (en) * 1996-08-15 2001-06-26 Brookside Foods, Ltd. Particulate natural fruit product and method of making same
BR9700726A (pt) * 1997-01-21 1998-12-01 Petroleo Brasileiro Sa Sistema de aquecimento para tanques de armazenamento de produtos líquidos
JPH10309107A (ja) * 1997-05-09 1998-11-24 Hokko Chem Ind Co Ltd 自動往復式混合機による大量の種子の消毒剤粉衣方法
DE59900442D1 (de) * 1998-04-30 2001-12-20 Prophyta Biolog Pflanzenschutz Solid-state-fermenter und verfahren zur solid-state-fermentation
US6419840B1 (en) * 1999-03-30 2002-07-16 Jonathan E Meincke Cleaning system for swimming pools and the like
DE19924528A1 (de) * 1999-05-28 2000-11-30 Buehler Ag Vorrichtung zur Reinigung von Keimhorden
US6703055B1 (en) * 1999-09-01 2004-03-09 Daniel Klein Wine fermentation cap management and pomace removal
DE19953659A1 (de) * 1999-11-08 2001-05-10 Buehler Ag Verfahren und Vorrichtung zur Dekontamination von Polykondensaten
WO2001036314A2 (en) * 1999-11-18 2001-05-25 Dong Gyun Kim Water tank
US6817043B2 (en) * 2002-11-15 2004-11-16 Leif Alexander Zars Safety swimming pool replacement drain cover apparatus and method
NL1023868C2 (nl) * 2003-07-09 2005-01-11 Buehler Gmbh Inrichting voor het mouten van graan.
DE10335522A1 (de) * 2003-07-31 2005-02-17 Prophyta Biologischer Pflanzenschutz Gmbh Solid-State-Fermenter
JP2007295878A (ja) * 2006-05-02 2007-11-15 Kojimagumi:Kk 催芽種子形成装置及び催芽種子形成方法
US8141477B2 (en) * 2008-05-13 2012-03-27 William Broderick Mash/lauter tun and method of use thereof

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1538177A (en) * 1977-11-21 1979-01-10 Redler Conveyors Ltd Malting apparatus
EP0471143A1 (de) * 1990-02-28 1992-02-19 Rudolf Dipl.-Ing. Hauner Runder Behälter zur Aufnahme von feuchten, aggressiven Stoffen, insbesondere von Weich-, Keim- und Darreinrichtungen in Mälzereien
EP0714979A2 (en) * 1994-10-05 1996-06-05 Seeger Industrial, S.A. Germination vat for malthouses

Also Published As

Publication number Publication date
KR20070003886A (ko) 2007-01-05
EP1720970B1 (de) 2018-10-03
CA2555285A1 (en) 2005-09-09
CA2555285C (en) 2013-11-19
EP1720970A1 (de) 2006-11-15
AU2005217011A1 (en) 2005-09-09
EA008125B1 (ru) 2007-04-27
CN1926229A (zh) 2007-03-07
US20070160710A1 (en) 2007-07-12
KR20130042665A (ko) 2013-04-26
ZA200606275B (en) 2008-02-27
WO2005083050A1 (de) 2005-09-09
US8991301B2 (en) 2015-03-31
BRPI0508257A (pt) 2007-07-31
CN1926229B (zh) 2012-09-26
EA200601594A1 (ru) 2006-12-29
KR101364295B1 (ko) 2014-02-18
AR047910A1 (es) 2006-03-01
AU2005217011B2 (en) 2008-12-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4772671B2 (ja) 遺伝子的に形質転換可能な植物組織の調製用の方法および装置
WO2009018256A1 (en) Compact washing flume system
WO2012161339A1 (ja) 下水処理システム
US20150342161A1 (en) Fish culturing system
KR101879799B1 (ko) 하,폐수처리장의 자동청소 스크린장치
KR20010082223A (ko) 간헐적으로 흐르는 급수에 사용되는 저속샌드필터 및 이의이용방법
NL1025609C2 (nl) Inrichting voor het weken van gerst.
CN207040819U (zh) 花生收获后清洗烘干一体化设备
WO2011136660A1 (en) Farming system for aquatic organisms
US1670094A (en) Swimming pool
EP0785911B1 (en) Biological waste fluid cleaner
JP2930545B2 (ja) 植木鉢用灌水装置
NL2032077B1 (en) Method for cleaning a top fabric and cultivation floor cleaning device
KR101724580B1 (ko) 곡물 발아장치
RU2201910C2 (ru) Устройство для ферментационной обработки жидкого навоза
JPH0378970B2 (nl)
AU747968B2 (en) Self cleaning aquarium system
JP7610807B2 (ja) 散水・生物ろ過方法
JP7426053B1 (ja) 生物ろ過装置、水ろ過システム及び水ろ過方法
MXPA06008837A (en) Device for softening grain
JP2002066575A (ja) セラミック活水装置、活水供給システムおよびこの活水装置と活水供給システムを用いた活水の製造方法
JP2002247968A (ja) 生海苔洗浄機におけるタンク内洗浄装置
JP2009148223A (ja) 海苔貯蔵槽の海水循環システム
US1830180A (en) Fruit treating apparatus
JP2640672B2 (ja) 水質浄化装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190401