BE1006068A3 - Heterogene breistof. - Google Patents
Heterogene breistof. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1006068A3 BE1006068A3 BE9200613A BE9200613A BE1006068A3 BE 1006068 A3 BE1006068 A3 BE 1006068A3 BE 9200613 A BE9200613 A BE 9200613A BE 9200613 A BE9200613 A BE 9200613A BE 1006068 A3 BE1006068 A3 BE 1006068A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- fabric according
- zones
- knitting
- knitting fabric
- sep
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C03—GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
- C03B—MANUFACTURE, SHAPING, OR SUPPLEMENTARY PROCESSES
- C03B40/00—Preventing adhesion between glass and glass or between glass and the means used to shape it, hold it or support it
- C03B40/005—Fabrics, felts or loose covers
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C03—GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
- C03B—MANUFACTURE, SHAPING, OR SUPPLEMENTARY PROCESSES
- C03B23/00—Re-forming shaped glass
- C03B23/02—Re-forming glass sheets
- C03B23/023—Re-forming glass sheets by bending
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D04—BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
- D04B—KNITTING
- D04B1/00—Weft knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes
- D04B1/14—Other fabrics or articles characterised primarily by the use of particular thread materials
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2101/00—Inorganic fibres
- D10B2101/02—Inorganic fibres based on oxides or oxide ceramics, e.g. silicates
- D10B2101/06—Glass
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2101/00—Inorganic fibres
- D10B2101/02—Inorganic fibres based on oxides or oxide ceramics, e.g. silicates
- D10B2101/08—Ceramic
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2101/00—Inorganic fibres
- D10B2101/10—Inorganic fibres based on non-oxides other than metals
- D10B2101/12—Carbon; Pitch
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2101/00—Inorganic fibres
- D10B2101/20—Metallic fibres
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2201/00—Cellulose-based fibres, e.g. vegetable fibres
- D10B2201/01—Natural vegetable fibres
- D10B2201/02—Cotton
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2331/00—Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products
- D10B2331/02—Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products polyamides
- D10B2331/021—Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products polyamides aromatic polyamides, e.g. aramides
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D10—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
- D10B2401/00—Physical properties
- D10B2401/06—Load-responsive characteristics
- D10B2401/062—Load-responsive characteristics stiff, shape retention
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10S428/902—High modulus filament or fiber
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/24—Structurally defined web or sheet [e.g., overall dimension, etc.]
- Y10T428/24942—Structurally defined web or sheet [e.g., overall dimension, etc.] including components having same physical characteristic in differing degree
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/24—Structurally defined web or sheet [e.g., overall dimension, etc.]
- Y10T428/24942—Structurally defined web or sheet [e.g., overall dimension, etc.] including components having same physical characteristic in differing degree
- Y10T428/2495—Thickness [relative or absolute]
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T442/00—Fabric [woven, knitted, or nonwoven textile or cloth, etc.]
- Y10T442/40—Knit fabric [i.e., knit strand or strip material]
- Y10T442/45—Knit fabric is characterized by a particular or differential knit pattern other than open knit fabric or a fabric in which the strand denier is specified
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T442/00—Fabric [woven, knitted, or nonwoven textile or cloth, etc.]
- Y10T442/40—Knit fabric [i.e., knit strand or strip material]
- Y10T442/475—Including a free metal or alloy constituent
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Re-Forming, After-Treatment, Cutting And Transporting Of Glass Products (AREA)
- Knitting Of Fabric (AREA)
- Reinforced Plastic Materials (AREA)
- Laminated Bodies (AREA)
- Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)
- Chemical Or Physical Treatment Of Fibers (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een heterogene breistof (1) op maat voor het bekleden van matrijsoppervlakken omvattende voorafbepaalde zones (3-9) met onderling verschillend breipatroon. De breistof kan toegepast worden in vormgevingsinrichtingen voor bijv. glasplaten.
Description
<Desc/Clms Page number 1> HETEROGENE BREISTOF De vinding betreft een heterogene breistof op maat voor het bekleden van matrijsoppervlakken. Bij het ontwerp van voertuigmodellen wordt meer en meer aandacht besteed aan het aerodynamisch profiel van het koetswerk, inzonderheid van de voor-en achterruiten van auto's. Deze ruiten vereisen derhalve gebogen plaatvormen met steeds complexer krommingszones en met o. a. overgangen van twee- naar driedimensionale krommingsgebieden. Het warm vormen van de op maat gesneden glasplaten gebeurt op een bekende wijze door de vlakke platen op te warmen tot een temperatuur waarbij ze voldoende vervormbaar worden om in een matrijs met het gewenste krommingsoppervlak tot de gewenste gebogen ruitvorm omgezet te worden. Het is bekend, b. v. uit de Franse octrooiaanvrage 2. 606. 398, de harde metalen matrjsoppervlakken te bekleden met een kussenvormende voeringslaag teneinde oneffenheden te vermijden in het ruitoppervlak bij de warme vormgeving. Glasvezelen metaaldraadweefsels alsmede kombinaties daarvan zijn hiervoor toepasbaar. Aan deze voeringsstoffen worden steeds hogere eisen gesteld als gevolg van de noodzaak steeds ingewikkelder krommingsoppervlakken te moeten bewerkstelligen in de glasplaten. Naargelang delen van de voeringsstoffen zich uitstrekken over de matrijsranden of over zones met sterke of driedimensionele kromming of over de overige delen van het matrijsoppervlak zal per zone of deeloppervlak hun sterkte, sleetbestendigheid, dwarse samendrukbaarheid, buigstijfheid en/of rekbaar- heid in het vlak moeten aangepast zijn. De ruitranden worden aan de holle zijde van de gebogen ruit ook meer en meer voorzien van een gekleurde emaillaag. Bij het warme vormproces in de matrijs moet er voor gezorgd worden dat de emaillaag <Desc/Clms Page number 2> niet gaat kleven aan de daartegenover liggende breistofranden. De breistof kan daartoe dus op die randplaatsen nog extra structuuraanpassingen vereisen. De vinding komt hieraan tegemoet door een breistof op maat te verschaffen voor het bekleden van matrijsoppervlakken waarbij ze voorafbepaalde zones omvat met onderling verschillend breipatroon. De uitdrukking "breistof omvattende zones met onderling verschillend breipatroon" is hierbij te beschouwen als een overkoepelend begrip voor gebreide structuren waarin op diverse plaatsen over het oppervlak, en/of doorheen de dikte van de stof de structuur verschilt van deze op andere plaatsen door verschil in maasgrootte, maasvorm, steekvorming, maasbinding, vezel-en/of garensamenstelling of structuur en/of dikte van de gebreide structuur. Als gevolg van deze structuur-verschillen zal plaatselijk dus ook de stofdichtheid (d. i. luchtdoorlaatbaarheid) of rekbaarheid, resp. elasticiteit in een of andere richting en hetzij de sterkte of sleetvastheid, weerstand tegen insnijdingen, de dwarse samendrukbaarheid (loodrecht op het vlak van de stof) en de stijfheid afwijken t. o. v. aangrenzende zones. Een en ander zal thans nader toegelicht worden aan de hand van bijgaande figuren. Figuur 1 toont een breistof volgens de vinding met over haar oppervlak een aantal opeenvolgende breistofsecties zoals ze door de breimachine kunnen afgeleverd worden. Figuur 2 toont een analoog breiseì maar waarin de opeen- volgend door de machine afgeleverde secties anders gerangschikt zijn. Figuur 3 toont schematisch een vlakbreidoek op maat voor het vormen van een voor- oP achterruit van een perso- nenwagen. <Desc/Clms Page number 3> Figuur 4 schetst een doorsnede van een dubbelgelaagde brei- stofsectie waarin het breipatroon verschilt door- heen de dikte van de stof ; d. i. van de ene laag t. o. v. de andere. Figuur 5 toont schematisch een breipatroon met vulgarens. De opeenvolgende secties van het breisel geschetst in figuur 1, vormen elk een breistof 1 op maat voor het bekleden van oppervlakken van een matrijs voor het gepast buigen van glasplaten die bedoeld zijn bijv. als voorruiten of achterruiten van voertuigen, i. h. b. van auto's. De breistoffen 1 lopen bij vervaardiging als opeenvolgende secties uit bijv. een vlakbreimachine. De secties kunnen onderling verbonden zijn door een of meer scheidingsdraden 2 die vlot kunnen uitgetrokken worden om de breistoffen van elkaar te scheiden voor gebruik als matrijsbekleding. De breistoffen 1 op maat kunnen ook een per een (los van elkaar) vervaardigd worden. Elke breistof 1 omvat een omtrekzone 3 die in hoofdzaak dient om de stof 1 vast te leggen over de matrjsranden. Haar breipatroon zal bij voorkeur ook gekozen worden met het oog op het verlenen van enige randstijfheid aan de breistof zodat deze minder of geen neiging meer heeft om vanzelf op te rollen. Deze stijfheid in een of meer richtingen kan bijv. verwezenlijkt worden door de maasdichtheid te verhogen, door een geschikte maasbinding of steek toe te passen, door dikkere en/of stijver garens in te zetten, enz. De omtrekzone 3 zal dus meestal stijver uitgevoerd zijn dan de ingesloten zones 4,5, 6. De centrale breistofzones 4,5 en 6 vormen samen het breistofdeel dat het eigenlijk matrijsdeel bekleedt en dat bij het vormen (bijv. persen) van de op vorm gesneden glasplaten hiermee een soort kussenkontakt maakt. Naargelang de plaatse- 1 ijke krommingsgraad over bepaalde zones van het matrijsoppervlak min of meer uitgesproken is (bijv. twee- of drie- <Desc/Clms Page number 4> dimensioneel) zal het breipatroon van de onderscheiden zones 4 en 5 onderling kunnen verschillen. De breizones 5 tegenover de sterkst gekromde matrijsdelen zullen bij voorkeur iets dikker en/of minder luchtdoorlatend (dichter) gebreid zijn en/of sleetvaster zijn dan de overige zones 4. Dichtheid- en/of dikte-overgangszones 6 tussen beide zones 4 en 5 zijn soms aangewezen om rib- of rimpeleffecten in de breistof tegen te gaan. Ook kan het wenselijk zijn de sleetbestendigheid en/of dwarse samendrukbaarheid van de zones 5 anders, bij voorkeur hoger te kiezen dan voor de zones 4. De diverse gewenste heterogeniteiten in de breistof zoals rekbaarheid, elasticiteit, sleetbestendigheid, min of meer zacht aanvoelen, dikte, dichtheid, samendrukbaarheid, stijfheid enz. kunnen ook ingebracht worden door per zone de garensamenstelling aan te passen, eventueel samen met de hierboven beschreven maatregelen voor plaatselijke aanpassing van het breipatroon. Vooreerst moet men er van uitgaan dat de garengrondstoffen voor de breistoffen moeten bestand zijn tegen bedrijfstemperaturen van b. v. meer dan 500 C. Metaalvezels en glasvezels, alsook keramische en koolstofvezels komen dan dus in principe in aanmerking. Het is nu gebleken dat de breistoffen 1 - tenminste in de zones waar de hoogste sleetbestendigheid vereist is - bij voorkeur metaalvezels, bijv. roestvaste staalvezels zullen omvatten. Deze staalvezels zullen bij voorkeur een dikte bezitten tussen 6 pm en 30 hum. Ze kunnen vervaardigd zijn door een methode van gebundeld trekken zoals bekend uit b. v. de U. S. octrooien Nr. 2. 050. 289 of Nr. 3. 379. 000. Ze kunnen vervolgens versponnen worden tot multifilament- of stapelvezelgarens (al dan niet gedoubleerd) met een metrisch nummer tussen 5 en 60 ten behoeve van het latere breiproces. Desgewenst kunnen de metaalvezels vooraf gemengd worden met een bepaald aandeel andere temperatuurbestendige vezels zoals bijv. glasvezels teneinde een of andere gemengde garen- <Desc/Clms Page number 5> samenstelling te kunnen inzetten in een of andere der zones 3 tot 6 ten behoeve van bv. specifieke warmtegeleidingseisen. Het kan ook aangewezen zijn de zones 3 en eventueel 4 volledig uit (goedkopere) glasvezelgarens te breien en bijv. de minder luchtdoorlatende zones 5 (en 6) uit de meestal duurdere metaalvezelgarens. De samenstelling van de garens per zone zal uiteindelijk experimenteel moeten aangepast worden aan de verwachte plaatselijke belasting (temperatuur, persdruk, abrase...) van de breistofzones. Zones 3 en 4 kunnen uitsluitend uit glasvezel bestaan terwijl zones 5 en 6 een hybried mengsel uit glas-en metaalvezels kunnen insluiten. Men kan zelfs overwegen de zones 3 en/of 5 uit te voeren als dubbel gebreide laag om de eventuele oprolneiging van in een laag gebreide doeken tegen te gaan. Dergelijke dubbel gebreide sectie is getoond in doorsnede in figuur 4. Beide lagen 10 en 11 van het dubbelgebreide stuk kunnen dan onderling verschillen in breipatronen : o. m. wat betreft maasdichtheid en/of vezelsamenstelling (bijv. glas aan de ene zijde en metaal aan de andere zijde). De beide buitenlagen 10 en 11 worden tijdens het breien met binddraden 12 onderling verbonden. De samenstelling van de breistof dient natuurlijk ook zo gekozen te worden dat ze bij de perstemperaturen in de matrijs niet kleven aan eventuele emaillakken die op de ruitoppervlakken aangebracht zijn. Figuur 2 toont een gelijkaardig breisel. De secties 1 met scheidingsdraden 2 tussenin zijn hierin anders gerangschikt. Al naar gelang de breistofparameters zus of zo moeten variëren tijdens het breien kan men dit patroon verkiezen boven dat van figuur 1. Het spreekt vanzelf dat het aangewezen kan zijn in matrijspersen een verschillend breipatroon toe te passen voor bekleding van de vrouwelijke matrijsvorm en voor de manne- lijke. De vrouwelijke matrijsvorm kan eventueel enkel een <Desc/Clms Page number 6> raam zijn dat zich tegenover de omtreksranden uitstrekt van het mannelijke matrijsdeel. De uitvoeringsvorm volgens figuur 3 toont een randzone 3 voor bevestiging op de matrijsrand van een mannelijke matrijs. Bij het vlakbreien op bijv. een CMS-machine (firma Stoll, Reutlingen) is het mogelijk een buisvormige strook 7 in te breien in deze rand. In deze buisholte kan dan een rechte maar plooibare verstevigingsdraad 16 ingeschoven worden, bijv. uit zacht roestvast staal of koper teneinde het oprollen van het doek te verhinderen. Deze aldus verstevigde randribben 7 kunnen ook dienst doen om de gebreide doeken op een handige manier te bevestigen aan de matrijsranden via bijv. haken. In de centrale zone 4 (met relatief geringe kromming) moet de ruit een onberispelijke gave optische kwaliteit bezitten. Breistofstructuren uit roestvaste staalvezelgarens (bijv. 316L) met ongeveer 10 m vezeldiameter (bijv. tussen 6 en 15 pm) of uit glasvezelgarens voldoen hier. Een doekdikte van bijv. 1, 2 mm (en bij voorkeur tenminste 1, 0 mm) in de dunste zones en een luchtdoorlaatbaarheid van bij voorkeur tussen 2000 en 6500 lZh bij een drukval van 100 Pa over het doek werden geschikt bevonden. De zones 8 en 9 liggen bij de vormgeving tegenover de met email bedekte randen van de ruit en ondergaan meestal een zwaardere belasting (druk, abrasie, afschuifkrachten) dan de centrale zone 4. Vandaar dat het breipatroon en de samenstelling van vezels en garens aldaar aangepast moeten worden aan deze omstandigheden, in het bijzonder aan de hogere eisen voor sleetbestendigheid. De vezeldiameter zal bij voorkeur dikker gekozen worden dan deze gebruikt voor zone 4. Tijdens vervaardiging van de garens en breistoffen worden doorgaans olie-houdende avivages toegepast die zorgvuldig moeten uitgewassen worden vóór het aanbrengen van de breistof <Desc/Clms Page number 7> op de matrijs. Geringe olieresten op het doek zijn evenwel moeilijk te vermijden. Deze resten mogen echter geen aanleiding geven tot overmatige verbrossing van de vezels (noch in de zone 4 noch daaromheen) als gevolg van de vorming van C-resten en oxydatie bij de hoge vormgevingstemperatuur ; Oe vezelsamenstelling zal dus moeten aangepast worden. Roestvaste staalvezels met een relatief laag gehalte aan ijzer t. o. v. chroom en nikkel verdienen dus de voorkeur : bijv. tenminste 16 % Cr en tenminste 10 % Ni, soms zelfs over 17 % Cr en tenminste 12 % Ni. Metaalvezels uit Inconel (type 601) of uit 80 % Ni en 20 % Cr zijn eveneens geschikt. De met breistof overtrokken matri j sde 1 en kunnen ook ontworpen worden met het oog op het temperen of de bewerkingscombinatie vormgeven en achteraf temperen van de gevormde ruiten terwijl ze ondersteund blijven door een der met breistof beklede matrijsdelen. Teneinde vezels met zeer sleetbestendige of corrosiewerender oppervlakken te kunnen inzetten kan men overwegen de vezels (in het bijzonder de roestvaste staalvezels) door bv. plasmasputteren te bedekken met een sleetvast dun laagje zoals Wolframcarbide, titaniumnitride, hard chroom, aluminiumtita- EMI7.1 naat, 0) , Het breistofconcept volgens de vinding laat in het bijzonder toe breipatronen op maat toe te passen die geschikt zijn voor matrijsbekledingen zoals beschreven in de volgende Europese octrooiaanvragen (EP). In EP 404677 kan een concept volgens de vinding de combinatie van het flexibel membraan (22) en de PTFE-folie (26) resp. van het metaaldoek (16) met de elastische SIGRAFLEX-laag vervangen. In de omlopende band (13) in EP 415826 of EP 392886 kunnen volgens de vinding de langsranden een versterkt breipatroon omvatten, terwijl in de centrale bandzone opeenvolgend diverse oppervlakte-en/of EMI7.2 d dktepatronen aangebracht worden. <Desc/Clms Page number 8> Het toepassen van breistofpatronen op maat kan ook nuttig zijn waar ruiten moeten gevormd worden met sterk omgebogen randen zoals beschreven bijv. in EP 445672, EP 351739, EP 389323, EP 373992, EP 471621 en EP 414232. Tegenover de zones met sterke kromming zal het breipatroon dan meestal flexibel zijn t. o. v. van de zones met kleinere kromming. Analoge breipatroonaanpassingen kunnen ook overwogen worden bij ruitvormen met een convex gebogen deel en met een concaaf gebogen deel zoals beschreven in EP 423698, EP 448960, EP 476693 en US 4508556 of US 4260409. De breipatronen onderaan en bovenaan de stof zullen bijv. onderling verwis- seld kunnen zijn in het convexe deel t. o. v. het concave deel met eventueel een overgangszone tussenin. Voor de steekvorming kan een gauge toegepast worden tussen 10 en 18. De breistoffen kunnen ook voorzien zijn van een aangepast, hetzij regelmatig of per zone verschillend gatenpatroon teneindewarmteoverdrachttussenmatrijs englasplaat aan te passen in functie van o. a. de toe te passen zuig- of blaasstromen voor warme of koude lucht bij vormen of temperen. De breistof kan ook de vorm bezitten van een vlakke ring met een ovale, rechthoekige of andere buitenomtrek. De binnenomtrek kan dan dezelfde of een andere vorm hebben. VOORBEELD Voor een achterruit van een vijfdeurs-personenwagen wordt het trapeziumvormig breipatroon 1 met onderscheiden oppervlaktezones 3, 4 en 5 toegepast zoals geschetst in figuur 1. In de zones 3 en 5 wordt eenzelfde breipatroon Fl of F4 gebruikt en in de zone 4 het patroon F2 of F3. In alle breipatronen Fl tot F4 worden enkel roestvaste staalvezelgarens gebruikt (type 316L met bijv. zowat 17, 5 % Cr en <Desc/Clms Page number 9> 12 % Ni). De vezeldiameter bedraagt hier 8 f. 1m maar kan tenminste voor zones F1 en/of F4 ook 12 f. 1m bedragen. De garens hebben bijv. een metrisch nummer 11/2 en omvatten twee deelstrengen die samengetwist zijn. De garens worden verwerkt tot breistof op een vlakbreimachine van het type CMS (Stoll GmbH - Reutlingen) met gauge 12. In onderstaande tabel zijn enkele breistofparameters samengevat : Tabel 1 EMI9.1 <tb> <tb> type <SEP> gewicht <SEP> dikte <SEP> permea- <SEP> aantal <SEP> vul- <SEP> Steek- <SEP> <tb> biliteit <SEP> garens <SEP> vorming <tb> g/m2 <SEP> mm <SEP> l/h <SEP> bij <tb> 100 <SEP> Pa <tb> Fl <SEP> 1224 <SEP> 1. <SEP> 60 <SEP> 3100 <SEP> 1 <SEP> 1/4 <tb> F2 <SEP> 1268 <SEP> 1. <SEP> 30 <SEP> 3200 <SEP> 1 <SEP> 1/3 <tb> F3 <SEP> 1198 <SEP> 1. <SEP> 25 <SEP> 2900 <SEP> 2 <SEP> 1/2 <SEP> <tb> F4 <SEP> 1699 <SEP> 1. <SEP> 85 <SEP> 2900 <SEP> 3 <SEP> 1/3 <SEP> <tb> In figuur 5 is schematisch een voorbeeld van een breistof geillustreerd die vervaardigd kan worden op een CMS/Stoll- vlakbreimachine en die analoog is aan deze opgesomd in bovenstaande tabel. Om de twee naalden wordt een garen 14 verbreid ; dit wordt dan aangeduid door een steekvorming 1/2. Bovendien is per rij een vulgaren 15 ingewerkt. Dit vulgaren 15 benadert een poollussenpatroon aan een zijde van de stof en verleent zodoende enig kusseneffekt aan de breistof. De stof kan tijdens het vormproces naargelang de omstandigheden met haar poollussenzijde hetzij tegen de glasplaat hetzij tegen het matrijsoppervlak aanliggen. Bij een dubbellaaggebreide stof (figuur 4) kunnen vulgarens 15 in tenminste een deel van de breistofrijen van beide lagen meegegeven worden. <Desc/Clms Page number 10> In de breistof kunnen ook inslaggarens meegebreid worden. Dit zal dan doorgaans het effekt hebben dat de breistof in deze inslagrichting veel minder rekbaar wordt dan in de richting loodrecht daarop. Door de stof dan gekontroleerd te rekken bij het overtrekken van de matrijsvorm kan men in die ene richting de stofdichtheid regelen terwijl ze in de inslagrichting konstant blijft. Voor de achterruit van een personenwagen kan ook een breipatroon volgens figuur 3 toegepast worden. De zone 3 kan uit glasvezelgarens gebreid zijn. De breistoftypes Fl en/of F4 of dubbelgelaagde breistructuren kunnen ingezet worden voor de centrale zone 4. Men kan dus o. a. volgende patrooncombinaties samenstellen : Tabel 2 EMI10.1 <tb> <tb> zones <SEP> combinaties <SEP> van <SEP> types <tb> 4 <SEP> F2 <SEP> F3 <SEP> F2 <SEP> F3 <SEP> F2 <SEP> F3 <tb> 3 <SEP> glas <SEP> Fl <SEP> glas <SEP> Fl <SEP> Fl <SEP> glas <tb> 8 <SEP> F1 <SEP> F1 <SEP> F4 <SEP> Fl <SEP> F4 <SEP> F4 <tb> 9 <SEP> Fl <SEP> F4 <SEP> F4 <SEP> Fl <SEP> F4 <SEP> F4 <SEP> <tb> Teneinde bij specifieke patronen breimoeilijkheden te voorkomen bij de overgang tussen twee opeenvolgende secties kan men een gebreide draagstofrand 17 voorzien uit bijv. goedkoop en makkelijk te verwerken garen zoals katoen. De opeenvolgende secties kunnen dan van elkaar gescheiden worden door het doek dwars door te snijden in deze katoengarenzone 17. EMI10.2 jk voor het buigen van De uitvinding autoruiten, maar ook voor andere vormgeving van glazen voor- <Desc/Clms Page number 11> werpen door persen in matrijzen, bv. voor de vorming van kathodestraalbuizen en gebogen spiegels.
Claims (22)
- CONCLUSIES l. Breistof (l) op maat voor het bekleden van matrjsoppervlakken omvattende voorafbepaalde zones (3 - 9) met onderling verschillend breipatroon.
- 2. Breistof volgens conclusie l, waarbij het onderling verschillend breipatroon aanwezig is in voorafbepaalde opper- vlaktezones.
- 3. Breistof volgens conclusie 1 of 2 waarbij het onderling verschillend breipatroon aanwezig is in voorafbepaalde zones doorheen de dikte van de breistof.
- 4. Breistof volgens conclusie 2, waarbij bepaalde zones (5) over haar oppervlak dikker zijn dan de aangrenzende zones (4).
- 5. Breistof volgens conclusie 4, waarbij een geleidelijke dikteovergang aanwezig is in een grenszone (6) tussen dikkere zones (5) en dunnere zones (4).
- 6. Breistof volgens conclusie l, waarbij bepaalde zones over haar oppervlak meer samendrukbaar zijn in dwarsrichting dan andere.
- 7. Breistof volgens conclusie 1, waarbij bepaalde zones over haar oppervlak rekbaarder resp. elastischer zijn dan andere.
- 8. Breistof volgens conclusie 1, waarbij de omtrekzone (3) een grotere stijfheid bezit dan de zones (4,5, 6) over het centraal gedeelte van het breistofoppervlak.
- 9. Breistof volgens conclusie 1, waarbij bepaalde zones sleetbestendiger zijn dan andere. <Desc/Clms Page number 13>
- 10. Breistof volgens conclusie 1, waarbij bepaalde zones minder luchtdoorlatend (dichter gebreid) zijn dan andere. EMI13.1
- 11. Breistof volgens conclusie 1, waarbij de vezelsamen- stelling verschilt van een of meer zones t. o. v. andere.
- 12. Breistof volgens conclusie 1, waarbij de garensamenstelling verschilt van een of meer zones t. o. v. andere.
- 13. Breistof volgens conclusie 1, die in tenminste een zone (3 - 9) garens omvat die metaalvezels insluiten met een diameter tussen 6 pm en 30 pm.
- 14. Breistof volgens conclusie 13 uit metaalvezelgarens waarbij het metaal een roestvaste staalsoort is.
- 15. Breistof volgens conclusie 14 waarbij het roestvaste staal tenminste 16 % Cr en tenminste 10 % Ni bevat.
- 16. Breistof volgens conclusie 14 of 15 waarbij de vezels een sleetvaste deklaag bezitten.
- 17. Breistof volgens conclusie 1 waarbij tenminste in één zone vulgarens (15) zijn ingebreid.
- 18. Breistof volgens conclusie 10 waarbij de permeabiliteit van de zones ligt tussen 2000 en 6500 l/h bij een drukval van 100 Pa over het doek.
- 19. Breistof volgens conclusie 1 waarbij de dunste zones tenminste 1, 0 mm dik zijn.
- 20. Breistof volgens conclusie 1 voorzien van een aangepast gatenpatroon. <Desc/Clms Page number 14>
- 21. Gelaagde breistof volgens conclusie 13 omvattende tenminste een buitenlaag (10) uit metaalvezelgarens.
- 22. Breistof volgens conclusie 1 met een steekvormingsgauge tussen 10 en 18.
Priority Applications (12)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9200613A BE1006068A3 (nl) | 1992-07-01 | 1992-07-01 | Heterogene breistof. |
PCT/BE1993/000043 WO1994001372A1 (en) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Heterogeneous knitted fabric |
ES93912485T ES2114054T3 (es) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Tela tejida heterogenea. |
JP50277994A JP3634862B2 (ja) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | 不均一な編布 |
DE69316363T DE69316363T2 (de) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Heterogene strickware |
AU43017/93A AU4301793A (en) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Heterogeneous knitted fabric |
KR1019940704808A KR100266832B1 (ko) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | 불균일 편성포 |
US08/351,374 US5631067A (en) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Heterogeneous knitted fabric |
BR9306638A BR9306638A (pt) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Tecido de malha heterogêneo |
EP93912485A EP0648194B1 (en) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Heterogeneous knitted fabric |
CA002138990A CA2138990C (en) | 1992-07-01 | 1993-06-29 | Heterogeneous knitted fabric |
MX9303949A MX9303949A (es) | 1992-07-01 | 1993-06-30 | Tela tejida heterogenea. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9200613A BE1006068A3 (nl) | 1992-07-01 | 1992-07-01 | Heterogene breistof. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1006068A3 true BE1006068A3 (nl) | 1994-05-03 |
Family
ID=3886346
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9200613A BE1006068A3 (nl) | 1992-07-01 | 1992-07-01 | Heterogene breistof. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5631067A (nl) |
EP (1) | EP0648194B1 (nl) |
JP (1) | JP3634862B2 (nl) |
KR (1) | KR100266832B1 (nl) |
AU (1) | AU4301793A (nl) |
BE (1) | BE1006068A3 (nl) |
BR (1) | BR9306638A (nl) |
CA (1) | CA2138990C (nl) |
DE (1) | DE69316363T2 (nl) |
ES (1) | ES2114054T3 (nl) |
MX (1) | MX9303949A (nl) |
WO (1) | WO1994001372A1 (nl) |
Families Citing this family (18)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1009485A3 (nl) * | 1995-07-14 | 1997-04-01 | Bekaert Sa Nv | Textielstof omvattende bundels geschaafde metaalfilamenten. |
BE1009548A3 (nl) * | 1995-08-23 | 1997-05-06 | Bekaert Sa Nv | Dun textieldoek omvattende bundels metaalfilamenten. |
FR2739616B1 (fr) * | 1995-10-05 | 1997-11-14 | Saint Gobain Vitrage | Revetement pour outillages en contact avec du verre chaud |
BE1010937A3 (nl) * | 1997-02-20 | 1999-03-02 | Bekaert Sa Nv | Bekleding voor structuren welke contact maken met glazen voorwerpen tijdens hun vormgevingsproces. |
BE1012976A3 (nl) | 1998-03-18 | 2001-07-03 | Bekaert Sa Nv | Dunne heterogene breistof omvattende metaalvezels. |
US6756330B1 (en) * | 1999-01-08 | 2004-06-29 | N.V. Bekaert S.A. | Knitted fabric of steel fibers with increased number of stitches |
EP1043277A1 (en) * | 1999-04-09 | 2000-10-11 | N.V. Bekaert S.A. | A knitted fabric with different front and back outer surfaces |
DE60000250T2 (de) | 1999-04-09 | 2003-02-20 | N.V. Bekaert S.A., Zwevegem | Hitzebeständiges bedeckungsmaterial |
US6782720B2 (en) * | 2002-01-30 | 2004-08-31 | Lakeland Industries | Unilayer fabric with reinforcing parts |
WO2010079194A1 (en) | 2009-01-09 | 2010-07-15 | Nv Bekaert Sa | Metal fabric with at least one elongated element along its periphery or sides and its use |
JP2013525613A (ja) * | 2010-03-26 | 2013-06-20 | ナムローゼ・フェンノートシャップ・ベーカート・ソシエテ・アノニム | 鋼繊維の編布 |
US20130055765A1 (en) * | 2010-05-07 | 2013-03-07 | Nv Bekaert Sa | Heterogeneous fabric for quenching ring |
US20140120363A1 (en) * | 2012-10-25 | 2014-05-01 | King's Metal Fiber Technologies Co., Ltd. | Flexible Laminating Ring Covering |
JP6276115B2 (ja) * | 2014-06-12 | 2018-02-07 | グンゼ株式会社 | 金属製スポンジ状立体編地 |
CN107614446A (zh) * | 2016-01-28 | 2018-01-19 | 法国圣戈班玻璃厂 | 过压辅助的玻璃弯曲方法和适用于此的装置 |
HUE057784T2 (hu) * | 2017-11-17 | 2022-06-28 | Bekaert Sa Nv | Hõálló elválasztó kelme |
CN114394737B (zh) * | 2022-02-11 | 2023-01-03 | 福耀玻璃工业集团股份有限公司 | 玻璃及用于其成型除膜的金属织物、成型模具、除膜方法 |
EP4464828A1 (de) * | 2023-05-17 | 2024-11-20 | Heraeus Precious Metals GmbH & Co. KG | Verfahren zur herstellung von edelmetallnetzen auf flachstrickmaschinen |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0319298A2 (en) * | 1987-12-04 | 1989-06-07 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Glass shaping fabric liner |
EP0438342A1 (fr) * | 1990-01-19 | 1991-07-24 | Saint-Gobain Vitrage International | Procédé et dispositif d'obtention de feuilles de verre bombées |
EP0477785A2 (en) * | 1990-09-26 | 1992-04-01 | Nippon Seisen Co., Ltd. | A sheet for glass shaping mould |
-
1992
- 1992-07-01 BE BE9200613A patent/BE1006068A3/nl not_active IP Right Cessation
-
1993
- 1993-06-29 JP JP50277994A patent/JP3634862B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1993-06-29 AU AU43017/93A patent/AU4301793A/en not_active Abandoned
- 1993-06-29 EP EP93912485A patent/EP0648194B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1993-06-29 CA CA002138990A patent/CA2138990C/en not_active Expired - Fee Related
- 1993-06-29 DE DE69316363T patent/DE69316363T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1993-06-29 US US08/351,374 patent/US5631067A/en not_active Expired - Lifetime
- 1993-06-29 ES ES93912485T patent/ES2114054T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1993-06-29 WO PCT/BE1993/000043 patent/WO1994001372A1/en active IP Right Grant
- 1993-06-29 KR KR1019940704808A patent/KR100266832B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1993-06-29 BR BR9306638A patent/BR9306638A/pt not_active IP Right Cessation
- 1993-06-30 MX MX9303949A patent/MX9303949A/es unknown
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0319298A2 (en) * | 1987-12-04 | 1989-06-07 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Glass shaping fabric liner |
EP0438342A1 (fr) * | 1990-01-19 | 1991-07-24 | Saint-Gobain Vitrage International | Procédé et dispositif d'obtention de feuilles de verre bombées |
EP0477785A2 (en) * | 1990-09-26 | 1992-04-01 | Nippon Seisen Co., Ltd. | A sheet for glass shaping mould |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0648194A1 (en) | 1995-04-19 |
MX9303949A (es) | 1994-04-29 |
BR9306638A (pt) | 1998-12-08 |
DE69316363D1 (de) | 1998-02-19 |
US5631067A (en) | 1997-05-20 |
DE69316363T2 (de) | 1998-05-20 |
CA2138990A1 (en) | 1994-01-20 |
JPH07508489A (ja) | 1995-09-21 |
ES2114054T3 (es) | 1998-05-16 |
AU4301793A (en) | 1994-01-31 |
CA2138990C (en) | 2003-09-02 |
EP0648194B1 (en) | 1998-01-14 |
KR100266832B1 (ko) | 2000-10-02 |
WO1994001372A1 (en) | 1994-01-20 |
JP3634862B2 (ja) | 2005-03-30 |
KR950702176A (ko) | 1995-06-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1006068A3 (nl) | Heterogene breistof. | |
US5834382A (en) | Covering for tools in contact with hot glass | |
CN113195813B (zh) | 具有可调整针床和可变厚度针织部件的针织机 | |
KR101795155B1 (ko) | 통풍시트 표피재용 원단 | |
JP2003113562A (ja) | 畝状ダブル・ラッシェル地 | |
JP6011387B2 (ja) | 内装成形体 | |
DE69128227T2 (de) | Auskleidung für eine Glasscheibenbiegeform | |
US20190039346A1 (en) | Composite material for embossing, and embossed product | |
US5388432A (en) | Covering for bending forms and improved bending method utilizing same | |
JP2002541351A (ja) | 耐熱性被覆材料の使用方法およびガラス板の成形方法 | |
US20190351646A1 (en) | Composite material for embossing, and embossed product | |
KR100492420B1 (ko) | 강화용 다필라멘트 첨사를 포함하는 단일 - 베드 위편 텍스타일 조직 | |
US3420652A (en) | Mold cover for bending glass sheets | |
US20200282884A1 (en) | Decorative Sheet | |
JP7431466B2 (ja) | 車両用内装材、該車両用内装材の製造方法、及びエンボスロール | |
JP7267620B2 (ja) | エンボス模様を有する車両用内装材 | |
JP6815680B1 (ja) | 車両用内装材、車両用内装材の製造方法、及びエンボスロール | |
JP7634664B2 (ja) | 座席シート用表皮材及びそれを含む座席シート | |
JP7403838B2 (ja) | 座席用表皮材、座席用表皮材の製造方法、及び座席用表皮材の製造に使用するエンボス加工装置 | |
JP7510745B2 (ja) | エンボス加工型、エンボス加工装置及びエンボス加工方法 | |
EP2246183B1 (de) | Verfahren zum Herstellen einer luftdurchlässigen Verbundstoffbahn aus einer strukturierten Schaumkunststoffbahn, sowie deren Verwendung | |
Kaldenhoff et al. | Hybridized Textile Structures for the Continuous Manufacture of Consolidated Sheet--Technologies and Approaches Compared | |
JP2022091084A (ja) | 車両用内装材、及びその製造方法 | |
KR101954234B1 (ko) | 체형보정기능을 갖는 시니어용 기능성 의복 | |
JP2024151824A (ja) | 車両用内装材、及び該車両用内装材の製造方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: S.A. BEKAERT N.V. Effective date: 19980731 |