NL8701266A - Waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten. - Google Patents
Waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8701266A NL8701266A NL8701266A NL8701266A NL8701266A NL 8701266 A NL8701266 A NL 8701266A NL 8701266 A NL8701266 A NL 8701266A NL 8701266 A NL8701266 A NL 8701266A NL 8701266 A NL8701266 A NL 8701266A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- indicator
- pipe
- water level
- indicating
- standpipe
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F23/00—Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm
- G01F23/30—Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm by floats
- G01F23/64—Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm by floats of the free float type without mechanical transmission elements
- G01F23/66—Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm by floats of the free float type without mechanical transmission elements using mechanically actuated indicating means
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Measuring Volume Flow (AREA)
- Level Indicators Using A Float (AREA)
Description
N.0. 34526 ‘ w
Waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten.
De uitvinding heeft betrekking op een waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten met een standpijp, die waterinlaatopeningen bezit en een vlotter bevat, waarbij aan de bovenste opening van de standpijp een aanwijspijp verbindbaar is, waarin een aanwijsstaaf van de vlotter 5 steekt, waarvan het bovenste uiteinde de waterstand in het hydrovat aanwijst.
Waterstandaanwijsinrichtingen van dit soort zijn in verschillende uitvoeringen bekend, bijvoorbeeld uit DE-A-2.642.592, DE-U-7.439.28Q en DE-ü-8.007.197. Bij deze bekende waterstandaanwijsinrichtingen is de 10 aanwijspijp lichtdoorlaatbaar, zodat men steeds door het de spiegel-stand aanwijzende bovenste uiteinde van de aanwijsstaaf kan kijken.
Daarbij kunnen op de aanwijspijp markeringen zijn aangebracht, die overeenkomen met de minimale en maximale waterspiegel stand. De spiegel-stand in het hydrovat moet dan op een waarde tussen deze beide marke-15 ringen liggen. In de regel wordt bij het regelmatig onderhoud het hydrovat tot de maximale spiegelstand nagevuld en wordt in de gaten gehouden dat de spiegelstand niet onder de minimale spiegelstand daalt.
Deze controle van de spiegelstand in een hydrovat is voor het gedurende korte tijd van water voorzien, dat wil zeggen voor het regelmatig on-20 derhoud met korte intervallen van enige dagen, voldoende. Bij langere afwezigheid, bijvoorbeeld in de vakantie, is echter de met de maximale spiegelstand overeenkomende watervoorraad niet voldoende en moet gedurende deze tijd iemand belast worden met de verzorging van de planten, of moeten dure en ingewikkelde automatische watervoorzieningsinrichtin-25 gen worden toegepast.
Doel van de uitvinding is een waterstandaanwijsinrichting van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee op eenvoudige manier twee verschillende spiegel gebieden bewaakt en gecontroleerd kunnen worden en die derhalve voor verschillende bevloeiingsintervallen, zoals 30 normale verzorging en in de vakantietijd, geschikt is.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat op de aanwijspijp in langsrichting twee aanwijsvensters aangebracht zijn zodanig dat in verbinding met het bovenste uiteinde van de aanwijsstaaf het naar de standpijp toegekeerde aanwijsvenster zich vanaf de minimale tot 35 aan de maximale spiegelstand voor het gedurende korte tijd bevloeien, en het van de standpijp afgekeerde aanwijsvenster van de minimale tot de maximale spiegelstand voor het gedurende lange tijd bevloeien uitstrekken.
» ’T <ï n * 2
Bij de gebruikelijk'' verzorging en het gedurende korte tijd bevloeien wordt het naar de standpijp toegekeerde aanwijsvenster voor de controle en het navullen van de bevloeiingsvloeistof gebruikt. Voor een vakantie of een anderszins langere afwezigheid wordt het van de stand-5 pijp afgekeerde aanwijsvenster gebruikt voor de controle en wordt tot een hogere, bepaalde spiegelstand nagevuld, die overeenkomt met bevloeien gedurende lange tijd van 2 tot 3 weken. Gedurende deze tijd behoeft geen bevloeiingsvloeistof te worden nagevuld. Toch is verzekerd dat de planten niet in het hydrovat dringen. De voorraad bevloeiings-10 vloeistof is voldoende groot om dergelijke tijdsintervallen te kunnen overbruggen.
Volgens een uitvoering is voorzien dat de aanwijspijp uit doorzichtig materiaal bestaat en op het buitenvlak met uitzondering van het aanwijsvenster voorzien is van een lichtondoorlaatbare laag, bijvoor-15 beeld een druklaag.
Het aanbrengen van het aanwijsvenster op de aanwijspijp kan volgens een verdere uitvoering bereikt worden doordat het aanwijsvenster als doorboringen in een lichtondoorlaatbare aanwijspijp uitgevoerd is. Daarbij kan ter bescherming van de in de aanwijspijp verstelbare aan-20 wijsstaaf aanvullend zijn voorzien, dat in de aanwijspijp een licht-doorlaatbaar kijkglas is geplaatst, in de holle ruimte waarvan de aan-wijsstaaf verstelbaar is geleid.
De uitvoering van de aanwijsvensters kan daarbij zo gekozen worden dat de beide aanwijsvensters met dezelfde of verschillende hoekstanden 25 aan de omtrek van een doorgaande aanwijspijp aangebracht zijn. Indien beide aanwijsvensters zich in hetzelfde boekgebied bevinden, dan hoeft de aanwijspijp bij het wisselen van bevloeiing voor korte tijd naar bevloering voor lange tijd niet verdraaid te worden, teneinde de optimale afleesstandi te verkrijgen. Indien de aanwijsvensters zich in verschil-30 lende boekgebieden bevinden, dan kan slechts het juist gebruikte aanwijsvenster in de optimale afleesstand worden gebracht, terwijl door het niet gebruikte aanwijsvenster slecht of in het geheel niet gekeken kan worden.
Voor het beter aflezen van de spiegelstand in het aanwijsvenster 35 is volgens een uitvoering voorzien dat het naar de standpijp gekeerde aanwijsvenster en/of het van de standpijp afgekeerde aanwijsvenster diametraal en volledig bedekkend een even groot aanwijsvenster ligt.
De instelling van het aanwijsvenster voor het bevloeien gedurende lange tijd wordt volgens een uitvoering vergemakkelijkt doordat de aan-40 wijspijp in langsrichting in twee gedeelten verdeeld is en dat elk ge-
Ό / V! 1 > t) O
+ ------ TB
3 deel te een van de aanwijsvensters bezit. Het aanwijsvenster voor het bevloeien gedurende langere tijd wordt daarbij slechts verdraaid in het zichtgebied, wanneer omgeschakeld wordt op bevloeien voor lange tijd.
Bij de gebruikelijke bevloeiing voor korte tijd wordt de waterstandaan-5 wijsinrichting met het naar de standpijp toegekeerde aanwijsvenster gebruikt zoals de bekende waterstandaanwijsinrichtingen.
De draaibare lagering van het gedeelte met het van de standpijp afgekeerde aanwijsvenster wordt daarbij verkregen doordat het kijkglas rondlopende grendel dammen bezit, die vergrendeld kunnen worden in een 10 rondlopende inwendige grendel sleuf van de aanwijspijp, dat het gedeelte van de aanwijspijp met het naar de standpijp toegekeerde aanwijsvenster verbindbaar is met de standpijp en het kijkglas en dat het gedeelte van de aanwijspijp met het van de standpijp afgekeerde aanwijsvenster vrij draaibaar gelagerd is op het kijkglas.
15 Volgens een verdere uitvoering is voorzien dat het kijkglas uit het bovenste uiteinde van de aanwijspijp steekt en in dit gebied voorzien is van een rondlopende grendel dam en dat op het bovenste uiteinde van het kijkglas een eveneens rondlopende inwendige grendel sleuf van een verdraaibare aanwijskap rust. De verdraaibare aanwijskap kan voor 20 het aanduiden van het volgende tijdstip voor het navullen worden gebruikt en houdt tegelijkertijd het vrij draaibare gedeelte van de aanwijspijp vast.
Indien in de aanwijspijp geen kijkglas is ondergebracht dan wordt de aanwijzing van het volgende tijdstip voor het navullen mogelijk ge-25 maakt doordat in het bovenste uiteinde van de aanwijspijp êen steektap van een vrij draaibare aanwijsknop gestoken is.
Om bij het bevloeien gedurende korte tijd de minimale spiegelstand zo klein mogelijk te houden, is volgens een uitvoering voorzien dat de vlotter als kogel uitgevoerd is en dat de waterinlaatopening als boring 30 in de bodem van de standpijp uitgevoerd is, waarvan de diameter kleiner is dan de diameter van de kogel.
Een voordelige markering van de minimale en maximale spiegel standen wordt volgens een uitvoering verkregen doordat de aanwijsvensters de vorm van een langwerpig gat met afgeronde uiteinden bezitten en dat 35 de afgeronde uiteinden van de aanwijsvensters in samenhang met het ko-gelvormige uiteinde van de aanwijsstaaf de bijbehorende minimale en maximale spiegelstanden aanduiden. Indien het bovenste uiteinde van de aanwijsstaaf zich in het gebied van een afgerond uiteinde van een aanwijsvenster bevindt, dan is de bijbehorende waterstand duidelijk her-40 kenbaar.
m / u i 2 o o 4
De uitvinding wordt aan de hand van in de tekeningen afgeheelde uitvoeringsvoorbeelden verder toegelicht.
Fig. 1 toont in doorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van een water-standaanwijsinrichting met een doorgaande aanwijspijp.
5 Fig. 2 toont een over 90° verdraaide gedeeltelijke doorsnede door de aanwijspijp.
Fig. 3 toont in doorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van een water-standaanwijsinrichting met een gedeelde aanwijspijp op een kijkglas.
Fig. 4 toont een over 90° verdraaide gedeeltelijke doorsnede door 10 de gedeelde aanwijspijp op het kijkglas.
De waterstandaanwijsinrichting bezit de standpijp 10, die in de bodem een boring 17 als waterinlaatopening bezit. In de standpijp 10 is, zoals fig. 1 toont, een als kogel uitgevoerde vlotter 11 aangebracht. Deze kogel steekt gedeeltelijk door de boring 17, zodat een zo 15 laag mogelijke minimale spiegelstand in het hydrovat kan worden gemeten. Op de vlotter 11 steunt de van een plaat 13 voorziene aanwijsstaaf 12, waarvan het bovenste uiteinde 14 als aanwijskogel uitgevoerd is en in de aanwijspijp 20 steekt. De aanwijspijp 20 bezit de aan de dekplaat 22 gevormde kraag 21, op de buitenzijde waarvan de rondlopende grendel -20 dam 28 gevormd is. De kraag 21 van de aanwijspijp 20 is in het verbin-dingsgedeelte 15 van de standpijp 10 vergrendeld, dat op zijn binnenzijde de rondlopende grendel sleuf 16 bezit die de grendel dam 28 opneemt. De aanwijspijp 20 is ter grootte van de dekplaat 22, die op de kopkant van de standpijp 10 steunt, in diameter verminderd, zoals het 25 overgangsgedeelte 23 toont. In de langsrichting van de aanwijspijp 20 zijn de beide als doorboringen uitgevoerde aanwijsvensters 25 en 26 aangebracht. De beide aanwijsvensters 25 en 26 zijn in langsrichting verlopende langwerpige gaten met afgeronde uiteinden. In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 zijn de beide aanwijsvensters 25 en 26 30 even groot en op hetzelfde hoekgebied over de omtrek van de aanwijspijp 20 aangebracht. Het uiteinde 14 van de aanwijsstaaf 12 bevindt zich bij de minimale spiegelstand in het onderste uiteinde van het aanwijsvenster 25. Het aanwijsvenster 25 dient voor de controle van de spiegelstand bij het gedurende korte tijd bevloeien. Indien zich het bovenste 35 uiteinde 14 van de aanwijsstaaf 12 in het bovenste afgeronde uiteinde van het aanwijsvenster 25 bevindt, dan is de maximale spiegelstand voor het bevloeien gedurende korte tijd bereikt. Deze spiegelstand wordt bij het navullen met bevloeiingsvloei stof bij bedrijf met korte intervallen van enige dagen ingesteld. In het aanwijsvenster 25 kan worden afgele-^ 40 zen hoe de spiegelstand verandert en is te zien wanneer deze de minima- 4 / υ i l o o 5»· — " w- 5 le spiegel stand bereikt heeft, waardoor het navullen met bevloeiings-vloeistof noodzakelijk is.
In het aanwijsvenster 26 wordt een hoger spiegelstandgebied bewaakt. Indien in bedrijf met lange intervallen wordt gewerkt, dat wil 5 zeggen bij het begin van een langere vakantie, dan wordt van voren af de maximale spiegelstand voor de bevloeiing gedurende lange tijd ingesteld, welke bereikt is wanneer het bovenste uiteinde 14 van de aan-wijsstaaf 12 in het bovenste afgeronde uiteinde van het aanwijsvenster 26 staat. Daarmee is verzekerd dat voor een tijd van 2 tot 3 weken in 10 het hydrovat voldoende bevloeiingsvloei stof aanwezig is.
Het bovenste uiteinde van de aanwijspijp 20 is door de aanwijskop 30 afgesloten, die met de steektap 31 vrij draaibaar in de opening van de aanwijspijp 20 is gestoken. Door het verdraaien van de aanwijsknop 30 kan de volgende bemestingstermijn worden ingesteld, wanneer overeen-15 komstige markeringen zijn voorzien.
Diametraal tegenover het aanwijsvenster 25, en dit bedekkend is het even grote aanwijsvenster 27 aangebracht, om het aflezen van de stand van het bovenste uiteinde 14 van de aanwijsstaaf 12 te vergemakkelijken, zoals de gedeeltelijke doorsnede volgens fig. 2 toont. Het-20 zelfde kan ook in het gebied van het aanwijsvenster 26 zijn voorzien.
Het aanwijsvenster 26 kan met betrekking tot het aanwijsvenster 25 en 27 ook over 90° over de omtrek van de aanwijspijp 2 zijn verschoven.
In het onderste gebied van de binnenzijde van de aanwijspijp 20 is een rondlopende inwendige grendelsleuf 24 aangebracht, waarin een gren-25 del dam 33 van een kijkglas 32. kan worden vergrendeld, zoals het uitvoe-ringsvoorbeeld volgens de fig. 3 en 4 toont. De aanwijspijp is bij dit uitvoeringsvoorbeeld in twee gedeelten verdeeld, zoals de beide verwijzingstekens 20' en 20" tonen. Daarbij is het met 20" aangeduide gedeelte van de aanwijspijp vrij draaibaar op het kijkglas 32 en kan dit uit 30 het zichtgebied gedraaid worden en weer in het zichtgebied teruggedraaid worden, wanneer overgegaan wordt van bevloeiing voor korte tijd naar bevloeiing voor lange tijd en omgekeerd. Het kijkglas 32 wordt door de grendel verbinding bestaande uit de grendel dam 33 en de inwendige grendelsleuf 24 in het met 20' aangeduide gedeelte van de aanwijs-35 pijp vastgehouden en eindigt met de kraag 21 van de aanwijspijp. Het kijkglas 32 dient met zijn holle ruimte als geleiding voor het uiteinde 14 van de aanwijsstaaf 12 en steekt uit het met 20" aangeduide gedeelte van de aanwijspijp. Het naar buiten stekende gedeelte van het met 20" aangeduide gedeelte van de aanwijspijp draagt een rondlopende grendel-40 dam 34, waarop de van een rondlopende grendelsleuf 36 voorziene aan- .· . · ··* ·>„
* v J i. V U
i* V
6 wijskap 35 rust en die derhalve het met 20" aangeduide gedeelte van de aanwijspijp op het kijkglas 32 vasthoudt. De afdekkap 35 kan op het kijkglas 32 worden verdraaid en op bekende manier voor het instellen van markeringen, die op de volgende bemestingstermijn betrekking heb-5 ben, worden gebruikt.
-*. v*v .-n V - : i V O Ö
Claims (12)
1. Waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten met een standpijp, die waterinlaatopeningen bezit en een vlotter bevat, waarbij aan de bovenste opening van de standpijp een aanwijspijp verbindbaar is, waarin 5 een aanwijsstaaf van de vlotter steekt, waarvan het bovenste uiteinde de spiegelstand in het hydrovat aanwijst, met het kenmerk, dat op de aanwijspijp (20; 20', 20") in Tangsrichting twee aanwijsvensters (25, 26} zo aangebracht zijn dat in verbinding met het bovenste uiteinde (14) van de aanwijsstaaf (12) het naar de standpijp (10) toegekeerde 10 aanwijsvenster (25) zich van de minimale tot de maximale spiegelstand voor bevloeiing gedurende korte tijd en het van de standpijp (10) afgekeerde aanwijsvenster (26) van de minimale tot de maximale spiegelstand voor het bevloeien gedurende lange tijd uitstrekken.
2. Waterstandaanwijsinrichting volgens conclusie 1, met het ken-15 merk, dat de aanwijspijp (20; 20', 20") uit doorzichtig materiaal bestaat en op het buitenvlak met uitzondering van de aanwijsvensters (25, 26} voorzien is van een lichtondoorlaatbare laag, bijvoorbeeld een druklaag.
3. Waterstandaanwijsinrichting vólgens conclusie 1, met het ken-20 merk, dat de aanwijsvensters (25, 26) als doorboringen uitgevoerd zijn in een lichtondoorlaatbare aanwijspijp (20; 20', 20") (fig. 1 en 2).
4. Waterstandaanwijsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de aanwijspijp (20', 20") een lichtdoorlaatbaar kijkglas (32) is geplaatst, in de holle ruimte waarvan de aanwijsstaaf (12) ver- 25 stelbaar geleid is (fig. 3 en 4).
5. Waterstandaanwijsinrichting volgens een van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de beide aanwijsvensters (25, 26) met eenzelfde of verschillende hoekstand op de omtrek van een doorgaande aanwijspijp (20) zijn aangebracht (fig. 1 en 2).
6. Waterstandaanwijsinrichting volgens conclusie 5, met het ken merk, dat diametraal tegenover het naar de standpijp (10) toegekeerde aanwijsvenster (25) en/of het van de standpijp (10) afgekeerde aanwijs-venster (26) volledig bedekkend een even groot aanwijsvenster (27) ligt,
7. Waterstandaanwijsinrichting volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de aanwijspijp (20', 20") in Tangsrichting in twee gedeelten verdeeld is en dat elk gedeelte een van de aanwijsvensters (25 resp. 26. bezit.
8. Waterstandaanwijsinrichting volgens conclusie 4 of 7, met het 40 kenmerk, dat het kijkglas (32) een rondlopende grendeldam (33) bezit, . . 1 J - . 4 V * die in een rondlopende inwendige grendelsleuf (24) van de aanwijspijp (20', 20") kan worden vergrendeld, dat het gedeelte van de aanwijspijp (20', 20") met het naar de standpijp (10) toegekeerde aanwijsvenster (25) met de standpijp (10) en het kijkglas (32) verbindbaar is en dat 5 het gedeelte van de aanwijspijp (20', 20") met het van de standpijp (10) afgekeerde aanwijsvenster (26) op het kijkglas (32) vrij draaibaar gelagerd is.
9. Waterstandaanwijsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het kijkglas (32) uit het bovenste uiteinde van de aanwijs- 10 pijp (20', 20") steekt en in dit gebied voorzien is van een rondlopende grendeldam (34) en dat op het bovenste uiteinde van het kijkglas (32) een eveneens rondlopende inwendige grendelsleuf (36) van een verdraaibare aanwijskap (35) rust.
10. Waterstandaanwijsinrichting volgens een van de conclusies 1 15 t/m 6, met het kenmerk, dat in het bovenste uiteinde van de aanwijspijp (20) een steektap (31) van een vrij draaibare aanwijskop (30) gestoken is.
11. Waterstandaanwijsinrichting volgens een van de conclusies 1 t/m 10, met het kenmerk, dat de vlotter (11) als kogel uitgevoerd is en 20 dat de waterinlaatopening als boring in de bodem van de standpijp (10) uitgevoerd is, waarvan de diameter kleiner is dan de diameter van de kogel.
12. Waterstandaanwijsinrichting volgens een van de conclusies 1 t/m 11, met het kenmerk, dat de aanwijsvensters (25, 26, 27) uitgevoerd 25 zijn als langwerpige gaten met afgeronde uiteinden en dat de afgeronde uiteinden van de aanwijsvensters (25, 26, 27) in verbinding met het kogelvormige uiteinde (14) van de aanwijsstaaf (12) de bijbehorende minimale en maximale spiegel standen weergeven. +++++++ 7 Ö 1 9 ’?> t) —* J * « ... '·»· 'J
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19863619001 DE3619001A1 (de) | 1986-06-05 | 1986-06-05 | Wasserstandsanzeiger fuer hydrogefaesse |
DE3619001 | 1986-06-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8701266A true NL8701266A (nl) | 1988-01-04 |
Family
ID=6302387
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8701266A NL8701266A (nl) | 1986-06-05 | 1987-05-27 | Waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | ATA129587A (nl) |
CH (1) | CH672956A5 (nl) |
DE (1) | DE3619001A1 (nl) |
NL (1) | NL8701266A (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4118654C1 (en) * | 1991-06-07 | 1992-06-17 | Twl International Hydrokultur Gmbh, 6090 Ruesselsheim, De | Water level indicator for hydro vessel - has stand pipe with water openings and float as well as indicator pipe on top opening housing display rod adjustable by float |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7439280U (de) * | 1975-03-27 | Boeskens R | Kontrollgerät für Gefäße mit Hydrokulturen | |
DE2642592A1 (de) * | 1975-10-16 | 1977-04-28 | Interhydro Ag | Einrichtung fuer die hydrokultur von pflanzen |
DE7614224U1 (de) * | 1976-05-05 | 1976-10-28 | Schock & Co Gmbh, 7060 Schorndorf | Anzeigevorrichtung zum anzeigen des wasserstandes in pflanzgefaessen zum betreiben einer hydrokultur |
DE8007197U1 (de) * | 1980-03-15 | 1981-02-26 | Gebr. Lenz Gmbh, 5275 Bergneustadt | Wasserstandsanzeiger fuer hydrokulturgefaesse |
-
1986
- 1986-06-05 DE DE19863619001 patent/DE3619001A1/de active Granted
-
1987
- 1987-05-12 CH CH180587A patent/CH672956A5/de not_active IP Right Cessation
- 1987-05-20 AT AT129587A patent/ATA129587A/de not_active Application Discontinuation
- 1987-05-27 NL NL8701266A patent/NL8701266A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ATA129587A (de) | 1993-09-15 |
DE3619001C2 (nl) | 1989-02-02 |
DE3619001A1 (de) | 1987-12-23 |
CH672956A5 (nl) | 1990-01-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6278840B1 (en) | Evaporator device of volatile products with variable evaporation intensity | |
US4526294A (en) | Dispenser for dispensing liquids in controlled quantities from a bottle | |
ES2351519T3 (es) | Dispositivo de ajuste. | |
ES2119245T3 (es) | Monitor de calidad del agua para un sistema de purificacion de agua. | |
CN1942737B (zh) | 用于水平仪的暗带柱管 | |
NL8701266A (nl) | Waterstandaanwijsinrichting voor hydrovaten. | |
US9759596B2 (en) | Cap with visible float gauge | |
ES2252479T3 (es) | Dispositivo indicador de presion. | |
US1071063A (en) | Oil-gun. | |
KR850006628A (ko) | 자동판매기용 시럽 감지기 | |
CA2082832A1 (en) | Stuffing box leak detector | |
US3182630A (en) | Pressure responsive indicator | |
ES2335357T3 (es) | Valvula de distribucion. | |
CA2240241A1 (en) | Flow meter | |
US4694161A (en) | Fluid flow and level detector | |
US4991302A (en) | Open circuit leveling measuring system | |
EP1943930B1 (de) | Getränkemaschine | |
US3150524A (en) | Adjustable scale for manometer | |
ES2226318T3 (es) | Pieza tubular para equipar el extremo de una manguera de riego. | |
US423484A (en) | Inclinometer | |
DK1164982T3 (da) | En ventil | |
US1005523A (en) | Reversible check-valve and cut-off. | |
US5074049A (en) | Vial | |
US20050109500A1 (en) | Well downhole liquid dispenser | |
EP1741991A1 (en) | Return manifold unit for hot-water heating system and the like |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |