NL8700142A - Zadelkoppeling met een koppelingsplaat. - Google Patents

Description

.v * V.0. 9009

Titel: Zadelkoppeling met een koppelingsplaat.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zadelkoppeling met een koppelingsplaat.

Bij een zadelkoppeling is op de koppelingsplaat een zadeloplegger met contraplaat aangebracht. De koppelingsplaat en de contraplaat zijn 5 met elkaar in aanraking terwijl daarbij voortdurend wrijvingskrachten werkzaam zijn. Tijdens de bedrijfstoestand en alnaargelang het toepassingsgebied komen stof en vuil tussen de contraplaat en de koppelingsplaat terecht, als gevolg waarvan het oppervlak van de koppelingsplaat wordt afgesleten. Aangezien de oplegplaat als regel bestaat uit staal, 10 en een zeker stijfheid bezit, komt het voor dat bij draaibewegingen deze plaat langs het buitenste randgebied op de kant verschuift. Hierdoor ontstaat een relatief hoge vlaktedruk en onder bepaalde omstandigheden kan de koppelingsplaat door wrijving zodanig worden belast dat ter plaatse van de legeruitsparingen gaten in de plaat ontstaan. De koppelingsplaat 15 dient dan te worden verwisseld. Vanzelfsprekend kan en moet de materiaal-wegname of slijtage van het oppervlak van de koppelingsplaat niet zover gaan dat aan de stevigheid van de koppelingsplaat afbreuk wordt gedaan.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd een inrichting beschikbaar te stellen waarbij de als gevolg van wrijving veroorzaakte slijtage in 20 sterke mate wordt verminderd en tegengegaan. Bovendien dient een dergelijke inrichting constructief eenvoudig alsook kostenbesparend te zijn, terwijl de levensduur van de in zijn totaliteit beschouwde koppeling dient te worden verhoogd.

Daartoe is een zadelkoppeling volgens de uitvinding daardoor geken-25 merkt dat aan de bovenzijde van de koppelingsplaat en wel op die plaatsen die door zware belasting aan slijtage onderhevig zijn, slijtelemen-ten zijn aangebracht.

Ter nadere toelichting van de uitvinding zal in het onderstaande een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld worden beschreven met verwijzing 30 naar de tekening.

De in de figuur door 1 aangeduide koppelingsplaat bezit aan de onderzijde uitsparingen 2 voor het ontvangen van draagorganen. Deze draagorganen zijn niet weergegeven. Aangezien ter plaatse van de leger-holten, ofwel de uitsparingen 2 sterke wrijving is te verwachten, is 35 een slijtplaat 4 aangebracht. Een dergelijke slijtplaat 4 bestaat bij Λ - : Λ *. * * /. » :: v · ; ; *.

-2- *· 1 voorkeur uit staal en kan in het plaatvormige materiaal worden ingegoten. Normaliter bestaat het plaatmateriaal uit GGG-gietwerk, gietstaal of plaatstaal. Als een alternatief kunnen de slijtplaten met behulp van schroeven worden bevestigd. Een schroefverbinding heeft vanzelfsprekend 5 het voordeel van de verwisselbaarheid en wel wanneer als gevolg van de slijtagewerking de platen te ver zijn afgesleten.

Het is een vereiste dat de oppervlakken van zulk een slijtplaat en de koppelingsplaat niet in eenzelfde vlak zijn gelegen. Een uitvoering is denkbaar waarbij tussen de desbetreffende oppervlakken een hoogtever-10 schil bestaat waarbij het oppervlak van de koppelingsplaat hoger is gelegen dan het oppervlak van de slijtplaat, zodat pas na een aanzienlijke wrijvingsslijtage een dergelijk hoogteverschil is weggewerkt.

De voorgestelde oplossing draagt ertoe bij dat de levensduur van een koppelingsplaat in aanzienlijke mate wordt verlengd. Normaliter 15 dienen koppelingsplaten alnaargelang het toepassingsgebied periodiek te worden vervangen. Door toepassing van de voorgestelde uitvoering kan een wezenlijke besparing worden verkregen. De slijtplaten 2 respectievelijk slijtelementen kunnen uit andere dan de genoemde materialen zijn vervaardigd. Hiervoor komen gietmaterialen, staal en kunststoffen in aan-20 merking.

Ook kunnen compoundverbindingen worden toegepast. Bovendien kunnen vullichamen bestaande uit zeer slijtvaste materialen in de slijtelemen-ten zijn aangebracht. Bijvoorbeeld kunnen in een GGG-matrix, uit hard-gietmateriaal bestaande delen, zoals bijvoorbeeld korrels of plaatjes 25 zijn ingegoten.

C- "Γ i\ ** «r’ M i £l £

Claims (7)

1. Zadelkoppeling met een koppelingsplaat, met het kenmerk dat aan de bovenzijde van de koppelingsplaat en wel ten minste op die plaatsen die door zware belasting aan slijtage onderhevig zijn, slijtelementen zijn aangebracht.

2. zadelkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de slijt elementen in de koppelingsplaat zijn ingegoten.

3. Zadelkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de slijtelementen mechanisch, bijvoorbeeld door middel van schroeven, kleefstoffen en dergelijke, met de koppelingsplaat zijn verbonden en wel zodanig * 10 dat een vorm- en krachtgesloten verbinding ontstaat.

4. Zadelkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het door de oppervlakken van de slijtelementen en dat van de koppelingsplaat gevormde totaalopppervlak ongelijkmatig is.

5. Zadelkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de opper-15 vlakken van de slijtelementen ten opzichte van het oppervlak van de overige delen van de koppelingsplaat zich op een hoger niveau bevinden.

6. Zadelkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de slijtelementen uit gietstaal, staal of kunststof zijn vervaardigd.

7. Zadelkoppeling volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de slijt-20 elementen zijn uitgevoerd in de vorm van een soort compoundverbinding en/of vullichamen bevatten. ' 9 V fc.