NL8204135A - Inrichting voor het nemen van steekproeven van een analoog video-informatiesignaal van het pal-type. - Google Patents

Description

P".

S' — f . VO 3718

Betreft: Inrichting voor het nemen van steekproeven van een analoog _video-informatiesignaal van het PAL-type._

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een stelsel voor het nemen van steekproeven van een analoog video-informatiesignaal van het PAL-type. De uitvinding heeft verder betrefcking op een uitval-en/of foutverbering van de resulterende digitale informatiestroom 5 vaarvan op de hier beschreven wijze steekproeven zijn genomen.

De uitvinding is beoogd om te worden toegepast bij een video-registratie- en weergeefinrichting, zoals een magneetbandregistratie-en veergeefinrichting, ofschoon andere typen registratie- en weergeef-xnrichtingen met succes van de uitvinding gebruik kunnen maken, zoals 10 uit het onderstaande moge blijken. De uitvinding maakt gebruik van een inrichting voor het nemen van steekproeven van een analoog video-informatiesignaal van het PAL-type met een voorafbepaalde frequentie, welke viermaal zo groot is als de frequentie van de onderdraaggolf-component van het signaal en vel op een wijze, waarbij de resulterende 15 geditialiseerde steekproeven significante voordelen bieden wat betreft het dynamische gebied van het steekproefstelsel, terwijl tevens de fazenauwkeurigheid wordt vergroot en derhalve de resulterende kleur-informatie wordt verbeterd waarbij bovendien vordt bijgedragen tot een eenvoudige en doeltreffende foutcompensatie van de defecte en/of 20 ontbrekende informatiesteekproefvoorden.

Recente onderzoekingen en ontwikkelingen zijn gericht op digitale registratie-inrichting, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van FM-registratie, doch in feite digitale voorden worden geregistreerd, welke steekproeven voorstellen, die van de analoge video-informatie-25 signalen zijn genomen. De digitale woorden worden geregistreerd en weergegeven en vervolgens in analoge signalen omgezet. Er zijn belang-rijke voordelen aan het registreren van digitale signalen in tegen-stelling met de FM registratie, waartoe behoren het feit, dat tijdens de weergave of registratie, het videosignaal niet wordt gedegradeerd 30 door kop-bandafstandsverliezen, Moire·, ruis en snelheidsfouten. De digitale signalen maken het mogelijk, dat de foutcorrectie op een meer nauwkeurige wijze wordt verkregen onder gebruik van informatie 8204135

%.· I

- 2 - uit-~voorafgaande en volgende horizontale videoregels voor bet corri-geren van. defecte of ontbrekende informatiewoorden, die het gevolg zijn van een onsuccesvol terugwinnen van de informatie, dikwijls uitval genoemd, waarbij een onvolmaaktheid in de magneetband of een ander 5 probleem leidt tot bet verloren gaan van bet signaal gedurende zeer korte intervallen tijdens de weergave.

Een ander inherent voordeel van digitale videoresgistratie-' en weergeefinrichting is, dat bet nemen van steekproeven van bet ana-loge signaal kan geschieden met een nauwkeurige faze-relatie, we Ike 10 gewenst is en voor de registratie plaatsvindt. Omdat de fazerelatie tijdens bet nemen van de steekproeven en voor de registratie wordt ingesteld, zal de fazerelatie tijdens de -weergave door de aanwezigheid van eventuele snelheidsfouten niet worden gewijzigd. Snelbeidsfouten en dergelijke beinvloeden de fazerelatie niet op een scbadelijke -wijze 15 wanneer bet nemen van steekproeven eenmaal is gescbied. Het is duide-lijk dat de nauwkeurigheid van de fazerelatie bepalend is voor de resulterende nauwkeurigbeid van de steekproeven ten aanzien van de kleurinformatie, -waarvan steekproeven moeten -worden genomen. Met andere woorden zullen indien steekproefklok, die in de werkelijke faze-plaats 20 van de steekproeven bepaalt, die tijdens elke onderdraaggolfcyclus worden genomen, onjuist is, resulteren de fouten in de kleurinf ormatie in de genomen steekproeven worden ingesteld, die de resulterende weer-gegeven kleurinformatie op een scbadelijke wijze beinvloeden. Ofscboon zij tijdens de weergave niet zullen veranderen tengevolge van snel-25 heidsfouten en dergelijke, kan een fout, die tijdens bet proefproces aanwezig is, zicb wel uiten.

Aangezien de steekproefklok de fazeplaatsen bes.tuurt waarop de steekproeven worden genomen, is bet van bijzonder belang, dat de faze van de steekproefklok bet analoge video-informatiesignaal nauw-30 keurig volgt. De regeling vindt plaats door de bekende fazerelatie van de signaalcomponent, die aanwezig is in de salvoperioden, die zicb acbter de acbterstoep van de horizontale synchronisatiepuls bevinden, welke tijdens bet horizontale interval van elke horizontale regel optreedt. Aangezien de steekproefklok wordt gebruikt om steekproeven 35 van de salvocomponent van de chrominantie-onderdraaggolf en van de 8204135 f 1 .....

- 3 - * ft aetieve video-informatie voor elke videoregel-, kunnen steekproeven worden genomen van de salvocomponent, welke steekproeven worden opge-slagen, waarna de opgeslagen steekproeven dan kunnen worden onderzocht om vast te stellen of er een fazefout voor de steekproefklok ten op-5 zicbte van de salvocomponent aanwezig is. Door de plaatsen van de salvo component op een geschikte wijze te kiezen, kan de nauwkeur l ghei d van de fazefout op de vooraf bepaalde plaatsen volgens de uitvinding worden vergroot en kan het dynamische gebied van het steekproefstelsel eveneens op een doeltreffende wijze worden vergroot. Door bovendien de 10 fazeplaatsen van de steekproeven volgens de uitvinding te gebruiken, kan verbeterde foutverberging worden verkregen, zoals later zal worden toegelicht, waarbij de verbeterde foutverberging eveneens een direkt ' resultaat is van de keuze van de steekproeffazeplaatsen.

De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een verbeterde 15 steekproefinrichting, welke steekproeven neemt van een video-informatie-signaal van bet PAL-type met de frequentie, welke viermaal groter is dan de frequentie van de cbrominantie-onderdraaggolf op plaatsen, welk onder een boek van ^5° ten opzichte van de U- en V-vectorassen van bet PAL-signaal zijn georienteerd, waardoor bet dynamische gebied van de 20 steekproeforganen van bet stelsel op een doeltreffende wijze wordt vergroot.

Een ander doel van de uitvinding is bet verscbaffen van verbeterde steekproeforganen van bet bovenbescbreven type, welke leiden tot een grotere nauwkeurigheid bij bet regelen van de faze van de steek-25 proefklok, die bet nemen van steekproeven van bet analoge video-infor-matiesignaal bestuurt en derbalve voorziet in een grotere fazenauwkeu-righeid en^de resulterende nauwkeurigbeid van de cbrominantie-informatie tijdens de registratie en bet daaraa weergeven.

Weer een ander oogmerk van de uitvinding is bet verscbaffen 30 van steekproeforganen van het bovenbeschreven type, welke leiden tot een verbeterde foutverberging doordat een vervangende digitale-informa-tiewoordsteekproef in de plaats kan worden gesteld van een defecte of ontbrekende steekproef, waarbij de vervangende steekproef kan worden verkregen zonder een rekenkundige berekening uit te voeren.

35 De uitvinding zal onderstaande nader worden toegelicht onder 8204135 « « - k - verwijzing naar de tekening. Daarbij toont; fig. 1 een schema ter illustratie van de verschillende vector componenten, tezamen met de kleursalvocomponent van een televisie-signaal van het PAL-type; 5 fig.. 2 een grafische voorstelling ter illustratie van een PAL-informatievideosignaal met volledig verzadigde kleuren, waarin pieksignaalniveaus zijn aangegeven, welke worden verkregen wanneer van het signaal steekproeven worden genomen met een frequentie , gelijk aan viermaal de chrominantie-onderdraaggolffrequentie en bij de U-10 en V-vectorassen bij een bekende inrichting; fig. 3 een grafische voorstelling ter illustratie van het PAL-informatievideosignaal met volledig verzadigde kleuren, waarin pieksignaalniveaus zijn aangegeven, welke worden verkregen wanneer van het signaal steekproeven worden genomen met de frequentie, welke 15 viermaal groter is dan de chrominantie-onderdraaggolffrequentie en hij de (U + V) en (U - V)-assen volgens de uitvinding; fig. k een diagram ter'illustratie van. opeenvolgende steekproeven voor gedeelten van drie opeenvolgende horizontale regels van een PAL-televisieveldtypesignaal, namelijk de regels 22, 23 en 2k, 20 waarbij de regels 335 en 336 van het afwisselende veld met stippels zijn aangegeven, terwijl tevens de foutverbergingsmetbode volgens. de uitvinding is gelllustreerd; - fig. 5 een functioneel blokschema .van een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij meer in het bijzonder de 25 foutverbergingsinrichting volgens de uitvinding is aangegeven; fig. 6 een diagram van de kleursalvocomponent van een analoog video-informatiesignaal van het PAL-type, waarbij steekproeven zijn aangegeven, welke worden genomen; en fig. T sen. functioneel blokschema van een gedeelte van een ' 30 inrichting volgens de uitvinding, meer in het bijzonder het steekproef-klokfazebesturingsgedeelte daarvan.

In ruime zin toont de uitvinding twee belangrijke aspecten, waarvan het tweede op een natuurlijke wijze een gevolg is van het eerste en welke beide effecten nauw met elkaar zijn verweven. Volgens 35 de uitvinding vindt het nemen van steekproeven van een analoog infor- 8204135 - 5 - ψ matiesignaal ran het PAL-type op een zeer bepaalde wijze en met een nauwkeurig voorafbepaalde frequentieplaats, waardoor men een digitale informatiestroom van digitale woordsteekproeven verkrijgt, welke kunnen worden geregistreerd op een registratiemedium, zoals een magneetband, 5 en wel door een videoregistratie-inrichting, en welke kunnen worden weergegeven door een veergeefinrichting en tevens in de oorspronkelijke vorm daarvan van een analoog video-informatiesignaal kunnen worden teruggebracht. Tengevolge van de werkwijze en inrichting waarmede steekproeven van het signaal worden genomen, kan ook een betrouwbare en doel-10 treffende foutverberging plaatsvinden bij de weergave op een wijze, waarbij vervangingssteekproeven, die ruimtelijk dichtbij defecte of ontbrekende steekproeven zijn gelegen, in de digitale informatiestroom kunnen worden geintroduoeerd, waarbij de vervangingssteekproeven wat betreft een vectorplaats identiek zijn en ruimtelijk dichtbij elkaar 15 zijn gelegen dat wil zeggen, dat zij worden afgenomen uit de plaats van de onmiddellijk voorafgaande of onmiddellijk volgende horizontale regel ten opzichte van de regel waarin zich de defecte of ontbrekende steekproef bevindt. Een bijzonder voordeel van de foutverbergingsinrich-ting volgens de uitvinding is gelegen in het feit, dat de vervangings-20 steekproef zich onmiddellijk bij de defecte steekproef bevindt dat wil zeggen, dat deze in vertikale richting ten opzichte van de defecte steekproef is gecentreerd en slechts een horizontale regel is verschoven ten opzichte van de defecte steekproef eh zich in het zelfde video-informat-ieveld bevindt als de defecte steekproef. De vervangingssteek-25 proefwaarde bevat de informatie van dezelfde plaats in de vectorrepre-sentatie van het signaal en bevat derhalve dezelfde kleurinformatie als de defecte steekproef. Met andere woorden is indien de defecte steekproef werd afgenomen uit de (U + V) vectorplaats, de vervangings-waarde eveneens uit dezelfde vectorplaats afkomstig, doch slechts 30 over een horizontale regel ten opzichte van de defecte steekproef verschoven, en bevindt de vervangingswaarde zich op dezelfde plaats langs de horizontale regel als de defecte steekproef, Het resultaat hiervan is, dat geen rekenkundige berekening van een bepaald type nodig is om de waarde van het vervangingswoord te verkrijgen, dat op de plaats van 35 de defecte of ontbrekende steekproef moet worden geintroduoeerd.

8204135 a * - 6 -

Wanneer eerst naar het belangrijke aspect van de uitvinding vordt gekeken, dat zich meer in het bijzonder bezighoudt met het‘ nemen van steekproeven, vordt vervezen naar fig. 1, velke een vectordiagram van een televisiesignaal van het PAL-type toont. Het vectordiagram 5 illustreert de fazerelatie tussen de U-component (velke is aangegeven als naar rechts gericht) en de V-component (velke is aangegeven als naar hoven gericht) en de relatie daarvan met het kleursalvo van de chrominantie-onderdraaggolf van het televisiesignaal van het PAL-type. Ofschoon de U-component constant vordt gehouden, visselt de- fazerelatie 10 van de V-component van (+V) tot (-V) bij elke opeenvolgende horizontale regel, dat wil zeggen, dat de faze van de V-component hij elke regel van het televisiesignaal van het PAL-type vordt omgekeerd. Op een soort-gelijke vijze visselt ook de faze van het salvo, dat is aangegeven als zijnde een hoekvan of +135° of -135° ten opzichte van de U-component, 15 ook tussen deze tvee posities hij opeenvolgende televisieregels.

Van het analogs video-informatiesignaal vorden volgens de uitvinding steekproeven genomen hij een frequentie, velke viermaal zo groot is als de frequentie van de chrominantie-onderdraaggolf, velke hij henade-ring L·, h-3 MHz hedraagt, zodat het nemen van steekproeven geschiedt hij 20 een frequentie van hij henadering 17,7 MHz, vaarhij de digitale steekproeven van het ahaloge signaal hij voorkeur acht hitinformatievoorden omvatten. De uit acht hitinformatievoorden bestaande steekproeven vormen een informatiestroom en de informatievoorden kunnen in serie vorden geschakeld voor registratie en er kan een pariteitsbit aan elke 25 informatievoord vorden toegevoegd om defecte of ontbrekende informatievoorden bij terugvinnen of veergeven van de informatie te bepalen. Men kan een pariteitsfoutdetector van normale constructie gebruiken om defecte of ontbrekende steekproeven te detecteren. Het hepaalde type foutdetector op zichzelf vormt geen nieuv aspect van de uitvinding.

30 In plaats daarvan is het enige,dat nodig is, dat defecte steekproeven vorden gedetecteerd, vaardoor het foutverbergingsaspect van de uitvinding kan vorden geeffectueerd. Hiertoe kan gebruik vorden gemaakt van een kvaliteitsfoutdetectie-inrichting, zoals deze is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage Serial Ho. 117·7^5-35 Volgens een belangrijk aspect van de uitvinding, zijn er aan- gezien het nemen van steekproeven van het PAL-signaal geschiedt met een 8204135 r ' ...........' - 7 - steekproeffrequentie, welke viermaal de onderdraaggolffreq.uen.tie is, voor elke onderdraaggolfperiode vier steekproeven. Onder verwijzing naar het vectordiagram, zullen er vier steekproefpunten in het diagram aanwezig zijn, we Ike zich bevinden langs de (U + V)-as en langs de 5 (U - V)-as, welke loodrecht staat op de (U + V)-as. Derhalve zullen er steekproefpunten in elk van de plaatsen van (U + V), -(U + V), (U - V) en -(U - V) zijn. Dit in tegenstelling met de gebruikelijke bekende vijze waarnemen van steekproeven, velke plaatsvindt langs de U- en V-assen. Zoals verder uit het vectordiagram blijkt, zijn de bij 10 de vectorplaatsen behorende kleuren eveneens in de figuur aangegeven, waarbij blauv bij benadering op de U-as ligt, rood een-paar graden van de V-as af ligt, geel bij benadering op de (-U)-as is gelegen en cyaan bij benadering op de (-V)-as is gelegen. De kleurstrookrepresentatie van de volledig verzadigde kleuren is weergegeven in fi-guren 2 en 3-.

15 Deze kleurstroken stellen de maximale chroomamplitude voor, die in een videosignaal van bet PAL-type kan optreden. De kleuren zijn aangegeven bij een wit niveau 10, dat na de borizontale syncbronisatiepuls 12 en een aantal perioden van de salvocomponent 1^ optreedt.

Zoals uit bet vectordiagram blijkt, liggen de kleuren rood, 20 geel, blauw en cyaan alle bixmen een paar graden van de respectieve lien V-assen, zodat indien langs deze assen steekproeven worden genomen, de amplitude van de betreffende vector zijn maximale waarde zal bebben en de analoog-digitaal-omzetter van de steekproeforganen bet gebele gebied moet benutten om de amplitude van bet signaal te verkrijgen.

25 Indien bijvoorbeeld van een volledig verzadigde rode kleur steekproeven worden genomen met een steekproefinricbting, welke steekproeven neemt langs de U- en V-assen, zal men bijna gebeel de V-component verkrijgen en deze zou een maximale waarde hebben. Zoals in fig. 2 voor de ver-schillende kleuren is aangegeven, moet bet dynamische gebied van de 30 A-D-omzetter, die bet nemen van steekproeven uitvoert, zich uitstrekken van -32 IEE-eenheden voor de rode en blauwe kleuren tot +132 voor geel en cyaan. Indien een A-D-omzetter 256 niveaus bezit, welke men verkrijgt wanneer per steekproef acht bits worden gebruikt, moet het dynamische gebied van de A-D-omzetter zich uitstrekken van -32 tot +132. Volgens 35 de uitvinding ecbter vindt bet nemen van steekproeven plaats langs de 8204135 - 8 - (ϋ + V)- en (U - V)-assen, welke een hoek van ^5° maken tea opzichte van de U- en V-assen. Met aadere woorden stellen de (U + V)- en (U - V)-assen orthogonale assen voor, die onder ^5° ten opzichte van de U- en V-assen zijn georierrteerd. Wanneer het nemen van steekproeven langs 5 deze assen plaatsvindt, dan stelt bijvoorbeeld de kleur geel de vectorsom van de vectoren (U + V) en -(U - V) voor, terwijl de kleur blauw de vectorsom van de (U + V)-steekproef en de (U - V)-steekproef voorstelt. Wanneer dit geschiedt moet het dynamische gebied van de A-D-omzetter van de steekproeforganen slechts steekproeven nemen vanaf 10 de waarde van -26 tot de vaarde van +126, hetgeen bij benadering neer-komt op een verbetering van 3 db ten opzichte van de chroma-informatie en de verbetering van 0,66 db wanneer het totale signaal met luminantie-en chrominantie-informatie wordt beschouwd. Aangezien de piekniveaus kleiner zijn wanneer het nemen van steekproeven plaatsvindt langs de 15 (U+V)-en(U- V)-assen, kan men heschikken over een steekproefstel- sel met een grote dynamisch-gebied dat wil zeggen, dat het stelsel plaats kan bieden aan een signaal met een vergrote niveau aangezien het stelsel in staat is een signaal binnen het verlengde gebied van 126 tot 132 en binnen het gebied van -26 tot -32 te verwerken. Indien 20 het dynamische gebied wordt gereduceerd om de piekniveaus van -26 tot +126 te verwerken, zal de A-D-omzetter een grotere resolutie hebben.

Dit is duidelijk, wanneer men rekening houdt met het feit, dat indien de 256 niveaus van een stelsel van acht bits worden uitgespreid over -26 tot +126 in plaats van -32 tot +132, elk niveau een proportioneel 25 kleiner bedrag van het gebied voorstelt en derhalve een grotere resolutie bezit, dat wil zeggen, dat elke bit een kleiner deel van het videosignaal voorstelt.

Volgens een ander belangrijk aspect van de uitvinding leidt het nemen van steekproeven langs de voorgeschreven assen volgens de 30 uitvinding tot een aanmerkelijke verbetering bij de regeling van de nauwkeurigheid van de steekproeforganen zelf. Zoals aangegeven in fig.1, wisselt de salvocomponent op een regel-voor-regelbasis doch bevindt deze zich op de (U + V)- en (U· - V)-assen. Zoals reeds is vermeld, is het de salvocomponent, welke wordt gebruikt om de faze van de klok 35 te regelen, die het werkelijke nemen van steekproeven bestuurt. Dit 8204135 ·* *.

- 9 - geschiedt door steekproeven te nemen van het salvo, deze steekproeven na te gaan am de faze van het salvo te bepalen, een eventuele fazefout te bepalen en daardoor de faze van de steekproefklok in te stellen teneinde de steekproefklokfaze te regelen om een eventuele fazefout 5 te elimineren. Wanneer het nemen van steekproeven plaatsvindt langs de U- en V-assen, worden, indien alles de juiste faze heeft, de steek-proeven over k5° ten opzichte van het salvo genomen en is het nodig de fazefout te bepalen uit de amplitude van de steekproeven. De resolu-tie van de minst significante bit van een steekproef van acht bits 10 bij k5° van een sinusgolf is evenredig met de tangents van de helling bij h5°, welke slechts 0,7 maal de resolutie van de minst significante bit ten opzichte van de nuldoorgangspunten van het salvo is. Met andere woorden is de tangents van de helling bij ^5° slechts 0,7 maal de . tangents van de helling bij 0°.

15 Het belang van dit aspect blijkt uit het onderstaande voor- beeld. Indien een fout van 1° bij het nuldoorgangspunt van het salvo equivalent is aan de minst significante bit, betekent- een fout van 1° bij b5° wanneer steekproeven. worden genomen bij de hoek van ^-5° van het salvo, dat deze niet binnen de minst significante bit ligt en derhalve 20 een fout van 1 ,U° kan voorstellen. Ofschoon het mogelijk is de nauwkeu-righeid van de faze van de steekproefklok te vergroten door gebruik te maken van een stelsel met negen bits, brengt het toevoegen van een extra bit een belangrijke complicatie en duurder worden met zich mede, dat volgens de uitvinding kan worden vermeden. Verder moeten ofschoon 25 het mogelijk is de faze van het salvo over U50 te roteren louter om de faze van de steekproefklok te regelen, waarbij de plaats van de werkelijke steekproeven langs de U- en Y-assen niet wordt gewijzigd, stelsels, die een dergelijke rotatie uitvoeren,. deze rotatie in het analoge domein uitvoeren voordat de digitaal-analoge omzetter wordt 30 bereikt en dergelijke processen zijn niet bijzonder effectief en brengen extra schakelingen met zich mede en dienen derhalve te worden vermeden.

De uitvinding leidt niet slechts tot een vergrote nauwkeurig-heid van de faze van de steekproefklok zonder manipulatie van het salvo of de noodzaak van extra bits om de resolutie van het stelsel 35 te vergroten, doch bezit tevens het voordeel, dat het dynamische gebied 8204135 - 10 - van bet steekproefstelsel, zoals reeds is vermeld, vordt vergroot ter-wi«jl bovendien een eenvoudige en doeltreffende foutverberging voor uit-valcompensatie, die bij de resulterende informatiestroom moet worden uitgevoerd, mogelijk is, Dit blijkt uit fig. U» velke bij wijze van 5 voorbeeld zes opeenvolgeo.de steekproeven toont in- elk van drie borizontale regels, dat wil zeggen de regelnummers 22, 23 en 2k (waarbij de geiriterlinieerde regels van bet volgende veld, dat wil zeggen de regels 335 en 336 gestippeld zijn aangegeven). Elk van de in fig. 1 afgebeelde steekproeven vordt gexdentificeerd als omvattende 10 de luminantie-informatie (Y) tezamen met de chrominantie-informatie, velke de plaats daarvan voorstelt bij een van de (U + V), -(U + V), (U - V) en -(U - V) plaatsen. Verder vordt de boek van bet salvo ge-identificeerd bij de regelnummeridentificatie, vaaruit blijkt, dat de regel 22 een salvo beeft, georienteerd onder -135°, de regel 23 is 15 omgekeerd en georienteerd is bij +135° en de regel 2k is georienteerd bij -135°· Derhalve kan voor een bepaalde steekproef, bij voorbeeld de steekproef 16 in regel 23, deze vorden vervangen door de steekproef, die onmiddellijk daarboven is gelegen uit de regel 22 aangezien die steekproef op dezelfde plaats uit bet vectordiagram volgens fig. 1 20 uit de voorafgaande regel wordt afgenomen. Aangezien de steekproef 16 op dezelfde plaats langs de borizontale regel optreedt, is de steekproef ruimtelijk relatief nauwkeurig doordat deze slecbts over een borizontale regel in vertikale ricbting is gescbeiden van de steekproef 16 en op dezelfde plaats langs de borizontale regel is gelegen. De 25 steekproef 20, velke zicb bij de steekproef 16 bevindt en de volgende steekproef voorstelt, die langs de regel 23 wordt genomen, blijkt, wat betreft zijn vectorpositie identiek te zijn aan de steekproef 22, die zicb op de regel 2k bevindt, velke de regel is, die aan regel 23 vooraf gaat. De pijlen 2k en 26 tonen slecbts de ricbting waarin een identieke 30 steekproef is gelegen en -welke derbalve een vervangingssteekproef kan zijn voor een steekproef op regel 23, die defect kan zijn of kan ontbreken. Zoals bovenbescbreven, kan een steekproef als een defecte steekproef worden geidentificeerd, doch bet is duidelijk, dat een defecte steekproef ook een ontbrekende steekproef kan omvatten, waarbij 35 de beide gevallen foutieve digitale informatie voorstellen, vaarvoor 8204135 P: - 11 - een foutverberging of uitvalcompensatie nodig is. Slechts met de steek-proefplaatscoastructie,. -welke men voigens de uitvinding verkrijgt, is eea identieke steekproef, die zich boven of oader de van belaag zijnde steekproef bevindt van belang voor bet vervangen van een 5 defecte steekproef.

Uit de in fig. 1* afgebeelde foutverbergingsmethode blijkt, dat indien een enkele steekproef op regel 23 als defect wordt gedetec-teerd, de vervangingswaarde uit de naastgelegen regels een steekproef van een onderdraaggolfcyclus zal voorstellen vaarvan drie andere 10 steekproeven juist zijn. Derhalve zal de enkele vervangingssteekproef op een doeltreffende vijze vorden gemiddeld over vier steekproeven, betgeen neerkomt op bet oplossend vermogen van bet stelsel, dat wil zeggen, de D-A-omzetter, zodat de ruimtelijke positie redelijk nauv-keurig zal zijn. Indien een deel of zelfs een gebele horizontale 15 video-informatieregel verloren gaat, bijvoorbeeld regel 23, zullen gelijke boeveelbeden verplaatsingssteekproefinformatie uit de in tijd voorafgaande horizontale regel 22 en uit de lagere in tijd voorafgaande horizontale regel 2k vorden afgenomen en de vervangingsinformatie op regel 23 zal bet gemiddelde van de informatie uit de horizontale regels 20 22 en 2^ voorstellen.

Aangezien bet nemen van steekproeven gescbiedt bij de (U + Vj-en (U - V)-assen en deze assen dezelfde assen zijn als de nuldoorgang van bet salvo, zoals uit fig. 1 blijkt, -wrordt door de regeling van de steekproefklok ook bet nemen van steekproeven, dat door de analoog-25 digitaal omzetter gescbiedt, bestuurd. De schakeling, die de faze van de steekproefklok bestuurt, zal thans onder verwijzing naar het blok-scbema voigens fig. 7 nader vorden toegelicbt. Zoals in die figuur is aangegeveh, vordt de gedigitaliseerde video-informatie uit de A-D-omzetter toegevoerd aan de lijn 30, welke in verkelijkheid bestaat uit 30 acbt lijnen met digitale informatie en zowel toegevoerd aan een salvo-op zamelgeheugen 32 als een tveede salvofazegebeugen 3^·, die beide vrij toegankelijke gebeugens van 16x8 zijn en dienen voor bet opslaan van 16 steekproeven, die vier steekproeven uit vier opeenvolgende cycli van bet salvo voorstellen. De gebeugens 32 en 31)· worden via lijnen 38 35 en ko bestuurd door de salvogeheugentempeerschakeling 36. De tempeer- 8204135 - 12 - schakeling bezit een salvopoortsignaal op de in gang h-2 en een analoog salvosignaal op de lijn kks welke laatste op een doeltreffende wijze de eerste nuldoorgang in de positieve richting bepaalt, die de faze van het registratiecommando aan de beide geheugens bestuurt. Het 5 registratiecommando wordt verder op een doeltreffende wijze in de vier salvocycli geregistreerd, zodat 16 steekproeven in de beide geheugens worden geregistreerd. Het registratiecommando op lijn kO, welke zich naar de salvo-opslaginrichting 3¾ uitstrekt, ververst bij elke tweede borizontale regel dat wil zeggen bij afwisselende regels de informatie 10 in bet gebeugen, zodat een schakeling, die zich stroomafwaarts ten opzicbte van bet gebeugen bevindt, een rekenkundige bepaling van een eventuele salvofout kan uitvoeren, welke ten opzicbte van de faze van het salvo, dat in bet salvogeheugen 32 wordt geregistreerd, aanwezig kan zijn. Het gebeugen 32 registreert de 16 steekproeven uit vier 15 salvocycli bij bet inschakelen van de registratie-inrichting en in bet geval, dat de fazefout groter is dan 30°, betgeen kan plaatsvinden in bet geval van een "-wild switch" of dergelijke. Een "wild switch" wordt in het algemeen gedefinieerd als de omschakeling vanuit een videosignaal naar een ander in bet geval, dat de fazerelatie tussen 20 bet nieuwe videosignaal en bet signaal, dat eerder aanwezig was, dras-tiscb verscbilt, dat wil zeggen meer dan 30° salvofazeverschil bedraagt. Indien er geen grote verandering in de salvofaze aanwezig is, zal bet salvoopzamelgeheugen 32 niet op peil worden gebracht en zullen de kleine faze-instellingen, welke nodig zijn, tot stand worden gebracht door 25 een fazeverschuivingsschakeling in combinatie met de schakeling, die zicb stroomafwaarts ten opzicbte van bet geheugen 3^+ bevindt.

Terugkerende tot bet eerste salvo-opzamelgeheugen 32, worden nadat daarin 16 steekproeven zijn geregistreerd, de stekproeven steeds uitgelezen en aan een digitaal-analoge omzetter k6 toegevoerd via een 30 lijn U8, welke wordt geklokt door een viermaal zo grote onderdraag-golfklok op de lijn 50, waarbij op de lijn 52 een uitgangssignaal aan een banddoorlaatfilter 5^ wordt toegevoerd, waarvan bet uitgangssignaal bet rondgevoerde salvo bij de draaggolffrequentie van ^,^3 MHz bevat, dat op de lijn 56 optreedt en aan een actieve fazeverschuivingsketen 35 58 van 3δθ° wordt toegevoerd. De fazeverschuivingsschakeling voert 820 4 1 3 5 if-:-:--- - 13 - normaliter een kleine fazecorrectie uit en dit in faze gecorrigeerde signaal vordt toegevoerd aan de lijn 6o, vaar het in een vermenig-vulder 6 2 met vier vordt vermenigvuldigd. Het uit gangs signaal op de lijn 6h vordt toegevoerd aan een volgend doorlaatfliter 66, dat op 5 de lijn 68 een signaal met het viervoudige van de onderdraaggolffre-quentie levert, dat door een begrenzer 70 vordt begrensd teneinde op de lijn 72 een rechthoekig uitgangssignaal van 17,73 MHz te verkrijgen. Dit signaal vordt door een deler 7^ door vier gedeeld voor het ver-schaffen van het kloksignaal van U,h3 MHz op de lijn 76, die zich naar 10 een andere schakeling in de registratie- en veergeefinrichting uit-strekt. Het signaal van 17*73 MHz op de lijn 72 vordt 00k over de schakelaar 78 gevoerd voor het verschaffen van het rechthoekige klok-signaal met het viervoudige van de onderdraaggolffrequentie op de lijn 80, dat voorziet in het steekproefkloksignaal voor de A-D-omzetter.

15 De schakelaar 78 is voorzien van een besturingslijn b2, velke vordt bestuurd door een salvopoortsignaal en tijdens de aanvezigheid van het salvo vordt de schakelaar naar de (niet afgebeeld) onderste positie daarvan omgeschakeld, vaardoor een signaal van 17,73 MHz op de lijn 81+ uit een spannlngs bestuurde oscillator 86 het kloksignaal tijdens de 20 salvotijd levert. De spannings bestuurde oscillator 86 is gesynchro-niseerd met het analoge ingangsvideo-informatiesignaal uit de lijn 128 en het signaal op de lijn 8U bestuurt 00k de D-A-omzetter k6. Zoals reeds is vermeld, vordt de gedigitaliseerde video-informatie uit de analoge-digitale omzetter op de lijn 30 00k toegevoerd aan het tveede 25 salvo-opzamelgeheugen 3^ en tijdsgetrouv geregistreerd, zoals nodig is. De opgeslagen informatie, die bij afvisselende horizontale regels op peil vordt gebracht, vordt op lijnen 88 uitgelezen naar een paar parallel-serie-omzetters 90 en 92. De parallel-serie-omzetter 90 bezit een uitgangslijn 93, die een serie stroom levert, velke de oneven steek-30 proeven namelijk de steekproeven S^, als aangegeven in fig. 6, voorstelt en deze steekproeven vorden ververkt door een serie sommeer-integratorketen 9^, die een rekenkundige middeling van alle oneven genummerde steekproeven van de vier onderdraaggolfcycli van steekproeven uitvoert. De sommering geschiedt overeenkomstig de onderstaande 35 vergelijking: Σ = S, - S3 + S5 - ST + ... -S25.

8204135 - 14. -

De res-ulteren.de waarde stelt een middelling van de foutwaarden en daardoor de fazefout bij de nuldoorgang voor, die de cosinuswaarde van de fout in deze punten voorstelt. Deze waarde treedt op op de lijn 96, die naar een serie-parallel-omzetter 98 voert, waarbij bet signaal 5 via een lijn 102 aan een grendel- en digitaal-analoog-omzetinrichting 100 wordt toegevoerd en het is deze analoge gelijkspanning, welke optreedt op de lijn 104, welke dient om een van de besturingen van de fazevers chuiver 58 te verschaffen.

De onderste baan van de lijn 88, welke naar de parallel-serie-10 omzetter 92 voert, die de even steekproeven namelijk S^, S^, S^, S^... ontvangt, en deze steekproeven worden aan een serie bewerking onderworpen en treden op de lijn 106 op, welke voorts naar weer een serie sommeer- en integratorketen 108, die voor- deze waarden een middellingsfunctie overeenkomstig de onderstaande uitdrukking uitvoert: 15 Z = S0 - S2 + S4 ’ S6 + ··· ^14-

De gemiddelde waarde treedt op op de lijn 110 en wordt toegevoerd aan een serie parallel omzetter 112 en de sinuswaarde treedt op op de lijn 114 naar een grendel- aan digitaal-analoge omzetinrichting 116, waarop een gelijkspanning aanwezig is, die de cosinus van de fout voorstelt, 20 welke op de lijn 118 optreedt en welke eveneens wordt gebruikt om de fazeverschuiver 58 te besturen.

De sinuswaarde uit de lijn 118 voorziet in de belangrijk regeling van de fazeverschuiver voor die kleine fouten, welke zich tijdens de relatief normale werking van de inrichting voordoen en in 25 dit opzicht treden fazefouten van de orde van slechts enige graden nor-maliter tijdens de werking van de inrichting op. In het geval, dat de faze van de video-informatie op een dramatische wijze verandert, zal de fout worden gedetecteerd en als een grote foutwaarde op de lijn 114 optreden, welke lijn zich uitstrekt naar een detectorketen 120, die 30 op de lijn 122 een uitgangssignaal levert, indien de fout groter is dan 30°. Het signaal op de lijn 122 wordt toegevoerd aan de tempeer-schakeling 36, welke veroorzaakt, dat de lijn 38 een nieuwe reeks salvo-steekproeven in het geheugen 32 registreert. De lijn 122 strekt zich 00k uit naar de grendel- en digitaal-analoge omzetinrichtingen 100 en 35 1163 welke het uitgangssignaal op de lijn 118 tot een sinuswaarde nul 8204135 - 15 - dvingt en het uitgangssignaal op de lijn 10U- tot een cosinusvaarde met een vaarde een dvingt, vaardoor op een doeltreffende vijze op de heide lijnen, die de faze vers chuiver 58 besturen, een. nulfout-toestand vordt afgedvongen.

5 De parallel-serie-omzetters 90 en 92 vorden bestuurd door een paar klokken met tegengestelde faze en zodanig, dat vanneer de 16 steekproeven aan de ingangen daarvan via de lijn 88 vorden toegevoerd, de klokken op een doeltreffende vijze de oneven steekproeven in de keten 90 en de even steekproeven in de keten 92 klokken. Deze 10 klokken vorden toegevoerd door een horizontale tempeerketen 12¾ met uitgangslijnen 126, die zich naar de-ketens 90, 92, 9¾^ 108, 98, 112, 100 en 11$ uitstrekken. De horizontale tempeerschakeling klokt 00k een adresteller, die het geheugen 3¾ tijdens het uitlezen adresseert.

De fazeverschui'ver 58 is van gebruikelijke constructie en is van het 15 "type, dat voorzien is van tvee halansmodulatoren, vaarvan de uitgangs-signalen vorden gesommeerd. De modulatoren vorden gevoed met sinus- golven van het rondgevoerde salvo uit het filter 5¼ en een modulator . . . o hevxndt zich op nul graden tervijl de andere zich op 90 bevindt.

De gelijkspanningen op de lijnen 10¾ en 118 hesturen de visselstroom-20 versterking van elk van de modulatoren en de uitgangssignalen vorden gesommeerd, zodat een vermenigvuldig-modulatorverking met vier kva-dranten vordt verkregen, vaardoor vordt voorzien in een actieve fazevers chui ver van 36o°, die door de vaarden van de gelijkspanningen op de lijnen 10¾ en 108 vordt bestuurd.

25 Wanneer thans de foutverbergingsinrichting volgens de uitvin- ding vordt beschouvd, die de in fig. ¾ afgebeelde foutverbering tot stand brengt, vordt vervezen naar fig. 5, vaarin men een functioneel blokschema van een schakeling vindt, dat de foutverbergingshandeling uitvoert. Zoals in deze figuur is aangegeven, vordt de informatie 30 toegevoerd aan een ingang 130, velke in verkelijkheid een informatie- stroom van informatievoordsteekproeven van acht bits plus een pariteits-steekproef voorstelt, velke het mogelijk maakt, dat een foutdetector bepaalt of een bepaalde informatievoordsteekproef defect is of ont-breekt. De informatie vordt toegevoerd aan een paar grendelinrichtingen 35 132 en 13¾^ velke door de lijn 136 uit een kloktempeerketen 138 vorden 8204135 - 16 - geklokt, waarbij &e keten 138 -hH·- en 2F -ingangsklokken bezit en sc sc klokken opwekt voor het besturen van bet klokken van de informatie over de verscbillende.grendelinricbtingen en ook voor bet besturen van de tempering van de uitlees/registratieperioden in de geheugens 5 en dergelijke. De informatie wordt in bovenste en onderste banen ge splitst en wordt in elk van de banen door een inhoofdzaak dezelfde scbakeling beinvloed. De verdeling van de informatie over de twee banen vindt plaats om bet mogelijk te maken, dat een normale TTL-schakeling plaats kan bieden aan de informatiefrequenties, welke bier 10 worden toegepast namelijk de informatiestroom van 17,7 MHz op de lijn 130· Het is duidelijk, dat indien een scbakeling werd gebruikt, welke plaats biedt aan een informatiestroom van 17,7 MHz, bet onnodig zou zijn de informatie over de twee in fig. 5 afgebeelde banen te splitsen.

Bij de werking van de in fig. 5 afgebeelde scbakeling, worden 15 afwisselende steekproeven naar de bovenste en onderste banen geklokt en de kloktempeerschakeling- 138 vergrendelt op een doeltreffende wijze informatie afwisselend in de grendelinrichting 132 en de grendelinrich-ting 13^· Het uitgangssignaal van de grendelinricbting 132 treedt op op de lijn lUo en vormt bet ingangssignaal van een tweede grendelinrich-20 ting 1k2, welke nodig is om de steekproeven in de bovenste en onderste banen zodanig te centreren, dat de steekproeven in de bovenste stroom niet ten opzicbte van die in de onderste baan zijn versprongen. Aange-zien de informatie eerst in de bovenste grendelinricbting 132 wordt vergrendeld, vertraagt de tweede grendelinricbting 1k2 de informatie 25 in de bovenste baan met een halve klokperiode, waardoor de noodzaak tot twee fazen van klokken van 8,86 MHz, twee adrestellers voor de geheugens en dergelijke wordt geelimineerd.

Aangezien de scbakeling in de bovenste baan in hoofdzaak over-eenkomt met die van de onderste baan, zal slecbts de scbakeling van de 30 bovenste baan gedetailleerd worden omschreven. Het uitgangssignaal van de grendelinricbting 1 b2 treedt op op de lijn 1 Uit- en wordt zowel toegevoerd aan een grendelinrichting 1b6 met drie toestanden als aan een grendelinrichting 1U8 met drie toestanden. De informatie op de lijn 1Mj· is in wezen die van de horizontale regel 2b en wordt toegevoerd 35 aan een vertragingsinrichting van een regel, in bet algemeen aangegeven 8204135 W'":' ' ' ~ ^ - 17 - bij 150, welke os voorzien van een grendelinrichting 1^8 met drie toestanden, een vrij toegankelijk geheugen 152, een ingangs/uitgangs-informatielijn 15^, een grendelinrichting 156 met drie toestanden en een uitgangslijn 158. De informatie op de lijn 158 wordt over een 5 horizontale regel ten opzichte van de informatie op de lijn ihh ver-traagd en stelt derhalve informatie uit de horizontale regel 23 voor.

De lijn 158 voert 00k naar de ingang van een andere vertragingsinrich-ting van een regel, in het algemeen aangegeven met 160, welke is voor-zien van een grendelinrichting 162 met drie toestanden, een ingangs/ 10 uitgangsinformatielijn 16k, een grendelinrichting 166 met drie toestanden en een vrij toegankelijk geheugen 168, en het nitgangssignaal daarvan treedt op op de lijn 170, die voor een OF-werking is verbonden met de lijn 172, die op zijn beurt voor een OF-werking is verbonden met de lijn 158 en de uitgangslijn 17^ van de grendelinrichting 1kS 15 met drie toestanden. De informatie op de lijn 170 wordt over een horizontale regel ten opzichte van de informatie op de lijn 158 ver-traagd en bevat derhalve informatie uit de horizontale regel 22. De grendelinrichtingen 1b6, 156 en 166 met drie toestanden kunnen alle informatie op de uitgangslijnen daarvan voeren en derhalve aan de lijn 20 172 toevoeren, welke is verbonden met de ingang van weer een grendel inrichting 176 met drie toestanden, die een uitgangslijn 178 bezit, die voor een OF-werking is verbonden met een soortgelijke lijn 178' ten-einde een uiteindelijke uitgang 180 te verschaffen. De uitgangslijn 178' strekt zich uit vanaf een grendelinrichting 176' met drie toestanden, 25 welke is voorzien van een ingangslijn 172’, die voor een OF-werking is verbonden met soortgelijke uitgangslijnen 17^3 158' en 170'. De grendelinrichtingen 176 en 176' met drie toestanden worden bestuurd door kloksignalen 180 en 180', welke klokken met tegengestelde faze zijn, die afwisselend teneinde daaruit uitgangssignalen te verschaffen 30 voor het opnieuw verkrijgen van een normale tempering van de informatie uit de twee banen in de vorm waarin deze op de ingangslijn 130 aanwezig was.

Elk van de vertragingsinrichtingen 150 en 160 van een regel werkt op dezelfde wijze en ornvat een vrij toegankelijk geheugen, dat 35 via lijnen 18U door een adresteller 182 wordt geadresseerd. De aares- 8204135 - 18 - teller wordt geklokt door een 2F -kloksignaal op de lijn 186. De grendelinrichting 1U8, 156, 162, 166 en \k6 met drie toestanden worden op een soortgelijke wijze via de lijn 188 door de kloktempeerschakeling geklokt en dit kloksignaal is een 2Fsc-frequentiesignaal. De geheugens 5 152 en 168 worden zodanig geadresseerd, dat een volledige horizontale regel van informatiewoorden in elk van de geheugens aanwezig is voor het tot stand brengen van een vertraging van een regel. Het is duide-lijk, dat een schuifregister met een vergelijkbare capaciteit, indien gewenst, in plaats van een vri j toegankelijk geheugen kan worden toege-10 past. De uitlees- en registratiewerkingen worden zodanig "bestnurd, dat voor een bepaald adres een uitleescyclus vSor een registratiecyclus optreedt, waarbij elk informatiewoordt op een geschikte wijze wordt bestuurd door een juiste werking van de grendelinrichtingen 1^8, 156 met drie toestanden en bet geheugen 152. Tijdens het uitlezen bevindt 15 de grendelinrichting 1^8 zich in drie toestanden en kan de grendelinrichting. 156 een informatiewoord daarin vergrendelen wanneer het geheugen 152 het woord op de lijn 15^ plaatst. Sadat het woord in de grendelinrichting 156 is vergrendeld, wordt de uitgang van de grendelinrichting 1½ in werking gesteld en wordt het volgende woord op de 20 lijn 15^ geplaatst, waarop in het geheugen een registratie plaats- vindt en het woord daardoor in het geheugen wordt geregistreerd. Sadat het woord in het geheugen is geregistreerd, incrementeert de adres-teller 182 het geheugen voor het uitvoeren van een uitlezing. Deze cyclus wordt, zoals duidelijk is, steeds herhaald.

25 Zoals uit fig. k blijkt, zullen eventuele defecten of ont- brekende steekproeven worden gecompenseerd wanneer zij zich in de rela-tieve positie van de horizontale regel 23’bevinden. Derhalve wordt de pariteitsinformatie van regel 23 via de lijn 18T gevoerd, welke de ingang vorart van een foutdetector 189 vein normale constructie, welke 30 detecteert of er een fout in de pariteitsinformatie aanwezig is en op de lijn 190 een uitgangssignaal levert wanneer dit het geval is.

De logische correctiekiesschakeling 192 bestuurt dan de juiste substi-tutie van een informatie-steekproef uit of de horizontale regel 22 of de horizontale regel 2b op de eerder beschreven wijze. De logische 35 correctiekiesschakeling 192 bezit 00k een ingangslijn 19^ waarop zich 8204135 W~----- - 19 - een regelfrequent signaal bevindt, dat eveneens aan de adresteller 182 vordt toegevoerd om de teller op nul in te stellen wanneer een nieuve horizontale informatieregel door de geheugens moet vorden ververkt.

De logische correctiekiesschakeling 192 bezit uitgangslijnen en 5 19V , velke zich. naar de grendelinrichtingen 156, 166 en 1½ uitstrekken om te besturen velke van deze grendelinrichtingen informatie aan de respectieve uitgangen daarvan en derhalve aan de lijn 172 en eventueel aan de uitgangslijn 180 zal toevoeren. ffanneer de informatie aanvezig is en geen defecten vertoont, zal de grendelinrichting 156 zodanig 10 vorden bestuurd, dat deze informatie aan de lijn 158 toevoert aangezien dit de informatie van regel 23 is en de normaal optredende informatie bevat. In het geval, dat de foutdetector 189 vaststelt, dat een infor-matievoord defect is, belnvloedt de besturingslijn 19^» die in verke-lijkheid twee besturingslijnen omvat, de grendelinrichting 156 en 15 bestuurt tegelijkertijd de grendelinrichting 1½ of 166 teneinde informatie aan de uitgang voeren en op een doeltreffende vijze het infor-matievoord uit de horizontale regel 22 of nit de horizontale regel 214-in de informatiestroom te substitneren. De logische schakeling 192 bestuurt het signaal op de lijn 19^· zodanig, dat de informatie uit de 20 grendelinrichtingen 1½ en 166 afwisselend op de lijn 172 optreden overeenkomstig het in fig. It aangegeven schema. Aangezien de salvofaze bij elke regel visselt, verandert het signaal op de lijn 19^ met een regel-voor-regelfrequentie teneinde de verking van de grendelinrich-' tingen 1½ en 166 zodanig automatisch om te schakelen, dat het juiste 25 informatievoord aan de lijn 172 vordt toegevoerd. Het is duidelijk, dat de logische correctiekiesschakeling 192 het juiste vervaagingsinfor-matievoord automatisch introduceert vanneer de foutdetector een defecte steekproef detecteert en de grendelinrichtingen 1^6, 156 en 166 vorden daardoor zodanig bestuurd, dat of het informatievoord van belang op 30 de horizontale regel 23 tenslotte aan de uitgang vordt toegevoerd of een van de informatiewoorden uit de horizontale regel 22 of de horizontale regel 2k daaraan vordt toegevoerd.

Uit het bovenstaande blijkt, dat de uitvinding vele voordelen biedt bij het nemen van steekproeven en het uitvoeren van een fout-35 verberging bij video-informatie van het PAL-type. De hier beschreven 8204135 - 20 - steekproefmethode leidt tot een groot dynamisch. gebied voor een steek-proefstelsel of vergroot de resolutie van een steekproefstelsel met hetzelfde dynamische gebied als de bekende steekproefstelsels. De bepaalde fazeplaats van de steekproeven ten opzielite van de ciiroma-5 onderdraaggolf leidt tot een eenvoudige en doeltreffende foutverberging van defecte of ontbrekende steekproeven.

8204135

Claims (16)

1. Videoregistratie- en veergeefinridating voor het registreren van digitale steekproeven uit een video-informatiesignaal van een PAL-type, welke inridating is voorzien van steekproeforganen om van het signaal digitaal steekproeven te nemen met een frequentie, welke 5 viermaal zo groot is als de frequentie van de chroma-onderdraaggolf gekenmerkt door organen om de faze van de steekproeforganen zodanig te regelen, dat tijdens elke onderdraaggolfperiode vier digitale steekproeven worden genamen op plaatsen langs ortiaogonale vectorassen, die onder een hoek van ^5° ten opzichte van de U- en V-vestorassen 10 ‘van het PAL-signaal zijn georienteerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1 gekenmerkt door organen om de steekproeven, die van de salvocomponent van het video-informatiesignaal worden genomen, te onderzoeken om een eventuele fazefout van de steekproeforganen ten opzichte van voorafbepaalde steekproefplaatsen van 15 de salvocomponent vast te stellen.

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de onder-zoekorganen steekproeven van het salvo, dat zich' hij de nuldoorgangen •van de salvocomponent hevindt, onderzoeken om een eventuele fazefout ten opzichte van de steekproeven en voorafbepaalde fazeplaatsen vast 20 te stellen. !+. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de bestu- ringsorganen zijn voorzien van eerste organen voor het opslaan van een voorafbepaald aantal digitale steekproeven uit de voorafbepaald aantal salvo-perioden en het opwekken van een continu signaal met een 25 frequentie, welke overeenkomt met de frequentie van de chrominantie-onderdraaggolf van het informatiesignaal, tweede organen voor het opslaan van een voorafbepaald aantal digitale steekproeven van het salvo uitgekozen opeenvolgende horizontale regels, organen om ten-minste die steekproeven, welke zich op de nuldoorgangen van het salvo 30 bevinden, te onderzoeken en de waarden daarvan te middelen teneinde een signaal te verkrijgen, dat indicatief is voor een eventuele fazefout daarvan, en organen om de faze van het continue signaal in res- 8204135 * ' - 22 - onsie op het fazefout-indicatieve signaal in te stellen.

5. Inrichting volgens conclusie met bet kenmerk, dat de onder-zoekorganen zijn voorzien van. organen voor het ontvangen en opslaan van afwisselende steekproeven uit de tveede opslagorganen teneinde 5 daardoor te beschikken over steekproeven, die zich bij de nuldoorgang van het salvo bevindt.

6. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de onder— zoekorganen verder zijn voorzien van middelingsorganen, die het teken . van afwisselende steekproeven tijdens het middelen daarvan doen vis-10 selen.

7. Inrichting volgens conclusie k met het kenmerk, dat het voorafbepaalde aantal vier bedraagt.

8. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de midde-lingsorganen acht van de steekproeven middelen om het signaal, dat 15 indicatief is voor een eventuele fazefout af te nemen.

9. Videosteekproefinrichting ten gebruike bij een videoregistra-tie- en/of veergeefinrichting, velke een digitaal video-informatie-signaal van een PAL-televisietype registreert en/of veergeeft, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van organen om van het 20 informatiesignaal steekproeven te nemen bij een steekproeffrequentie, velke viermaal zo groot is als de frequentie van de chrominantie-onderdraaggolf, vaarbij de steekproeven vorden genomen langs ortho-gonale assen, die een hoek van ^5° ten opzichte van de U- en V-assen daarvan maken.

10. Videosteekproefinrichting ten gebruike bij een video-registra- tie- en/of veergeefinrichting, die een digitaal video-informatiesignaal van het EAL-televisietype registreert en/of veergeeft, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van organen voor het nemen van steekproeven van het informatiesignaal bij een steekproeffrequentie, velke 30 viermaal zo groot is als de frequentie van de chrominantie-onderdraag-golf, vaarbij de steekproeven vorden genomen langs orthogonale assen, velke samenvallen met de’0°-plaatsen van de kleursalvocomponent van het informatiesignaal.

11. Inrichting voor het nemen van steekproeven van een video- 35 informatiesignaal van het PAL-type bij een steekproeffrequentie, velke 8204135 - :—---- - . ... . . , - 23 - viermaal zo groot is als de frequentie van de chrominantie-onderdraag-golf daarvaa gekenmerkt door organen voor het nemen van steekproeven van een deformatiesignaal, waaroader gekozen perioden van de eerste component daarvaa, bij vier voorafbepaalde plaatsen van elke periode, 5 welke voorafbepaalde plaatsen zijn gelegen op orthogonale assen, die een hoek van ^5° ten opzichte van de U- en V-assen van het PAL-signaal maken, organen om de twee steekproeven van elke onderdraaggolf periode, die zich bij de nuldoorgangen van de eerste component bevinden, te onderzoeken, teneinde een eventuele fazefout van de steekproeven ten 10 opzichte van de faze van de salvocomponent te bepalen, en organen om de steekproeforganen in responsie op de fout in te stellen teneinde de fout te reduceren en daardoor van bet signaal op de voorafbepaalde plaatsen meer nauvkeurige steekproeven te nemen.

12. Inricbting voor bet verscbaffen van digitiale vervangings- 15 informatievoorden in een stroom van digitale informatiewoordsteekproeven velke zijn genomen van een analoog video-informatiesignaal van bet PAL-televisietype, waarvan digitaal steekproeven zijn genomen langs ortbo-gonala assen op plaatsen, die zicb onder een boek van ^5° ten opzichte van de U- en V-assen van bet signaal bevinden, welke inricbting is 20 bekenmerkt door organen voor bet ontvangen van informatievoordsteek-proeven uit tenminste drie opveenvolgende borizontale videoregels en bet opslaan van de video-informatievoordsteekproeven uit tenminste twee van de borizontale videoregels, organen voor het detecteren van een ontbrekende of defecte steekproef en bet opwekken van een.'indicatie-25 signaal wanneer een ontbrekende of defecte steekproef wordt gedetec- teerd, en organen, die met de ontvaag- en opslagorganen en de detectie-organen zijn gekoppeld voor bet introduceren van een vervangingsinfor-matiewoord voor een ontbrekende of defecte informatiewoordsteekproef, waarbij de vervangingsinformatiesteekproef wordt gekozen uit een van 30 de voorafgaande of volgende borizontale regels en in vertikale ricbting is gecentreerd ten opzichte van de defecte of ontbrekende steekproef in responsie op bet feit, dat het indieatiesignaal uit de detectie-organen wordt ontvangen, waarbij de steekproef, welke wordt geintrodu-ceerd, de steekproef met overeenkomstige faze uit een van de steek-35 proeven is, die in vertikale richting ten opzichte van de ontbrekende of defecte steekproefplaats is gecentreerd. 8204135 - 2h -

13. Inrichting volgens conclusie 12" met het kenmerk, dat de ontvang- en opslagorganen zijn voorzien van twee vertragingsorganen, · die in serie met elkaar zijn verbonden, waarbij elk van de vertragingsorganen "bestend is om een vertraging te verschaffen waarvan de grootte 5 gelijk is aan een horizontale regel van video-informatie.

14. Inrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk, dat elk van de vertragingsorganen digitale organen met een ingang en een uitgang omvat, waarbij de digitale informatiewoorden in de ingang worden geklokt en een horizontale regel later uit de uitgang vorden 10 geklokt.

15· Inrichting volgens conclusie 1¼ met het kenmerk, dat elk van de vertragingsorganen een digitaal vrij toegankelijke geheugen omvat.

16. Inrichting volgens conclusie lb met het kenmeik, dat elk van 15 de vertragingsorganen een digitaal schuifregister omvat. 17· "Inrichting volgens het verschaffen van digitale vervangings-woorden in een informatiestroam van digitale woordsteekproeven, velke zijn genomen'uit de video-informatiesignaal van het PAL-televisietype, waarvan op digitale wijze steekproeren zijn genamen langs orthogonale 20 assen bij een frequentie, velke viermaal zo groot is als die van de chraaa-onderdraaggolf en langs orthogonale assen op plaatsen, die over 1+5° ten opzichte van de U- en Y-assen van het signaal zijn verschoven met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van organen voor het ontvangen van de informatiewoordsteekproeven uit tenminste drie opeen-25 volgende horizontale videoregels en het opslaan van de videovoordsteek-proeven uit tenminste twee van de horizontale videoregels, zodat video-infonaatiesteekproeven uit tenminste drie opeenvolgende horizontale videoregels gelijktijdig beschikbaar zijn, organen cm de informatie— woordsteekproeven te onderzoeken en een defecte steekproef te detecteren 30 en een indicatiesignaal op te vekken, dat hepalend is voor het feit dat een defecte steekproef is gedetecteerd, en organen, die met de ontvang- en opslagorganen en met de detectie-organen zijn gekoppeld voor het introduceren van een digitale woordsteekproef voor een defecte steekproef, vaarbij de gelntroduceerde woordsteekproef afkcmstig is 35 uit een plaats in een van de voorafgaande of volgende videoregels ten 8204135 F" ; * r - 25 - opziclte van de regel met de gedetecteerde defecte steekproef, in responsie op let feit, dat Set indicatiesignaal uit de detectie-organen wordt ontvangen, vaarlij de steekproef, velke vordt geintroduceerd, de meest nalij gelegen steekproef met dezelfde faze uit Sen van de 5 voorafgaande en volgende regels is, en de steekproef in vertikale riclting ten opziclte van de plaats van de gedetecteerde defecte steekproef is georienteerd.

18. Inriclting volgens conclusie 17 met let kenmerk, dat de introdnctie-organen "bestead zijn cm autaaatiscl afvisselend informatie-10 steekproeven uit de voorafgaande en volgende regels op een steekproef-voor-steekproefbasis te introduceren, vaarlij de introduceer-orgaaen de autcmatiscl gekozen steekproef in responsie op de ontvangst van let indicatiesignaal introduceren. 8204135