[go: up one dir, main page]

NL7907055A - Inrichting voor het scheiden van formulieren. - Google Patents

Inrichting voor het scheiden van formulieren. Download PDF

Info

Publication number
NL7907055A
NL7907055A NL7907055A NL7907055A NL7907055A NL 7907055 A NL7907055 A NL 7907055A NL 7907055 A NL7907055 A NL 7907055A NL 7907055 A NL7907055 A NL 7907055A NL 7907055 A NL7907055 A NL 7907055A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
roller
bar
separated
form composition
Prior art date
Application number
NL7907055A
Other languages
English (en)
Other versions
NL188030C (nl
NL188030B (nl
Original Assignee
Moore Business Forms Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Moore Business Forms Inc filed Critical Moore Business Forms Inc
Publication of NL7907055A publication Critical patent/NL7907055A/nl
Publication of NL188030B publication Critical patent/NL188030B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL188030C publication Critical patent/NL188030C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H41/00Machines for separating superposed webs

Landscapes

  • Folding Of Thin Sheet-Like Materials, Special Discharging Devices, And Others (AREA)
  • Replacement Of Web Rolls (AREA)
  • Advancing Webs (AREA)
  • Collation Of Sheets And Webs (AREA)
  • Combined Means For Separation Of Solids (AREA)
  • Handling Of Continuous Sheets Of Paper (AREA)

Description

H.O. 28.264- Λ *
Inrichting voor het scheiden van formulieren.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het scheiden van delen van een meervoudige carbon-loze verlopende formulierensamenstelling, en heeft meer in het bijzonder betrekking op een verbeterde inrichting voor 5 het scheiden van de dien van een carbonloze meervoudige doorlopende formulierensamenstelling vóórzien van "vergrendelingen” die dienst doen voor het in lijn houden van de delen van de doorlopende formulierensamenstelling wanneer de doorlopende formulierensamenstelling wordt gebruikt op 10 afdrukinrichtingen die werken met hoge snelheid.
Voor de opkomst van het cabonloze papier werd bij nagenoeg alle meervoudige doorlopende formulierensamenstellingen gebruik gemaakt van doorlopende carbonpapier-banen tussen de diverse samenstellende delen teneinde de 15 overdracht van informatie tussen de diverse samenstellende delen te bewerkstelligen en over het algemeen waren deze samenstellingen voorzien van een aantal integraal geperforeerde "vergrendelingen" langs de zijranden ervan teneinde de diverse delen in lijn te houden bij gebruik van de formu-20 lierensamenstelling op met hoge snelheid werkende afdrukinrichtingen. De uit de stand der techniek bekende scheidings-inriehtingen zijn ontworpen voor het verwijderen en verzamelen van de carbonpapierbanen gedurende de scheiding van de samenstellende delen van de formulierensamenstelling en in 25 de meeste uit de stand der techniek bekende machines wordt het verwijderen en verzamelen van de carbonpapierbaan gebruikt om de scheiding van de samenstellende delen van de formulierensamenstelling te vergemakkelijken.
De uit de stand der techniek bekende formulie-50 renscheiders, in het bijzonder die inrichtingen waarin gebruik wordt gemaakt van het zogenaamde "waterval"-principe, zijn voorzien van een aantal in serie geplaatste scheidings-stations, Elk echeidingsstation is voorzien van een roterende hervouwrol en een hervouwsectie, en doet dienst voor 35 het scheiden van een van de samenstellende delen van de overblijvende delen van de formulierensamenstelling. In zijn algemeenheid wordt de formulierensamenstelling naar en door een scheidingsstation bewogen langs een horizontale weg 7907055 '2 grenzend, aan de hervouwrol. Het te scheiden gedeelte, het onderste gedeelte van de formulierensamenstelling, wordt benedenwaarts gericht en verloopt rond een gedeelte van de hervouwrol en kan daarna in de onder deze hervouwrol aan-5 wezige hervouwsectie "vallen”, waarbij het afgescheiden gedeelte zich opnieuw vouwt tot een meervoudig gevouwen pakket. In het algemeen wordt de aangrenzende'carbonpapierbaan, dat wil zeggen de carbonpapierbaan aangebracht tussen het te scheiden gedeelte en het direct daarboven liggende gedeelte 10 eveneens met het te scheiden gedeelte benedenwaarts gericht en rond de hervouwrol geleid en vervolgens opgewonden op een roteerbare opwindspindel aangebracht aangrenzend aan de hervouwrol. De carbonpapierbaan functioneert daarbij als een dwingend geleidingselement voor het rond de hervouwrol 15 verlopende te scheiden gedeelte.
In een andere uit de stand der techniek bekende formulierenscheider, beschreven in het Amerikaanse octrooi-schrift 5.857.557 is de carbonpapierbaan-opwindspindel stroomopwaarts ten opzichte van de hervouwrol .in een schei-20 dingsstation gepositioneerd, en is een tweede rol aangedrukt tegen de hervouwrol waarbij het te scheiden gedeelte tussen deze twee rollen passeert. In deze inrichting vormt de carbonpapierbaan het onderste gedeelte van de samenstelling zoals deze aan het scheidingsstation wordt toegevoerd.
25 Hen transversale staaf, aangebracht aangrenzend aan de horizontale weg waarlangs de formulierensamenstelling zich beweegt en boven de opwindspindel, wordt gebruikt om de scheiding tussen de carbonpapierbaan en het af te scheiden gedeelte verzekeren.
50 De afgelopen jaren hebben carbonloze doorlo pende formulierensamenstellingen een steeds groter aandeel bereikt in de formulierensamenstellingenmarkt. Alhoewel dergelijke carbonloze samenstellingen een groot aantal erkende voordelen hebben ten opzichte van de met carbonpapier 55 uitgevoerde samenstellingen is het anderzijds moeilijker gebleken om de delen van een carbonloze formulierensamenstelling te scheiden met behulp van de uit de stand der techniek bekende scheidingsinrichtingen, in het bijzonder wanneer getracht wordt om deze inrichtingen te bedrijven bij een re- 4-Q latief hoge snelheid omdat er nu geen carbonpapierbanen aan- 7907055 3 φ * wezig zijn om de scheiding te vergemakkelijken. Dit probleem wordt vaak nog groter omdat de samenstellende delen van carbonloze samenstellingen veelal worden vervaardigd uit "zwakker" papier, dat wil zeggen papier met een groter ge-5 halte aan houtvezels dan het papier dat gebruikt wordt voor samenstellingen met tussenliggende carbonpapierbanen, en de ui.t dit soort papier vervaardigde samenstellende delen hebben de neiging om ten opzichte van elkaar te bewegen bij toepassing op met hoge snelheid werkende afdrukinrichtingen.
10 Om deze neiging te onderdrukken worden de "vergrendelingen"
In carbonloze formulierensamenstellingen versterkt en deze versterking vergroot natuurlijk de moeilijkheden die optreden bij het scheiden van de samenstellende delen. In dit opzicht heeft de ervaring geleerd dat een bevredigende sdeiding 15 van de samenstellende delen van carbonloze formuliersamen-stellingen voorzien van de vereiste versterkte "vergrendelingen" , en een bevredigend hervouwen van de gescheiden gedeelten niet op constante wijze kan worden bereikt met de uit de stand der techniek bekende scheidingsinrichtingen 20 tenzij deze inrichtingen worden bedreven met een relatief · lage snelheid. Zelfs indien de inrichtingen worden bedreven met een gemiddelde snelheid dan hebben de samenstellende formulierdelen de neiging om aan elkaar gehecht te blijven zodat ze over de hervouwsectie heen lopen en in de war raken.
25 En dat is natuurlijk stijdig met het 'hoofddoel van de schei-dingsinrichting, te weten het vlug en zonder problemen scheiden van 'de samenstellende delen en het hervouwen van de gescheiden gedeelten in individuele meervoudig gevouwen pakketten.
50 Bij de bovenbeschreven scheidingsinrichtingen uit de stand der techniek doet zich nog een ander probleem voor, ook wanneer de inrichtingen worden gebruikt met formulierensamenstellingen waarin tussenliggende carbonpapierbanen aanwezig zijn. Alhoewel gezegd wordt dat de uit de 55 stand der techniek bekende inrichtingen in staat zijn om met relatief hoge maximale snelheden te werken is het in praktijk moeilijk gebleken om een continu effectief bedrijf te handhaven bij de aangegeven maximale snelheid behalve onder ideale omstandigheden wat betreft vochtigheid,' sta-40 tische ladingen, sterkte van de "vergrendelingen", papier- 790 70 55 *Φ 4 gewicht en der gelijke.
De uitvinding heeft nu ten doel een verbeterde inrichting voor het scheiden van de samenstellende delen van een uit meerdere delen opgebouwde carbonloze, meervou-5 dige doorlopende formulierensamenstelling met integrale "vergrendelingen” te verschaffen. Verder heeft de uitvinding ten doel een verbeterde scheidingsinrichting te verschaffen waarmee de moeilijkheden, die bij de uit de stand der techniek bekende scheidingsinrichtingen bij het scheiden 10 van de delen van·carbonloze meervoudige formulierensamenstellingen optreden, worden overwonnen terwijl de inrichtingen verder effectief kunnen worden bedreven met maximale snelheid op een regelmatige en continue basis. Verder heeft de uitvinding ten doel een verbeterde inrichting te ver-15 schaffen die relatief goedkoop kan worden vervaardigd en snel kan worden geïnstalleerd op bestaande scheidingsinrichtingen zodat na installatie de scheidingsinrichtingen effectief kunnen worden gebruikt voor het scheiden van de samenstellende delen van een uit meer delen opgebouwde carbonloze 20 formulierensamenstelling en het hervouwen van de gescheiden gedeelten met maximale werksnelheid van de inrichting op een regelmatige en continue basis.
De yoorkeursuitvoeringsvorm van een verbeterde scheidingsinrichting volgens de uitvinding is voorzien van 25 een frame waarmee een aantal schaidingsstations in serie worden gedefinieerd en middelen' voor het. bewegen van een meervoudige carbonloze doorlopende formulierensamenstelling door de machine langs elk van de scheidingsstations volgens een vooraf bepaalde in zijn algemeenheid horizontale ver-30 plaatsingsweg met een vooraf bepaalde snelheid. Élk van de scheidingsstations is voorzien van een hervouwrol aangebracht aangrenzend en dwars op de horizontale vooraf bepaalde verplaatsingsweg van de formulierensamenstelling en • een hervouwsectie aangebracht onder de hervouwroller en stroom-35 afwaarts gezien ten opzichte van de verplaatsingsweg, bestemd voor het ontvangen van het gescheiden gedeelte van de formulierensamenstelling. De hervouwroller roteert op dusdanige wijze dat de snelheid van zijn buitenoppervlak enigszins groter is dan de vooraf gekozen snelheid van de formulieren-40 samenstelling. Het van de formulierensamenstelling bij een 7907055 * c 5 % scheidingsstation te scheiden gedeelte is het onderste gedeelte van de samenstelling, welk gedeelte gericht is volgens en verloopt langs een deel van het buitenoppervlak van de hervouwroller.
5 Teneinde de scheiding van het betreffende ge deelte van de formulierensamenstelling te verbeteren is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een rechte staaf waarvan een uiteinde gemonteerd is aan een klamp zodanig dat de staaf een scharnierbeweging kan uitvoeren rond 10 een scharnieras die loodrecht staat op de langsas van de staaf zodat het mogelijk is om de staaf in een eerste of in een tweede positie te plaatsen. De klamp is gemonteerd aan het frame aangrenzend aan de hervouwrol. Een eerste wiel is gemonteerd op de staaf aangrenzend aan een uiteinde van de 15 staaf. In een voorkeursuitvoeringsvorm is een tweede wiel gemonteerd op de staaf tussen de uiteinden van de staaf en een derde wiel is gemonteerd op de staaf tussen het tweede wiel en het andere uiteinde van de staaf, alhoewel een bevredigende werking kan worden verkregen wanneer alleen het 20 eerste en het· tweede wiel worden toegepast. Alle wielen kunnen roteren rond de staaf coaxiaal ten opzichte van de langsas van de staaf en zijn voorzien van een relatief veerkrachtig buitenoppervlak. Een buisvormig orgaan is gemonteerd op de staaf en is voorzien van een relatief veerkrach-25 tig buitenoppervlak. Het buisvormige orgaan is zodanig op de staaf bevestigd dat de centrale as ervan coaxiaal verloopt met de langsas van de staaf, waarbij.het buisvormige, element dienst doet voor het bevestigen van de wielen zodanig dat deze samen rond de staaf kunnen roteren.
50 Wanneer de staaf zich in zijn eerste positie bevindt dan verloopt de langsas van de staaf in hoofdzaak parallel aan de langsas van de hervouwrol en het buitenoppervlak van het eerste wiel staat in dat geval in contact met het buitenoppervlak van de hervouwrol, zodat de 35 rotatiesnelheid van het buitenoppervlak van het eerste wiel, dat wil zeggen de snelheid waarmee het buitenoppervlak van het wiel zich beweegt in een richting loodrecht op de straal van het wiel, in hoofdzaak identiek is aan de rotatiesnelheid van het buitenoppervlak van de hervouwrol, welke 40 snelheid zoals reeds werd opgemerkt enigszins groter is dan 7907055 6 de vooraf-gekozen snelheid waarmee de formulierensamenstelling wordt getransporteerd. De buitenoppervlakken van.de tweede en derde wielen staan in contact met het te scheiden . gedeelte van de formulierensamenstelling wanneer dit ge-5 deelte over de hervouwrol verloopt. De diameter van het eerste wiel die dienst doet voor het aandrijven van de tweede en derde wielen, is enigszins groter dan de diameters van de tweede en derde wielen, zodat de rotatiesnelheid van de buitenoppervlakken van de aangedreven tweede en derde wielen . 10 groter is dan die van het buitenoppervlak van het eerste aandrijvende wiel, dat wil zeggen groter .dan de vooraf bepaalde snelheid waarmee de formulierensamenstelling wordt getransporteerd en in het bijzonder groter dan de snelheid waarmee het afgescheiden gedeelte van de samenstelling wordt 15 voortbewogen. Het verschil tussen de snelheid van het tweede en derde wiel en de snelheid van het gescheiden gedeelte van de formuliersamenstelling resulteert in het feit dat de tweede en derde wielen een extra kracht uitoefenen op het afgescheiden gedeelte wanneer dit rond de .hervouwroller 20 passeert. Deze extra kracht draagt bij aan de scheiding van het afgescheiden gedeelte van het resterende deel van de formulierensamenstelling en draagt in het bijzonder bij aan het "verbreken” van de integrale "vergrendelingen" die in de samenstelling zijn aangebracht om de delen van de samen-25 stelling in lijn te houden wanneer de samenstelling wordt gebruikt op een met hoge snelheid werkende afdrukinrichting.
Als de staaf in zijn tweede positie bevindt dan * verloopt de langsas van de staaf onder een hoek ten opzichte van de longitudinale as van de hervouwroller en staan 30 de wielen niet in contact met de hervouwroller en met het gescheiden gedeelte van de formulierensamenstelling.
In de tweede positie wordt dus het scheiden van de formulierensamenstelling door de inrichting niet verbeterd. De klamp is voorzien van middelen die de staaf 35 voorspannen in zijn eerste positie zodat het eerste wiel en de tweede en derde wielen tegen de hervouwrol respectievelijk % het van· de formuliersamenstelling gescheiden gedeelte worden gedrukt.
Een scheidingsinrichting volgens de uitvinding 4-0 is getest onder de verwachte werkelijke gebruiksomstandig- 7907055 7- lieden. Deze tests hebben aangetoond dat deze verbeterde inrichting in staat is om op snelle en bevredigende wijze uit meerdere delen opgebouwde carbonloze doorlopende formulier-samenstellingen met integrale ”vergrendelingen" te scheiden.
5 De inrichting kan met zijn aangegeven maximum snelheid worden bedreven op continue basis zonder dat de werkzaamheid van de scheddingsfunctie vermindert. De gescheiden gedeelten worden netjes opnieuw gevouwen in gevouwen pakketten in de hervouwsecties. De tests hebben eveneens aangetoond dat de 10 verbeterde inrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast bij uit de stand der techniek bekende inrichtingen van het "watervaltype", welke gemodificeerde inrichtingen in staat zijn om op effectieve wijze carbonloze doorlopende formulierssmenstellingen te scheiden terwijl de inrichting 15 wordt bedreven op zijn maximale snelheid. De modificatie van dergelijke uit de stand der techniek bekende inrichtingen kan op eenvoudige en relatief goedkope wijze worden uitgevoerd omdat de kosten ten opzichte van de totale kosten van de inrichting te verwaarlozen zijn en de uitvinding eenvoudig 20 en gemakkelijk bij de inrichting kan worden gerealiseerd.
Andére voordelen en doelstellingen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de in het volgende gegeven beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding geïllustreerd in de begeleidende figuren.
25 Figuur 1 toont een opengewerkt zijaanzicht van een verbeterde scheidingsinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont op andere schaal een gedeeltelijk vooraanzicht volgens de lijn 2-2 in figuur 1.
Figuur 3 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede 30 volgens de lijn 3-5 in figuur 2.
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de hervouw-rol en de verbeterde inrichting volgens de uitvinding getoond in figuur 2.
Figuur 5 toont op andere schaal een gedeeltelijk 55 bovenaanzicht soortgelijk aan dat in figuur 4, met de verbeterde inrichting volgens de uitvinding gedraaid naar een andere positie dan getoond is in figuur 4.
Figuur 6 toont op andere schaal een gedeeltelijke doorsnede door een inrichting volgens de uitvinding in 40 de positie getoond in figuur 2 met verdere details van de 7907055 8 structuur en de structurele relaties die gelden voor de verbeterde inrichting.
Figuur 7 toont een zijaanzicht volgens de üjn 7-7 in figuur 6.
5 Figuur 8 toont in perspectief een verbeterde scheidingsinrichting waarin de uitvinding wordt toegepast.
Figuur 9 toont op andere schaal een bovenaanzicht van de klamp en het aangrenzende uiteinde van de staaf zoals getoond in figuur 8 waarbij de staaf zich bevindt in 10 een tussenliggende positie.
Figuur 10 toont een gedeeltelijke doorsnede door de klamp zoals getoond in figuur 8 volgens een vlak parallel en aangrenzend aan het binnenoppervlak van het bovenste uitstekende flensgedeelte van de klamp en gezien in de· rich--15 ting van het andere flensgedeelte van de klamp waarbij de staaf ook hier in een tussenliggende positie is getoond.
Figuur 11 toont een gedeeltelijke doorsnede in vooraanzicht volgens de lijn 11-11 in figuur 10.
In de verschillende figuren zijn voor dezelfde 20 onderdelen dezelfde referentiecijfers gebruikt. Indien in de volgende beschrijving de termen "rechts", "links","rechter-uiteinde", "linkeruiteinde", "boven" en "onder" worden gebruikt dan refereren deze termen aan de structuur zoals getoond in de figuren waargenomen door iemand die naar deze 25 figuren kijkt.
In figuur 1 is een verbeterde scheidingsinrichting waarin de uitvinding wordt toegepast in zijn algemeenheid aangeduid met 10 en bestemd voor het scheiden van een carbonloze meervoudige doorlopende formulierensamen-50 stelling 12, welke samenstelling in dit geval in vier individuele en afzonderlijke delen of componenten moet worden gescheiden. Met uitzondering van·de delen volgens de uitvinding is de inrichting 10 van conventioneel ontwerp en conventionele constructie en voorzien van een basisdeel 14 55 en vier wanden 16 die in hun algemeenheid vertikaal omhoog enigszins naar links ten opzichte van de bais verlopen. Een transversaal frame 18 verloopt langs deze vier wanden en verbindt de bovenuiteinden van de wanden 16 met elkaar. De basis 14, de wanden 16 en het frame 18 bepalen vier schei-40 dingsstations 20, 22, 24 en 26. -Een conventionele motor- en 790 7 0 55 9 stuureenheid 28 is aangebracht op de linkerzijde van de basis 14. De behuizing 28 bevat (niet getoonde) transportelemen-ten bestemd voor bet transporteren of bewegen van de formulierensamenstelling 12 met diverse vooraf te kiezen snel-5 beden langs de bovenuiteinden van de scheidingsstations 20-26 volgens een in bet algemeen horizontale verplaatsingsweg. De stuurelementen in de behuizing 28 maken bet de operateur mogelijk om de samenstelling 12 met een willekeurige te kiezen snelheid aan te drijven, ue behuizing 28 is verder voor-zien van een naar links uitstekend schap 30, dat gebruikt wordt voor het ondersteunen van een gevouwen meervoudige doorlopende formulierensamenstelling, welke door de inrichting 10 moet worden gescheiden.
De scheidingsstations 20-24 zijn elk voorzien ^ van een carbonpapier-opwindspindel 30 gemonteerd aan het frame 18 zodanig aat elke spindel rond zijn longitudinale as kan roteren, alsmede een carbonpapierstaaf 32 gemonteerd op de aangrenzende wand 16. De staaf 32 doet dienst als span-ningsgeleiding voor de carbonpapierbaan die in het schei-^ dingsstation wordt gescheiden en de spindel 30 wordt gebruikt voor het opwinden van de carbonpapierDaan tot een rol wanneer de inrichting 10 wordt gebruikt voor het scheiden van formuliersamenstellingen waarin tussenliggende car-bonpapierbanen aanwezig zijn. De opwindspindels 30 roteren ^5 met een snelheid die iets hoger is dan de vooraf gekozen snelheid waarmee ae formulierensamenstelling 12 door de aan-drijfelementen in de behuizing 28 wordt getransporteerd.
In de scheidingsstations 20-26 worden de telkens onderste delen 34, 36, 38 respectievelijk 40 van de 3® horizontaal voortDewegende doorlopende formulierensamenstelling 12 elk op hun beurt gescheiden van de rest van de samenstelling 12. De gescheiden gedeelten 34-40 worden vanaf de vooraf bepaalde horizontale transportweg van de formulierensamenstelling 12 in benedenwaartse richting geleid 35 bij. het respectievelijke scheidingsstation en vallen daarna als een "waterval" in de hervouwsecties 42, 44, 46 en 48, die zich bevinden aangrenzend aan de basis 14 en tussen de wanden 16. De hervouwsecties 42-48 zijn op conventionele wijze uitgevoerd zodanig dat de gescheiden delen 34-40 tot meer-40 voudig gevouwen pakketten zullen worden gevouwen als resul- 7907055 10 taat van de neerwaartse beweging langs de rechter zijopper-vlakken van de wanden 16.
4 Met uitzondering van het feit dat het meest rechter station 26 niet voorzien is van een spindel 30 en 5 een staaf 32 is de structuur en de functie van alle schei-dingsstations 20-26 identiek. Daarom zal slechts een schei-dingsstation 26 meer in detail in het volgende worden besproken.
2oals getoond is in de figuren 1-4 is het 10 scheidingsstation 26 voorzien van een hervouwrol 50, waarvan de longitudinale as gepositioneerd is in het vlak van de aangrenzende wand 16 waarbij het ene uiteinde roteerbaar bevestigd is in het frame 30 en ket andere uiteinde roteerbaar bevestigd is in een bovenste uitstekend gedeelte van 1.5 de wand 16. De hervouwrol 50 is zodanig gemonteerd dat ze roteert met een snelheid die enigszins groter is dan de snelheid waarmee de formulierensamenstelling 12 door de transporteenheid en de toevoerrollen in de behuizing 28 wordt aangedreven en verder is de hervouwrol 50 voorzien 20 van een aantal longitudinale groeven 52 in zijn buitenoppervlak 54. Het deel 40 dat in het station 46 moet worden afgescheiden wordt gericht rond een gedeelte van het buitenoppervlak 54 van de hervouwrol 50 en de groeven 52 dragen bij aan het handhaven van een voldoende contact tussen de rol 25 50 en het afgescheiden gedeelte 40. Zoals in figuur 2 is geïllustreerd is de breedte van de formulierensamenstelling 12 kleiner dan de longitudinale lengte van de rol 50 en bij voorkeur is de samenstelling 12 binnenwaarts ten opzichte van het meest linker en het meest rechter uiteinde van de 30 rol 50 gepositioneerd.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is in zijn algemeenheid aangegeven met 56 en is voorzien van een stevige rechte stang of staaf 58 waarvan een uiteinde 60 scharnierbaar bevestigd is in een klamp 35 62 en waarvan het andere uiteinde 64 niet wordt ondersteund.
Meer in het bijzonder is het uiteinde 60 van de as 58 bevestigd in een dwarsboring 66 gevormd in een pen of bout 68 met behulp van een vastzetschroef 70 zoals het beste te zien is in figuur 6. De klamp 62 heeft een basisgedeelte 72 40 dat voorzien is van een paar sleuven 74 die bestemd zijn 7907055 11 voor het doorlaten van de schroeven 76 die gebruikt worden voor het bevestigen van de klamp 62 aan het frame 18. De klamp 62 is verder voorzien van een paar integraal gevormde zijarmen 78 die gevormd zijn aangrenzend aan een uiteinde van 5 de basis 72 en die loodrecht en in dezelfde richting uitsteken vanaf het vlak van deze basis 72. De armen 78 zijn voorzien van in lijn liggende openingen 80 bestemd voor de ontvangst van een pen 68 waarbij de diameter van deze openingen enigszins groter is dan de diameter van de pen 68, ^0 zodat de pen 68 gemakkelijk in deze openingen kan roteren rond zijn longitudinale as. Een longitudinale schuif beweging van de pen 68 ten opzichte van de openingen 80 wordt voorkomen met behulp van een integraal gevormde flens 82 aan een uiteinde van de pen en een verende vergrendelring 84 aangebracht nabij het andere uiteinde van de pen naast de aangrenzende arm 78.
De klamp 62 ia aan het frame 18 zodanig gemonteerd dat de armen 78 aangrenzend gepositioneerd zijn aan de hervouwroller 50 zodanig dat de staaf 58 kan worden bewogen 20 naar een eerste positie waarbij de longitudinale as van de staaf 58 in hoofdzaak parallel verloopt aan de longitudinale as van de hervouwroller 50. Zoals getoond is in figuur 5 kan de staaf 58 ook worden gepositioneerd onder een hoek ten opzichte van de longitudinale as van de hervouwroller ^5 50 waarbij het andere uiteinde 64 van de as 58 zich in de nabijheid van het frame 18 bevindt.
* Een opgewikkelde compressieveer 86 verloopt tussen de klamp 62 en de pen 68 zodanig dat de staaf 58 wordt voorgespannen naar en in zijn eerste positie. Zoals 30 meer in het bijzonder geïllustreerd is in de figuren 6 en 7 is een uiteinde van de veer 86 bevestigd aan een eerste schroef 88 aangebracht in de arm 78 aangrenzend aan de flens 82 van de pen 68. Het andere uiteinde van de veer 86 is bevestigd aan een tweede schroef 90 aangebracht in de flens 55 82 van de pen 68, zodat de veer de staaf 58 voorspant in zijn eerste positie getoond in de figuren 2 en 4.
Een buis 94 is gemonteerd op de staaf 58. De diameter van de ouis 94 is enigszins groter dan de diameter van de staaf. Twee ringvormige afstandselementen of naaf-^ bussen 86 en 88 zijn aangebracht nabij de uiteinden van de 7907055 · \ 12 * buis 94 en tussen de buis en de staaf teneinde de longi tudinale as van de buis coaxiaal te houden met de longitudinale as van de staaf en beide naafbussen zijn vervaardigd uit een materiaal dat bij een relatieve rotatie tussen deze 5 elementen slechts een minimale wrijvingswe er stand vertoont.
Zoals het best geïllustreerd is in de figuren 4 en 6 is een wiel 100 gemonteerd nabij het linkeruiteinde van de buis 94· en door middel van een stelschroef 102 vast-gezet zodanig dat een relatieve rotatie ten opzichte van 10 de buis wordt voorkomen. Een wiel 104 is gemonteerd aan het rechter uiteinde van de buis 94 en op soortgelijke wijze aan de buis bevestigd door middel van een niet getoonde overeenkomstige instelschroef waarmee eveneens een relatieve rotatie ten opzichte van de buis wordt voorkomen. De bui-15 tënoppervlakken 106 van de wielen 100 en 104 zijn vervaardigd uit een relatief veerkrachtig materiaal hetgeen bijdraagt aan het vermogen van de wielen om in contact te blijven met relatief bewegende oppervlakken zoals in het volgende nog wordt besproken. Twee verende borgringen 108 zijn 20 aangebracht op de as 58 nabij de uiteinden van de buis 94- en worden gebruikt voor het begrenzen van de relatief longitudinale beweging van de buis 94 ten opzichte van de staaf 58.
De diameters van de buitenoppervlakken 106 · van de wielen 100 en 104 zijn zodanig gekozen dat wanneer de as 25 58 zich in zijn eerste positie bevindt, dat wil zeggen de .
positie getoond in de figuren 2 en 3, de buitenoppervlakken 106 van de wielen 100 en 104 in contact staan met het buitenoppervlak van de hervouwrol 50. Meer in het bijzonder zijn het wiel 104 en de buis 94 zodanig op de staaf 58 geposi-30 tioneerd dat het buitenoppervlak 106 van het wiel 104 in direct contact staat met het buitenoppervlak 54- van de hervouwrol 50. “•et wiel 100 is gepositioneerd tegenover de hervouwrol 50 waarbij het afgescheiden gedeelte 40 verloopt tussen het wiel en de hervouwrol 50 waarbij het gescheiden 35 gedeelte 40 in contact staat met de hervouwrol en het buitenoppervlak 106 in direct contact staat met het betreffende afgescheiden gedeelte 40 wanneer dit over de rol 50 verloopt. De voorinstelkracht uitgeoefend door de veer 86 draagt bij aan het handhaven van de contacten tussen' de wi'e-40 len 100 en 104 en respectievelijk het afgescheiden gedeelte 7907055 13 40 en de hervouwrol 50*
Zoals geïllustreerd is in figuur 2 is het wiel 100 bij voorkeur ongeveer midden tussen de zijranden 108 van het afgescheiden gedeelte 40 gepositioneerd. Zoals geïllus-5 treerd is in figuur 3 zijn de contactpunten tussen de wielen 100 en 104 en het afgescheiden gedeelte 40 en de hervouwrol 50 gepositioneerd onder een horizontaal vlak dat als raak vlak gedacht kan worden aan de bovenzijde van de hervouwrol 50, dat wil zeggen het vlak door de vooraf bepaalde hori-10 zontale transportweg van dé formulierensamenstelling 12 en boven een horizontaal vlak dat verloopt door de centrale as van de hervouwrol 50. Het contactpunt tussen het aangedreven wiel 100 en het gescheiden gedeelte 40 zorgt ervoor dat het gescheiden gedeelte op de juiste wijze in beneden-15 waartse richting naar de hervouwsectie 48 zal worden geleid.
~et is gebleken dat een verbeterd gedrag wat betreft de scheiding van de delen 30-40 van het restant van de formulierensamenstelling 12 kan worden bereikt wanneer de diameter van het wiel 104 kleiner is dan de diameter van 20 het wiel 1C0. Zoals in het bovenstaande reeds werd öpge-merkt is de rotatiesnelheid ofwel de snelheid van het om-treksoppervlak 106 van het wiel 104 in hoofdzaak gelijk aan die van het omtreksoppervlak 54 van de hervouwroller 50.
(De term rotatiesnelheid wordt in deze beschrijving gebruikt 25 voor de snelheid van een punt van het omtreksoppervlak 106 in een richting loodrecht op de straal van het wiel 104). Omdat de buis 9^ de wielen 100 en 104 met elkaar koppelt zullen ze samen roteren, dat wil zeggen zullen ze dezelfde hoeksnelheid hebben. Vanwege zijn grotere diameter zal ech-30 ter het wiel 100 een grotere rotatiesnelheid bezitten dan het wiel 104 en dus van de snelheid van het gescheiden gedeelte 40. Als resultaat van deze hogere snelheid oefent het wiel 100 een extra kracht uit op het gescheiden gedeelte 40 wanneer dit rond de hervouwrol 50 passeert. Deze 35 extra kracht draagt bij aan het verbreken van de integrale «vergrendelingen” die in de formulierensamenstelling 12 worden gebruikt voor het in lijn houden van de diverse delen 34-40 wanneer de samenstelling 12 wordt gebruikt op een met hoge snelheid werkende afdrukeenheid zoals bijvoorbeeld een 40 met hoge snelheid werkende slagdrukeenheid.
790 70 55 \ , 14
Ervaringen met een prototype-model hebben uitgewezen dat wanneer de diameter van het wiel 104 tussen 5-20% kleiner is dan de diameter van het wiel 100, dan kan de scheidingsinrichting 10 worden bedreven op maximale 5 snelheid gedurende langere tijdsduur en een effectieve en bevredigende scheiding teweeg brengen tussen de ^delen 34-40 en deze gescheiden gedeelten opnieuw vouwen tot meervoudig gevouwen pakketten in de hervouwsecties 42-48. Proeven hebben eveneens aangetoond dat indien de diameter van het 10 wiel 104 15% kleiner is dan de diameter van het wiel 100, dan worden bijzonder goede resultaten bereikt.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de verbeterde inrichting volgens de uitvinding is in zijn algemeenheid aangeduid met 114 in de figuren 8-11. De inrich-15 ting 114 is 'structureel en functioneel in hoofdzaak identiek aan de inrichting 50 met uitzondering van de in het volgende beschreven verschillen.
Het uiteinde 60 van de staaf 58 die toegepast wordt in de inrichting 114 wordt scharnierbaar ondersteund 20 door een andere klamp 116 die in het volgende nog wordt beschreven. De staaf 58'van de inrichting 114 zou echter evengoed door een klamp 62 kunnen worden ondersteund net zoals de staaf 56 door een klamp 116 zou kunnen worden ondersteund.
25 net principiële verschil tussen de inrichting 56 en de inrichting 114 is dat deze laatste voorzien is van een derde wiel 118 naast het eerste en tweede wiel 104 en 100. Het wiel 118 is structureel gelijk aan de wielen 100 en 104. In de inrichting 114 zijn de staaf 58 en de buis ψ\· iets 30 langer dan de staaf 58 in de inrichting 56 en een dopmoer 120 kan op het uiteinde 64 van de staaf aangebracht zijn voor het handhaven van 'de staaf en de buis in hun juiste samengestelde positie.
Het derde wiel 118 is evenals de wielen 100 55 en 104 gemonteerd op de buis 94 zodanig dat er geen relatieve beweging tussen het wiel 118 en de buis mogelijk is zodat alle drie de wielen samen roteren, ^et wiel 118 is aangebracht nabij het uiteinde 64 van de staaf 58, terwijl het tweede wiel 100 aangebracht is tussen het derde wiel 118 en 4-0 het eerste wiel 104. Evenals in de inrichting 56 zijn de con- 7907055 15 / tactpunten tussen de wielen 100, 104 en 118 en het samengestelde gedeelte 40 en de hervouwroller 50 gepositioneerd onder een horizontaal vlak dat verloopt als raakvlak aan de bovenzijde van de hervouwrol 50 en boven een horizontaal vlak door de centrale 5 longitudinale as van de hervouwrol 5°. De lengte van de staaf 58 en de plaatsing van de tweede en derde wielen 100 en 118 langs de buis 94 zijn zodanig gekozen dat de contactpunten tussen het buitenoppervlak 105 van de wielen 100 en 118 en het gescheiden gedeelte 40 in het algemeen liggen op eenvierde en drievierde 10 vanaf de zijranden 108 van het gedeelte 40.
Het gebruik van drie wielen (dat wil zeggen twee aangedreven wielen en een aandrijvend wiel) in plaats van twee wielen maakt het mogelijk om de inrichting 114 te gebruiken met een groter aantal breedten en met papierbanen die bijvoorbeeld zijn gesneden in twee longitudinale afzonderlijke banen door een voorafgaande snijbewerking. Bovendien hebben proeven uitgewezen dat kleine excentriciteiten in het oppervlak van de hervouwrollen 50 kan leiden tot een momentaan verlies van de "veltrekkracht", en een dergelijk momentaan verlies kan in sommige gevallen de 20 oorzaak zijn van een slechte scheidingsfunctie, terwijl verder het gebruik van twee aangedreven wielen 100 en 118 dit potentiële probleem tot een minimum reduceert terwijl ook de "trekkracht" die door de inrichting 118 op de papierbaan wordt uitgeoefend.
Het gebruik van twee afzonderlijke gescheiden aandrijlMelen re-duceert het zogenaamde klapperen van het papier in het bijzonder bij relatief brede formulieren.
Zoals geïllustreerd is in de fig. 9-11 werkt de klamp 116 samen met een schamierbaar gevormd plastic orgaan 122 met een in zijn algemeenheid cilindrisch gedeelte 124 en een 30 eerste uitstekend vingergedeelte 126. Het cilindrische gedeelte 124 heeft een in zijn algemeenheid cirkelvormig buitenwaarts gekeerd oppervlak 130 en het einde 60 van de staaf 58 is in het midden van het oppervlak 130 bevestigd, zodanig dat de staaf 58 loodrecht vanaf dit oppervlak verloopt. Het eerste wiel 104 is 35 gemonteerd aan de pijp 94 zodanig dat dit wiel aangrenst aan het oppervlak 130.
De klamp 116 is voorzien van een gevormde kunststof , steunplaat 132 met een in zijn algemeenheid rechthoekig basis gedeelte 135» een centraal geplaatst vèervingerig gedeelte 134 * 40 en twee afzonderlijke flenzen 136 en 138 die buitenwaarts uit- 7907055 16 steken aan een zijde van het basisgedeelte 133. Twee openingen 140 en 142 zijn gevormd in het basisgedeelte 133 tussen de flenzen 136 en 138 en de zijranden van de basis·, welke openingen bestemd zijn om samen te werken met de 5 schroeven 144 die worden gebruikt voor het monteren van de steunplaat 132 op het freem 18.
Een pen 146 verloopt tussen de uitstekende uiteinden van de flenzen 136 en 138 en door een opening in het element 122 zodanig dat het element 10 122 vrij kan roteren rond de as van de pen in een vlak loodrecht op de as van de pen en in het algemeen evenwijdig aan dat van de flenzen 136 en 138. Op de pen 146 zijn tussen het element 122 en de flenzen 136 en 138 afstandsringen 148 gemonteerd. be afstandsringen 148 kunnen oestaan uit afzon-15 derlijke elementen of kunnen ook een integraal geheel vormen met het element 122 en vormen bij voorkeur een integraal deel van het element 122. Een gewonden compressieveer 150 is gemonteerd rond elk van de afstanüselementen 148 zodanig dat de longitudinale assen van de veren in het algemeen parallel 20 verlopen aan de as van de pen 146. Een uiteinde van elk van de veren 150 is bevestigd aan.de klamp 132 en het andere uiteinde van de veren is bevestigd aan het element 122. De veren-150 zijn zodanig gepositioneerd dat ze het element 122 voorspannen in een met de klok meegaande richting, zoals ge-25 toond in de figuren 9 en 10 en zodanig dat het.wiel 104 en de wielen 110 en 118 in contact worden gehouden met het buitenoppervlak van de hervouwrol 50 respectievelijk het afgescheiden gedeelte 40 zoals getoond is in figuur 8. Het voordeel van het .gebruik van compressieveren 150 is met een 30 eenvoudige regeling van de voorinstelkracht die door de veren op het element 122 wordt uitgeoefend mogéüjk is. In dit verband wordt opgemerkt dat het element 122 voorzien kan zijn van een reeks van op afstand van elkaar aangebrachte gaten 151 aangebracht in het oppervlak van het element 122 35 toegekeerd naar de flenzen 136 en 138 en gepositioneerd langs een boog rond de as van de pen 146. Deze openingen 151 zijn bestemd voor ontvangst van de andere · uiteinden van de veren 150 en de door deze veren uitgeoefende voorinstel- 790 7 0 55 -·* 17 kracht kan op eenvoudige wijze worden veranderd door het inbrengen van de andere uiteinden van de veren 150 in de andere openingen.
Zoals goed is geïllustreerd in de figuren 10 5 en 11 is het veervingergedeelte 134- van de klamp 116 aangebracht tussen het vlak van de Dasis 133 en· de pen 14-6 en tussen de flenzen 136 en 138. Een uiteinde 152 van het vin-gergedeelte 134- is integraal verbonden met de basis 133.
•^et cverbl^jvende gedeelte 154· van heu vingergedeelte 134 is voorzien van een licht gekromd tussengedeelte 156 dat wijst in de richting van de pen 14-6. Het gedeelte 154- bevindt zich boven een centrale opening 158 aangebracht in de basis 13$ en met dusdanige afmetingen dat de lengte en de breedte ervan enigszins groter zijn dan die van het gedeelte 154-15 zodat dit gedeelte 154· in en ten opzichte van deze opening kan bewegen.
Ifet veervingergedeelte 134 is normaal gepositioneerd op de wijze als getoond is in figuur 10 in een vlak in zijn algemeenheid parallel aan het vlak van de basis 133 20 maar het kan wanneer er een kracht op uitgeoefend wordt een scharnierbeweging uitvoeren rond zijn uiteinde 152 uitgaande van deze normale positie alhoewel het vingergedeelte 134 een dergeUjke beweging tegenwerkt. Het vingergedeelte 126 van het element 122 is zodanig gedimensioneerd dat het in 25 contact kan komen met het tussenliggende gedeelte 158 van het vingergedeelte 134 en bij uitoefening van een voldoende kracht langs dit tussenliggende gedeelte 156 van de vinger 134 zal passeren wanneer de inrichting 114 met de hand wordt verdraaid met de pen 146 vanuit zijn eerste bedrijfspositie 30 getoond in figuur 8 naar een tweede rustpositie, waarbij de inrichting 114 grenst aan het frame 18. De inrichting 114 blijft in zijn tweede rustpositie als gevolg van. het contact tussen het vingergedeelte 134 en het tussenliggende gedeelte 156. De inrichting 114 kan naar zijn eerste bedrijfspositie 55 terugkeren door het uitoefenen van een kracht zodanig dat het vingergedeelte 146 kan bewegen langs het tussenliggende gedeelte 156, waarbij het vingergedeelte 134 uit de bewe-gingsbaan wordt gebracht zodat de inrichting 114 rond de pen 146 kan scharnieren.
^ In deze uitvoeringsvorm van de inrichting vol- 7907055 18 - ‘ · gens de uitvinding bestaan de wielen 100, 104 en 118 elk uit een ringvormig element waarvan de buitenomtrek voorzien is van een omtreksgroef waarin een ringvormig element uit relatief veerkrachtig materiaal is gepositioneerd.
5 De ervaring beeft aangetoond dat wanneer de ·» diameter van bet wiel 104 tussen 5-20% kleiner is dan de diaaeter van het wiel 100 en de diamter van bet wiel 100 tussen 5-20% kleiner is dan de diameter van het wiel 118 dan kan de scheidingsinrichting 10 op zijn maximale snelheid 10 gedurende langere tijd worden bedreven en een effectieve en bevredigende scheiding van de delen 34-40 tot stand brengen en deze gescheiden delen opnieuw tot meervoudig gevouwen pakketten samenstellen in de hervouwsecties 42-48.
“•et is eveneens gebleken dat een scheidingsin-15 richting waarin gebruik wordt gemaakt van de verbeterde inrichting 56 of de verbeterde inrichting 114 ook nog bijdraagt aan het overwinnen van een ander ernstig probleem dat optreedt bij bet op effectieve en efficiënte wijze scheiden van een uit meerdere delen opgebouwde carbonloze for-20 mulierensamenstelling. Meer in het bijzonder schijnt het gebruik van de wielen 100 of de wielen 100 en 118 voor het in benedenwaartse richting aandrijven van de afgescheiden gedeelten samen met de hervouwrol 50 vanaf de vooraf bepaalde . horizontale transportweg van de samenstelling^ai de proble-'25 men die optreden als gevolg van de opbouw van een statische lading te elimineren, welke problemen tot nu toe vaak aanleiding gaven tot het niet opnieuw vouwen in. de gewenste gevouwen vorm in de hervouwsectie.
Tijdens het bedrijf van de inrichting 10 wordt 30 een formulierensamenstelling 12 aangebracht op het plateau 24 en dóór de transporteenheid in de motor/stuurbehuizing 28 geleid. De samenstelling 12 kan bestaan uit een willekeurige conventionele uit meerdere delen samengestelde continu doorlopende carbonloze formulierensamenstelling alhoewel de • 35 in figuur 1 geïllustreerde machine 10 niet kan worden gebruikt voor samenstellingen die opgebouwd zijn uit meer dan vier individuele gedeelten. (Er wordt op gewezen dat de machine 10 natuurlijk met extra scheidingsstations kan worden uitgebreid zodat dan ook samenstellingeh met meer dan 40 vier samenstellende-gedeelten kunnen worden behandeld). De 790 7 0 55 19 * beginstrook van de samenstelling 12 wordt met de band verplaatst langs de horizontale vooraf bepaalde transportweg die verloopt volgens een raakvlak aan de bovenzijden van de hervouwrollen 50 in elk van de scbeidingsstations 20-26. In 5 elk van de scbeidingsstations, te beginnen met bet station 20 en achtereenvolgens doorgaande naar bet station 26 wordt de voorste strook van bet onderste samenstellende gedeelte van de samenstelling 12 met de band gescheiden van de samenstelling en geleid over de hervouwrol 50 van dit station en 10 tussen de hervouwrol 50 en bet wiel 100 of de wielen 100 en 118. Wanneer de samenstelling 12 in de in figuur 1 getoonde positie is gebracht dan wordt de inrichting 10 op conventionele wijze zoals in bet bovenstaande reeds werd beschreven gestart en kan met maximale snelheid worden bedreven totdat 15 de gehele samenstelling 12 is gescheiden. Wanneer het wordt gewenst om een meervoudige doorlopende continue formulierensamenstelling te scheiden zonder gebruik te maken van de eenheden 56 of 114, bijvoorbeeld wanneer een formulierensamenstelling moet worden verwerkt waarin lagen cabonpapier 20 z^n aangebracht, dan kan elk van de staven 58 uit zijn bedrijfs positie worden gebracht naar zijn rustpositie waarin de eenheid 56 of de eenheid 114 volledig uitgeschakeld is en de werking van de machine 10 tijdens de scheiding van deze samenstelling met carbonpapierlagen niet behinderd.
25 Het is verder gebleken dat de verbeterde een heid '56 of 114 volgens de uitvinding kan worden gebruikt met scheidingsinrichtingen voor het verbeteren van de scheiding van delen van meervoudige formulierensamenstellingen met tussenliggende carbonpapierlagen, zodat een dergelijke 50 inrichting kan worden bedreven bij een toegenomen relatief hoge snelheid. Een soortgelijke verbetering van de scheiding van formuliersnsamenstellingen met tussenliggende carbonpapierlagen wordt ook bereikt wanneer de verbeterde eenheden 56 of 114 worden gebruikt oij de inrichting die bekend is uit 55 het Amerikaanse octrooischrift 3.857.557· Ir. dit verband wordt erop gewezen dat deze verbeterde resultaten worden verkregen omdat de verbeterde eenheden het afgescheiden gedeelte zowel richten als ook aandrijven dat wil zeggen bekrachtigen rond de hervouwrol 50 in benedenwaartse richting.
40 Zoals voor de deskundige op dit gebied duidelijk 790 7 0 55 20 zal zijn kan de inrichting 10 en kunnen de eenheden 56 of 114 worden gemodificeerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, he staaf 58 kan bijvoorbeeld worden gemonteerd aan het frame 50 met andere middelen dan de klampen 5 62 of 116 en er kunnen ook andere middelen worden gebruikt voor het doen scharnieren van het uiteinde 60 van de staaf 58 tussen de eerste en de tweede positie. Ook kunnen er andere middelen worden gebruikt voor het voorspannen van de staaf naar en in zijn eerste positie, dat wil zeggen het 10 voorspannen 100, 104 en/of 118 tegen het gescheiden gedeelte 40 en de hervouwrol 50. De wielen 100, 104 en 118 kunnen eveneens worden vervaardigd zonder de relatief veerkrachtige oppervlakken 106 alhoewel in de praktijk is gebleken dat gebruik van dergelijke veerkrachtige oppervlakken 106 15 bijdraagt aan het verzekeren van een correct oppervlaktecon-tact tussen de oppervlakken 106 en de oppervlakken van de gescheiden delen 34-40 en de hervouwrollen 50. Bij het kiezen van de radiale afmetingen van de wielen kan uitgegaan worden van de gedachte dat optimale resultaten zullen worden 20 verkregen, althans theoretisch gezien, wanneer de buiten-wieloppervlakken worden gevormd als secties van een gemeenschappelijk konisch oppervlak. In de praktijk is echter gebleken dat de uitwendige wieloppervlakken in het algemeen cylindrisch gevormd moeten worden om een maximaal contact 25 te verkrijgen tussen de wieloppervlakken en het gescheiden gedeelte of het oppervlak van de hervouwrol. In de eenheid* 114 kunnen de wielen 100 en 118 gelijke diameters bezitten maar aangenomen wordt dat in een dergelijke situatie een "universeel" type koppeling nodig kan zijn in de staaf tussen 30 de wielen of dat de oppervlakken 106 van de wielen moeten worden vervaardigd uit een zeer veerkrachtig materiaal. Tenslotte kan het wiel 104 in de eenheden 56 of 114 worden geëlimineerd indien de aangedreven wielen 100 en/of 118 door andere onafhankelijke aandrijf middelen worden geroteerd.
35 Omdat er dus diverse wijzigingen moge lijk zijn zonder buiten heu kader van de uitvinding te treden moeten de hier in het bovenbeschreven uitvoeringsvormen worden beschouwd als illustratief voor de uitvinding zonder dat daarmee het kader van de uitvinding wordt beperkt.
7907055

Claims (10)

1. Inrichting voor het scheiden van de samenstellende delen van. een uit meerdere delen samengestelde cartonloze meervoudig gevouwen continu doorlopende formu-5 lierensamenstelling voorzien van "vergrendelingen" die bestemd zijn voor het in lijn handhaven van de samenstellende delen van. de formulierensamenstelling wanneer de formulierensamenstelling wordt gebruikt in inrichtingen voor het behandelen van. dergelijke samenstellingen, gekenmerkt 10 door framemiddelen voor het definiëren van een aantal in serie gepositioneerde scheidingsstations, middelen voor het bewegen van de formulierensamenstelling ten opzichte van en langs elk van de scheidingsstations volgens een vooraf bepaalde transportweg en met een vooraf bepaalde snelheid, 15 waarbij elk van de scheidingsstations voorzien is van een rol die roteerbaar gemonteerd is aan de framemiddelen, welke rol in hoofdzaak aangrenzend en transversaal ten opzichte van de vooraf bepaalde transportweg is gepositioneerd en zodanig is gerangschikt dat het van de doorlopende formulierensamen-20 stelling af te scheiden gedeelte bij dit scheidingsstation wordt gericht rond en in contact komt met een gedeelte van het buitenoppervlak van de rol waarbij middelen aanwezig zijn voor het doen roteren van de rol zodanig dat de rotatie-snelheid van het buitenoppervlak van de rol' enigszins groter 25 is dan de bovengenoemde vooraf bepaalde transportsnelheid en verder een hervouwsectie aangebracht is aangrenzend aan en in stroomafwaartse richting van de roller refererend aan de vooraf bepaalde transportweg, welke hervouwsectie bestemd is voor ontvangst van het, van de doorlopende formu-30 lierensamenstelling afgescheiden gedeelten, terwijl verder middelen aanwezig zijn voor het verbeteren van de scheiding tussen het afgescheiden gedeelte en de doorlopende formulierensamenstelling, welke scheidingsverbeterende middelen zijn gemonteerd aan het frame en bestaan uit een staaf waar-35 van het ene uiteinde wordt ondersteund door het frame zodanig dat tenminste een gedeelte van de longitudinale as van de staaf in hoofdzaak aangrenzend aan en transversaal ten opzichte van de vooraf bepaalde transportweg verloopt, een eersue roteerbaar op de staaf gemonteerd wiel zoaanig 40 dat het buitenoppervlak van dit wiel in oppervlaktecontact 7907055 , ' staat met het buitenoppervlak van de rol zodat een rotatie van de rol zorgt voor een corresponderende rotatie van hen eerste wiel, een tweede roteerbaar op de staal gemonteerd wiel zodanig dat het buitenoppervlak daarvan in 5 oppervlaktecontact staat met het van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden gedeelte wanneer dit geschei_ den gedeelte rond en in contact met het buitenoppervlak van de rol passeert, en middelen voor het koppelen van de eerste en tweede wielen zodanig dat de wielen same^froteren waarbij 10 het eerste wiel een kleinere doorsnede heeft dan het tweede wiel zodat de rotatiesnelheid van het buitenoppervlak van het tweede wiel groter is dan de vooraf bepaalde transport-snelheid van het, van de doorlopende formulierensamenstelling afgescheiden gedeelte wanneer dit afgescheiden gedeelte 15 passeert tussen de rol en het tweede wiel en zo dat het twee de wiel een scheidingskracht uitoefent op het afgescheiden gedeelte wanneer dit passeert tussen de rol en het tweede wiel, hetgeen bijdraagt in het verbreken van de "vergrendelingen" in de doorlopende formulierensamenstelling.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat middelen aangebracht zijn voor het voorspannen van het eerste en tweede wiel tegen heu buitenoppervlak van de rol respectievelijk· het van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden gedeelte. 25
3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat het buitenoppervlak van de eersteen tweede wielen relatief veerkrachtig is uitgevoerd zodanig dat dit bijdraagt aan het handhaven van het oppervlaktecon tact met de rol respectievelijk het afgescheiden gedeelte 30 waarbij het buitenoppervlak van de rol voorzien is van een aantal longitudinaal op korte afstand van elkaar aangebrachte groeven.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de scheidingverbeterende 35 middelen bewogen kunnen worden vanaf een positie waarin de eerste en tweede wielen in oppervlaktecontact staan met de rol respectievellk het van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden'gedeelte, en een tweede positie waarin de eerste en tweede wielen niet langer in oppervlaktecon-40 tact staan met de rol respectievelijk het gescheiden gedeelte. 7907055
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t 'het kenmerk, dat de longitudinale as van het genoemde staafgedeelte in hoofdzaak parallel verloopt met de longitudinale as van de rol wanneer de staaf zich in 5 zijn eerste positie bevindt, waarbij het ene uiteinde van de staaf op scharnierbare wijze gemonteerd is met behulp van een scharnieras die loodrecht verloopt op de longitudinale as van de staaf zouanig dat de staaf kan worden bewogen rond de acharnieras tussen de genoemde eerste positie en 10 de genoemde tweede positie, in welke tweede positie de longitudinale as van het genoemde staafgedeelte een hoek maakt met betrekking tot de longitudinale as van de rol.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor 15 het koppelen van de eerste en tweede wielen bestaan uit een buisvormig element gemonteerd rond de as zodanig dat de longitudinale as van de staaf en die van het buisvormige element coaxiaal met elkaar verlopen en de longitudinale as van de staaf een rechte as is. 20
7· Inrichting volgens een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de vooraf bepaalde transportweg in hoofdzaak horizontaal verloopt waarbij de longitudinale as van de staaf aangebracht is beneden de genoemde transportweg en er een scherpe hoek wordt gedefi-25 nieerd door een vertikaal vlak door de longitudinale as van de rol en een vlak door de longitudinale as van de rol en door de as van de staaf.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scheiding ver-30 beterende middelen voorzien zijn van een derde wiel gemonteerd op de staaf tussen het andere uiteinde van de staaf en het tweede wiel, welk derde wiel met· zijn buitenoppervlak in oppervlaktecontact staat met het van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden gedeelte wanneer dit 35 gescheiden gedeelte passeert rond en in contact met het buitenoppervlak van de rol en gekoppeld is met de koppelings-middelen zodanig dat het eerste, tweede en derde wiel samen met elkaar roteren waarbij de diameter van het tweede wiel kleiner is dan de diameter van het derde wiel zodat de ro-40 tatiesnelheid van het buitenoppervlak van het derde wiel 7907055 P ’ groter is dan de vooraf gekozen snelheid van het van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden gedeelte wanneer dit gescheiden gedeelte passeert tussen de rol en het derde wiel en zodanig dat het derde wiel een schei-5 dingskracht uitoefent op het gescheiden gedeelte wanneer dit passeert tussën de rol en het derde wiel welke scheidings kracht bijdraagt aan het verbreken van de "vergrendelingen" in de doorlopende formulierensamenstelling.
9· Scheidingsinrichting, gekenmerkt 10 door een frame waarmee een aantal in serie gerangschikte scheidingsstations worden gedefinieerd, middelen voor het bewegen van een doorlopende formulierensamenstelling ten opzichte van en langs elk van. de scheidingsstations volgens een vooraf bepaalde transportweg en met een vooraf gekozen 15 snelheid, waarbij elk van de scheidingsstations voorzien.is van een rol die roteerbaar gemonteerd is aan het frame, welke rol in hoofdzaak aangrenzend aan en transversaal ten opzichte van de vooraf bepaalde transportweg is geplaatst en zodanig is gerangschikt dat het van de doorlopende for-20 muller ensamens te Hing afgescheiden gedeelte bij dit scheidings station wordt gericht- langs en in contact met een gedeelte van het buitenoppervlak van de rol, middelen voor het doen roteren van de rol zodanig dat de rotatiesnelheid van het buitenoppervlak van de rol in hoofdzaak gelijk is aan de 25 vooraf gekozen snelheid; een hervouwsectie aangebracht aangrenzend aan en stroomafwaarts van de genoemde rol gezien een opzichte van de vooraf bepaalde transportweg, welke hervouwsectie bestemd is voor ontvangst van het van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden gedeelte, en 30 een verbeterde eenheid in elk van de scheidingsstations voor het verbeteren van de scheiding van een van de doorlopende formulierensamenstelling te scheiden gedeelte, welke uit meerdere delen opgebouwde, meervoudig gevouwen carbon-loze doorlopende formulierensamenstelling voorzien is van 35 "vergrendelingen" voor het handhaven van de samenstellende delen van de formulierensamenstelling in lijn wanneer de doorlopende formulierensamenstelling wordt gebruikt in inrichtingen voor het behandelen van de formulier, waarbij de ' eenheid voor het verbeteren van de scheiding voorzien is. 40 van een staaf met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde 7907055 en middelen voor het bevestigen van het eerste uiteinde van de staaf aan een framegedeeite aangrenzend aan de rol zodanig dat wanneer de staaf is bevestigd aan het frame de staaf gepositioneerd is in een eerste positie waarin ten-5 minste een gedeelte van de longitudinale as van de staaf in hoofdzaak aangrenzend aan en transversaal ten opzichte van de vooraf bepaalde transportweg verloopt, terwijl verder een eerste wiel roteerbaar gemonteerd is op de staaf aangrenzend aan het eerste uiteinde van de staaf zodanig dat 10 wanneer de staaf is bevestigd aan het frame er een opper-vlaktecontact bestaat met het buitenoppervlak van de rol, een tweede roteerbaar op de staaf bevestigd wiel tussen het eerste wiel en het tweede uiteinde van de staaf welk wiel, wanneer de as gemonteerd is aan het frame, in oppervlakte-15 contact staat met een deel van het, van de doorlopende formulierensamenstelling gescheiden gedeelte welk deel in contact staat met een deel van het buitenoppervlak van de rol, en middelen voor het koppelen van het eerste en het tweede wiel zodanig dat de wielen samen -roteren waarbij het eerste 20 wiel een kleinere diameter heeft dan het tweede wiel zodat de rotatiesnelheid van het buitenoppervlak van het tweede wiel groter is dan de vooraf bepaalde transportsnelheid wanneer de as in het frame is gemonteerd.
10. Eenheid voor gebruik met een rol di^deel 25 uitmaakt van een scheidingsstation in een machine voor het scheiden van een gedeelte van een uit meerdere gedeelten opgebouwde carbonloze, meervoudig gevouwen doorlopende formulierensamenstelling met “vergrendelingen" voor het in lijn houden van de samenstellende delen van de formulierensamen-50 stelling wanneer de doorlopende formulierensamenstelling wordt gebruikt in met hoge snelheid werkende afdrukinrich-tingen, met het kenmerk, dat de eenheid roteerbaar is rond zijn longitudinale as met een vooraf bepaalde snelheid en bestemd is voor het geleiden van het afgeschei-35 den gedeelte van de formulierensamenstelling rond en in contact met een eerste gedeelte van zijn buitenoppervlak, waarbij de eenheid voorzien is van een staaf met een longitudinale as, een eerste en een tweede uiteinde en middelen • voor het verbinden van het eerste uiteinde van de staaf en 4-0 het bevestigen van de staaf aangrenzend aan de rol, een 790 70 55 v ' 26 eerste wiel gemonteerd op de staaf aangrenzend aan het eerste uiteinde van de staaf voor het roteren rond de longitudinale as van de staaf, welk eerste wiel gepositioneerd is aangrenzend aan een deel van het perifere oppervlak 5 van de rol verschillend van het genoemde eerste gedeelte wanneer de eenheid op de genoemde inrichting is gemonteerd, en een tweede wiel gemonteerd op de staaf tussen het eerste wiel en het tweede uiteinde van de staaf op roteerbare wijze. ************* 790 70 55
NLAANVRAGE7907055,A 1978-09-21 1979-09-21 Inrichting voor het afscheiden van afzonderlijke papierbanen uit formulierensamenstellingen. NL188030C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US94436778A 1978-09-21 1978-09-21
US94436778 1978-09-21

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7907055A true NL7907055A (nl) 1980-03-25
NL188030B NL188030B (nl) 1991-10-16
NL188030C NL188030C (nl) 1992-03-16

Family

ID=25481267

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7907055,A NL188030C (nl) 1978-09-21 1979-09-21 Inrichting voor het afscheiden van afzonderlijke papierbanen uit formulierensamenstellingen.

Country Status (15)

Country Link
JP (1) JPS5548155A (nl)
AU (1) AU531877B2 (nl)
BE (1) BE878922A (nl)
BR (1) BR7906031A (nl)
CA (1) CA1107312A (nl)
CH (1) CH641420A5 (nl)
DE (1) DE2938213C2 (nl)
FR (1) FR2436737A1 (nl)
GB (1) GB2031391B (nl)
IE (1) IE48634B1 (nl)
MX (1) MX149290A (nl)
NL (1) NL188030C (nl)
NZ (1) NZ191620A (nl)
SE (1) SE430244B (nl)
ZA (1) ZA794865B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6072446U (ja) * 1983-10-24 1985-05-22 日本電信電話株式会社 タイプライタ用紙分離収納装置
JPH037486Y2 (nl) * 1986-01-17 1991-02-25
JPH04115064A (ja) * 1990-09-04 1992-04-15 Noguchi Seisakusho:Kk 立体駐輪装置の昇降装置
JPH0730192U (ja) * 1993-11-18 1995-06-06 水雲 林 折畳式自転車

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2252720A (en) * 1939-01-16 1941-08-19 Standard Register Co Strip trimming and severing apparatus
US2328582A (en) * 1940-10-16 1943-09-07 Standard Register Co Strip severing and bursting machine
US3204841A (en) * 1963-05-29 1965-09-07 Hubert A Guyer Detaching apparatus and process
US3514094A (en) * 1967-06-13 1970-05-26 Uarco Inc Web deleaver with overriding drive means
US3857557A (en) * 1972-10-18 1974-12-31 Moore Business Forms Inc Web handling apparatus
US3944206A (en) * 1974-09-30 1976-03-16 Uarco Incorporated Deleaver for continuous business forms
US4094498A (en) * 1977-07-22 1978-06-13 Tion Equipment Company Separator

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2252720A (en) * 1939-01-16 1941-08-19 Standard Register Co Strip trimming and severing apparatus
US2328582A (en) * 1940-10-16 1943-09-07 Standard Register Co Strip severing and bursting machine
US3204841A (en) * 1963-05-29 1965-09-07 Hubert A Guyer Detaching apparatus and process
US3514094A (en) * 1967-06-13 1970-05-26 Uarco Inc Web deleaver with overriding drive means
US3857557A (en) * 1972-10-18 1974-12-31 Moore Business Forms Inc Web handling apparatus
US3944206A (en) * 1974-09-30 1976-03-16 Uarco Incorporated Deleaver for continuous business forms
US4094498A (en) * 1977-07-22 1978-06-13 Tion Equipment Company Separator

Also Published As

Publication number Publication date
IE791782L (en) 1980-03-21
BE878922A (fr) 1980-01-16
AU5099279A (en) 1980-03-27
AU531877B2 (en) 1983-09-08
NZ191620A (en) 1983-09-02
CH641420A5 (de) 1984-02-29
JPS5548155A (en) 1980-04-05
JPS6133782B2 (nl) 1986-08-04
MX149290A (es) 1983-10-10
FR2436737B1 (nl) 1984-05-25
GB2031391B (en) 1982-12-01
IE48634B1 (en) 1985-04-03
DE2938213C2 (de) 1984-12-06
NL188030C (nl) 1992-03-16
DE2938213A1 (de) 1980-04-03
SE430244B (sv) 1983-10-31
GB2031391A (en) 1980-04-23
ZA794865B (en) 1980-08-27
NL188030B (nl) 1991-10-16
FR2436737A1 (fr) 1980-04-18
BR7906031A (pt) 1980-06-03
SE7907799L (sv) 1980-03-22
CA1107312A (en) 1981-08-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6551228B1 (en) High speed quarterfolder
EP3424334B1 (de) Bereitstellen von bahnförmigem zwischenblattmaterial an einem schneidbereich
JPH02193811A (ja) ベルトコンベアシステム用の分類ユニット
DE102017118930A1 (de) Bereitstellen von bahnförmigem Zwischenblattmaterial an einem Schneidbereich
JPS6011677B2 (ja) 輪転印刷機の排紙装置
US5007891A (en) Device for producing an additional fold in folding devices of rotary printing presses
EP3901072B1 (de) Bereitstellen von bahnförmigem zwischenblattmaterial an einem schneidbereich
NL7907055A (nl) Inrichting voor het scheiden van formulieren.
WO1997011019A1 (de) Verfahren und vorrichtung zur herstellung von drucksachen
US6708855B2 (en) Transverse folding apparatus
EP3424854A1 (de) Bereitstellen von bahnförmigem zwischenblattmaterial an einem schneidbereich
CA1297065C (en) High speed fly stripping device
JPH11139649A (ja) 折丁を折り機から印刷機のコンベヤに引き渡すための装置
KR910021309A (ko) 용지 배출 장치
EP3888467A1 (de) Bereitstellen von bahnförmigem zwischenblattmaterial an einem schneidbereich
US4306711A (en) Decollating machine and apparatus
US3543982A (en) Strip feeding and severing machines
JP2001220058A (ja) 平坦な材料を連続的に折る折り装置
DE19802085C2 (de) Anlegetisch
JPH11301924A (ja) シートの折り畳み装置及び折り畳み方法
US929450A (en) Machine for making cartons.
NL192874C (nl) Werkwijze en inrichting voor het in afzonderlijke stukken heropwikkelen van een materiaalbaan.
NL8301876A (nl) Werkwijze en inrichting om platte produkten en in het bijzonder drukwerkprodukten te verwerken, die in de vorm van een schubvormig gestapelde rij worden toegevoerd.
US5681254A (en) Mechanism for applying a biasing force in a folder apparatus
US536992A (en) Paper-folding machine

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee