[go: up one dir, main page]

NL194618C - Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bij steigerwerk. - Google Patents

Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bij steigerwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL194618C
NL194618C NL9401754A NL9401754A NL194618C NL 194618 C NL194618 C NL 194618C NL 9401754 A NL9401754 A NL 9401754A NL 9401754 A NL9401754 A NL 9401754A NL 194618 C NL194618 C NL 194618C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
corner
rail
parts
rails
straight
Prior art date
Application number
NL9401754A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194618B (nl
NL9401754A (nl
Inventor
Ruth Langer Geb Layher
Original Assignee
Ruth Langer Geb Layher
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ruth Langer Geb Layher filed Critical Ruth Langer Geb Layher
Publication of NL9401754A publication Critical patent/NL9401754A/nl
Publication of NL194618B publication Critical patent/NL194618B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194618C publication Critical patent/NL194618C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/12Canopies
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/12Canopies
    • E04G2005/125Roof for scaffolds, e.g. extending to the adjacent building

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)

Description

1 194618
Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bi] steigerwerk
De uitvinding heeft betrekking op een hoeksamenstel met twee onder een hoek ten opzichte van elkaar opgestelde, van zeillijkgroeven voorziene rechte lijkrailsdelen, die voorzien zijn van een bevestigings- en 5 draagconstructiedeel, waarbij de rechte lijkrailsdelen in hoofdzaak buigstijf zijn, en vervaardigd zijn van lichtmetaal en/of stijve kunststof, waarbij tussen de twee rechte lijkrailsdelen een zich ten minste over een aantal decimeters uitstrekkend, in hoofdzaak aan het profiel van de rechte lijkrailsdelen aangepast hoeklijkrailsdeel voorzien is, waarvan de lijkgroeven in hoofdzaak knikvrij aansluiten op de lijkgroeven van de rechte lijkrailsdelen.
10 Een dergelijke hoeksamenstel is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage 4.029.281. Er wordt daarbij voor de rechte lijkrailsdelen en de hoeklijkraiisdelen gebruikgemaakt van een samengesteld profiel, opgebouwd uit een kastvormig hol profiel en een apart, doorgaand lijkrailsdeel, die onafhankelijk van elkaar verbogen worden voordat zij op vorm- en krachtsluitende wijze met elkaar verbonden zijn. Latere wijzigingen in de buiging zijn niet voorzien en niet mogelijk.
15 De uitvinding heeft tot doel een hoeksamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een knikvrije uitvoering en een dichte overgang tussen opeenvolgende rechte, stijve lijkrailsdelen ook mogelijk wordt bij wisselende hoeken daartussen van tot 90° en zelfs bij nog grotere hoeken.
Hiertoe heeft het hoeksamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat het hoeklijkrailsdeel gevormd is als een zich, ter aanpassing van verschillende hoeken, over stralen van verschillende grootte aanpasbaar 20 buigbaar profieldeel.
Omdat men een gescheiden hoeklijkrailsdeel voorziet en dit zo afstemt voor wat betreft de materiaaleigenschappen, dat men dat over stralen van geschikte grootte kan buigen en desondanks een knikvrije aansluiting op de lijkgroeven bereikt, kan men nu doorlopende zeilen voor verticale wanden en dakvlakken of horizontaal om hoeken doorlopende zeilen gebruiken, die men, afhankelijk van de lengte en de 25 hanteringsmogelijkheden, in klaar gemonteerde toestand van de rails in kan trekken. In het bijzonder is de uitvoering volgens de uitvinding voordelig bij de afscherming van werkruimten bij steigerwerken, omdat ze de montageomstandigheden sterk verlicht met weinig extra inspanning, daar in het korte omgezette eind op het dak, dat gewoonlijk ligt in de orde van grootte van 1 m-2 m, het zeil zonder montage van een afzonderlijk zeildeel en zonder problemen met betrekking tot de afsluiting, direct in het dakrandgebied 30 ingetrokken kan worden. Daarbij kan men het zeil aan het ondereind van het steigerwerk of het halachtige, tentachtige bouwwerk aanleveren op een trommelachtige houd-, transport- en montage-inrichting en aan de onderzijde insteken en dan met behulp van kabels en spierkracht of andere trekinrichtingen snel en op doorlopende wijze intrekken. Ook bij de demontage kan het gehele zeil weer continu opgewonden worden aan het ondereind. Met zeer kleine inspanning worden grote montage- en gebruiksvoordelen bereikt.
35 Bij voorkeur laten de hoeklijkraiisdelen onder invloed van de buigkrachten de vorming van rondingen met een straal van ten minste ongeveer 0,5 m toe. Het materiaal van de hoeklijkraiisdelen heeft op doelmatige wijze een Shore-hardheid van ten minste 65.
In een voordelige verdere ontwikkeling van de verbinding volgens de uitvinding is het buigbare profiel van de hoeklijkraiisdelen gevormd uit verschillende, ten minste een verschillende stijfheid bezittende materiaal-40 gedeelten, die gecoëxtrudeerd zijn.
Bij voorkeur bezitten de profielen van de rechte lijkrailsdelen en de buigbare hoeklijkraiisdelen in hoofdzaak dezelfde doorsnedevorm.
Daarbij hebben de rechte lijkrailsdelen een T-groef voor de montage, die te richten is naar de binnenzijde van de werkruimte van het steigerwerk.
45 Verder heeft het de voorkeur dat de houddelen en verbindingsdelen ter plaatse van de voegen tussen de rechte lijkrailsdelen en de hoeklijkraiisdelen, bevestigd zijn met behulp van houddelen resp. verbindingsstukken, die op voor invoering doelmatige wijze een in lijn liggende verbinding waarborgen, waarbij ten minste ter plaatse van de voegplaatsen platte staafdelen als verbindingsstukken ingébracht zijn in de T-groeven, welke ten minste voorzien zijn van een schroef. Ter verbetering van montage en demontage van een zeil 50 zijn de binnenwanden van de zeïllijkgroeven gevormd met gladde oppervlakken.
Over de voeg tussen de rechte lijkrailsdelen en de hoeklijkraiisdelen wordt op doelmatige wijze een aan de buitenvorm van de lijkrailsdelen aangepaste metalen voegafdekking voorzien. Daarbij kan de voeg-afdekking op voordelige wijze vastgezet zijn met een in de tegenovergelegen groef van elk van de beide betreffende lijkrailsdelen een de voeg overbruggend, buigstijf inlegdeel en althans een daaromheen reikende 55 schroef.
In het hiernavolgende deel van de beschrijving wordt de uitvinding toegelicht onder verwijzing naar de 194618 2 tekening. Getoond wordt in: figuur 1 het isometrisch aanzicht op een deel van een huis, aan de ene wand waarvan een steigerwerk staat, waarvan de werkruimte afgeschermd is met zeilen, waarbij enige velden weergegeven zijn tot boven de dakrand met reeds gemonteerde zeilen, terwijl het voorste veld weergegeven is in de toestand van het 5 omhoog trekken van het dekzeil in de beide lijkgroeven; figuur 2 een vergaand geschematiseerd zijaanzicht van een bovenste steigerwerkhoek met de drie lijkgroefdelen, die met elkaar verbonden zijn, waarbij het middelste deel buigbaar is voor het overbruggen van de hoek; figuur 3 een doorsnede van het profiel van hoeklijkrailsdeel; 10 figuur 4 een doorsnede van het vaste lijkrailsdeel; figuur 5 op elkaar gelegde doorsnedes van de beide lijkrailsdelen, waarbij getoond is, dat de lijkgroeven en de T-groef gelijk en dekkend respectievelijk met elkaar in lijn liggend zijn; figuur 6 een isometrisch aanzicht, van binnen beneden naar rechts boven, op een hoek, waarbij twee vaste lijkrailsdelen overbrugd zijn door een hoeklijkrailsdeel - aan de voorzijde is geen zeil ingetrokken -; 15 figuur 7 een verticale doorsnede door de verbindingsgebieden tussen hoeklijkrails en vaste lijkrails, waarbij de hoeklijkrails onderbroken weergegeven is; figuur 8 een binnenaanzicht van de verbindingsplaats tussen onderste vaste lijkrails en hoeklijkrails; figuur 9 een doorsnede door de hoeklijkrails ter plaatse van de schroefverbinding tussen profielplaatdeel en verbindingsstuk; 20 figuur 10 een schematisch zijaanzicht van de in hoek· en hoogte verstelbare oplegging van de bovenste vaste lijkrails; figuur 11 een schematisch zijaanzicht van een steigerwerk met zeilen, waarbij het bovenste dakzeil met haar vaste lijkrails reikt tot op een flauw hellend dak van een huis; figuur 12 een met figuur 11 overeenkomende weergave, waarbij het bovenste, de werkruimten in het 25 steigerwerk afdekkende dakzeil met haar vaste lijkrails over een steil bouwwerkdak reikt; en figuur 13 een met figuren 11 en 12 overeenkomende weergave, waarbij de lijkrails en de bijbehorende zeilen reiken over het randgebied van een van een plat dak voorzien bouwwerk.
De figuren 1-11 tonen schematische weergaven en details van een uitvoeringsvoorbeeld, terwijl de 30 figuren 12 en 13 bij gelijke technische uitvoering de montage bij verschillende overgangen tussen steigerwerk en bouwwerkdak weergeven.
Het bouwwerk 20 volgens figuur 1 is een ongeveer twee verdiepingen bezittend huis met gebruikelijk zadeldak als huisdak 21, waarbij het steigerwerk 25 tot onder de dakrand 22 reikt. De dakrand ligt met niet apart weergegeven dakgoot boven de bovenste steigerwerkvloer 30.1.
35 Het steigerwerk 25 is met verticale stijlen 26, horizontale regels 27 en diagonalen 28 gevormd als een gebruikelijke ruimtelijke constructie en bezit gebruikelijke steigerwerkvloeren 30. De verbinding vindt plaats met behulp van op vooraf bepaalde afstanden aangebrachte horizontale, van gaten voorziene schijven 31, waarop de overige elementen bevestigd zijn met wigkoppen 32.
Het steigerwerk 25 wordt op gebruikelijke wijze opgesteld, afhankelijk van de eisen van het werk en de 40 randvoorwaarden van het gebouw. Als buitenbedekking 40 van de door het steigerwerk gevormde ruimte dienen zeilen of doeken 41, die een vergaand gesloten en naar buiten dichte werkruimte 43 begrenzen. Daartoe zijn overeenkomstig de veldbreedte 44 met behulp van bevestigingsmiddelen 46 verticale vaste lijkrailsdelen 47 op een op zich bekende wijze aangebracht op de verticale stijlen. Voor het creëren van het dichte steigerwerkruimtedak 23 zijn ook bovenste, het steigerwerkdak medevormende en dragende vaste 45 lijkrailsdelen 49 met behulp van bevestigingselementen 51 en 52 bevestigd aan het steigerwerk 25. Om een doorgaande hoekovergang 55 te vormen is in hoeklijkrailsdeel 50 voorzien. Deze is vervaardigd uit buigbaar materiaal en met behulp van verbindingsmiddelen 56 bevestigd op aangrenzende lijkrailsdelen, zoals dat in detail naar voren komt in de verdere figuren.
Volgens figuur 4 zijn de vaste leidrailsdelen 47 en 49 gevormd uit een geëxtrudeerd profiel van 50 lichtmetaal met een dwarsdoorsnede 60. Dit bezit in de beide bovenste buitenste hoekgebieden lijkgroeven 61.1 en 61.2, die op de wijze van een bek een cilindervormige ruimte 59 voor het lijk 66 van een zeil begrenzen. Deze ruimte bezit een bekopening 63, die begrensd is door twee gedeeltelijk cilindervormige randen 64.1 en 64.2, zodat de bekopening 63 de rand van het eigenlijke zeil respectievelijk haar rand-versterking, namelijk de verbinding van het binnenliggende lijk 66 van het dekzeil 67 en haar rand-55 versterking 68 (figuur 5), opneemt.
Het draaggebied 70 van de vaste lijkrailsdelen 47, 49 begrenst een T-groef 71, die voorzien is van een gebruikelijke, doorlopende schroefschachtgroef 72 en opleglijven 73.1 en 73.2 voor de in te brengen I - - 3 194618 bevestigingsdelen. Buitenliggende steun benen 74.1 en 74.2 geven de rails een grotere stabiliteit en verzekeren de ingebrachte delen van de bevestigingsmiddelen tegen verdraaiing. De verbindingswand 75 bezit een enigszins grotere wanddikte 76 dan de wanddikte 77 van de steunbenen 74.1 en 74.2, alsook de T-groefzijwanden 78. De omtrekswanden 79 voor de lijkgroeven bezitten tot aan het aansluitgebied 81 5 ongeveer een gelijke wanddikte als de wanddikte 77. Dit op zich bekende profiel werd tot nu toe gebruikt, maar het zeil eindigt bij gebruik daarvan aan het einde van de rails, en dan wordt met een overlap voor een afdichting gezorgd.
Het hoeklijkrailsdeel 50 bezit een in figuur 3 weergegeven dwarsdoorsnede 80 en heeft een T-groef 71, die begrensd is door licht afgeronde hoeken 71.1. De T-groef 71 bezit gelijke afmetingen als de groef 71 bij 10 de vaste lijkrailsdelen 47, 49. Ook de lijkgroeven 62 respectievelijk 62.1 en 62.2 van de hoeklijkrailsdeel 50 zijn van gelijke grootte, maar wel zijn de beide bekopeningen 84 kleiner uitgevoerd dan de bekopeningen 63 bij de vaste lijkrailsdelen. Voor het overige zijn de wanddiktes in de bij het middelste steungebied 86 gelegen stijve gebieden 82 en 83 niet, zoals bij een lichtmetaalextrudaat, begrensd door rechte lijnen, maar hebben afgeronde en gewelfde wandvormen, die de open bekbegrenzingen 85 een grotere weerstand 15 geven tegen opbuigen van de bek bij zijwaartse trekkrachten. Bovendien ontbreken de steunbenen 74.1 en 74.2, waardoor de buigbaarheid gunstig beïnvloed wordt en omdat er geen overeenkomstige verbindingsmiddelen aangesloten behoeven te worden.
Het hoeklijkrailsdeel 50 wordt gesneden van een meerdere meters lang extrusieprofiel, dat als uitgangsmateriaal reeds een zekere kromming bezit, zoals dat ook bekend is bij kunststofbuizen voor waterleidingen 20 en soortgelijke materialen. Hoewel dat anders vaak storend is, is het hier gunstig voor de montage en voor een juiste aansluiting, omdat een hoeklijkrailsdeel in te bouwen is met een kromming.
Als materiaal wordt bij voorkeur een met hard rubber overeenkomend materiaal gebruikt, dat volgens DIN 7863 aangeduid wordt met EPDM. De volledige materiaalbenaming luidt ethyl-propyl-dieen-rubber. Het hier gebruikte materiaal kan een Shore-hardheid in de orde van grootte van 70 bezitten, wanneer de hier 25 weergegeven wandverhoudingen en grootte-verhoudingen toegepast worden. Daarbij kunnen ook andere kunststoffen of met de betreffende ontwikkelingstoestand overeenkomende gemengde materialen, eventueel met verstijvingen, of met verschillende materiaalsoort, stijfheid of hardheid toegepast worden. Belangrijk is dat enerzijds de bevestigingselementen op zekere wijze aangesloten kunnen worden en anderzijds de gehele hoeklijkrails een zekere stijfheid heeft, maar toch overeenkomstig de verhoudingen in de hoekboog 30 enigszins cirkelvormig of deels ellipsvormig respectievelijk deels paraboolvormig gebogen kan worden, waarbij de grondvorm van de lijkgroeven 62.1 en 62.2 in hoofdzaak behouden blijft en de bekbegrenzingen 85 het vasthouden van het lijk van het zeil 41, ook in ongebogen toestand en bij zijwaartse trekkrachten als gevolg van windkrachten of montagekrachten of andere bevestigingskrachten, waarborgen.
Figuur 5 toont de relatieve ligging van de buitenomtrekken van de beide in figuren 3 en 4 weergegeven 35 profielen ten opzichte van elkaar. Daaruit blijkt dat de omtrekken elkaar dekken ter plaatse van de T-groef 71. Dat moet ook, omdat een gemeenschappelijk stijf verbindingsstuk van metaal de voegen moet overbruggen en daartoe ingebracht moet kunnen worden.
Van de lijkgroeven 61 respectievelijk 62 is de cilindervormige binnenbegrenzing en derhalve de cilinderruimte 59 gelijk. Slechts de bekopeningen 63 en 84 zijn in geringe mate verschillend. Dit komt voort 40 uit de verschillende materiaalkeuze - zoals hiervoor besproken.
Terwijl de buitenomtrek 89 van de hoeklijkrails 50 met getrokken lijnen weergegeven is, is de buitenomtrek 88 van de metalen vaste lijkrails weergegeven met streeppuntlijnen, zodat men ziet welke afgeronde versterkingsgebieden bij de van buigbaar materiaal vervaardigde hoeklijkrails verschillend vormgegeven zijn, zonder dat dit van invloed zal zijn op de doorgaande montage en het doorgaand intrekken van het lijken van 45 een zeil.
In de figuren 6-9 zijn de voegverbindingen tussen de metalen vaste lijkrailsdelen 47 en 49 en het buigbare hoeklijkrailsdeel 50, alsook de daarvoor benodigde afzonderlijke delen te zien. Deze zijn in beide gevallen gelijk vormgegeven. In de T-groef 71 bevindt zich een de voeg 91.1 respectievelijk 91.2 overbruggend rechthoekig, de ruimte of het formaat tot een invoeringsspeling vullend, van rechthoekig plaatmateriaal 50 gevormd verbindingsstuk 90. Tegen het buitenvlak steunt een profielplaatdeel 93. Dit deel is met behulp van een schroef, die door het betreffende einde van het hoeklijkrailsdeel 50 gaat, vastgeschroefd aan het verbindingsstuk 90. Beide, van niet-roestend respectievelijk corrosiebestendig metaal vervaardigde overbruggingsdelen strekken zich over ongeveer gelijke afstanden uit naar beide zijden van elke hoek. Het vrije eind 95 van het verbindingsstuk 90 kan ook voorzien zijn van een schroefdraadboring voor een 55 groefschroef. Het profielplaatdeel 93 steekt aan beide zijden uit over de buitenwanden van de bovenste bekbegrenzingen 85 tot kort voor de bekopeningen 84 en is zodanig vormgegeven dat het in hoofdzaak passend ligt op de buitenomtrek 89 van het hoeklijkrailsdeel, zodat ook met slechts één of eventueel twee 194618 4 schroeven een goede vormverbinding bereikt kan worden, zodat een goede afgedichte afsluiting ter plaatse van de voegen 91.1 respectievelijk 91.2 verkregen wordt.
Voor de bevestiging van de vaste lijkrailsdelen 47 en 49 zijn houders voorzien. Daarbij is een verticale railshouder 101 voorzien. Deze bezit een buisdeel 102 met een voor aansluiting dienende wigkop 32 voor 5 de bevestiging op de gatenplaat 31 alsmede aan haar buiteneind een railsaangrijpdeel 104, dat voor de kopzijde van het buisdeel 102 gelast is. Het past tussen de steunbenen 74.1 en 74.2 en wordt door middel van twee met hun koppen in de T-groef 71 passende groefschroeven 107 vastgeschroefd, onder het op juiste hoogte houden van het bijbehorende vaste lijkrailsdeel 47. De afstand van de verticale, uit meerdere vaste lijkrailsdelen 47 samengestelde rails tot de buitenste stijl 26 van het steigerwerk 25 is bepaald door de 10 lengte van het buisdeel 102 en zo te kiezen, dat de openingen buiten de steigervloer 30 niet te groot worden.
Voor de bevestiging van de het steigerdak mede vormende vaste lijkrailsdelen 49 zijn scharnierbare aansluitingen nodig om zich aan te kunnen passen aan de relatieve hoogteligging van de bovenste einden van de stijlen 26 en het gebouwdak. Daarbij is een eenvoudig buisopsteekelement 110 voor op stijlen 26 15 volgens figuren 10 en 11 voorzien. Dit bezit aan het boveneind een enkelvoudig scharnier 111, waarin scharnierbaar een zwenklip 112 opgenomen is. Deze is vastgelast aan een tussen de steunbenen 74.1 en 74.2 van de vaste lijkrailsdelen 49 passend aansluitdeel 113 dat een groefschroef 107 bezit. Door langsverschuiving in de T-groeven en het vastschroeven binnen de montagemogelijkheden kan men zich aanpassen aan de bijzondere omstandigheden en ook aan de krommingen in de hoekovergang 55, zoals 20 dat te zien is in de figuren 10-13.
Opdat de vaste lijkrails 49 voor de overbrugging naar het huisdak 21 aangepast kan worden aan de behoeften, is een verder schuifgeleidings- en houdelement 116 met hoogte-verstellingshouder 117 nodig.
De scharnier- en houderuitvoering aan de bovenste vaste lijkrails 49 is gelijk aan die bij het hiervoor besproken constructiedeel en is voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. Het schuifgeleidings- en houd-25 element 116 wordt op het boveneind van de verticale stijl 26 gestoken en bijvoorbeeld geborgd met een door steekgat 119 te steken pen. Een op geringe afstand daarvan liggende, verticaal aangebrachte schuifbuis 121 is via een verbindingsdeel 122 verbonden met de hoogteverstellingshouder 117. De verstelbare houder 125 bezit een in de schuifbuis 121 passende steekbuis 126, die op geschikte afstand en voorzien is van doorgaande boringen 127 voor steekpennen. Dientengevolge kan, zoals weergegeven is in 30 de figuren 10-13, de hoogteligging van de in aanmerking komende zijden op zodanig nauwkeurige wijze gekozen worden, dat een aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste helling van het steiger-werkruimtedak 23 boven de werkruimte 43 van het steigerwerk 25 verkregen wordt. Daartoe wordt een verbindingsbuis 128 op gebruikelijke wijze verbonden met de boveneinden van de vaste lijkrailsdelen 49. Hieraan kunnen ook de boveneinden van de zeilen bevestigd worden.
35 Bij de opbouw wordt als volgt te werk gegaan:
Het steigerwerk 25 wordt op gebruikelijke wijze opgericht. De verticale vaste lijkrailsdelen 47 worden op gebruikelijke wijze bevestigd aan de buitenste stijlen 26. Zij bezitten gewoonlijk dezelfde lengte als de stijlen en de voegen liggen steeds op dezelfde hoogte. Dan worden de aan de boveneinden te voorziene houdelementen, eventueel eerst los en geschikt voor aanpassing, opgezet. Het hoeklijkrailsdeel 50 wordt 40 met zijn beide uitstaande, daarmee vast verbonden bouwdelen (vrij eind 95 van verbindingsstuk 90 en profielplaatdeei 93) ingeschoven in de T-groeven 71 van de aangrenzende vaste lijkrailsdelen 47 en 49.
Dan kan het bovenste vaste lijkrailsdeel 49 gemonteerd worden. Na het uitrichten en het aantrekken van alle schroeven wordt het zeil met haar randversterkingen 68 en haar lijken 66 ingevoerd in de bijbehorende lijkgroeven 61 en met de ogen 131 en daarin bevestigde kabels 132 - zoals te zien is in het rechter veld in 45 figuur 1 - naar boven getrokken. Daarbij kan het zeil 41 zonder onderbreking via de hoekovergang 55 tot het eind van de bovenste, ten opzichte van de horizontaal licht hellende vaste lijkrails 49 bij de rand van het huisdak 21 doorgetrokken worden en dan, in de geschikte positie, zodanig met behulp van bijkomende aangrijpingsmiddelen, zoals riemdelen en metalen bevestlglngselementen, vastgelegd worden, dat het zeil niet naar beneden afglijdt. Zoals in figuur 1 te zien is kan men het zeil 41 van de rol af naar boven 50 optrekken en bij de demontage op overeenkomstige wijze naar beneden laten gaan en tegelijkertijd weer oprollen. Zo kan veld voor veld, na montage van de lijkrails, snel en eenvoudig bekleed worden met de zeilen. Men verkrijgt een zekere en goed afgedichte buitenhuid voor de werkruimte 43 in steigerwerk 25. Op gelijksoortige wijze kan men andere wanddelen afsluiten met zeilen. Daarbij zijn de hoekkrommingen zo te kiezen, dat de straal 130 enkele decimeters bedraagt, opdat enerzijds het materiaal van de hoeklijkrails-55 delen 50 voldoende stabiel en desondanks voldoende buigzaam uitgevoerd kan worden en anderzijds het schuiven van de randversterkingen en lijken van het zeil niet verhinderd wordt. Slechts enkele bijkomende bouwdelen maken zo een, ook voor het afglijden van water, stof en in het inwendige vrijkomend vuil voor

Claims (10)

1. Samenstel met twee onder een hoek ten opzichte van elkaar opgestelde, van zeillijkgroeven voorziene rechte lijkrailsdelen, die voorzien zijn van een bevestigings- en draagconstructiedeel, waarbij de rechte lijkrailsdelen in hoofdzaak buigstijf zijn, en vervaardigd zijn van lichtmetaal en/of stijve kunststof, waarbij 10 tussen de twee rechte lijkrailsdelen een zich ten minste over een aantal decimeters uitstrekkend, in hoofdzaak aan het profiel van de rechte lijkrailsdelen aangepast hoeklijkrailsdeel voorzien is, waarvan de lijkgroeven in hoofdzaak knikvrij aansluiten op de lijkgroeven van de rechte lijkrailsdelen met het kenmerk, dat het hoeklijkrailsdeel (50) gevormd is als een zich, ter aanpassing aan verschillende hoeken, over stralen (130) van verschillende grootte aanpasbaar buigbaar profieldeel (50; 80).
2. Hoeksamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hoeklijkrailsdelen (50) onder invloed van de buigkrachten vorming van rondingen (55, 130) met een straal van ten minste ongeveer 0,5 m toelaten.
3. Hoeksamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het materiaal van de hoeklijkrailsdelen (50) een Shore-hardheid van ten minste 65 heeft.
4. Hoekverbinding volgens conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het buigbare profiel van de hoeklijk· 20 railsdelen (50) bestaat uit verschillende, ten minste een verschillende stijfheid bezittende materiaal- gedeelten, die gecoëxtrudeerd zijn.
5. Hoeksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profielen (60, 80) van de rechte lijkrailsdelen (47, 49) en de buigbare hoeklijkrailsdelen (50), in hoofdzaak dezelfde doorsnedevorm bezitten.
5 Conclusies
5 194618 het gebruik gunstige uitvoering mogelijk, die na beëindiging van het werk ook een doorgaande reiniging met waterdrukstraalapparaten gemakkelijk maakt.
6. Hoeksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rechte lijkrailsdelen (47, 49) een T-groef (71) voor de montage hebben, die te richten is naar de binnenzijde van de werkruimte van het steigerwerk.
7. Hoeksamenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de houddelen en verbindingsdelen ter plaatse van de voegen tussen de rechte lijkrailsdelen (47, 49) en de hoeklijkrailsdelen (50), bevestigd zijn met 30 behulp van houddelen resp. verbindingsstukken (90), die op voor invoering doelmatige wijze een in lijn liggende verbinding waarborgen, waarbij ten minste ter plaatse van de voegplaatsen platte staafdelen als verbindingsstukken (90) ingebracht zijn in de T-groeven (71), welke ten minste voorzien zijn van een schroef (107).
8. Hoeksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenwanden van de 35 zeillijkgroeven (59) van de hoeklijkrailsdelen (50) gevormd zijn met gladde oppervlakken.
9. Hoeksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat over de voeg tussen de rechte lijkrailsdelen (47, 49) en de hoeklijkrailsdelen (50) een aan de buitenvorm van de lijkrailsdelen (47, 49, 50) aangepaste metalen voegafdekking (93) voorzien is.
10. Hoeksamenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de voegafdekking (93) vastgezet is met een 40 in de tegenovergelegen groef (71) van elk van de beide betreffende lijkrailsdelen een de voeg overbruggend, buigstijf inlegdeel (90) en althans een daardoorheen reikende schroef (94). f Hierbij 4 bladen tekening
NL9401754A 1993-10-22 1994-10-21 Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bij steigerwerk. NL194618C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4336016 1993-10-22
DE4336016A DE4336016A1 (de) 1993-10-22 1993-10-22 Eckverbindungs-Ausbildung

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9401754A NL9401754A (nl) 1995-05-16
NL194618B NL194618B (nl) 2002-05-01
NL194618C true NL194618C (nl) 2002-09-03

Family

ID=6500730

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401754A NL194618C (nl) 1993-10-22 1994-10-21 Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bij steigerwerk.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE1008954A3 (nl)
DE (1) DE4336016A1 (nl)
FR (1) FR2711711A1 (nl)
GB (1) GB2283046B (nl)
NL (1) NL194618C (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19624633A1 (de) * 1996-06-20 1998-01-02 Langer Ruth Geb Layher Tragrahmenvorrichtung
EP0867581A1 (en) * 1997-03-25 1998-09-30 Luigi Fontana Scaffolding with canopy elements
NL1011041C2 (nl) * 1998-11-10 2000-05-11 Haan Serrebouw B V De Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring.
NL1016335C2 (nl) * 2000-10-05 2002-04-08 Marinus Cornelis Josephus Van Doorwerkscherm op rol en stationaire steigers.
DE102013206584A1 (de) * 2013-04-12 2014-10-16 Peri Gmbh Planenrolle
GB2518701B (en) 2014-04-09 2015-09-02 Ventura Wind Energy Ltd Temporary maintenance enclosures and methods of maintaining turbine blades
DE102015121446A1 (de) 2015-12-09 2017-06-14 Alfix Gmbh Fachwerkdachbinder mit Eckteil und eine diesen verwendende Dachanordnung
CA3020636A1 (en) * 2016-04-13 2017-10-19 Benjamin D. Fox Keder rail attachment for a fabric/panel building
DK3853477T3 (da) 2018-09-17 2023-07-03 Pp Energy Aps System til forebyggelse af vandindtrængning i turbinevinger
EP3995693A1 (en) 2020-11-10 2022-05-11 PP Energy ApS Temporary enclosure for at least a part of a rotor blade
DE102021212078A1 (de) 2021-10-26 2023-04-27 Peri Ag Trägerschiene für ein Bekleidungssystem zur Einhausung von Gerüsten, Bekleidungssystem, Gerüst sowie Verfahren zur Einhausung eines Gerüsts

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2205770A1 (de) * 1972-02-08 1973-08-09 Losberger Plan Transportable zelthalle
DE2721902A1 (de) * 1977-05-14 1978-11-23 Losberger Kg Verbindungsteil fuer tragende gerueste
DE2844152C2 (de) * 1978-10-10 1985-08-08 Philip D. Calgary Alberta Sprung Verfahren zur Herstellung einer einen Raum umschließenden, mit Stoffbahnen bedeckten Konstruktion
DE2910647A1 (de) * 1979-03-17 1980-09-25 Losberger Gmbh & Co Kg Verbindungsteil fuer tragende gerueste
DE3244905A1 (de) * 1981-12-10 1983-07-21 Müller & Baum GmbH & Co KG, 5768 Sundern Tragkonstruktion fuer eine wetterverkleidung an einem baugeruest
NL8502236A (nl) * 1985-08-13 1987-03-02 Ahrend Group Bv Jaloeziedeur omvattende scharnierend met elkaar verbonden lamellen en de einden van de lamellen opnemende geleidingsrails.
DE8707104U1 (de) * 1987-05-18 1987-08-13 Eyerich, Jürgen, 8011 Buch Metallträger für den Gerüstbau mit zwei durchlaufenden Kedernuten in mindestens einem Gurtrohr
DE8915210U1 (de) * 1989-12-28 1990-03-15 Bockisch, Karlheinz, 3008 Garbsen Sektionaltor
DE4026984A1 (de) * 1990-08-25 1992-02-27 Gerhard Reisinger Flexible eindeckung von gebaeuden
DE4029281A1 (de) * 1990-09-14 1992-03-19 Walter E Spaeth Kastenfoermiges hohlprofil
US5259432A (en) * 1991-11-29 1993-11-09 Remo C. Danieli Support frame for moveable awning
DE9305738U1 (de) * 1993-04-16 1993-06-17 MJ-Gerüst GmbH, 5970 Plettenberg Vorrichtung zum Festlegen von Planen an Gerüsten

Also Published As

Publication number Publication date
NL194618B (nl) 2002-05-01
DE4336016A1 (de) 1995-04-27
BE1008954A3 (fr) 1996-10-01
FR2711711A1 (fr) 1995-05-05
NL9401754A (nl) 1995-05-16
FR2711711B1 (nl) 1997-02-28
GB2283046B (en) 1997-03-19
GB9421409D0 (en) 1994-12-07
GB2283046A (en) 1995-04-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194618C (nl) Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bij steigerwerk.
DE3429190C2 (nl)
US5822810A (en) Shower screen
EP0119398B1 (de) Hohlkörper, insbesondere Schiffskörper
JPH11190060A (ja) 3次元の金属材又は合成材の枠組みから形成された、少なくとも屋根に可撓性カバーをもつ建造物
DE3408379C2 (de) Ausfahrbares Zeltdach, insbes. Markise, Vorzelt für Reisemobile u. dgl.
DE29706670U1 (de) Führungsrinne für Energieführungsketten
FI95495B (fi) Turvakaidejärjestelmä
DE4230949C1 (de) Messe- und Ladenbauwand
DE3903295A1 (de) Oeffenbarer verschlussabschnitt
DE19741157C2 (de) Vorrichtung zum motorischen Antreiben eines ein- oder mehrteiligen Torblatts mit einer C-förmigen Führungsprofilschiene
DE3509683A1 (de) Duschabtrennung
DE4318678A1 (de) Gerüstabdeckung
DE29502387U1 (de) Abdeckvorrichtung für eine Entwässerungsrinne
DE29921564U1 (de) Folien-Objekt-Hochwasserschutz
DE29902465U1 (de) Vorrichtung zum zeitweiligen Verbinden eines bewegbaren Gegenstandes mit einer Halteschiene
DE19904627B4 (de) Abschalelement für eine Dehnungsfuge zwischen zwei Betonkörpern
GB2374882A (en) Roof support
DE2903755A1 (de) Betonschalung, insbesondere fuer brueckentraeger
JP3754106B2 (ja) フェンスの角度自在連結装置
NL9201951A (nl) Dek voor een warenhuis of een kas.
DE10031937B4 (de) Fugenüberbrückungskonstruktion
DE102007031032B3 (de) Modular aufgebaute, zerlegbare Trennwand
GB2093144A (en) Improvements in greenhouse frames
DE2509071A1 (de) Sonnendach

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501