NL1029263C2

NL1029263C2 - Raambedekking.

Info

Publication number: NL1029263C2
Application number: NL1029263A
Authority: NL
Inventors: Fu-Lai Yu; Chin-Tien Huang; Shun-Chi Yu
Original assignee: Teh Yor Co
Priority date: 2004-08-09
Filing date: 2005-06-16
Publication date: 2006-02-13
Also published as: EP1776025B1; DE112004000089D2; CA2511045C; CN100398041C; DE112004000089T5; HK1085893A1; WO2006022696A1; JP2007500296A; EP1776025A1; US20050006033A1; US7021359B2; AU2004322739B2; MXPA06014951A; CA2511045A1; PL1776025T3; DK1776025T3; FR2874401B1; JP3971451B2; FR2874401A1; EP1776025A4

Description

Raambedekking.

BESCHRIJVING

Technisch terrein van de uitvinding 5 Deze uitvinding heeft betrekking op een verbeterde raambedekking.

Meer in het bijzonder heeft deze uitvinding betrekking op een raambedekking omvattende een aantal rijen en een bedieningsmechanisme, waarbij de rijen geschikt zijn om van een gesloten toestand naar een geopende toestand te worden ingesteld door zowel het versmallen als scharnieren van de rijen.

10 Achtergrond van de uitvinding

Decoratieve raambedekkingen zijn een populair artikel voor het verschaffen van privacy en het tegenhouden van licht, die verschillende vormen kunnen aannemen. Twee populaire voorbeelden van raambedekking zijn Romeinse raambedekkingen en jaloezieën.

15 Een typische Romeinse raambedekking bestaat uit een weefselmateriaal dat langs zijn bovenkant is verbonden met een hoofdrail en wordt verzameld op zich op afstand van elkaar bevindende intervallen om een reeks zachte vouwen langs het vlak van het weefsel te verschaffen, die het een gedrapeerd of licht geplisseerde uiterlijk geeft. Romeinse zonweringen zijn zodanig 20 geconstrueerd, dat wanneer zij zich omhoog worden bewogen vanaf de onderzijde verzamelen in in hoofdzaak horizontale vouwen of plooien totdat de gehele zonwering nabij de bovenzijde van de raambedekking verblijft. De zonweringen worden bediend door middel van het verschillende lijnen trekken aan die worden gebruikt in samenwerking met geleidingen die zijn bevestigd aan de zonwering.

25 Eén tekortkoming van de typische Romeinse zonwering is echter, dat er geen manier is om openingen te creëren in het gehele vlak van de raambedekking wanneer iemand licht in een ruimte wil toelaten, zoals is terug te vinden bij jaloezieën door middel van hét kantelen van de blinderingslamellen, zonder de onderzijde omhoog te hoeven bewegen, of zonder de bovenzijde van de 30 gehele raambedekking naar beneden toe bewegen, hetgeen op ongewenste wijze resulteert in een substantieel verlies van privacy. Daarom is het gewenst om de mogelijkheid te verschaffen om openingen te openen in de zonwering om het mogelijk te maken dat licht passeert, terwijl een relatief hoge mate van privacy wordt gehandhaafd doordat het niet is vereist de gehele zonwering omhoog of omlaag te 102 9 2 63 2 bewegen.

Een conventionele jaloezie omvat typisch een hoofdrail, een onderrail, een aantal lamellen, een mechanisme voor het omhoog brengen omvattende een aantal koorden voor het omhoog brengen, en een kantel- of 5 instelmechanisme omvattende een aantal ladderdraden. Het optilelement omvat typisch koorden die aan de zijkanten symmetrisch zijn voorzien op de zonwering om de onderrail en de lamellen te balanceren om die synchroon omlaag of omhoog te bewegen. Door het trekken aan de koorden voor het omhoog bewegen worden de bodemrail en de lamellen zoals gewenst omhoog of omlaag bewogen ten opzichte 10 van de hoofdrail.

De lamellen kunnen omhoog of omlaag worden gekanteld door de bediening van het kantelmechanisme dat de laddertouwen Instelt. In dit opzicht omvat iedere ladder in het algemeen een voorzijde en een achterzijde, en zich verticaal uitstrekkende elementen of draden die zijn verbonden aan elkaar door 15 middel van een aantal zich op verticale afstand van elkaar bevindende zich dwars uitstrekkende sporten. Gedragen op iedere zich dwars uitstrekkende sport, tussen de zich verticaal uitstrekkende elementen van de ladder ervan, bevindt zich één lengte uitstrekkende zijde van een lamel. De hoofdrall omvat in het algemeen dit kantel- of instelmechanisme voor het verplaatsen van de ladders, zodat de zich 20 verticaal uitstrekkende elementen van iedere ladder zich in tegengestelde verticale richtingen ten opzichte van elkaar verplaatsen, om iedere lamel om de lengte gewijzigde as ervan te scharnieren. Door het kantelen van de hierboven genoemde lamel naar een andere hellingshoek kan de hoeveelheid en richting van het licht dat in een ruimte wordt geprojecteerd door de jaloezie worden bestuurd en ingesteld.

25 Jaloezieën hebben echter het esthetisch nadeel dat de ladder gedeeltelijk zichtbaar is van de voorzijde en achterzijde van de zonwering wanneer die is gesloten. Deze ladder verstoort het anders continu uiterlijk van de raambedekking. Ook kunnen gaten voor de koorden voor het omhoog brengen en kantelen ook zichtbaar zijn wanneer de jaloezie is gesloten. Dit doet ook de 30 esthetische verschijning van de raambedekking afnemen, alsook staat het additioneel licht toe een ruimte binnen te dringen, zelfs wanneer de lamellen van de zonwering zijn gesloten.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding lost deze tekortkomingen op door het 1 UZ 9 2 63 3 verschaffen van een verbeterde raambedekking, die het mogelijk maakt dat openingen worden gevormd in de raambedekking, zoals bij jaloezieën, doch ook het bedieningsmechanisme verbergt. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bedienen van de raambedekking.

5 De zonwering voor een raam volgens de onderhavige uitvinding omvat een aantal neerklapbare rijen voor een zonwering, leder van deze rijen van de zonwering is instelbaar van een gesloten toestand naar een geopende toestand door middel van een bedieningsmechanisme, en omvat een stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied en een tegenovergelegen tweede zich dwars uitstrekkend 10 gebied met een verstijfd randdeel. Het tweede zich dwars uitstrekkend gebied kan een flexibel materiaal omvatten, zoals een weefsel, of kan een stijf materiaal omvatten, zoals te vinden is in het eerste zich dwars uitstrekkend gebied. De zich dwars uitstrekkende gebieden kunnen op een aantal manieren zijn verstijfd, omvattende het opnemen van een verstijfd element, zoals een lichtgewicht kunststof 15 lamel, het gebruik maken van een verstijfd weefsel, weefsel dat met een spray is bedekt, of dergelijke.

Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm omvat het bedieningsmechanisme een openingselement dat is bevestigd aan het verstijfd randdeel van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied, en een bevestigings-20 element dat is bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend gebied. Het openingselement kan een koord, een strook materiaal, of dergelijke zijn. Op vergelijkbare wijze kan het bevestigingselement een koord, een strook materiaal, een paneel dat zich langs de achterzijde van de raambedekking uitstrekt, of dergelijke zijn.

25 Wanneer de raambedekking zich in de gesloten toestand bevindt omvat de raambedekking geen of minimale openingen tussen de rijen zodat licht in hoofdzaak of geheel wordt geblokkeerd. Ook zijn de bevestigings- en openingselementen bij voorkeur verborgen uit het zicht, indien bekeken vanaf de voorzijde of het voorvlak van de raambedekking. In de geopende toestand heeft de 30 raambedekking bij voorkeur de verschijning van een jaloezie waarvan het aantal lamellen is ingesteld in een geheel geopende positie. Met andere woorden, ieder van de rijen heeft, wanneer de rijen zich in de geopende toestand bevinden, een in hoofdzaak plat profiel en is loodrecht ten opzichte van de lengte van de rondering uitgelijnd. Tussen de gesloten toestand en de geopende toestand heeft de 10 2 9263 4 raambedekking een half geopende toestand.

Instelling van de raambedekking van de gesloten toestand naar de half geopende toestand wordt uitgevoerd door het versmallen van het aantal rijen van de raambedekking. Dit omvat bij voorkeur het doen afnemen van de afstand 5 tussen het eerste zich dwars uitstrekkend gebied en het verstijfd randdeel van het aantal rijen. Wanneer het openingselement is bevestigd aan de onderste rand van het aantal rijen van de zonwering, wanneer het openingselement omhoog is gebracht, is de onderrand van iedere rij bijvoorbeeld ook omhoog gebracht ten opzichte van de bovenrand, waarmee het bevestigingselement is bevestigd, en 10 omhoog getrokken achter de voorzijde van de rij zodat openingen die zijn gecreëerd in het voorvlak van de raambedekking toestaan dat licht passeert. Alternatief kan het openingselement zijn bevestigd aan de bovenrand van iedere rij en kan het bevestigingselement zijn bevestigd aan de onderrand, zodat wanneer het openingselement omlaag is gebracht ten opzichte van het bevestigingselement, de 15 rijen zijn versmald. Behalve dat het mogelijk is om het openingselement ten opzichte van het bevestigingselement te verplaatsen, kan het ook mogelijk zijn om het bevestigingselement te verplaatsen, terwijl het openingselement stationair wordt gehouden, of zowel het bevestigingselement als het openingselement ofwel gelijktijdig of onafhankelijk van elkaar te verplaatsen. Het aantal rijen kan worden 20 versmald door middel van één van deze werkwijzen totdat zij zijn gepositioneerd in de half geopende toestand waarbij het verstijfd randdeel van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied zich naast het stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied bevindt en zich daarmee bij voorkeur in contact bevindt.

Instelling van het aantal rijen van de half geopende toestand naar 25 de geopende toestand wordt bereikt door het scharnieren van ieder van het aantal rijen van de raambedekking door middel van het verplaatsen van het verstijfd randdeel ten opzichte van de eerste rand van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied. Bij een de voorkeur genietende vorm zijn de eerste stijve zich dwars uitstrekkende gebieden van de rijen van de zonwering werkzaam verbonden met 30 een gewicht om ieder van de rijen van de zonwering voor te spannen in de richting van de geopende positie.

De onderhavige uitvinding verschaft een zeer aanpasbare raambedekking die het een gebruiker mogelijk maakt de rijen van de raambedekking die het uiterlijk van een zonwering van de Romeinse stijl heeft te versmallen, terwijl 10292 63 5 het de gebruiker ook mogelijk wordt gemaakt de verschillende rijen te kantelen om de raambedekking geheel te openen. Bij een aantal uitvoeringsvormen geeft de onderhavige uitvinding de gebruiker ook de mogelijkheid de bepaalde rijen van de raambedekking die moeten worden geopend of gesloten te selecteren.

5 Korte beschrijving van de tekeningen

In de tekeningen, is figuur 1 een perspectivisch vooraanzicht van een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van een raambedekking in een gesloten positie volgens onderhavige uitvinding; 10 is figuur 2 een opstaand zijaanzicht van de raambedekking uit figuur 1; is figuur 3 een opstaand zijaanzicht van de raambedekking uit figuur 1 in half geopende toestand; is figuur 4 een opstaand zijaanzicht van de raambedekking uit figuur 15 1 in geopende toestand; is figuur 5 een vergroot zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een de voorkeur genietende rij van een uitvoeringsvorm van een raambedekking in een gesloten toestand; is figuur 6 een vergroot zijaanzicht in dwarsdoorsnede van de rij uit 20 figuur 5 in half geopende toestand; is figuur 7 een vergroot zijaanzicht in dwarsdoorsnede van de rij uit figuur 5 in een geopende toestand; is figuur 8 een vergroot zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een raambedekking volgens de onderhavige uitvinding in een 25 gesloten toestand en met verstijfde tweede zich dwars uitstrekkende gebieden; is figuur 9 een opstaand zijaanzicht van nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van een raambedekking volgens de onderhavige uitvinding in een gesloten toestand en met tweede zich dwars uitstrekkende gebieden met een contour; 30 is figuur 10 een vergroot perspectivisch vooraanzicht van een andere alternatieve uitvoeringsvorm van rijen van een raambedekking volgens de onderhavige uitvinding en toegepaste stroken materiaal als onderdeel van het bedieningsmechanisme; is figuur 11 een vergroot perspectivisch vooraanzicht van een t0 2 9 2fr3 6 andere alternatieve uitvoeringsvorm van rijen van een raambedekking volgens de onderhavige uitvinding waarbij een paneel als onderdeel van het bedienings-mechanisme wordt toegepast; is figuur 12 een vergroot zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een de 5 voorkeur genietende rij van een andere uitvoeringsvorm van een raambedekking in een gesloten toestand; is figuur 13 een vergroot zijaanzicht in dwarsdoorsnede van de rij uit figuur 12 in een half geopende toestand; en is figuur 14 een vergroot zijaanzicht in dwarsdoorsnede van de rij uit 10 figuur 12 in een geopende toestand.

Beschrijving van de de voorkeur genietende uitvoeringsvormen van de uitvinding

De uitvinding die in dit document wordt beschreven is vatbaar voor uitvoering in veel verschillende vormen. In de tekeningen getoond en hieronder in dit 15 document in detail beschreven bevinden zich de voorkeur genietende voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. Het dient echter te worden begrepen, dat de onderhavige beschrijving een voorbeeld is van de principes van de uitvinding en de uitvinding niet beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen.

Verwijzend naar figuren 1 en 2 wordt één de voorkeur genietende 20 uitvoeringsvorm van de raambedekking volgens de onderhavige uitvinding getoond in een gesloten positie. De raambedekking 100 omvat een aantal neerklapbare rijen 102 van een zonwering, die ieder door middel van een bedieningsmechanisme instelbaar zijn van een gesloten toestand naar een geopende toestand, leder van de rijen 102 van de zonwering omvat een stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied 25 104 en een tegenovergelegen tweede zich dwars uitstrekkènd gebied 106 met een verstijfd randdeel 108.

Het aantal rijen 102 is door middel van een bedieningsmechanisme opgehangen aan een hoofdrail 110, bijvoorbeeld door middel van een bevestigingselement 112 en een openingselement 114. Het bevestigingselement 30 112 is bevestigd aan de achterste of eerste rand 120 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 van ieder van het aantal rijen 102. Het openingselement 114 is bevestigd aan het verstijfd randdeel 108 van het tegenovergelegen tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 van ieder van het aantal rijen 102. De specifieke werkwijze voor het bevestigen van het bevestigingselement 112 en het 102 9 2 63 7 openingselement 114 aan de rijen kan verschillende vormen aannemen, zoals door middel van hechtmiddel, ultrasoon lassen, verweven, vastbinden of dergelijke. Bevestiging kan ook worden bereikt door middel van het beperken van de verplaatsing van de rijdelen ten opzichte van het bevestigingselement en het 5 openingselement door middel van stopmechanismen die zijn gepositioneerd aan de bevestigings- en instelelementen. Nog een ander alternatief is het opnemen van een anker in rijen, zoals een staaf, waaraan het bevestigingselement en het openingselement zijn vastgebonden. Een dergelijke staaf kan ook door gaten zijn geleid die worden gedefinieerd door middel van de bevestigings* en 10 openingselementen om bevestiging daaraan te verschaffen.

Bij deze uitvoeringsvorm omvat het bedieningsmechanisme ook een koordvergrendeling 116 in de hoofdrail waardoor openingselement 114 is geleid. Het in werking brengen van het bedieningsmechanisme wordt bereikt door een gebruiker die de koordvergrendeling losmaakt, waarbij het openingselement 114 naar wens 15 omhoog of omlaag wordt gebracht, en het doen aangrijpen van de koordvergrendeling 116. Het bedieningsmechanisme kan alternatief ieder geschikt mechanisme omvatten voor het bestuurbaar omhoog en omlaag brengen van het openingselement zoals die gewoonlijk zijn terug te vinden in jaloezieën en Romeinse zonweringen. Een koord 118 voor het omhoog brengen kan ook zijn opgenomen om 20 alle rijen 102 van de zonwering 100 voor een raam omhoog te brengen.

Zoals getoond omvat de raambedekking wanneer die zich in gesloten toestand bevindt geen of minimale openingen zodat licht in hoofdzaak of geheel wordt geblokkeerd. In het bijzonder het verstijfd randdeel 108 is gepositioneerd onder de eerste rand 120 van het eerste zich dwars uitstrekkend 25 gebied 104 van een lagere naastgelegen rij. Dienovereenkomstig zijn het bevestigingselement 112 en de openingselementen 114 ook uit het zicht verborgen, indien gezien vanuit de voorzijde of het voorvlak van de raambedekking.

Verwijzend naar figuur 3 wordt de instelling van de raambedekking 100 van de gesloten toestand naar de half geopende toestand uitgevoerd door het 30 versmallen van het profiel van ieder van het aantal rijen 102 van de zonwering. Bij voorkeur omvat dit het doen afnemen van de afstand, of het versmallen van de spleet, tussen het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 en het verstijfd randdeel 108 van het aantal rijen 102.

Wanneer het openingselement 114 bijvoorbeeld omhoog wordt 10 2 9 2 63 8 gebracht wordt voor ieder van de rijen 102 het verstijfd randdeel 108 ook omhoog gebracht ten opzichte van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 en worden die omhoog getrokken achter de voorzijde van de rij zodat openingen die worden gecreëerd in het vlak van de raambedekking 100 het passeren van licht mogelijk 5 maken. Zoals getoond bevindt de raambedekking 100 zich in een half geopende toestand wanneer het verstijfd randdeel 108 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 contact maakt met het stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104. In de half geopende toestand is ieder van de rijen naar beneden gekanteld.

Verwijzend naar figuur 4 wordt instelling van het aantal rijen van de 10 half geopende toestand naar de geopende toestand bereikt door het scharnieren van ieder van het aantal rijen 102 van de zonwering om de eerste rand 120 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied door middel van het ten opzichte daarvan omhoog brengen van het verstijfd randdeel 108. Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm zijn de eerste stijve zich dwars uitstrekkende gebieden 104 van de 15 rijen 102 van de zonwering werkzaam verbonden met een gewicht 122 om te helpen ieder van de rijen van de zonwering naar de geopende toestand te scharnieren en te roteren.

Een meer gedetailleerde uitleg van ieder van de rijen van de raambedekking 100 wordt besproken met betrekking tot figuur 5 en voorbeeldlij 101. 20 Rij 101 is vervaardigd van een weefselmateriaal met tegenover elkaar gelegen zich dwars uitstrekkende gebieden 104 en 106. leder van de zich dwars uitstrekkende gebieden 104 en 106 omvat een distaai deel 105 respectievelijk 107. Bij deze uitvoeringsvorm omvat eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 een verstijvingselement zoals een stijve lamel 126, die zich bevindt tussen twee 25 weefsellagen 128 en 130. Het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 definieert verder een gat 132. Ook gepositioneerd met de eerste rand 120 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 bevindt zich gewicht 122. Bevestigingselement 112 is bevestigd aan de eerste rand 120, terwijl openingselement 114 en koord 118 voor het omhoog bewegen passeren door gat 132, en daardoor niet zijn bevestigd aan 30 het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104. Gewicht 122 Is in deze uitvoeringsvorm opgenomen in de eerste rand 120, zoals door middel van het daarin opnemen van een staaf van zwaarder materiaal. Alternatief kan een gewicht worden geklemd of anderszins vastgemaakt om de eerste rand. Als nog een ander alternatief kan het gewicht de vorm hebben van een rail aan de onderkant, die 102 9 2 63 9 werkzaam is verbonden met ieder van de rijen.

Bij deze uitvoeringsvorm is het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 gevormd van een flexibel materiaal zoals weefsel. Tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 omvat ook een verstijfd randdeel 108 met een 5 strookelement 134 en definiërende een gat 136, waardoor koord 118 voor het omhoog bewegen passeert. Openingselement 114 is bevestigd aan dit verstijfd randdeel 108. Het bevestigingselement 112 passeert achter het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106. Hoewel is beschreven dat het element 118 voor het omhoog bewegen distaai ten opzichte van het openingselement is gepositioneerd is 10 dit niet vereist. Element 118 voor het omhoog bewegen wordt ook getoond terwijl het door gat 136 passeert. Dit heeft de voorkeur, maar is niet vereist. Door middel van het passeren van element 118 voor het omhoog bewegen door gat 136 wordt een geleiding voor het aantal rijen en een in het algemeen meer stabiele raambedekking verschaft.

15 Bij deze uitvoeringsvorm is het gewenst dat de rijen van de raambedekking, wanneer ze zijn geopend, één in hoofdzaak plat profiel hebben. Als zodanig zijn het distaai deel 107 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 en het distaai deel 105 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 in hoofdzaak van dezelfde lengte. Zoals hieronder verder in detail zal worden uitgelegd 20 zullen, omdat, wanneer de rijen zijn geopend, distaai deel 105 en distaai deel 107 van in hoofdzaak dezelfde lengte zijn het eerste en tweede zich dwars uitstrekkend deel 104, respectievelijk 106 zich naast elkaar bevinden en een in het algemeen plat profiel hebben.

Zoals getoond in figuur 6 wordt, wanneer het openingselement 114 25 omhoog wordt bewogen, een tweede distaai deel 107 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 omhoog getrokken achter een eerste distaai deel 105 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104, waarbij het profiel van de rij 101 wordt versmald en een opening wordt gecreëerd. Wanneer het verstijfd randdeel 108 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 106 contact maakt met het 30 eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 is de half geopende toestand bereikt. Zoals getoond In deze uitvoeringsvorm zijn, wanneer de half geopende toestand is bereikt, de distale delen 105 en 107 van eerste en tweede zich dwars uitstrekkende gebieden 104 respectievelijk 106 naast elkaar gelegen.

Verwijzend naar figuur 7 wordt, wanneer het openingselement 114 10 2 9 263 10 zelfs verder omhoog wordt bewogen, het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 gescharnierd of geroteerd over in hoofdzaak de eerste rand 120. Zoals getoond roteert distaai deel 105 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 104 naar boven, in effect vergelijkbaar met het kantelen van de lamellen van een jaloezie, 5 echter uitgevoerd op een andere wijze. In plaats van het toepassen van een ladder om de lamellen te kantelen, zoals is te zien bij een jaloezie, hetgeen zich in tegengestelde richting verplaatsende ophangkoorden vereist, wordt het openingselement 114 naar boven bewogen om voldoende kracht te verschaffen om het gewicht van het distaai deel 107 en distaai deel 105 van de rij 101 te 10 verschaffen. Het gewicht 122 helpt bij de scharnierende rotatie, welk gewicht helt bij het compenseren van het groter gewicht van het distaai deel 107. Zoals getoond maakt, indien gekanteld, het relatief platte profiel van de rijen mogelijk dat het grootste deel van het gebied van de raambedekking wordt geopend om licht door te laten.

15 Bij de uitvoeringsvormen die tot dusverre zijn besproken is het tweede zich dwars uitstrekkend gebied van de rijen besproken als gevormd van een flexibel materiaal, zoals weefsel, zodat het vrij hangt of is gedrapeerd. Bij het alternatief kan het tweede zich dwars uitstrekkend gebied zijn verstijfd of zijn voorzien van contouren om andere esthetische verschijningen te verschaffen. Een 20 uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding waarbij het tweede zich dwars uitstrekkend gebied is verstijfd zoals getoond in figuur 8 is hiervan een voorbeeld. Zoals bij de eerdere uitvoeringsvorm omvat raambedekking 200 een hoofdrail 210, een bevestigingselement 212, een openingselement 214 en een koord 218 voor het omhoog bewegen.

25 Bij deze uitvoeringsvorm omvat de raambedekking 200 een tweede zich dwars uitstrekkend gebied 206 dat op vergelijkbare wijze is verstijfd als het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 204. Als zodanig wordt, in plaats van een gedrapeerd uiterlijk, een regelmatig geploojde verschijning verschaft. Bij voorkeur is het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 204 iets breder dan het tweede zich dwars 30 uitstrekkend gebied 206 zodat, wanneer het verstijfd randdeel 208 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 206 in contact is met het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 204, het eerste zich dwars uitstrekkend gebied en het tweede zich dwars uitstrekkend gebied in hoofdzaak plat op elkaar worden gestapeld. Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm zijn het tweede zich dwars uitstrekkend -102 92 63 11 gebied 206 en het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 204 verstijfd door opneming van een verstijvingselement, zoals een kunststof strip.

Nog een andere uitvoeringsvorm van een raambedekking 300 volgens de onderhavige uitvinding wordt getoond in figuur 9. Wederom omvat een 5 raambedekking 300 een hoofdrail 310, een bevéstigingselement 312, een openingselement 314 en een koord 318 voor het omhoog· bewegen. Bij deze uitvoeringsvorm is het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 306 gevormd van een flexibel weefselmateriaal. Tweede zich dwars uitstrekkend gebied is, hoewel het flexibel is, ook voorzien van contouren door bepaalde weefpatronen of behandeling 10 van het weefsel om in een gewenste vorm te hangen. Met andere woorden, in plaats van het vrij ophangen of draperen handhaaft het weefsel een bepaalde vorm in de gesloten toestand.

Vergelijkbaar met andere uitvoeringsvormen die zijn beschreven is het distaai deel 305 van eerste zich dwars uitstrekkend gebied 304 van in hoofdzaak 15 dezelfde lengte als het distaai deel 307 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 306, zodat, wanneer het verstijfd randdeel 306 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 306 in contact is met het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 304, waarbij de half geopende toestand wordt bereikt, de distale uiteinden 305 en 307 naast elkaar zijn gelegen en een in hoofdzaak plat profiel vormen. Verdere 20 verplaatsing naar de geopende toestand wordt bereikt op dezelfde wijze als hierboven besproken.

Twee additionele uitvoeringsvormen van raambedekkingen volgens de onderhavige uitvinding worden getoond in figuren 10 en 11. In figuur 10 is de raambedekking vergelijkbaar met die die is getoond in figuur 1. Eén verschil is 25 echter, dat voor ieder van de rijen, zoals rij 401, bevestigingselement 412 en openingselement 414 zijn gevormd van smalle stroken materiaal. Zoals getoond passeert openingselement 414 door een gat 432 dat is gevormd in het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 404 en is bevestigingselement 412 bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 404. Openingselement 414 is dan bevestigd 30 aan het verstijfd randdeel 408 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 406. Zoals bij eerdere uitvoeringsvormen is ook een gewichtelement 422 opgenomen.

In figuur 11 omvat de raambedekking een aantal rijen, zoals rij 501, en wordt een paneel 512 toegepast dat zich langs de achterkant van de raambedekking 500 als het bevestigingselement uitstrekt. Het paneel 512 kan zijn 102 9 2 63 12 gevormd van ieder gewenst weefsel, zoals een doorschijnend weefsel dat het mogelijk zal maken dat licht er doorheen penetreert terwijl nog steeds privacy wordt gehandhaafd zelfs wanneer het aantal rijen 502 is geopend. Openingselement 514 omvat een koord dat passeert door een gat 532 dat is gevormd in het eerste zich 5 dwars uitstrekkend gebied 504 en is bevestigd aan het verstijfd randdeel 508 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 506.

Een andere uitvoeringsvorm van een raambedekking volgens de onderhavige uitvinding wordt toegelicht onder verwijzing naar figuren 12 tot en met 14.

10 Bij de uitvoeringsvormen die tot dusver zijn besproken wordt het versmallen en kantelen van de verschillende rijen bereikt door middel van het omhoog bewegen van een verstijfd randdeel van een rij ten opzichte van openingselement ten opzichte van een stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied. Zoals getoond in figuren 12 tot en met 14 wordt het versmallen en kantelen van de 15 verschillende rijen van de raambedekking, zoals rij 601, bereikt door middel van het verlagen van het stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied 604 ten opzichte van het verstijfd randdeel 608 van de rij. leder van de zich dwars uitstrekkende gebieden 604 en 606 omvat een distaai deel 605 respectievelijk 607. Het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 604 definieert verder een gat 632, en omvat een verstijvings-20 element 626 dat is opgenomen tussen twee delen van weefsel 628 en 630. Gepositioneerd aan de eerste rand 620 van het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 604 bevindt zich gewicht 622. Openingselement 614 is bevestigd aan eerste rand 620 terwijl bevestigingselement 612 en koord 618 voor het omhoog brengen passeren door gat 632, en daardoor niet zijn bevestigd aan het eerste zich dwars 25 uitstrekkend gebied 604. Het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 606 omvat een verstijfd randdeel 608 en definieert een gat 636, waardoor koord 618 voor het omhoog bewegen passeert. Bevestigingselement 612 is bevestigd aan dit verstijfd randdeel 608. Het openingselement 614 passeert achter het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 606. Bij voorkeur zijn het bevestigingselement 612 en koord 618 30 voor het omhoog bewegen verbonden met een rail aan de onderkant, zoals getoond in figuur 1.

Zoals getoond in figuur 13, is het openingselement 614 verlaagd, waarbij het tweede distaai deel 607 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 606 beweegt achter het eerste distaai deel 605 van het eerste zich dwars 10 2 9 2 63 13 uitstrekkend gebied 604, waarbij het profiel van de rij 601 wordt versmald en een opening tussen naast elkaar gelegen rijen wordt gecreëerd. De half geopende toestand wordt, zoals bij eerdere uitvoeringsvormen, bereikt wanneer het verstijfd randdeel 608 van het tweede zich dwars uitstrekkend gebied 606 zich in contact 5 bevindt met het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 604.

Verwijzend naar figuur 14 wordt, wanneer het openingselement 614 nog verder naar beneden wordt gelaten, het eerste zich dwars uitstrekkend gebied 604 gescharnierd of geroteerd om het verstijfd randdeel 608. Gewicht 622 helpt ook bij de scharnierende rotatie door middel van het compenseren van het grote gewicht 10 van de distale delen 605 en 607.

Een andere optionele maatregel van de raambedekking is de opneming van bevestigingsmodulen in ieder van de rijen, die het mogelijk maken dat een gebruiker bepaalde rijen selecteert die werkzaam zijn verbonden met het bedieningsmechanisme. Zie bijvoorbeeld mede aangevraagde octrooiaanvrage 15 getiteld “Bevestigingsmodule voor een raambedekking en werkwijze voor het openen van geselecteerde rijen van de raambedekking”, en als uitvinders noemende de heren Fu-Lai Yu, Chin-Tien Huang en Shun-Chi Yu die hierbij door middel van referentie in dit document is opgenomen. Als zodanig worden slechts geselecteerde rijen verplaatst van de gesloten toestand naar de geopende toestand door middel 20 van het in werking brengen van het bedieningsmechanisme.

De hier voorgaande beschrijvingen dienen als illustratief te worden beschouwd, maar niet als limiterend. Nog andere varianten binnen de geest en beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding zullen zich eenvoudig presenteren aan de gemiddelde vakman.

25 102 92 93

Claims

1. Zonnescherm voor een raam omvattende: een aantal inklapbare rijen van een zonnescherm, instelbaar van 5 een gesloten toestand naar een geopende toestand; waarbij ieder van de rijen van een zonnenscherm een stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied en een tegenovergelegen tweede zich dwars uitstrekkend gebied met een verstijfd randdeel omvat; een bedieningsmechanisme dat is bevestigd aan het stijf eerste zich 10 dwars uitstrekkend gebied en het tweede zich dwars uitstrekkend gebied, waarbij het bedieningsmechanisme geschikt is voor het bestuurbaar instellen van het aantal inklapbare rijen van een zonnenscherm door het verplaatsen van ten minste één van de rijen van de gesloten toestand naar de geopende toestand door het versmallen en scharnieren van de rij; en 15 waarbij het verstijfde randdeel zich in de geopende toestand naast het stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied van ten minste één van de rijen van een zonnenscherm bevindt.

2. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij het eerste stijf zich dwars uitstrekkend gebied van ten minste één van het aantal rijen 20 van het zonnescherm werkzaam is verbonden met een gewicht om te helpen de rij van het zonnescherm scharnierend te roteren naar de geopende toestand.

3. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij het bedieningsmechanisme een openingselement en een bevestigingselement omvat.

4. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 3, waarbij het 25 openingselement is bevestigd aan het verstijfd randdeel, en waarbij het bevestigingselement is bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend gebied.

5. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 4, waarbij het openingselement ten opzichte van het bevestigingselement omhoog is gebracht om het aantal rijen van de gesloten toestand naar de geopende toestand in te stellen.

6. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 3, waarbij het openingselement is bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend gebied en het bevestigingselement is bevestigd aan het verstijfd randdeel.

7. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 6, waarbij het openingselement ten opzichte van het bevestigingselement omlaag is gebracht om tH) 2 9 2 63 het aantal rijen van de gesloten toestand naar de geopende toestand in te stellen.

8. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 3, waarbij het bevestigingselement verplaatsbaar is om het aantal rijen van de gesloten toestand naar de geopende toestand in te stellen.

9. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 3, waarbij het bevestigingselement en het openingselement onafhankelijk van elkaar verplaatsbaar zijn.

10. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij het bedleningsmechanisme is verborgen wanneer de raambedekking zich in een 10 gesloten positie bevindt.

11. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij het bedieningsmechanisme stroken materiaal omvat.

12. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij het bedieningsmechanisme koordelementen omvat.

13. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij het bedieningsmechanisme een paneel omvat dat zich uitstrekt langs de achterzijde van de raambedekking.

14. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij ieder van het aantal rijen van het zonnescherm een in hoofdzaak plat profiel heeft wanneer 20 het zich in de geopende toestand bevindt.

15. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 1, waarbij ieder van het aantal rijen van het zonnescherm positioneerbaar is in een half geopende toestand, zodat het verstijfd randdeel contact maakt met het stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied.

16. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 15, waarbij het bedieningsmechanisme het aantal inklapbare rijen van het zonnescherm door middel van het scharnieren van het aantal inklapbare rijen van het zonnescherm kan verplaatsen van de half geopende toestand naar de geopende toestand.

17. Zonnescherm voor een raam, omvattende: 30 een aantal inklapbare rijen voor een zonnescherm; en een bedieningsmechanisme dat is bevestigd aan een aantal rijen van het zonnescherm, waarbij het bedieningsmechanisme kan worden bediend om het aantal rijen te versmallen van een gesloten toestand naar een half geopende toestand, en om het aantal rijen van de half geopende toestand naar een geopende ; 10 2 9 2 63 toestand te scharnieren.

18. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 17, waarbij: ieder van de rijen van het zonnescherm een eerste stijf zich dwars uitstrekkend gebied dat een eerste rand definieert en een tegenovergelegen tweede 5 zich dwars uitstrekkend gebied met een verstijfd randdeel omvat; het bedieningsmechanisme is bevestigd aan het stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied en het tweede zich dwars uitstrekkend gebied; en het bedieningsmechanisme geschikt is voor het door middel van het doen toenemen van de afstand tussen de eerste rand en het tweede verstijfd 10 randdeel versmallen van het aantal inklapbare rijen van het zonnescherm van de gesloten toestand naarde geopende toestand.

19. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 18, waarbij het eerste stijf zich dwars uitstrekkend gebied van ten minste één van het aantal rijen van het zonnescherm werkzaam is verbonden met een gewicht om de rij van het 15 zonnescherm voor te spannen om scharnierend in een openingsrichting te roteren van de half geopende toestand naar de geopende toestand.

20. Zonnescherm volgens conclusie 18, waarbij het bedieningsmechanisme een openingselement dat is bevestigd aan het verstijfd randdeel en een bevestigingselement dat is bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend 20 gebied omvat.

21. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 18, waarbij het bedieningsmechanisme een bevestigingselement met het verstijfd randdeel en een openingselement dat is bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend gebied omvat.

22. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 16, waarbij het bedieningsmechanisme een openingselement en een bevestigingselement omvat, waarbij zowel het openingselement als het bevestigingselement worden omvat door een koord of strook materiaal.

23. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 16, waarbij het 30 bedieningsmechanisme een paneel omvat dat zich uitstrekt langs de achterzijde van de raambedekking.

24. Zonnescherm voor een raam volgens conclusie 16, waarbij het tweede zich dwars uitstrekkend gebied een stijf materiaal omvat.

25. Werkwijze voor het openen van een zonnescherm voor een raam 102 9263 omvattende een bedieningselement en een aantal inklapbare rijen voor een zonnescherm, waarbij het zonnescherm voor een raam een gesloten toestand, een half geopende toestand en een geopende toestand heeft, de werkwijze omvattende: het in werking stellen van het bedieningsmechahisme om ten minste 5 één van het aantal rijen van het zonnescherm in te stellen van de gesloten toestand naar de half geopende toestand door middel van het versmallen van een aantal van de rijen van het zonnescherm; en het in werking stellen van het bedieningsmechanisme om het aantal rijen van het zonnescherm van de half geopende toestand naar de geopende 10 toestand in te stellen door het scharnierend roteren van ieder van het aantal rijen van het zonnescherm.

26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij ieder van het aantal rijen van het zonnescherm een in hoofdzaak plat profiel heeft wanneer het zich in de geopende toestand bevindt.

27. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij ieder van de rijen van het zonnescherm een stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied en een tegenovergelegen tweede zich dwars uitstrekkend gebied met een verstijfd randdeel omvat, en waarbij het versmallen van het aantal rijen van het zonnescherm van de gesloten toestand naar de half geopende toestand omvat het doen afnemen van de 20 afstand tussen het eerste zich dwars uitstrekkend gebied en het verstijfd randdeel.

28. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij ieder van de rijen van het zonnescherm een stijf eerste zich dwars uitstrekkend gebied dat een eerste rand definieert en een tegenovergelegen tweede zich dwars uitstrekkend gebied met een verstijfd randdeel omvat, en waarbij de scharnierende rotatie van ieder van het 25 aantal rijen van het zonnescherm van de half geopende toestand naar de geopende toestand omvat het instellen van de onderlinge posities van het verstijfd randdeel en de eerste rand.

29. Raambedekking omvattende een aantal rijen en een bedieningsmechanisme dat bedienbaar kan worden verbonden met ieder van het aantal rijen, 30 ieder van de rijen omvattende: een eerste langwerpig gebied omvattende een eerste distaai deel en een eerste randdeel, het eerste langwerpig gebied bevestigbaar zijnde aan het bedieningsmechanisme aan het eerste randdeel, waarbij het eerste distaai gebied verder is verstijfd; 102 92 63 een tweede langwerpig gebied omvattende een tweede distaai deel en een verstijfd randdeel, het tweede langwerpig gebied bevestigbaar zijnde aan het bedieningsmechanisme aan het verstijfd randdeel; het tweede distaai deel zijnde ten minste van in hoofdzaak gelijke 5 lengte als het eerste distaai deel; het bedieningsmechanisme omvattende een openingselement en een bevestigingselement, en geschikt zijnde voor het door middel van het dichter naar elkaar verplaatsen van het verstijfd randdeel en het eerste langwerpig gebied versmallen van ten minste één van het aantal rijen van een gesloten toestand naar 10 een half geopende toestand; en het bedieningsmechanisme verder geschikt zijnde voor het scharnieren van ten minste één van het aantal rijen van de half geopende toestand naar een geopende toestand.

30. Raambedekking volgens conclusie 29, waarbij het eerste 15 langwerpig gebied van de rij werkzaam is verbonden met een gewicht om de rij van de zonwering voor te spannen om scharnierend in een openingsrichting te roteren van de half geopende toestand naar de geopende toestand.

31. Raambedekking volgens conclusie 29, waarbij het openingselement is bevestigd aan het verstijfd randdeel, en het bevestigingselement is bevestigd aan 20 het eerste zich dwars uitstrekkend gebied.

32. Raambedekking volgens conclusie 29, waarbij het bevestigings-element is bevestigd aan het verstijfd randdeel, en het openingselement is bevestigd aan het eerste zich dwars uitstrekkend gebied.

33. Raambedekking volgens conclusie 29, waarbij het bedienings-25 mechanisme ofwel een openingskoord, een strook materiaal, of een paneel dat zich uitstrekt langs de achterzijde van de raambedekking omvat.

34. Raambedekking volgens conclusie 29, waarbij het openingselement en het bevestigingselement zich onafhankelijk van elkaar kunnen verplaatsen.

35. Raambedekking volgens conclusie 29, waarbij het tweede distaal 30 deel langer is dan het eerste distaal deel. 1029243