BE1026798B1 - Doekzonweringsysteem voor vliesgevelconstructies - Google Patents

Abstract

Een systeem (400) voor doekzonwering omvattende modules (600), waarbij een module (600) omvat: - een schermrol (601) die roteerbaar is om een asrichting; - een op de schermrol (601) op- en afrolbaar scherm; - een omkasting (602) omvattende vlakken nagenoeg parallel met de asrichting, - een eerste kopvlakelement (603) gelegen in een vlak nagenoeg loodrecht op de asrichting, waarbij het eerste kopvlakelement (603) een ondersteuningselement en een vrouwelijk verbindingselement omvat, en - een tweede kopvlakelement (604) gelegen in een vlak nagenoeg loodrecht op de asrichting, waarbij het tweede kopvlakelement (604) een ondersteuningselement en een mannelijk verbindingselement omvat, waarbij de module (600) een eenheid vormt begrensd door de omkasting (602), het eerste en het tweede kopvlakelement (603, resp. 604); en in gemonteerde toestand de modules (600) aan elkaar zijn geschakeld door connecteren van het mannelijk en het vrouwelijk verbindingselement.

Description

BE2018/5810 DOEKZONWERINGSYSTEEM VOOR VLIESGEVELCONSTRUCTIES

Technisch Gebied

[01] De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op een systeem voor doekzonwering, m.a.w. een systeem met een zonnescherm uit doekmateriaal dat aan de buitenzijde van een gebouw wordt geplaatst. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een systeem voor doekzonwering dat geschikt is voor vliesgevelconstructies, met beperkte installatietijd per individueel systeem, en met een beperkt aantal vrijheidsgraden bij installatie.

Achtergrond van de Uitvinding

[02] Het gebruik van vliesgevels is een bouwtrend die aan populariteit wint. Een vliesgevel is een niet-dragende gevel opgebouwd uit een licht materiaal, veelal glas. Omwille van de grote hoeveelheid glas, is een oplossing om het gebouw koel te houden bij zonneschijn noodzakelijk. Hierbij vormt een doekzonwering, waarbij een zonnescherm uit doekmateriaal aan de buitenzijde van het vensterglas wordt aangebracht een efficiënte oplossing.

[03] Voor gewone ramen, welke bijvoorbeeld binnen een gevel uit metselwerk worden geplaatst, zijn diverse standaardproducten voor doekzonwering beschikbaar. Echter, voor een vliesgevel kunnen niet zomaar de standaardoplossingen voor ramen worden ingezet. Bijvoorbeeld dienen er voor het bedekken van de volledige oppervlakte van de vliesgevel een groot aantal doekzonwehngsystemen naast elkaar te worden geplaatst. Binnen de vliesgevel is echter slechts een smal verbindingsprofiel aanwezig tussen twee glasoppervlakken, waardoor de ruimte voor het aanbrengen van een verticale geleider voor de doeken beperkt is.

[04] Daarnaast vraagt het plaatsen van elk individueel doekzonwehngsysteem een zekere installatietijd, zodat in het geval van

-2BE2018/5810 vliesgevels met een groot aantal te plaatsen doekzonweringsystemen, de installatietijd (en dus -kost) hoog kan oplopen.

[05] Ten slotte is de producent van het doekzonweringsysteem voor de installatie afhankelijk van een externe installateur. Gezien de installatie complex is, met veel afzonderlijke onderdelen die correct en nauwkeurig dienen geplaatst te worden, kunnen er in diverse stappen van het installatieproces fouten of onnauwkeurigheden voorkomen. Bijgevolg heeft de producent momenteel niet de volledige controle over de afgeleverde kwaliteit.

[06] Bijgevolg is er een algemene behoefte aan een oplossing voor doekzonwering geschikt voor vliesgevelconstructies, waarbij de installatietijd per individueel systeem beperkt is, en waarbij de fabrikant een grotere controle heeft over de afgeleverde kwaliteit na installatie.

[07] Bekend zijn doekzonweringsystemen welke op maat worden ontworpen en gemaakt voor een specifiek vliesgevelproject. Bijvoorbeeld heeft Renson een dergelijke maatwerk-oplossing voor een vliesgevelconstructie ontworpen en geïnstalleerd, zoals voorgesteld in Fig. 1, Fig. 2 en Fig. 3. In deze gekende maatwerk-oplossing wordt gebruik gemaakt van een dubbelzijdig verticaal profiel (30). Dit dubbelzijdig verticaal profiel (30) bevat aan twee zijden een ritsgeleider (31) welke toelaat om beide aangrenzende schermen te geleiden, zonder gebruik te moeten maken van twee verticale eenzijdige kanalen. Het verticale profiel (30) wordt door montage op de verticale component (33) gepositioneerd tussen twee glasoppervlakken (32) van de vliesgevel. De schermrol, met op- en afrolbaar scherm, wordt binnen een horizontale kast (10) geplaatst, waarbij de kast (10) aan één zijde vast gepositioneerd wordt ten opzichte van het verticaal profiel (30). Verder wordt de kast (10) aan één zijde ter hoogte van het kopvlak afgesloten met een kopvlakplaatje (21). Op dit kopvlakplaatje (21) zijn lipjes (20) voorzien die toelaten dat een volgende kast (10) aansluit. Ook laat dit na installatie een verschuiving van de kasten (10) ten opzichte van elkaar toe om thermische uitzetting op te vangen. Deze maatwerkoplossing van Renson is geschikt voor een vliesgevelconstructie. Echter, gezien

-3BE2018/5810 bij deze oplossing alle onderdelen afzonderlijk worden geleverd (horizontale kasten, schermrollen, motoren, verticale geleiders, enz.) zijn bij installatie door de externe installateur veel handelingen vereist (kast plaatsen, borgen, schermrol erin positioneren, enz.). Ook dient deze laatste over een aantal zaken zelf te beslissen, bijvoorbeeld hoe de elektrische kabel uit de kast te trekken of waar een Hirschmann stekker onder te brengen. Bijgevolg vergt de installatie van deze gekende maatwerk-oplossing veel tijd, en is er ten gevolge van het grote aantal vrijheidsgraden bij installatie veel ruimte voor fouten en onnauwkeurigheden.

[08] Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een systeem te beschrijven voor doekzonwering dat de hierboven beschreven nadelen van oplossingen uit de stand der techniek overwint. Meer specifiek is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een systeem voor doekzonwering te beschrijven dat geschikt is voor vliesgevelconstructies, met beperkte installatietijd per individueel systeem, en met een beperkt aantal vrijheidsgraden bij installatie.

Samenvatting van de Uitvinding

[09] Volgens de onderhavige uitvinding worden de hierboven geïdentificeerde doelstellingen verwezenlijkt door een systeem voor doekzonwering, zoals gedefinieerd door conclusie 1, waarbij dit systeem modules omvat, en waarbij een module omvat:

- een schermrol die roteerbaar is om een asrichting;

- een op deze schermrol op- en afrolbaar scherm;

- een omkasting omvattende vlakken nagenoeg parallel met genoemde asrichting,

- een eerste kopvlakelement gelegen in een vlak nagenoeg loodrecht op de asrichting, waarbij het eerste kopvlakelement omvat:

o een ondersteuningselement aangepast om de schermrol te ondersteunen; en o een vrouwelijk verbindingselement, en

-4BE2018/5810

- een tweede kopvlakelement gelegen in een vlak nagenoeg loodrecht op de asrichting, waarbij het tweede kopvlakelement omvat:

o een ondersteuningselement aangepast om de schermrol te ondersteunen; en o een mannelijk verbindingselement, waarbij

- de module een eenheid vormt begrensd door de omkasting, het eerste kopvlakelement en het tweede kopvlakelement; en

- in gemonteerde toestand de modules aan elkaar zijn geschakeld door connecteren van het mannelijk verbindingselement en het vrouwelijk verbindingselement.

[10] Met andere woorden heeft de uitvinding betrekking op een systeem voor doekzonwering dat modules omvat. Een module omvat de schermrol met open afrolbaar scherm, en wordt parallel met de asrichting van de schermrol begrensd door een omkasting. Volgens de vlakken nagenoeg loodrecht op de asrichting wordt elke module begrensd door een eerste en een tweede kopvlakelement. Bijvoorbeeld is dit een plaat of een gietstuk dat aan de omkasting wordt bevestigd. Beide kopvlakelementen omvatten elk een ondersteuningselement, dat dient om de schermrol te ondersteunen. Bijvoorbeeld is dit een pin waarover de opening van een glijlager van de schermrol wordt geschoven, of een schuif waarin een uiteinde van de schermrol wordt gepositioneerd. Een module vormt een op zichzelf staande eenheid begrensd door de omkasting en beide kopvlakelementen. De module hoeft niet noodzakelijk hermetisch gesloten te zijn, maar vormt wel een eenheid waarin de schermrol en andere onderdelen vooraf gemonteerd zijn zodanig dat de omkasting of kopvlakelementen niet meer geopend dienen te worden bij installatie. Dit laat toe om de interne elementen zoals bijvoorbeeld de schermrol, een schermmotor of elektrische bekabeling reeds voorafgaand aan de installatie correct te positioneren binnen de module. Op die manier kunnen modules, met alle componenten erin aanwezig, prefab gefabriceerd en geassembleerd worden. Dit heeft als voordeel dat er bij installatie minder vrijheidsgraden overblijven, zodat de fabrikant een grotere controle heeft over de afgeleverde

-5BE2018/5810 kwaliteit. Ook vereist het installeren van dergelijke prefab modules minder handelingen bij installatie, wat ten goede komt van de installatietijd.

[11] Verder omvat elke module een vrouwelijk verbindingselement, aanwezig binnen het eerste kopvlakelement, en een mannelijk verbindingselement, aanwezig binnen het tweede kopvlakelement. Een vrouwelijk verbindingselement is bijvoorbeeld uitgevoerd als gaten, een mannelijk verbindingselement is bijvoorbeeld uitgevoerd als pinnen. Bij installatie worden de modules aan elkaar geschakeld door connecteren van het vrouwelijke en mannelijke verbindingselement, bijvoorbeeld het in elkaar schuiven van pinnen in de overeenkomstige gaten. Op die manier wordt op compacte wijze connectie gemaakt tussen aangrenzende modules, wat het systeem geschikt maakt voor vliesgevels waarbij de opeenvolgende doekschermen dicht op elkaar dienen aan te sluiten. Ook draagt dit bij tot een snelle installatie, waarbij prefab modules eenvoudigweg dienen geconnecteerd te worden bij plaatsing. Bovendien laat dit een eenvoudige installatie toe met minder kans op onnauwkeurigheden. Bijvoorbeeld draagt het schuiven van pinnen in gaten bij tot een correcte uitlijning van de modules ten opzichte van elkaar. Een ander voordeel is dat eenvoudig een spleet tussen aangrenzende modules kan worden voorzien (voor opvangen van thermische uitzetting na installatie), door bij connecteren van modules aangrenzende omkastingen niet volledig tegen elkaar te schuiven. Bovendien, wanneer bij maatwerk de modules zodanig gedimensioneerd worden dat de omkastingen van aaneengeschakelde modules niet de volledige lengte van de vliesgevel innemen, ontstaan bij installatie vanzelf spleten tussen de modules. Op die manier wordt de installateur automatisch geholpen om een oplossing voor het opvangen van thermische uitzetting/krimp te voorzien.

[12] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 2, zijn in gemonteerde toestand de modules schuifbaar ten opzichte van elkaar volgens de asrichting. Dit moet toelaten om na installatie verschillen in thermische uitzetting op te vangen. Bijvoorbeeld is hierbij het tweede kopvlakelement vast gepositioneerd ten opzichte van de omgeving van het systeem, terwijl bij thermische uitzetting van de omkasting het eerste kopvlakelement schuift naar het tweede kopvlakelement van de naastgelegen module toe. Bijvoorbeeld kunnen hierbij

-6BE2018/5810 de vrouwelijke verbindingselementen (bijvoorbeeld gaten) schuiven over de mannelijke verbindingselementen (bijvoorbeeld pinnen). Door het toelaten van dergelijke verschuiving wordt vermeden dat spanningen optreden en bijvoorbeeld het glas van de vliesgevel zou breken.

[13] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 3, omvat de module verder een borgingselement, bedoeld om de module te borgen ten opzichte van de omgeving van het systeem. Bijvoorbeeld wordt dit borgingselement uitgevoerd als openingen aangebracht in het tweede kopvlakelement, zodat aan de hand van schroeven door deze openingen de module kan worden vastgeschroefd aan een bestaande constructie. Door aanwezigheid van dergelijk borgingselement op de module, wordt de eenvoud en snelheid van installatie bevorderd.

[14] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 4, omvat het eerste kopvlakelement een plaat nagenoeg loodrecht op de asrichting, en wordt het vrouwelijk verbindingselement uitgevoerd als gaten aangebracht in deze plaat. Bijvoorbeeld worden er drie gaten voorzien, waarbij elk gat in een ander hoekpunt van de plaat wordt aangebracht. Ook optioneel, volgens conclusie 4, omvat het tweede kopvlakelement een gietstuk met kopvlak nagenoeg loodrecht op de asrichting, en wordt het mannelijk verbindingselement uitgevoerd als pinnen nagenoeg loodrecht aangebracht op dit kopvlak. Bijvoorbeeld worden er drie pinnen voorzien, waarbij elke pin in een ander hoekpunt van het kopvlak van het gietstuk wordt aangebracht. Ook optioneel, volgens conclusie 4, zijn in gemonteerde toestand de pinnen in de gaten geschoven. Dergelijke manier van connecteren, aan de hand van pinnen die schuiven in gaten, laat een eenvoudige en snelle installatie van de modules toe, en draagt bij tot een correcte uitlijning van modules. Bovendien kan een ontwerp met bijvoorbeeld drie pinnen ertoe bijdragen dat er nog ruimte is om via het gietstuk een elektrische kabel naar buiten te brengen. Ook dit draagt bij tot de eenvoud en snelheid van installatie.

[15] Optioneel, volgens conclusie 5, hebben de pinnen die dienst doen als mannelijk verbindingselement een lengte gemeten volgens de asrichting van

-7 BE2018/5810 minimaal vijf millimeter. Op die manier is het mogelijk een spleet van ongeveer vijf millimeter te voorzien tussen aangrenzende modules, wat aangewezen is om thermische uitzetting van een aluminium omkasting op te vangen.

[16] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 6, is het ondersteuningselement binnen het eerste kopvlakelement een pin geplaatst volgens de asrichting, aangepast om het lager van de schermrol te ondersteunen, en waarbij dit lager schuifbaar is over de pin volgens de asrichting. Bijvoorbeeld heeft de schermrol een glijlager, waarbij de opening van dit glijlager over de pin wordt geschoven, om zo de schermrol te ondersteunen. Bovendien kan dit lager ook na montage schuiven over de pin. Dit laat toe dat bij een verschil in thermische uitzetting tussen de omkasting (bijvoorbeeld uit aluminium) en de schermrol (bijvoorbeeld uit staal) de schermrol kan schuiven over de pin. Dergelijke montage van scherm rol lager over de pin kan reeds prefab gebeuren. Dit draagt bij tot het beperken van het aantal vrijheidsgraden bij installatie en een beperking van de installatietijd.

[17] Optioneel, volgens conclusie 7, omvat de schermrol verder een motor geplaatst aan de motorzijde van de schermrol. Dergelijke motor, bijvoorbeeld een elektromotor uitgevoerd als buismotor, laat toe om een geautomatiseerde bediening van het doekzonwehngsysteem mogelijk te maken. Ook optioneel, volgens conclusie 7, is het ondersteuningselement binnen het tweede kopvlakelement een motorschuit waarin de motorzijde van de schermrol gepositioneerd wordt. Bijvoorbeeld wordt de schermrol vast gepositioneerd in de motorschuit, waarbij verschillen in thermische uitzetting tussen omkasting en schermrol aan de lagerzijde van de schermrol dienen te worden opgevangen.

[18] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 8, omvat een module een afdekkap aangepast om in gemonteerde toestand een opening tussen de omkastingen van aan elkaar geschakelde modules af te dekken. Bijvoorbeeld is een afdekkap opgebouwd uit vlakken welke over de vlakken van de omkasting worden geplaatst ter hoogte van de connectie tussen aaneengeschakelde modules. Dergelijke afdekkap heeft als voordeel dat de uitzettingsspleet tussen twee modules onzichtbaar wordt, terwijl het schuiven

-8BE2018/5810 van modules ten opzichte van elkaar bij thermische uitzetting nog steeds mogelijk is. Dit draagt bij tot een visueel meer aantrekkelijke oplossing.

[19] Optioneel, volgens conclusie 9, wordt de afdekkap aan de hand van een kliksysteem bevestigd op het tweede kopvlakelement volgens vlakken nagenoeg parallel met de omkasting. Een kliksysteem laat een eenvoudige en snelle montage toe, wat bijdraagt tot de kwaliteit van installatie en het beperken van de installatietijd.

[20] Optioneel, volgens conclusie 10, omvat een module verder een elektrische kabel. Dergelijke elektrische kabel laat toe om elektrische stroom toe te voeren van buiten het systeem naar een schermmotor binnen de module. Bijvoorbeeld wordt de kabel geconnecteerd met de motor binnen de module en doorheen het tweede kopvlakelement naar buiten gebracht. Op die manier kan de module prefab geleverd worden met motor erin, waarbij de kabel uit de module komt of een aansluiting voor een externe kabel voorzien is op de module. Bijgevolg kan de installateur eenvoudig de connectie maken met een externe stroomvoorziening, zonder een gat te moeten boren in de omkasting. Ook bestaat de mogelijkheid om de kabel door te trekken naar een volgende module. Dit draagt bij tot de eenvoud van installatie, met minder vrijheidsgraden, en tot een beperking van de installatietijd.

[21] Optioneel, volgens conclusie 11, omvat een module verder ruimte voor een elektrische connector. Bijvoorbeeld kan dit een Hirschmann stekker zijn, een spatwaterdichte connector die vaak wordt gebruikt bij afregelen van de geautomatiseerde bediening van rolluiken en zonneschermen. Door ruimte te voorzien in de module om dergelijke stekker weg te steken, dient de installateur hiervoor zelf geen oplossing meer te voorzien (bijvoorbeeld de stekker ergens in de spouw onderbrengen). Dit draagt bij tot het beperken van het aantal vrijheidsgraden bij installatie en tot het beperken van de installatietijd.

[22] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 12, omvat het systeem verder verticale profielen geplaatst in een richting nagenoeg loodrecht op de asrichting, waarbij een verticaal profiel een dubbelzijdige geleider omvat.

-9BE2018/5810

Dergelijke geleider geleidt in gemonteerde toestand de schermen van aaneengeschakelde modules bij op- en afrollen. Bovendien zorgt een schermgeleider ervoor dat het doek in afgerolde toestand steeds strak gespannen blijft, en niet wappert in geval van wind. Een dubbelzijdige geleider houdt in dat voor twee aaneengeschakelde modules elk van de schermen aan één kant geleid wordt door een geleider op het gemeenschappelijk verticaal profiel tussen de twee modules. Dit maakt het systeem geschikt voor vliesgevelconstructies waarbij de ruimte tussen naastliggende glasoppervlakken beperkt is.

[23] Optioneel, volgens conclusie 13, is in gemonteerde toestand het tweede kopvlakelement van een module vast gepositioneerd ten opzichte van het overeenkomstige verticaal profiel. Bijvoorbeeld kan dit gebeuren aan de hand van een pin of stift, die ervoor zorgt dat ter hoogte van het tweede kopvlakelement de module een vaste positie behoudt ten opzichte van de verticale geleider.

[24] Optioneel, volgens conclusie 14, omvat het verticaal profiel verder ruimte om een elektrische kabel, een elektrische connector, of een elektrische kabel en een elektrische connector te bevatten. Dit laat toe dat elektrische kabels en/of connectoren, bedoeld voor stroomvoorziening en/of afregeling van de schermmotor, op een elegante en eenvoudige manier kunnen worden geïntegreerd in het systeem. Dit draagt bij tot de kwaliteit van de plaatsing en het beperken van de installatietijd.

[25] Optioneel, zoals gedefinieerd door conclusie 15, heeft het verticaal profiel een breedte gemeten volgens de asrichting van maximaal 50 millimeter. Dergelijke beperkte breedte van het verticaal profiel is voordelig voor vliesgevelconstructies waar slechts een smal verbindingsprofiel tussen opeenvolgende glasoppervlakken aanwezig is. Bovendien draagt dit bij tot een minimale visuele impact van de verticale profielen, iets wat gewenst is in moderne bouwtrends.

-10BE2018/5810

Korte Beschrijving van de Tekeningen

[26] Fig. 1 is een vooraanzicht van een verticaal profiel, en horizontale kasten met kopvlakplaatje met lipjes, volgens de bekende maatwerk-oplossing van Renson voor vliesgevelconstructie.

[27] Fig. 2 is een vooraanzicht van een kopvlakplaatje met lipjes, volgens de bekende maatwerk-oplossing van Renson voor vliesgevelconstructie.

[28] Fig 3. is een doorsnede van een verticaal profiel geplaatst in glaswerk, volgens de bekende maatwerk-oplossing van Renson voor vliesgevelconstructie

[29] Fig. 4 is een perspectieftekening van een systeem voor doekzonwering in gemonteerde toestand, volgens de uitvinding.

[30] Fig. 5 is een perspectieftekening van de diverse onderdelen van het systeem voor doekzonwering volgens de uitvinding, voorgesteld in een exploded view.

[31] Fig. 6 is een schematische voorstelling van een module volgens de uitvinding.

[32] Fig. 7 is een perspectieftekening van de ondersteuning van de schermrol ter hoogte van het eerste kopvlakelement, volgens de uitvinding.

[33] Fig. 8 is een perspectieftekening van de ondersteuning van de schermrol ter hoogte van het tweede kopvlakelement, volgens de uitvinding.

[34] Fig. 9 is een zijaanzicht, vooraanzicht, tweede zijaanzicht, en bovenaanzicht van het eerste kopvlakelement, volgens de uitvinding.

[35] Fig. 10 is een zijaanzicht, vooraanzicht en tweede zijaanzicht van het tweede kopvlakelement, volgens de uitvinding.

[36] Fig. 11 is een zijaanzicht van het tweede kopvlakelement in twee verschillende uitvoeringsvormen, volgens de uitvinding.

-11 BE2018/5810

[37] Fig. 12 is een zijaanzicht, vooraanzicht, en een tweede zijaanzicht van het eerste kopvlakelement en het tweede kopvlakelement in geconnecteerde toestand, volgens de uitvinding.

[38] Fig. 13 is een vooraanzicht van twee opeenvolgende geconnecteerde modules in gemonteerde toestand, volgens de uitvinding.

[39] Fig. 14 is een vooraanzicht van een afdekkap in gemonteerde toestand, en een voor- en zijaanzicht van deze afdekkap.

[40] Fig. 15 is een zijaanzicht van de afdekkap in gemonteerde toestand, volgens de uitvinding.

[41] Fig. 16 is een zijaanzicht van het tweede kopvlakelement met aansluiting van een elektrische kabel, volgens de uitvinding.

[42] Fig. 17 is een zijaanzicht en een vooraanzicht van het tweede kopvlakelement met aansluiting van een elektrische kabel, volgens de uitvinding.

[43] Fig. 18 is een doorsnede van de omkasting loodrecht op de asrichting, met aanwezigheid van een Hirschmann stekker binnen de omkasting, volgens de uitvinding.

[44] Fig. 19 is een doorsnede van een verticaal profiel volgens de uitvinding, in drie verschillende uitvoeringsvormen.

[45] Fig. 20 is een zijaanzicht van een verticaal profiel met afdekplaatje, een doorsnede van het verticaal profiel met afdekplaatje, een bovenaanzicht van het afdekplaatje, en een zij- en een vooraanzicht van het afdekplaatje, allen volgens de uitvinding.

-12 BE2018/5810

Gedetailleerde Beschrijving van de Uitvoeringsvormen

[46] Fig. 4 geeft een systeem (400) weer voor doekzonwering in gemonteerde toestand, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Hierin zijn horizontale modules (600) aan elkaar geschakeld, typisch over de volledige lengte van de vliesgevel. Afdekkappen (1400) verbergen telkens de uitzettingsspleet tussen aaneengeschakelde modules (600) voor de gebruiker. De omkastingen (602) en de afdekkappen (1400) zijn zichtbaar voor de gebruiker en worden bijvoorbeeld in dezelfde kleur gelakt. Fig. 4 toont tevens verticale profielen (401), welke in verticale richting worden gepositioneerd ter hoogte van de connectie tussen aaneengeschakelde modules (600). Tevens bevindt zich een verticaal profiel (401 ) aan elk van de uiteinden van het systeem (400). Bij plaatsing van het systeem (400) ontvangt de installateur van de fabrikant de modules (600), welke in de fabriek reeds volledig werden geassembleerd en waarin reeds alle interne onderdelen prefab zijn gepositioneerd. Bij plaatsing door de installateur wordt een eerste module (600) gepositioneerd en geborgd ten opzichte van de omgeving, vervolgens wordt een volgende module (600) aangeschakeld, waarbij een uitzettingsspleet tussen beide modules (600) wordt gelaten. Ten slotte worden de afdekkappen (1400) geplaatst over de uitzettingsspleten. De verticale profielen (401) worden gemonteerd op profielen van de vliesgevel, welke ter beschikking worden gesteld door de vliesgevelfabrikant. Het systeem (400) wordt gemonteerd aan de buitenzijde van de vliesgevel, i.e. de zijde die zich in de buitenlucht bevindt.

[47] Fig. 5 toont in detail de diverse onderdelen van het systeem (400) volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding, ter hoogte van een connectie tussen twee modules (600). De onderdelen worden voorgesteld in een exploded view, zodat duidelijk zichtbaar is welke interne onderdelen binnen een module aanwezig zijn en hoe de diverse onderdelen in elkaar passen. Fig. 5 is echter geen voorstelling van hoe de diverse (interne) onderdelen door de installateur geplaatst worden. De verschillende onderdelen worden in de hiernavolgende figuren in detail beschreven.

-13BE2018/5810

[48] Fig. 6 geeft een schematische voorstelling van een module (600) volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. De module (600) vormt hierbij een eenheid, begrensd door een omkasting (602) en twee kopvlakelementen (603) en (604), en omvat de schermrol (601) met op- en afrolbaar scherm. Voor de duidelijkheid van voorstelling werden deze onderdelen enigszins uit elkaar voorgesteld. De omkasting (602) omvat vlakken nagenoeg parallel met de asrichting van de schermrol (601). Typisch zijn dit rechthoekige vlakken, zoals ook zichtbaar is op Fig. 4. Bijvoorbeeld is de omkasting gemaakt uit aluminium, of een legering zoals zamak. Typisch wordt de omkasting gelakt in een gewenste kleur. De kopvlakelementen (603) en (604) begrenzen de module volgens de vlakken nagenoeg loodrecht op de asrichting van de schermrol (601).

[49] De schermrol (601) is bijvoorbeeld uit staal vervaardigd, en wordt gesteund in ondersteuningselementen aanwezig binnen de kopvlakelementen (603) en (604). Bijvoorbeeld is het ondersteuningselement binnen het eerste kopvlakelement (603) een pin (605) welke doorheen de opening van een glijlager (607) wordt geschoven. Bijvoorbeeld is het ondersteuningselement binnen het tweede kopvlakelement (604) een schuif (606) waarin een uiteinde (608) van de schermrol wordt gepositioneerd. Binnen de prefab module is het glijlager (607) over de pin (605) gemonteerd en is het schermuiteinde (608) in de schuif (606) gemonteerd. Voor de duidelijkheid van voorstelling werden in Fig. 6 deze onderdelen enigszins uit elkaar voorgesteld.

[50] De kopvlakelementen (603) en (604) omvatten verder resp. een vrouwelijk verbindingselement en een mannelijk verbindingselement. Bijvoorbeeld is het vrouwelijk verbindingselement uitgevoerd als gaten (609) aangebracht in een plaat (612). Het mannelijk verbindingselement is bijvoorbeeld uitgevoerd als pinnen (610) aangebracht op een gietstuk (611).

[51] Fig. 6 toont verder een aangrenzende module (650). Deze aangrenzende module (650) is qua uitvoering gelijk aan een module (600). Op Fig. 6 zijn een beperkt aantal componenten van de module (650) voorgesteld, waaronder het eerste kopvlakelement (653), de plaat (662), de gaten (659), de pin (655), en

-14BE2018/5810 het scherm lager (657). Deze componenten worden gelijkaardig uitgevoerd als de overeenkomstige componenten van module (600), respectievelijk het eerste kopvlakelement (603), de plaat (612), de gaten (609), de pin (605), en het schermlager (607). Bij het connecteren van de modules (600) en (650) schuiven de pinnen (610) van module (600) in de gaten (659) van module (650). Door de omkastingen van beide modules (600) en (650) niet volledig tegen elkaar te schuiven kan op eenvoudige wijze een uitzettingsspleet, voor het opvangen van thermische uitzetting/krimp, worden voorzien. Bij installatie kan deze spleet bijvoorbeeld 5 millimeter bedragen, wat aangewezen is om uitzetting/krimp van een aluminium omkasting op te vangen. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het gietstuk (611) vast gepositioneerd ten opzichte van de omgeving. Wanneer in gemonteerde toestand de omkasting (bijvoorbeeld uit aluminium) meer uitzet dan de schermrol (bijvoorbeeld uit staal), zal bijgevolg de plaat (662) bewegen naar het gietstuk (611 ) toe volgens de asrichting, waarbij de gaten (659) schuiven over de pinnen (610). Ook zal hierbij de pin (655) schuiven in het schermlager (657).

[52] Fig. 7 toont de ondersteuning van de schermrol (601 ) ter hoogte van het eerste kopvlakelement (603), volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het schermlager (607) schuift hierbij over de pin (605). Verder toont Fig. 7 hoe bij het connecteren van twee aangrenzende modules de pinnen (610) aangebracht op een gietstuk (611) schuiven in de gaten (609) aangebracht in de plaat (612). Het gietstuk (611) wordt vast gepositioneerd ten opzichte van het verticale profiel (401 ). Ook omvat het gietstuk (611 ) openingen (800), welke dienst doen als borgingselement. Met behulp van schroeven doorheen deze openingen (800) kan het gietstuk (611) worden vastgemaakt aan een bestaande constructie.

[53] Fig. 8 toont de ondersteuning van de schermrol (601 ) ter hoogte van het tweede kopvlakelement (604), volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het schermuiteinde (608) wordt hierbij volgens verticale richting in een motorschuif (606) geschoven en geborgd aan de hand van een borgelement (801). De motorschuif (606) kan bijvoorbeeld een geheel vormen met het gietstuk (611 ) of aan het gietstuk (611 ) worden bevestigd. De schermrol

-15BE2018/5810 (601 ) kan een schermmotor omvatten, bijvoorbeeld een elektromotor uitgevoerd als buismotor. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding bevindt de schermmotor zich aan de zijde waar de schermrol (601 ) ondersteund wordt in het tweede kopvlakelement (604). Het gietstuk (611) wordt vast gepositioneerd ten opzichte van het verticale profiel (401), en omvat openingen (800) die toelaten het gietstuk (611) te borgen ten opzichte van de omgeving van het systeem (400).

[54] Fig. 9 toont het eerste kopvlakelement (603) volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding, in een zijaanzicht, vooraanzicht, tweede zijaanzicht, en bovenaanzicht. Het eerste kopvlakelement (603) omvat een plaat (612), bijvoorbeeld gemaakt uit inox, waarin gaten (609) zijn aangebracht. Deze gaten (609) doen dienst als verbindingselement. Bijvoorbeeld zijn er vier gaten (609) aanwezig, gepositioneerd volgens vier hoekpunten van de plaat (612). Tevens omvat het eerste kopvlakelement (603) een pin (605), welke dienst doet als ondersteuningselement. De pin (605) wordt bijvoorbeeld uit inox gemaakt, en wordt bijvoorbeeld aan de hand van een schroef op de plaat (612) bevestigd.

[55] Fig. 10 toont het tweede kopvlakelement (604) volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding, in een zijaanzicht, vooraanzicht en tweede zijaanzicht. Het tweede kopvlakelement (604) omvat een gietstuk (611) waarop pinnen (610) zijn bevestigd, welke dienst doen als verbindingselement. Het gietstuk (611) is bijvoorbeeld uit gietaluminium vervaardigd, en de pinnen (610) zijn bijvoorbeeld uit inox vervaardigd. Bijvoorbeeld zijn er drie pinnen (610) aanwezig, gepositioneerd in drie verschillende hoekpunten van het kopvlak. In het overblijvende hoekpunt wordt bijvoorbeeld een opening (1002) voorzien die toelaat een elektrische kabel, voor stroomvoorziening naar de schermmotor, doorheen het gietstuk (611) aan te brengen. Tevens omvat het tweede kopvlakelement (604) een motorschuit (606) waarin een schermuiteinde kan ondersteund worden. In het achtervlak van het gietstuk (611) zijn twee openingen (800) aangebracht die toelaten aan de hand van schroeven het gietstuk te borgen ten opzichte van de omgeving van het systeem (400).

-16BE2018/5810

[56] Fig. 11 toont opnieuw het tweede kopvlakelement (604), volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Hierop zijn de borgingselementen, onder de vorm van gaten (800) in het bovenvlak of het achtervlak van het gietstuk (611 ) aangeduid. Schroeven (1100) welke door de gaten (800) worden gestoken laten toe het gietstuk (611) te borgen volgens resp. het bovenvlak of achtervlak. De installateur kan hierbij kiezen of de borging volgens de bovenzijde of volgens de achterzijde gebeurt.

[57] Fig. 12 toont het eerste kopvlakelement (603) en het tweede kopvlakelement (604) in geconnecteerde toestand, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. De pinnen (610) op het gietstuk (611) zijn hierbij geschoven in de overeenkomstige gaten (609) van de plaat (612). Gebruik van drie pinnen (610) geschoven in drie overeenkomstige gaten (609) laat een stevige connectie en goede uitlijning van de modules (400) toe. Fig. 12 toont tevens schroeven (1100) bedoeld om het gietstuk (611) volgens de achterzijde te borgen ten opzichte van de omgeving van het systeem (400). Tenslotte zijn op Fig. 12 schroefgaten (1200, 1201) zichtbaar, welke toelaten om de plaat (612) resp. het gietstuk (611) vast te schroeven aan de omkasting (602).

[58] Fig. 13 toont twee opeenvolgende geconnecteerde modules (600) en een verticaal profiel (401), volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Een module (600) wordt volgens het eerste kopvlak begrensd door de plaat (612), en volgens het tweede kopvlak door het gietstuk (611 ). Door de plaat (612) bij installatie niet volledig tegen het kopvlak van het gietstuk (611 ) te schuiven, wordt een uitzettingsspleet (bijvoorbeeld van 5 millimeter) voorzien. De module (600) wordt ter hoogte van het gietstuk (611) geborgd ten opzichte van een bestaande constructie extern aan het systeem (400) aan de hand van schroeven (1100). Verder wordt het gietstuk (611) vast gepositioneerd ten opzichte van het verticaal profiel (401 ) aan de hand van een stift of pin (500) zoals te zien is op Fig. 5.

[59] Fig. 14 toont een afdekkap (1400) volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Een afdekkap (1400) omvat bijvoorbeeld drie

-17 BE2018/5810 vlakken, welke nagenoeg parallel worden geplaatst met respectievelijk het bovenvlak, voorvlak en ondervlak van de omkasting (602). Zoals te zien is links op Fig. 14 is in gemonteerde toestand de afdekkap (1400) over de uitzettingsspleet tussen de omkastingen (602) van twee aangrenzende modules (600) geplaatst, zodat de spleet onzichtbaar wordt voor de gebruiker. De afdekkap (1400) is bijvoorbeeld vervaardigd uit aluminium en wordt bijvoorbeeld in dezelfde kleur gelakt als de omkasting (602). Bijvoorbeeld wordt de afdekkap (1400) aan de hand van een kliksysteem vastgeklikt op het gietstuk (611). Hiertoe worden op de afdekkap (1400) klikelementen (1401) voorzien, en overeenkomstige elementen (1001 ) op het gietstuk (611 ). De elementen (1001 ) maken deel uit van het gietstuk (611) en zijn zichtbaar op Fig. 10. Aan de hand van bijvoorbeeld kunststof clips (802) wordt de klik tussen de afdekkap (1400) en het gietstuk (611 ) gerealiseerd. Dergelijke kunststof clips (802) zijn afgebeeld op Fig. 8.

[60] Fig. 15 toont verder twee verschillende uitvoeringsvormen van de afdekkap (1400). Hierbij wordt de afmeting volgens het ondervlak van de omkasting (602) aangepast aan de diepte van het verticaal profiel (401).

[61] Fig. 16 toont drie verschillende uitvoeringsvormen volgens de uitvinding, waarbij telkens een opening (1002) is voorzien in het kopvlak van het gietstuk (611) welke toelaat via een elektrische kabel (1600) eenvoudig stroom toe te voeren naar de schermmotor. Typisch wordt in de geleverde module (600) door de fabrikant reeds een elektrische kabel (1600) voorzien die is aangesloten op de schermmotor en de module (600) via de opening (1002) verlaat. Zoals te zien is op Fig. 16 kan de elektrische kabel (1600) op verschillende manieren naar buiten worden getrokken, namelijk via resp. het bovenvlak, het achtervlak of het ondervlak.

[62] Fig. 17 toont een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waarbij een elektrische kabel (1700) wordt doorgevoerd doorheen de module (600). Binnen de module (600) kan bijvoorbeeld een kabelgoot worden voorzien om de stroomvoorziening eenvoudig van de ene naar de andere module (600) door te trekken.

-18BE2018/5810

[63] Fig. 18 toont een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waarbij binnen de omkasting (602) ruimte is voorzien om een connector, bijvoorbeeld een Hirschmann stekker (1800), te plaatsen.

[64] Fig. 19 toont drie verschillende uitvoeringsvormen van het verticaal profiel (401) volgens de uitvinding. Het verticaal profiel (401) omvat een schermgeleider (1900), welke op de figuur dubbelzijdig is uitgevoerd. Hiermee wordt bedoeld dat het verticaal profiel aan twee zijden een geleider bevat, bedoeld om telkens één zijde van het scherm van aangrenzende modules (600) te geleiden. Voor de verticale profielen aan de uiteindes van het systeem (400) wordt een enkelzijdige schermgeleider (1900) toegepast. De schermgeleiders geleiden het scherm bij op- en afrollen, en zorgen dat het scherm strak gespannen blijft in uitgerolde toestand. Bijvoorbeeld is dit een PVC ritsgeleider. Een mogelijke uitvoering van een geleider wordt bijvoorbeeld gegeven in het Belgisch octrooi BE1017146. De schermgeleiders (1900) worden bevestigd in een verticale schermgeleiderhouder (1902), zoals ook zichtbaar is op Fig. 5. Bijvoorbeeld wordt bij installatie de schermgeleider (1900) vanboven in de schermgeleiderhouder (1902) geschoven en vervolgens vastgeschroefd. Aan de voorzijde van het verticaal profiel (401), i.e. de zijde die zichtbaar is voor de gebruiker, wordt het verticaal profiel (401 ) begrensd door een verticale afdekkap (1901). Bijvoorbeeld heeft deze een breedte van 50 millimeter, zodat een minimale visuele impact voor de gebruiker bekomen wordt. Bijvoorbeeld wordt bij installatie de verticale afdekkap (1901) geklikt op de schermgeleiderhouder (1902). De schermgeleiderhouder (1902) wordt bevestigd aan een verticale lat (1903), welke op het vliesgevelprofiel (1904) wordt gemonteerd. Bijvoorbeeld wordt bij installatie de verticale lat (1903) op het vliesgevelprofiel (1904) geklikt en vervolgens vastgeschroefd. Het vliesgevelprofiel (1904) wordt voorzien door de fabrikant van de vliesgevel, en verschilt van fabrikant tot fabrikant. De verticale lat (1903) kan bijvoorbeeld op maat van een specifieke vliesgevelfabrikant worden gemaakt door de fabrikant van het doekzonweringsysteem. Ook is het mogelijk dat de verticale afdekkap (1901), de schermgeleiderhouder (1902), de schermgeleider (1900), en de verticale lat (1903) een geïntegreerd geheel vormen, dat op maat van een specifieke

-19BE2018/5810 vliesgevelfabrikant wordt gemaakt door de doekzonweringfabrikant, en dat dit bij installatie als een geheel op het vliesgevelprofiel (1904) wordt geklikt. Zoals getoond in Fig. 19 zijn verschillende dieptes van de verticale afdekkap (1901) mogelijk. Bij een grotere diepte is er binnen het verticale profiel (401) ruimte om bijvoorbeeld elektrische bekabeling (1905) of een Hirschmann stekker (1906) onder te brengen.

[65] Fig. 20 toont een uitvoeringsvorm van het verticaal profiel (401 ) volgens de uitvinding. Hierbij omvat het verticaal profiel (401 ) onderaan een afdekplaatje (2000), dat dienst doet bijvoorbeeld om het inwendige van het verticaal profiel (401) proper te houden, of om de schermgeleiderhouder (1902) en schermgeleider (1900) vast te positioneren. De puntjes (2001) op het afdekplaatje (2000) geven aan waar de installateur gaatjes dient te boren, bedoeld om water of sneeuw door te laten.

[66] Hoewel de onderhavige uitvinding werd geïllustreerd aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de details van de voorgaande illustratieve uitvoeringsvormen, en dat de onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd met verschillende wijzigingen en aanpassingen zonder daarbij het toepassingsgebied van de uitvinding te verlaten. De onderhavige uitvoeringsvormen moeten daarom op alle vlakken worden beschouwd als illustratief en niet restrictief, waarbij het toepassingsgebied van de uitvinding wordt beschreven door de bijgevoegde conclusies en niet door de voorgaande beschrijving, en alle wijzigingen die binnen de betekenis en de reikwijdte van de conclusies vallen, zijn hier derhalve mee opgenomen. Er wordt met andere woorden van uitgegaan dat hieronder alle wijzigingen, variaties of equivalenten vallen die binnen het toepassingsgebied van de onderliggende basisprincipes vallen en waarvan de essentiële attributen worden geclaimd in deze octrooiaanvraag. Bovendien zal de lezer van deze octrooiaanvraag begrijpen dat de woorden omvattende of omvatten andere elementen of stappen niet uitsluiten, dat het woord een geen meervoud uitsluit. Eventuele verwijzingen in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de

-20BE2018/5810 conclusies in kwestie. De termen eerste, tweede, derde, a, b, c en dergelijke, wanneer gebruikt in de beschrijving of in de conclusies, worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen of stappen en beschrijven niet noodzakelijk een opeenvolgende of chronologische volgorde. Op dezelfde manier worden de termen bovenkant, onderkant, over, onder en dergelijke gebruikt ten behoeve van de beschrijving en verwijzen ze niet noodzakelijk naar relatieve posities. Het moet worden begrepen dat die termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en dat uitvoeringsvormen van de uitvinding in staat zijn om te functioneren volgens de onderhavige uitvinding in andere volgordes of oriëntaties dan die beschreven of geïllustreerd in het bovenstaande.

Claims (15)

1. CONCLUSIES

   1. Een systeem (400) voor doekzonwering, omvattende modules (600), waarbij een module (600) omvat:

   - een schermrol (601 ) die roteerbaar is om een asrichting;

   - een op genoemde schermrol (601 ) op- en afrolbaar scherm;

   - een omkasting (602) omvattende vlakken nagenoeg parallel met genoemde asrichting, hierdoor gekenmerkt dat genoemde module (600) verder omvat:

   - een eerste kopvlakelement (603) gelegen in een vlak nagenoeg loodrecht op genoemde asrichting, waarbij genoemde eerste kopvlakelement (603) omvat:

   o een ondersteuningselement aangepast om genoemde schermrol (601) te ondersteunen; en o een vrouwelijk verbindingselement, en

   - een tweede kopvlakelement (604) gelegen in een vlak nagenoeg loodrecht op genoemde asrichting, waarbij genoemde tweede kopvlakelement omvat:

   o een ondersteuningselement aangepast om genoemde schermrol te ondersteunen; en o een mannelijk verbindingselement, waarbij

   - genoemde module (600) een eenheid vormt begrensd door genoemde omkasting (602), genoemde eerste kopvlakelement (603) en genoemde tweede kopvlakelement (604); en

   - in gemonteerde toestand genoemde modules (600) aan elkaar zijn geschakeld door connecteren van genoemd mannelijk verbindingselement en genoemd vrouwelijk verbindingselement.
2. 2. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 1, waarbij in gemonteerde toestand genoemde modules (600) schuifbaar zijn ten opzichte van elkaar volgens genoemde asrichting.

   -22 BE2018/5810
3. 3. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde module (600) verder een borgingselement (800) omvat aangepast om genoemde module (600) te borgen ten opzichte van de omgeving van het systeem (400).
4. 4. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 2, waarbij genoemd eerste kopvlakelement (603) een plaat (612) omvat nagenoeg loodrecht op de asrichting, en genoemd vrouwelijk verbindingselement gaten (609, 659) zijn aangebracht in genoemde plaat (612), en waarbij genoemd tweede kopvlakelement een gietstuk (611) omvat, en genoemd mannelijk verbindingselement pinnen (610) zijn nagenoeg loodrecht aangebracht op het kopvlak van genoemd gietstuk (611 ), en waarbij in gemonteerde toestand genoemde pinnen (610) schuiven in genoemde gaten (609, 659).
5. 5. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 4, waarbij genoemde pinnen (610) een lengte hebben gemeten volgens genoemde asrichting van minimaal vijf millimeter.
6. 6. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd ondersteuningselement binnen genoemd eerste kopvlakelement (603) een pin (605) is geplaatst volgens genoemde asrichting, aangepast om het lager (607) van genoemde schermrol (601) te ondersteunen, en waarbij genoemd lager (607) schuifbaar is over genoemde pin (605) volgens genoemde asrichting.
7. 7. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies,

   -23BE2018/5810 waarbij genoemde schermrol (601) verder een motor omvat geplaatst aan de motorzijde van genoemde schermrol (601), en waarbij genoemd ondersteuningselement binnen genoemd tweede kopvlakelement (604) een motorschuit (606) is waarin genoemde motorzijde van genoemde schermrol (601) geplaatst wordt.
8. 8. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde module (600) verder een afdekkap (1400) omvat aangepast om in gemonteerde toestand een opening tussen genoemde omkastingen (602) van genoemde aan elkaar geschakelde modules (600) af te dekken.
9. 9. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 8, waarbij genoemde afdekkap (1400) aan de hand van een kliksysteem wordt bevestigd op genoemde tweede kopvlakelement (604) volgens vlakken nagenoeg parallel met genoemde omkasting (602).
10. 10. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde module verder een elektrische kabel (1600) omvat.
11. 11. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde module verder ruimte voor een elektrische connector (1800) omvat.
12. 12. Een systeem voor doekzonwering volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde systeem verder verticale profielen (401) omvat geplaatst in een richting nagenoeg loodrecht op genoemde asrichting, waarbij genoemd verticaal profiel (401) een dubbelzijdige geleider (1900) omvat aangepast om in gemonteerde toestand genoemde schermen van

    -24BE2018/5810 genoemde aaneengeschakelde modules (600) te geleiden bij op- en afrollen.
13. 13. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 12,

    5 waarbij in gemonteerde toestand genoemd tweede kopvlakelement (604) van een genoemde module (600) vast gepositioneerd is ten opzichte van genoemd verticaal profiel (401).
14. 14. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 12,

    10 waarbij genoemde verticaal profiel (401) verder ruimte omvat om een elektrische kabel (1905), een elektrische connector (1906), of een elektrische kabel (1905) en een elektrische connector (1906) te bevatten.
15. 15. Een systeem voor doekzonwering volgens conclusie 12,

    15 waarbij genoemde verticaal profiel (401 ) een breedte heeft gemeten volgens genoemde asrichting van maximaal 50 millimeter.