NL9302154A - Informatiesysteem voor de melkveehouderij. - Google Patents

Description

Informatiesysteem voor de melkveehouderij ir. S.L. Loosveld

De uitvinding heeft betrekking op een informatiesysteem voor de melkveehouderij, waarbij gegevens aangaande de melkstroom gebruikt worden voor het geven van aanwijzingen met betrekking tot de vruchtbaarheidsstatus en de gezondheid van het melkgevende dier.

Met bestaande melkwinningsinrichtingen bestaat reeds de mogelijkheid om van de melkstroom enkele meetwaarden vast te leggen. Door deze meetwaarden statistisch te verwerken, kunnen veranderingen in de melkstroom karakteristieken of afwijkingen ten opzichte van die karakteristieken door het informatiesysteem opgespoord en kenbaar gemaakt worden.

Het informatiesysteem heeft tot doel de veehouder te ondersteunen bij het beheren van zijn veestapel. Het systeem is bruikbaar voor bedrijven met een veestapel variërend in omvang van 10 tot ca. 10.000 dieren.

De informatieïnvoer in het systeem kan van de volgende bronnen afkomstig zijn: handmatig, door de veehouder/gebruiker door koppeling aan databanken via modem, diskette of een andere vorm van gegevensdragers door koppeling aan procesbesturingsapparaten en zend-ontvanginstallaties, zoals bijvoorbeeld voerstations, weegbruggen, activiteituitlezers, melkgeleidbaarheidsmeters, melktemperatuurmeters, melkhoeveelheidmeters, melkstroommeters etc.

Op basis van ingevoerde gegevens kan het systeem informatie produceren die door de veehouder gebruikt kan worden bij het nemen van beslissingen betreffende zijn veestapel, of betreffende individuele dieren uit zijn veestapel.

Bij melkveebedrijven is het doorgaans van belang dieren regelmatig en met niet te lange tussentijden te laten kalven, waarna een nieuwe piek in de melkproduktie bereikt kan worden. Om de tussenkalftijd niet te lang te laten worden, dienen dieren tijdig en op het juiste moment (wanneer het dier bronstig is) gedekt/geïnsemineerd te worden.

Met name het detecteren van het juiste moment van bronst is van belang, daar een dier vaak slechts enkele uren (6 a 18 uur) bronstig is, en vervolgens een reeks van dagen niet meer. Een tweede belangrijk aspect in de melkveehouderij is diergezondheid. Het informatiesysteem is een belangrijk ondersteunend middel voor de veehouder daar het de veehouder kan attenderen op dieren met kenmerken die afwijkend zijn van wat verwacht mag worden, zoals bijvoorbeeld minder vreten dan verwacht, minder actief dan verwacht, minder produktief dan verwacht, etc..

Bijzonder kenmerk van het onderhavige informatiesysteem is, dat voor de bewaking van de vruchtbaarheidsstatus en voor de de bewaking van de diergezondheid gebruik gemaakt wordt van de melkstroominformatie.

Tot melkstroominformatie behoort o.a.:

Loze melktijd: tijdinterval tussen aansluiten melkstel en het begin van de melkstroom uit de uier.

- Melkstroomduur: tijdinterval tussen het begin van de melkstroom en het einde van de melkstroom Debiet: de hoeveelheid melk die gedurende de melkduur gemiddeld gestroomd heeft (Hoeveelheid melk per tijdseenheid)

Maximale melksnelheid: het hoogste debiet gemeten in een deelinterval van de melkduur. Bijvoorbeeld, het debiet in de minuut dat de grootste hoeveelheid melk uit de uier gestroomd is.

Verloop van de melkstroom gedurende de melkduur. Het ene dier zal snel een hoge melkstroom bereiken, bij het andere dier zal de melkstroom langzamer op gang komen.

Met behulp van statistische technieken kan voor de meeste van deze kenmerken een verwachtingswaarde voor ieder dier dat gemolken wordt, bepaald worden, alsmede een toegestane afwijking van deze verwachtingswaarde.

Door de verwachtingswaarde te vergelijken met de werkelijk gerealiseerde waarde in combinatie met de toegestane afwijking van de verwachtingswaarde kunnen dieren met een te grote afwijking in de melkstroom gedetecteerd worden. Deze gedetecteerde dieren kunnen door het informatiesysteem onder de aandacht van de veehouder gebracht worden, waarop de veehouder actie kan ondernemen.

Het tweede bijzondere kenmerk van het onderhavige informatiesysteem is dat de melkstroomkarakteristieken gecombineerd worden met andere kenmerken van het dier die reeds gebruikt worden bij gezondheids- en vruchtbaarheids-bewaking, zoals voeropname, dieractiviteit, melkproduktie, melktemperatuur en melkgeleidbaarheid.

Ook gegevens die afkomstig zijn van externe informatieleveranciers kunnen hierbij betrokken worden.

Door deze combinatie zal het mogelijk zijn een hogere betrouwbaarheid te geven aan meldingen van het systeem.

Een ander kenmerk is, dat het systeem niet alleen meldingen geeft van gesignaleerde afwijkingen, maar tevens randapparaten aanstuurt op basis van de gesignaleerde afwijkingen.

Zo kan het informatiesysteem, wanneer het patroon van gegevens wijst in de richting van een bronstigheid, automatisch via een modem de computer van de instelling voor kunstmatige inseminatie opbellen.

Een andere voor de hand liggende mogelijkheid is om een separatiehek te bedienen voor dit dier, teneinde het dier in een ruimte af te zonderen voor nader onderzoek.

Claims (6)

1. Een geautomatiseerd informatiesysteem voor melkveehouderijbedrijven, dat gegevens ontvangt, opslaat en verwerkt, met het doel de gebruiker te ondersteunen bij de bewaking van de gezondheid, het produktieniveau en de voortplantings-status van de dieren met het kenmerk, dat abnormale veranderingen in het patroon van de melkstroom bij een dier wordt gebruikt, om het betreffende dier te signaleren, met de mogelijkheid om aan de hand hiervan meldingen te geven aangaande de voortplantingsstatus en/of de gezondheids-status van het betreffende dier.

2. Een informatiesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het tijdinterval tussen aansluiten van het melkstel en het begin van de melkstroom uit de uier, de zogenaamde loze melktijd, wordt gebruikt als dierkenmerk binnen het informatiesysteem, teneinde abnormale veranderingen in deze loze melktijd te kunnen signaleren.

3. Een informatiesysteem volgens één of meerdere der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het tijdinterval van het begin van de melkstroom tot het einde van de melkstroom wordt bepaald, teneinde abnormale veranderingen in deze melkstroomduur te kunnen signaleren.

4. Een informatiesysteem volgens één of meerdere der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het maximale debiet in een deelinterval van de melkstroomduur wordt bepaald, teneinde abnormale veranderingen in dit debiet te kunnen signaleren.

5. Een informatiesysteem volgens één of meerdere der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat gesignaleerde melkstroomafwijkingen gecombineerd worden met andere beschikbare parameters zoals voeropname, melkgift, temperatuur, dieractiviteit, melkgeleidbaarheid en water-opname, met de mogelijkheid om als gevolg van abnormale veranderingen in één of een combinatie van de parameters de betrouwbaarheid van meldingen van het systeem te vergroten.

6. Een informatiesysteem volgens één of meerdere der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat naar aanleiding van bij een dier vastgestelde afwijkingen automatisch acties worden geïnitieerd, die bijvoorbeeld liggen op het gebied van dataverkeer, zoals het bellen van de inseminerende instantie, of op het gebied van behandeling van het dier, zoals het aansturen van separatiehekken.