[go: up one dir, main page]

NL9200854A - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte. Download PDF

Info

Publication number
NL9200854A
NL9200854A NL9200854A NL9200854A NL9200854A NL 9200854 A NL9200854 A NL 9200854A NL 9200854 A NL9200854 A NL 9200854A NL 9200854 A NL9200854 A NL 9200854A NL 9200854 A NL9200854 A NL 9200854A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
passage
suction
space
suction passage
Prior art date
Application number
NL9200854A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tolsma Techniek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tolsma Techniek B V filed Critical Tolsma Techniek B V
Priority to NL9200854A priority Critical patent/NL9200854A/nl
Priority to EP93201371A priority patent/EP0572062B1/de
Priority to DE59307049T priority patent/DE59307049D1/de
Priority to ES93201371T priority patent/ES2108207T3/es
Publication of NL9200854A publication Critical patent/NL9200854A/nl
Priority to GR970402837T priority patent/GR3025202T3/el

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B21/00Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
    • F26B21/02Circulating air or gases in closed cycles, e.g. wholly within the drying enclosure

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Cold Air Circulating Systems And Constructional Details In Refrigerators (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

Korte aanduiding; Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1 alsmede op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 5.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrichting zijn bekend uit aanvraagsters brochure "All about potatoes by Tolsma." 7th edition, Emmeloord, 1990. Deze brochure heeft betrekking op het opslaan en behandelen van aardappelen. Hetgeen daarin is beschreven is echter in principe ook toepasbaar voor het opslaan en behandelen van andere land- en tuinbouwprodukten, zoals wortelen, witlof, uien en kool.
Bij de uit deze brochure bekende werkwijzen wordt bij het ventileren en bij het beluchten van de geoogste pro-dukten lucht van opzij of van onderaf door de opgeslagen pro-dukten geblazen. De produkten kunnen bijvoorbeeld zijn opgeslagen in op elkaar gestapelde kisten met openingen in de zijwanden. Een eerste rij van deze kisten wordt tegen een venti-latiewand geplaatst en opeenvolgende rijen worden op hun beurt tegen de opgestelde rij geplaatst. Achter de ventilatiewand wordt een overdruk aangebracht en in stand gehouden, zodat lucht door de kisten stroomt.
De produkten staan bij het ventileren vocht af aan de passerende lucht, zodat deze gedroogd worden. De aangezogen lucht kan bijvoorbeeld een lagere temperatuur hebben dan de produkten. Bij het langs de produkten strijken van de lucht stijgt de temperatuur en het maximale absolute vochtgehalte daarvan, zodat deze overtollig vocht van de produkten meeneemt en voor het drogen van de produkten zorg draagt. De warme lucht met het van de produkten opgenomen vocht verlaat de opslagruimte door doorlaten in de wand van de opslagruimte. De doorlaten zijn gebruikelijkerwijs in het bovengebied van de ruimte aangebracht, zodat vooral de opgestegen warme lucht, waarin veel waterdamp is opgenomen, de ruimte verlaat. Bij het beluchten van de produkten wordt over de opslagruimte een geil jkmatige temperatuur en vochtigheidsgraad verkregen.
Voorts is beschreven, voor het koelen van de produkten kan daarnaast een warmtewisselaar in een bovengedeelte van de opslagruimte toe te passen. Bij het koelen zakt koude lucht omlaag en stijgt warme lucht op totdat deze door de warmtewisselaar wordt afgekoeld en weer naar omlaag zakt. Bij het koelen kan een drogend effect worden verkregen, doordat waterdamp uit de lucht bij het koelen condenseert tegen de warmtewisselaar.
Een bezwaar van deze wijze van opslaan en behandelen van land- en tuinbouwprodukten is, dat reeds bij betrekkelijk geringe verschillen in temperatuur tussen de in de ruimte geblazen lucht en de produkten temperatuursverschillen tussen de in de ruimte aanwezige produkten ontstaan, waardoor in bepaalde delen van de voorraad condensatie optreedt of langdurig en intensief recirculeren van lucht nodig is om die condensatie te bestrijden.
Een verder bezwaar is, dat de koelinstallatie met in het bovengedeelte van de ruimte aangebrachte warmtewisselaars omslachtig te installeren is en voor onderhoud en reiniging moeilijk te bereiken is. Behalve de warmtewisselaar is ook de compressor moeilijk te bereiken dan wel via lange leidingen verbonden met de warmtewisselaar en zijn voor het afvoeren van condenswater lange leidingen nodig.
De uitvinding heeft als doel een werkwijze en een inrichting te verschaffen, waarmee de voornoemde bezwaren te vermijden zijn.
Dit doel wordt wat betreft de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding bereikt door bij een werkwijze volgens het in de aanhef beschreven type de kenmerkende maatregelen volgens conclusie 1 toe te passen. Wat betreft de inrichting volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door bij een inrichting volgens het in de aanhef beschreven type de kenmerkende maatregelen volgens conclusie 5 toe te passen.
Doordat de lucht op een hoger niveau wordt uitgeblazen dan het niveau waarop deze wordt aangezogen, kan de warmtewisselaar in een lager gelegen gedeelte van de opslagruimte zijn aangebracht, nabij de ventilator, terwijl toch gekoelde lucht in een bovengedeelte van de opslagruimte kan worden gebracht. Hierdoor is de warmtewisselaar gemakkelijk te bereiken voor reiniging en onderhoud en zijn slechts relatief korte leidingen voor koelmiddel en voor het afvoeren van condenswater nodig.
De koele lucht die boven de produkten in de opslagruimte wordt uitgeblazen heeft, voordat deze langs de produkten stroomt, gelegenheid zich te verspreiden, zodat een gelijkmatige koeling van de produkten kan worden verkregen. Hierdoor wordt condensvorming tegengegaan. Bij recirculeren treden nabij de aanzuigdoorlaten relatief grote luchtsnel-heidsverschillen op. Dit leidt echter tot weinig temperatuursverschillen in de opslagruimte, omdat de lucht nabij de aan-zuigdoorlaat, die inmiddels deze langs de produkten is gestroomd, reeds een dicht bij de temperatuur van de produkten gelegen temperatuur heeft gekregen. Bij de bekende werkwijze heeft de lucht juist de grootste snelheid tussen de produkten nabij de uitblaasdoorlaten, waar deze het grootste temperatuursverschil met de produkten vertoont.
Een verder voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat met lokaal aangebrachte uitblaasdoorlaten kan worden volstaan, omdat de lucht zich boven de produkten gemakkelijk kan verspreiden. De inrichting volgens de uitvinding kan hierdoor zeer compact worden uitgevoerd.
Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een op dit moment de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een opengewerkt zijaanzicht van een opslagruimte voorzien van een inrichting volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 2 een opengewerkt bovenaanzicht van een opslagruimte volgens fig. 1, fig. 3. een opengewerkt zijaanzicht van een inrichting als weergegeven in de figuren 1 en 2, en fig. 4 een opengewerkt perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens de figuren 1-3.
In de figuren 1 en 2 is een opslagloods met een opslagruimte 1 weergegeven, waarin kisten 2 zijn opgesteld. In deze kisten 2 bevinden zich de te bewaren en te behandelen land- en tuinbouwprodukten. De kisten zijn voorzien van ventilatieopeningen (niet weergegeven), ter bevordering van luchtverplaatsing tussen de produkten door. In de figuren 3 en 4 is uitsluitend de inrichting 4 meer in detail weergegeven.
Aansluitend op een korte wand 3 van de opslagruimte 1 is telkens een inrichting 4 volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding geplaatst.
De inrichting 4 omvat een kanaal 5, waarin een ventilator 6 is aangebracht. De inrichting is voorts voorzien van een eerste aanzuigdoorlaat 7 voor het doorlaten van lucht uit de ruimte 1 naar het kanaal 5, een tweede aanzuigdoorlaat 8 voor het doorlaten van lucht uit de omgeving naar het kanaal en uitblaasdoorlaten 9, 10, 11 voor het doorlaten van lucht uit het kanaal 5 naar de ruimte 1. Voorts omvat de inrichting middelen 12 voor het openen en sluiten van de aanzuigdoorlaten 7 en 8.
De warmtewisselaar 13 communiceert met de eerste aanzuigdoorlaat 7 en de uitblaasdoorlaten 9, 10 en 11 zijn op een hoger niveau gelegen dan de eerste aanzuigdoorlaat 7.
De inrichting 4 is geschikt voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte 1 teneinde deze te drogen en te koelen, waardoor deze bij bewaren in de opslagruimte 1 langdurig in een goede conditie blijven. Het behandelen omvat geforceerd ventileren met buitenlucht teneinde de produkten te drogen, beluchten door geforceerd recirculeren van lucht in de ruimte 1 teneinde een gelijkmatige tempera- tuursverdeling over de in de opslagruimte 1 aanwezige produk-ten te verkrijgen, en koelen van de produkten.
Volgens de uitvinding wordt het koelen uitgevoerd door geforceerd koele lucht in de ruimte 1 te blazen op een niveau boven de in de ruimte opgeslagen produkten en wordt bij recirculeren lucht aangezogen op een niveau onder het niveau waarop deze in de ruimte wordt geblazen.
Wanneer de buitenlucht een voldoende lage temperatuur en vochtgehalte heeft kan dit geschieden door het ventileren met buitenlucht. In dat geval wordt de eerste aanzuig-doorlaat 7 afgesloten en wordt de tweede aanzuigdoorlaat 8 vrij gegeven. Door de ventilator 6 wordt dan via de tweede aanzuigdoorlaat 8 lucht van buitenaf aangezogen en via de uit-blaasdoorlaten 9-11 uitgeblazen. Door bovenin de wand 3 aangebrachte ventilatieopeningen 15 kan daarbij lucht uit de ruimte 1 ontsnappen.
Indien de temperatuur of het vochtgehalte van de buitenlucht te hoog is, kan lucht in de opslagruimte 1 worden gerecirculeerd, waarbij de lucht door middel van de warmtewisselaar 13 wordt gekoeld. Daartoe wordt de tweede aanzuigdoorlaat 8 afgesloten en de eerste aanzuigdoorlaat 7 vrij gegeven. De lucht wordt dan door de ventilator 6 via de warmtewisselaar 13 en de eerste aanzuigdoorlaat 7 aangezogen en eveneens via de uitblaasdoorlaten 9-11 uitgeblazen. De ventilatieopeningen 15 dienen dan bij voorkeur gesloten te zijn.
Bij zeer lage buitentemperaturen kunnen zowel de eerste aanzuigdoorlaat 7 als de tweede aanzuigdoorlaat 8 worden geopend, teneinde van buitenaf aangezogen lucht en warmere omgevingslucht te mengen. Indien het bijvoorbeeld gewenst is, dat de aangezogen lucht een temperatuur heeft van 4° C, terwijl de temperatuur van uit de ruime aangezogen lucht 7° C is en de temperatuur van van buitenaf aangezogen lucht -2° C is kunnen de aanzuigdoorlaten 7 en 8 zodanig ver worden vrij gegeven, dat telkens op één deel buitenlucht twee delen lucht uit de ruimte 1 wordt aangezogen.
Met de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding is het zeer eenvoudig mogelijk de produkten eerst te drogen en enigszins af te koelen door ventileren en vervolgens de produkten verder af te koelen en eventueel te drogen door re-circuleren. Daarbij wordt de lucht gekoeld door middel van de warmtewisselaar 13.
Aldus wordt relatief weinig energie gebruikt en wordt relatief weinig condenswater en/of ijsvorming in de warmtewisselaar verkregen, wanneer na een relatief warme, vochtige weersperiode weer een relatief koude weersperiode aanbreekt, kan van recirculeren met koeling weer overgeschakeld worden op ventileren met buitenlucht, teneinde energie te besparen.
Doordat de lucht op een hoger niveau wordt uitgeblazen dan het niveau waarop deze wordt aangezogen, kan de warmtewisselaar 13 in een laag gelegen gedeelte van de opslagruimte 1 zijn aangebracht, nabij de eerste aanzuigdoorlaat, terwijl toch gekoelde lucht in een bovengedeelte van de opslagruimte 1 kan worden gebracht. Hierdoor is de warmtewisselaar 13 gemakkelijk te bereiken voor reiniging en onderhoud en zijn slechts relatief korte leidingen voor koelmiddel en voor het afvoeren van condenswater nodig.
De warmtewisselaar van de inrichting 4 volgens het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een verdamper 13. Deze is via een leiding 16 verbonden met een in een behuizing 17 buiten de opslagruimte 1 aangebrachte condensor (niet zichtbaar in de tekening). In de behuizing 17 is tevens een compressor aangebracht. Behalve de door de condensor afgegeven warmte wordt ook door de compressor afgegeven warmte aldus buiten de opslagruimte 1 afgegeven. Uiteraard kan de verdamper-compressor-condensor eenheid ook zijn ingericht om zo nodig in omgekeerde richting te werken voor het verwarmen van de opslagruimte 1.
De koele lucht die boven de produkten in de opslagruimte 1 wordt uitgeblazen heeft ruime gelegenheid zich te verspreiden, voordat deze langs de produkten stroomt, zodat een gelijkmatige koeling van de produkten wordt verkregen. Hierdoor wordt condensvorming tegengegaan. Bij recirculeren treden slechts nabij de eerste aanzuigdoorlaat 7 relatief grote luchtsnelheidsverschillen op. Dit leidt echter tot weinig temperatuursverschillen in de opslagruimte 1, omdat nabij de aanzuigdoorlaat 7 aanwezige lucht inmiddels langs de produkten is gestroomd, waardoor de temperatuur daarvan nog slechts weinig afwijkt van de temperatuur van de produkten.
De dicht bij elkaar aangebrachte uitblaasdoorlaten 9-11 volstaan voor het verkrijgen van een gelijkmatige verdeling van de luchtverplaatsing door de ruimte 1, omdat de lucht zich boven de produkten gemakkelijk kan verspreiden. De inrichting volgens de uitvinding kan hierdoor zeer compact worden uitgevoerd.
In plaats van meerdere uitblaasdoorlaten 9-11 die in verschillende richtingen zijn gericht is het ook mogelijk bijvoorbeeld een enkele uitblaasdoorlaat met een aan de breedte van de wand 3 aangepaste breedte of meerdere uitblaasdoorlaten verdeeld langs de wand 3 of over het oppervlak van de ruimte 1 aan te brengen. Dergelijke uitvoeringen zijn echter minder compact dan het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-beeld.
Bij recirculeren wordt de lucht nabij de vloer van de opslagruimte aangezogen. Dit biedt het voordeel, dat een door convectie ondersteunde luchtstroom tussen de produkten door tot nabij de vloer kan worden verkregen. Hierdoor kan ook in gebieden, waar de produkten relatief dicht gestapeld zijn en waar de luchtweerstand relatief hoog is een neerwaartse stroming in stand worden gehouden. Bij de bekende werkwijze, waarbij koude lucht van onderaf of van opzij wordt ingeblazen zal de koude lucht in gebieden, waar de stromingsweerstand relatief groot is tot stilstand komen, zodat produkten boven die gedeeltes niet door de koelende en drogende luchtstroom worden bereikt. Deze warme, vochtige produkten veroorzaken dan condensatie tegen naburige koudere produkten.
Bij toepassing van de inrichting 4 in een opslagruimte als weergegeven in de tekening is bijvoorbeeld geen ventilatiewand nodig, waartegen de kisten 2 worden geplaatst. Hierdoor kunnen ook opzij van de inrichting 4 kolommen kisten staan. Het aanzuigen van de lucht kan eenvoudig nabij de vloer plaats vinden. Eventueel kunnen de kisten op geschikte plaatsen met een onderlinge tussenruimte 14 worden geplaatst, teneinde een gelijkmatige verdeling van de luchtverplaatsing te bevorderen.
Bij toepassing van een ventilatiewand worden bovendien in een groot gedeelte van de voorraad produkten relatief grote luchtsnelheden bereikt, vooral daar waar de temperatuur van de lucht het sterkst verschilt van de temperatuur van de produkten. Doordat de produkten nabij de wanden van elke kist 2 gemiddeld dichter zijn gestapeld dan in het midden daarvan treden aanzienlijke verschillen in luchtsnelheid tussen het midden van de kist en de gebieden nabij de wand op. Dit resulteert bij een groot deel van de kisten in een steile tempera-tuursgradiënt tussen het midden en het buitengedeelte van elk van die kisten. Dit leidt veelvuldig tot condensvorming.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding verspreid de koele lucht zich boven de produkten en zakt dan relatief langzaam naar beneden, zodat de verschillen in luchtsnelheid door de grotere weerstand nabij de buitengedeeltes van de kisten relatief klein blijven. Op zijn beurt blijven aldus temperatuursverschillen in elke kist 2 relatief beperkt.
De middelen voor het openen en sluiten van de aan-zuigdoorlaten 7 en 8 zijn uitgevoerd als een tussen een eerste en een tweede stand beweegbare wisselklep 12, die in de eerste stand (zie figuren 3 en 4) de eerste aanzuigdoorlaat 7 afsluit en de tweede aanzuigdoorlaat 8 vrij geeft, in de tweede stand (zie fig. 1) de tweede aanzuigdoorlaat 8 afsluit en de eerste aanzuigdoorlaat 7 vrij geeft en in tussengelegen standen de eerste en de tweede aanzuigdoorlaat elk.gedeeltelijk vrij geeft.
Met een enkele klep 12 kunnen aldus beide aanzuig-doorlaten 7 en 8 afwisselend worden afgesloten dan wel vrij worden gegeven en kan tevens de verhouding tussen de hoeveelheden door de eerste en de tweede aanzuigdoorlaat aangezogen lucht worden geregeld. De klep is bovendien op eenvoudige wijze te bedienen.
De aanzuigdoorlaten 7 en 8 monden uit in een kamer 18, waarbij de ventilator 6 is aangebracht in een aan die kamer 18 grenzend gedeelte van het kanaal 5 en het kanaal 5 is uitgevoerd als een opvoerkanaal, waarbij de uitblaasdoorlaat op afstand boven de kamer 18 is gelegen, hierdoor heeft de inrichting volgens het in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeeld een bijzonder compacte vorm. Bovendien kan de inrichting 4 eenvoudig worden vervaardigd in verschillende uitvoeringen waarvan de uitblaasdoorlaten 9-11 in een op de hoogte van de ruimte aangepaste hoogte zijn gelegen door het opvoerkanaal 5 een dienovereenkomstige lengte te geven. De kamer 18 kan steeds identiek zijn uitgevoerd.
De tweede aanzuigdoorlaat 8 wordt begrensd door een kanaalwand 19, die in doorlaatrichting in de kamer 18 verschuifbaar is. Hierdoor kan de afstand waarover het buitenuiteinde van de kanaalwand 19 buiten de kamer 18 uitsteekt zodanig worden aangepast aan de dikte van de wand 3 waarop de inrichting 4 aansluit, dat het buitenuiteinde van de kanaalwand 19 ongeveer in het vlak van de buitenzijde van de wand 3 is gelegen. Het buitenuiteinde van de kanaalwand 19 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een rooster 20.
De wisselklep 12 is via een ondergelegen scharnier-verbinding 21 verbonden met de kanaalwand 19 en sluit in zijn tweede stand (zie fig. 1) aan tegen het binnenuiteinde van de kanaalwand 19, waardoor de tweede aanzuigdoorlaat 8 is afgesloten. De wisselklep 12 heeft een zodanige lengte, dat in de eerste stand (zie figuren 3 en 4) de vrije rand daarvan, wanneer de kanaalwand 19 in zijn uiterste buitenwaarts geschoven stand verkeert, nog boven de bovenrand van de eerste aanzuigdoorlaat 7 op de wand van de kamer 18 aan de zijde van de eer- ste aanzuigdoorlaat 7 aansluit. De zijranden van de klep 12 sluiten daarbij aan op de aangrenzende zijwanden van de kamer 18. Aldus kan ongeacht de stand van de kanaaldoorlaat 19 ten opzichte van de kamer 18 steeds een afdoende afdichting van de eerste aanzuigdoorlaat 7 en de tweede aanzuigdoorlaat 8 worden verkregen indien de wisselklep 12 in de eerste stand staat.
De middelen voor het afsluiten van de tweede aanzuigdoorlaat 8 - in de inrichting 4 volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld worden deze gevormd door de wisselklep 12 - zijn bij voorkeur thermisch geïsoleerd. Hierdoor worden thermische verliezen bij recirculeren beperkt. In de inrichting volgens het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt hierbij bovendien tegengegaan, dat bij warm vochtig weer en een in bedrijf verkerende warmtewisselaar/ vocht tegen de buitenzijde van de in de tweede stand verkerende klep 12 condenseert. Bij voorkeur is ook de kanaalwand 19 thermisch geïsoleerd, zodat ook thermische verliezen langs en condensatie tegen het in de kamer 18 uitstekende gedeelte daarvan worden tegengegaan.
Het is ook mogelijk/ de warmtewisselaar zodanig te plaatsen, dat zowel van buiten als uit de opslagruimte 1 aan-gezogen lucht daarlangs passeert. Hiertoe kan de warmtewisselaar bijvoorbeeld bovenin de kamer 18 of in het kanaal 5 zijn aangebracht. Dit maakt het mogelijk, bij het koelen door ventileren de aangezogen omgevingslucht te koelen, voordat deze in de opslagruimte 1 wordt geblazen. Dit is voordelig onder omstandigheden,, waarbij de omgevingslucht bijvoorbeeld een lager absoluut vochtgehalte heeft dan de lucht in de opslagruimte 1, maar dit vochtgehalte niet voldoende laag is om deze omgevingslucht zonder koeling te gebruiken.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het behandelen van land- en tuin-bouwprodukten in een opslagruimte (1), omvattende geforceerd ventileren met buitenlucht, beluchten door geforceerd recircu-leren van lucht in de ruimte (1), en koelen, met het kenmerk, dat het koelen wordt uitgevoerd door geforceerd in de ruimte (1) blazen van koele lucht op een niveau boven de in de ruimte (1) opgeslagen produkten en bij recirculeren wordt aangezogen op een niveau onder het niveau waarop deze in de ruimte (1) wordt geblazen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koelen in afhankelijkheid van de temperatuur en het vochtgehalte van de omgevingslucht in vergelijking met de temperatuur en het vochtgehalte van de lucht in de opslagruimte (1) wordt uitgevoerd door geforceerd recirculeren van gekoelde lucht of door ventileren met omgevingslucht.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat bij het koelen door ventileren de aangezogen omgevingslucht wordt gekoeld, voordat deze in de opslagruimte (1) wordt geblazen.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lucht bij recirculeren nabij de vloer van de opslagruimte (1) wordt aangezogen.
5. Inrichting voor het behandelen van land- en tuin-bouwprodukten in een opslagruimte (1), omvattende een kanaal (5), een ventilator (6) in dat kanaal, een eerste aanzuigdoor-laat (7) voor het doorlaten van lucht uit de ruimte (1) naar het kanaal (5), een tweede aanzuigdoorlaat (8) voor het doorlaten van lucht uit de omgeving naar het kanaal (5) en een uitblaasdoorlaat (9-11) voor het doorlaten van lucht uit het kanaal (5) naar de ruimte (1), middelen (12) voor het openen en sluiten van de aanzuigdoorlaten (7 en 8), en een warmtewisselaar (13) voor het koelen van lucht, met het kenmerk, dat warmtewisselaar (13) communiceert met de eerste aanzuigdoor- laat (7) en de uitblaasdoorlaat (9, 10, 11) op een hoger niveau is gelegen dan de eerste aanzuigdoorlaat (7).
6. inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het openen en sluiten van de aanzuigdoor-laten (7 en 8) zijn uitgevoerd als een tussen een eerste en een tweede stand beweegbare wisselklep (12), welke in de eerste stand de eerste aanzuigdoorlaat (7) afsluit en de tweede aanzuigdoorlaat (8) vrij geeft, in de twee stand de tweede aanzuigdoorlaat (8) afsluit en de eerste aanzuigdoorlaat (7) vrij geeft en in tussengelegen standen de eerste en de tweede aanzuigdoorlaat (8) elk gedeeltelijk vrij geeft.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de aanzuigdoorlaten (7 en 8) uitmonden in een kamer (18), de ventilator (6) is aangebracht in een aan die kamer (18) grenzend gedeelte van het kanaal (5) en het kanaal (5) is uitgevoerd als een opvoerkanaal (5), waarbij de uitblaasdoorlaat (9-11) op afstand boven de kamer (18) is gelegen.
8. inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tweede aanzuigdoorlaat (8) wordt begrensd door een ka-naalwand (19), die in doorlaatrichting in de kamer (18) verplaatsbaar is.
9. Inrichting volgens conclusies 6 en 8, met het kenmerk, dat wisselklep (12) langs zijn onderrand scharnierend is verbonden met de kanaalwand (19), in zijn eerste stand afdichtend op een schuin achterwaarts hellend binnengelegen uiteinde van de kanaalwand (19) aansluit en in zijn tweede stand, ongeacht de positie van de kanaalwand (19) ten opzichte van de kamer (18), met zijn vrije rand boven de eerste aanzuigdoorlaat (7) op een wand van de kamer (18) aan de zijde van die aanzuigdoorlaat (7) aansluit en met zijn zijranden aansluit zijwanden van de kamer (18), die op die wand aan de zijde van die aanzuigdoorlaat (7) aansluiten.
10.Inrichting volgens één der conclusies 5-9, gekenmerkt door ten minste twee in verschillende richtingen gerichte uitblaasdoorlaten (9-11).
11. Inrichting volgens één der conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de middelen voor het afsluiten van de tweede aanzuigdoorlaat (8) thermisch geïsoleerd zijn.
NL9200854A 1992-05-14 1992-05-14 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte. NL9200854A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200854A NL9200854A (nl) 1992-05-14 1992-05-14 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte.
EP93201371A EP0572062B1 (de) 1992-05-14 1993-05-13 Vorrichtung zur Behandlung von Landwirtschafts- und Gartenbauprodukten
DE59307049T DE59307049D1 (de) 1992-05-14 1993-05-13 Vorrichtung zur Behandlung von Landwirtschafts- und Gartenbauprodukten
ES93201371T ES2108207T3 (es) 1992-05-14 1993-05-13 Dispositivo para el tratamiento de productos agricolas y horticolas.
GR970402837T GR3025202T3 (en) 1992-05-14 1997-10-29 Apparatus for the treatment of agricultural and horticultural products

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200854 1992-05-14
NL9200854A NL9200854A (nl) 1992-05-14 1992-05-14 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200854A true NL9200854A (nl) 1993-12-01

Family

ID=19860797

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200854A NL9200854A (nl) 1992-05-14 1992-05-14 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0572062B1 (nl)
DE (1) DE59307049D1 (nl)
ES (1) ES2108207T3 (nl)
GR (1) GR3025202T3 (nl)
NL (1) NL9200854A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1012089C2 (nl) * 1999-05-18 2000-11-21 Tolsma Techniek B V Luchtbehandelingsinrichting.

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2828730B3 (fr) * 2001-08-14 2003-08-08 Engeenering Batiments Et Distr Procede et installation pour la conservation et/ou le sechage de produits alimentaires, et en particulier de fruits, legumes, ou cereales
ITME20040005A1 (it) * 2004-05-03 2004-08-03 Domenico Brancato Di Francesco Procedimento perfezionato per incrementare e regolare la circolazione forzata di aria nelle celle frigorifere, mediante una apparecchiatura mobile agente in un corridoio tra due file di prodotti ortofrutticoli disposti in confezioni.
SE540657C2 (sv) 2013-06-18 2018-10-09 Nilsson Johan Ventilationssystem för jordbruks- och trädgårdsprodukter

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE32254C (de) * 1885-02-10 1885-07-16 FRIED. FlLLER & HlNSCH in Hamburg Luftverteiler mit Ventilationsrad
GB191012467A (en) * 1910-05-23 1911-03-02 James Macmeikan An Improved Air Circulating Apparatus.
CH100004A (de) * 1921-09-03 1923-07-02 Klein Dr Albert Verfahren zur Behandlung fester oder flüssiger Körper mit Gasen oder Dämpfen.
GB503854A (en) * 1936-10-23 1939-04-14 Svenska Flaektfabriken Ab Improvements in ventilation devices for drying plants
CH611811A5 (en) * 1976-03-10 1979-06-29 Waelti Gebrueder Ag Method for ventilating paint spraying systems and paint spraying system for carrying out the method
US4257169A (en) * 1978-12-11 1981-03-24 Jack Pierce Commodity dryer
JPS57186513A (en) * 1981-05-08 1982-11-17 Nippon Denso Co Ltd Air conditioning controller for vehicle
NL8600818A (nl) * 1986-04-01 1987-11-02 Niro Atomizer Bv Inrichting voor het verplaatsen van lucht door een verfspuitcabine.
US5054291A (en) * 1990-07-25 1991-10-08 Davis Thomas L Multi-bay system for the forced air postharvest conditioning of agricultural crops

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1012089C2 (nl) * 1999-05-18 2000-11-21 Tolsma Techniek B V Luchtbehandelingsinrichting.
EP1053674A1 (en) * 1999-05-18 2000-11-22 Tolsma Techniek B.V. Air conditioning apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
EP0572062A1 (de) 1993-12-01
EP0572062B1 (de) 1997-08-06
ES2108207T3 (es) 1997-12-16
DE59307049D1 (de) 1997-09-11
GR3025202T3 (en) 1998-02-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5168719A (en) Food preparation table with open air food storage
RU2667870C2 (ru) Полка с воздуховодом для прилавка-витрины с открытой передней частью (варианты)
US3082612A (en) Refrigerated cabinet and defrosting means
JPS5916200B2 (ja) 冷却塔のような蒸発冷却器に関する方法と装置
KR101095897B1 (ko) 저온 저장 가능한 농수산물 제습 건조기
US4267706A (en) Shop around refrigerated merchandiser
US4608835A (en) Cabinet for cooling goods, etc.
KR100775144B1 (ko) 저온저장고에 사용되는 저고습도 겸용 유닛 쿨러
CN109990529A (zh) 冰箱
KR101638604B1 (ko) 히트펌프를 이용한 간접가열식 건조장치
NL9200854A (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van land- en tuinbouwprodukten in een opslagruimte.
KR20210150148A (ko) 절전형 친환경 농산물 건조장치
US4211090A (en) Household refrigerator with air circulation and cooling arrangement
KR101886578B1 (ko) 결로방지 및 위생향상형 냉장용 쇼케이스
DE19833196C2 (de) Wärmegewinnung aus dem Kondensator eines steckerfertigen Kühlregals
US1964822A (en) Method and means for preventing rapid formation of frost on refrigerating conduits
KR101373027B1 (ko) 김 건조기
NL9101321A (nl) Koel- en bevochtigingsinrichting voor waren, zoals bloemen, groenten, fruit, kaas o.d.
KR20100051241A (ko) 농,축,수산물용 냉동 및 제습 병행 건조기
JPS63185359A (ja) 生鮮食料品保存装置
JP3942455B2 (ja) 冷却庫
GB2199644A (en) Dryer
JP3172985B2 (ja) 農産物等の保冷貯蔵庫
US4793152A (en) Evaporative cooler with ventilative device
KR0169137B1 (ko) 냉장진열대 및 그의 냉장방법

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed