NL9101898A - Trommelvliesbuisje. - Google Patents
Trommelvliesbuisje. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9101898A NL9101898A NL9101898A NL9101898A NL9101898A NL 9101898 A NL9101898 A NL 9101898A NL 9101898 A NL9101898 A NL 9101898A NL 9101898 A NL9101898 A NL 9101898A NL 9101898 A NL9101898 A NL 9101898A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- eardrum
- tube
- flange
- grommet
- section
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F11/00—Methods or devices for treatment of the ears or hearing sense; Non-electric hearing aids; Methods or devices for enabling ear patients to achieve auditory perception through physiological senses other than hearing sense; Protective devices for the ears, carried on the body or in the hand
- A61F11/20—Ear surgery
- A61F11/202—Surgical middle-ear ventilation or drainage, e.g. permanent; Implants therefor
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Vascular Medicine (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Otolaryngology (AREA)
- Psychology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Surgery (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Prostheses (AREA)
- Vessels And Coating Films For Discharge Lamps (AREA)
- Turbine Rotor Nozzle Sealing (AREA)
- Percussion Or Vibration Massage (AREA)
Description
Trommelvliesbuis i e
De uitvinding betreft een trommelvliesbuisje, bestaande uit een buisgedeelte dat aan één eind is voorzien van een uitwendige flens die haakbaar is achter het inwendig oppervlak van het trommelvlies. Trommelvliesbuisjes zijn in de laatste jaren de meest ingebrachte implantaten in het menselijk lichaam geworden. Het inbrengen van trommelvliesbuisjes is inmiddels de meest verrichte operatieve ingreep, niet alleen binnen het medische specialisme Keel-, Neus- en Oorheelkunde, maar binnen alle chirurgische disciplines in het Noord-Westelijke deel van de wereld (Europa en de Verenigde Staten); daarom is het van groot belang dat er trommelvliesbuisjes geconstrueerd worden die beter zijn dan de huidige.
Trommelvliesbuisjes zijn in vele uitvoeringen bekend. In dit verband wordt verwezen naar het proefschrift getiteld "Trommelvliesbuisjes", W.H. Moesker, Amsterdam, 1991· Aldaar is een overzicht gegeven van allerlei uitvoeringsvormen van trommelvliesbuisjes. De meeste daarvan bezitten tenminste één flens, die door een in het trommelvlies aangebracht gaatje gestoken moet worden. Aangezien het materiaal van het trommelvlies een weinig elastisch is, kan dit uitgerekt worden bij het aanbrengen van het buisje, en weer terugveren nadat de flens zich op zijn juiste plaats bevindt.
Trommelvliesbuisjes hebben tot doel om de trommelholte van lucht te voorzien, zodat de slechthorendheid opgeheven wordt die het gevolg is van vocht in de trommelholte t.g.v. slechte of geen beluchting van de trommelholte. Door de matig tot slechte beluchting van de trommelholte ontstaat onderdruk in de trommelholte en daardoor wordt vocht vacuümge-zogen uit het slijmvlies dat de trommelholte bekleedt. Deze onderdruk ontstaat doordat het slijmvlies, dat de buis van Eustachius aan de binnenzijde bekleed, opgezet is t.g.v. snotterigheid en verkoudheid, zoals dat vooral bij kinderen voorkomt.
Een veel toegepast trommelvliesbuisje is het zogenaamde Shepard buisje. Dit bezit een flens die in het gat dat in het trommmelvlies is aangebracht, gestoken moet worden. Het buisje wordt over het algemeen in het oor aangebracht door middel van een fijn tangetje, waarmee dit in de vrij nauwe gehoorgang gemanipuleerd moet worden. In dat verband bezit dit bekende oorbuisje een eerste nadeel, aangezien het niet gemakkelijk blijkt te zijn om dit aldus vast te houden.
Als verder voorbeeld wordt nog genoemd het zogenaamde "collar button" buisje dat de vorm heeft dan een diabolo. Dit buisje omvat een cilindrische doorgang, die aan beide einden begrensd is door twee uitwendige flenzen.
Het zogenaamde "Donaldson" buisje bezit een min of meer overeenkomstige vorm, doch de daarbij toegepaste flenzen bezitten een kleinere uitwendige diameter en zijn dikker dan die volgens het "collar button" buisje.
Het "LENS buisje" heeft aan de onderzijde een flensje, wat onder het trommelvlies geplaatst dient te worden en een trechtervormig deel aan de bovenzijde, maar daar tussen bevindt zich een relatief lange "hals", die snel verstopt raakt.
Een belangrijke eis bij deze buisjes is verder dat zij een bepaalde minimum verblijfsduur in het trommelvlies moeten kunnen garanderen. Ook hierbij blijken de bekende buisjes niet geheel te voldoen.
De bovengenoemde buisjes behoren tot de groep van de trommelvliesbuisjes die relatief kort in het trommelvlies verblijven, van enkele maanden tot enkele jaren.
Daarnaast is er ook een groep trommelvliesbuisjes die heel lang in het trommelvlies blijven, over het algemeen vele jaren. De meeste bekende hiervan is het T-vormige buisje, ook wel genoemd naar zijn uitvinder Goode, de Goode T-drain. Deze vele jaren in het trommelvlies verblijvende buisjes hebben naast het voordeel van de lange verblijfsduur het nadeel dat ze door die lange verblijfduur in vele gevallen blijvende gaten in het trommelvlies geven, die operatief gesloten moeten worden.
Doel van de uitvinding is een trommelvliesbuisje te verschaffen dat de hierboven genoemde nadelen niet bezit.
Dit wordt bereikt doordat het buisgedeelte van het trommelvliesbuisje zich vanaf de flens monotoon verwijdt. Door deze vorm is aan de ene kant verzekerd dat de wand die het buisgedeelte bepaalt, gemakkelijk gegrepen kan worden tussen de verhoudingsgewijze fijne bekken van een tangetje. Het Shepard buisje blijkt in dit verband aanzienlijk minder gunstig te zijn, aangezien het met de tang te grijpen gedeelte vrij dik is. Ook het LENS buisje, dat een buisgedeelte met een verwijd eindstuk met een grote tophoek bezit, blijkt in dit verband minder gunstig.
Dankzij de monotoon wijder wordende doorgang bezit het trommelvliesbuisje geen of vrijwel geen cilindrisch gedeelte zoals dat wel het geval is bij de bekende trommelvliesbuisjes. Daarom is het ook veel minder waarschijnlijk dat eventuele verontreinigingen vast komen te zitten in de inwendige doorgang van het trommelvliesbuisje. In dat verband is van belang dat de monotoon wijder wordende doorgang in principe zelf-lossend is, dat wil zeggen dat een eventuele verontreiniging niet ingeklemd kan worden in de doorgang.
Een verder voordeel van het trommelvliesbuisje volgens de uitvinding ligt in het feit dat de trommelvlieswand goed opgesloten vastgehouden kan worden tussen de flens en het direkt daarop aansluitende, wijder wordende buisgedeelte. Daardoor kan het trommelvliesbuisje niet volgens zijn as heen en weer schuiven, hetgeen het gevaar van voortijdig losraken vermindert.
De inwendige opening in het trommelvliesbuisje mag niet al te groot zijn, gezien de problemen die op kunnen treden wanneer water binnentreedt in het middenoor. Aan de andere kant mag die opening ook weer niet te klein worden, aangezien hij anders te gemakkelijk zou verstoppen en er geen lucht meer zou kunnen toestromen. De bekende buisjes bezitten een cilindrische doorgang, waarvan de inwendige diameter rond 1 mm bedraagt. Hoe langer deze doorgang is, des te groter de kans op verstoppingen. Aangezien bij de uitvinding het gehele buisgedeelte trechtervormig verwijd is, bezit de doorgang slechts ter plaatse van de flens de minimale afmeting van bijvoorbeeld 1 mm. Daardoor wordt aan de ene kant toch een goede afdichting tegen binnendringend vocht verzekerd, terwijl aan de andere kant de kans op verstoppingen relatief klein is.
Het trommelvliesbuisje volgens de uitvinding kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Volgens een eerste mogelijke uitvoeringsvorm is het gedeelte dat boven de flens uitsteekt, trompetvormig, dat wil zeggen dat het vanaf de flens regelmatig gekromd wijder wordt.
Als tweede mogelijkheid kan het gedeelte dat zich boven de flens bevindt, zich trechtervormig (ook wel kegelvormig genoemd) verwijden, dat wil zeggen, continu wijder wordend, vanaf de flens.
De derde mogelijkheid is dat het buisgedeelte een eerste, op de flens aansluitend kegelvormig stuk omvat, alsmede een op dat eerste stuk aansluitend tweede kegelvormig stuk waarvan de tophoek groter is dan die van het eerste stuk.
In al deze uitvoeringsvormen is de wanddikte van het buisgedeelte constant. Met behulp van een fijn tangetje kan het trommelvliesbuisje op zeer geschikte wijze vastgegrepen worden aan de wand van het buisgedeelte. De relatief wijde opening van het buisgedeelte verschaft de nodige plaats voor het aanbrengen van de tang, terwijl de beperkte diameter van de doorgang nabij de flens toch een goede bescherming tegen eventueel binnendringend water verzekert.
Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van de uitvoeringsvoor- beelden nader* worden toegelicht.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van het trommelvliesbuisje volgens de uitvinding, in perspectief.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm.
Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van het middenoor, waarbij het trommelvliesbuisje volgens figuur 1 aangebracht is in het trommelvlies.
Het in figuur 1 weergegeven trommelvliesbuisje bezit een flens 2, waarop een buisgedeelte 3 is aangesloten. Dit buisgedeelte verwijdt zich vanaf de flens 2 trompetvormig. De inwendige doorgang 4 in het buisgedeelte 3 wordt, in de richting van de flens 2, steeds smaller, en bezit een opening, ter plaatse van die flens 2, met een diameter van bijvoorbeeld 1 mm. Eventueel kan zijn uiteinde met de grootste diameter door het buisgedeelte 3 een verdikte rand 5 bezitten.
De in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm van het trommelvliesbuisje 6 verschilt alleen van het in figuur 1 getoonde buisje in de vorm van het buisgedeelte: dit buisgedeelte wordt vanaf de flens 2 kegelvormig 8 wijder.
De in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm van het trommelvliesbuisje 9 verschilt alleen van de trommelvliesbuisjes uit de figuren 1 en 2 in de vorm van de buis: aansluitend aan de flens 2 is er een kegelvormig verwijd stuk 10, waarop, op zijn beurt, een tweede kegelvormig verwijd stuk 11 aansluit. Beide stukken 10 en 11 vormen het buisvormige gedeelte 12 van het trommelvliesbuisje 9· De tophoek van kegelvormig verwijde stuk 11 is iets groter dan die van kegelvormig verwijd stuk 10. Daardoor wordt aan de ene kant een vrij grote opening verkregen van het trommelvliesbuisje 9. zodanig dat hij gemakkelijk gegrepen kan worden met een fijn tangetje. Aan de andere kant bezit het eerste stuk 10 van het buisvormige gedeelte 12 een verhoudingsgewijze nauwe doorgang, die de kleinste afmeting, bijvoorbeeld 1 mm bezit nabij de flens. Ook hierbij is een goede bescherming tegen eventueel binnentredend water verzekerd.
In figuur 4 is het trommelvliesbuisje 1 getoond, aangebracht in het gedeeltelijk doorgesneden trommelvlies 13· Te zien is dat ter plaatse van het gat 14 dat in het trommelvlies 13 is aangebracht, het trommelvlies 13 goed gevangen gehouden wordt tussen de flens 2 en het daaraan aangrenzende wijder wordende deel van het buisgedeelte 3· Daardoor kan het trommelvliesbuisje goed vastgehouden worden in het trommelvlies 13·
Het trommelvliesbuisje zorgt ervoor dat er lucht kan komen uit de gehoorgang 15 naar de trommelholte 16, wanneer de buis van Eustachius 17» die normaliter voor beluchting van de trommelholte zorg draagt, geblokkeerd is.
Claims (5)
1. Trommelvliesbuisje, bestaande uit een buisgedeelte dat aan een eind is voorzien van een uitwendige flens die haakbaar is achter het inwendige oppervlak van het trommelvlies met het kenmerk dat het buisgedeelte vanaf de flens zich monotoon verwijdt.
2. Trommelvliesbuisje volgens conclusie 1, waarbij het buisgedeelte trompetvormig is.
3. Trommelvliesbuisje volgens conclusie 1, waarbij het buisgedeelte kegelvormig is.
4. Trommelvliesbuisje volgens conclusie 1, waarbij het buisgedeelte een eerste, op de flens aansluitend kegelvormig stuk omvat alsmede een op dat eerste stuk aansluitend tweede kegelvormig stuk waarvan de tophoek groter is dan die van het eerste stuk.
5. Trommelvliesbuisje volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de wanddikte van het buisgedeelte constant is.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9101898A NL9101898A (nl) | 1991-11-14 | 1991-11-14 | Trommelvliesbuisje. |
AT92203461T ATE134127T1 (de) | 1991-11-14 | 1992-11-11 | Belüftungsröhrchen |
ES92203461T ES2084923T3 (es) | 1991-11-14 | 1992-11-11 | Aireador. |
EP92203461A EP0542367B1 (en) | 1991-11-14 | 1992-11-11 | Grommet |
DK92203461.6T DK0542367T3 (da) | 1991-11-14 | 1992-11-11 | Øredræn |
DE69208328T DE69208328T2 (de) | 1991-11-14 | 1992-11-11 | Belüftungsröhrchen |
US07/976,101 US5389088A (en) | 1991-11-14 | 1992-11-13 | Grommet |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9101898 | 1991-11-14 | ||
NL9101898A NL9101898A (nl) | 1991-11-14 | 1991-11-14 | Trommelvliesbuisje. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9101898A true NL9101898A (nl) | 1993-06-01 |
Family
ID=19859910
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9101898A NL9101898A (nl) | 1991-11-14 | 1991-11-14 | Trommelvliesbuisje. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5389088A (nl) |
EP (1) | EP0542367B1 (nl) |
AT (1) | ATE134127T1 (nl) |
DE (1) | DE69208328T2 (nl) |
DK (1) | DK0542367T3 (nl) |
ES (1) | ES2084923T3 (nl) |
NL (1) | NL9101898A (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5649932A (en) * | 1995-11-16 | 1997-07-22 | Advanced Microbotics Corporation | Myringotomy tube |
GB2316319A (en) * | 1996-08-24 | 1998-02-25 | Parmod Kishan Jain | Middle ear ventilation tube or grommet |
WO2003013361A1 (en) * | 2001-08-03 | 2003-02-20 | Perry Microtube Pty Ltd | Ventilation tube for a middle ear |
US9907699B2 (en) | 2012-07-05 | 2018-03-06 | Domestic Legacy Limited Partnership | One step tympanostomy tube and method of inserting same |
US10687982B2 (en) | 2012-07-05 | 2020-06-23 | Domestic Legacy Limited Partnership | One-step tympanostomy tube and method for inserting same |
JP6364078B2 (ja) | 2013-08-05 | 2018-07-25 | クック・メディカル・テクノロジーズ・リミテッド・ライアビリティ・カンパニーCook Medical Technologies Llc | 解放可能なチューブ状部材を有する医療機器およびその使用方法 |
US9974563B2 (en) | 2014-05-28 | 2018-05-22 | Cook Medical Technologies Llc | Medical devices having a releasable member and methods of using the same |
WO2016022454A1 (en) | 2014-08-04 | 2016-02-11 | Darin Schaeffer | Medical devices having a releasable tubular member and methods of using the same |
DE102018102319B3 (de) * | 2018-02-01 | 2019-05-29 | Spiggle & Theis Medizintechnik Gmbh | Biodegradierbares Implantat und Verfahren zur Herstellung desselben |
KR20200144099A (ko) * | 2018-03-20 | 2020-12-28 | 프레지던트 앤드 펠로우즈 오브 하바드 칼리지 | 고막절개 도관 또는 판륜하 환기 도관 및 다른 의료 및 유체 도관을 위한 디자인 |
DE102018114274B3 (de) | 2018-06-14 | 2019-08-22 | Universität Rostock | Vorrichtung zur Mittelohrbe- und -entlüftung |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3818511A (en) * | 1972-11-17 | 1974-06-25 | Medical Prod Corp | Medical prosthesis for ducts or conduits |
GB1368758A (en) * | 1972-12-22 | 1974-10-02 | Knight C A | Surgical component |
US3871380A (en) * | 1973-12-03 | 1975-03-18 | Richards Mfg Co | Myringotomy drain tube |
US4468218A (en) * | 1982-09-24 | 1984-08-28 | Armstrong Beverly W | Ventilation tube for the middle ear and method of implanting same |
US4695275A (en) * | 1983-12-16 | 1987-09-22 | Donald Bruce | Middle ear ventilation tube |
US4650488A (en) * | 1984-05-16 | 1987-03-17 | Richards Medical Company | Biodegradable prosthetic device |
FR2598312B1 (fr) * | 1986-05-07 | 1989-09-29 | Vincent Bouton | Aerateur sinusien permanent trans-nasal en double " t " |
US4775370A (en) * | 1986-05-13 | 1988-10-04 | Berry Yale J | Middle ear drum ventilation and drainage technique |
US4808171A (en) * | 1986-05-16 | 1989-02-28 | Berger Eric S | V-shaped ear ventilation tube |
WO1989001350A1 (en) * | 1987-08-19 | 1989-02-23 | Olle Berg | A drainage tube for sinus maxillaris, a means for its insertion and a means for making a hole for its positioning |
IT1227176B (it) * | 1988-10-11 | 1991-03-20 | Co Pharma Corp Srl | Dispositivo per il fissaggio di un catetere alla teca cranica per derivazione liquorale esterna |
CA2009371C (en) * | 1988-11-23 | 1995-08-15 | Gunther Heimke | Percutaneous devices with flanges of variable stiffness |
US5047053A (en) * | 1990-02-27 | 1991-09-10 | Smith & Nephew Richards Inc. | Permanent middle ear vent tube and method of insertion |
US5137523A (en) * | 1991-06-10 | 1992-08-11 | Peerless Sidney A | Otological drain tube |
-
1991
- 1991-11-14 NL NL9101898A patent/NL9101898A/nl not_active Application Discontinuation
-
1992
- 1992-11-11 DK DK92203461.6T patent/DK0542367T3/da active
- 1992-11-11 AT AT92203461T patent/ATE134127T1/de not_active IP Right Cessation
- 1992-11-11 DE DE69208328T patent/DE69208328T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1992-11-11 EP EP92203461A patent/EP0542367B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1992-11-11 ES ES92203461T patent/ES2084923T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1992-11-13 US US07/976,101 patent/US5389088A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0542367A1 (en) | 1993-05-19 |
US5389088A (en) | 1995-02-14 |
DE69208328T2 (de) | 1996-06-20 |
ES2084923T3 (es) | 1996-05-16 |
EP0542367B1 (en) | 1996-02-14 |
DE69208328D1 (de) | 1996-03-28 |
ATE134127T1 (de) | 1996-02-15 |
DK0542367T3 (da) | 1996-03-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9101898A (nl) | Trommelvliesbuisje. | |
US4468218A (en) | Ventilation tube for the middle ear and method of implanting same | |
US3871380A (en) | Myringotomy drain tube | |
US4022218A (en) | Surgical suction tube | |
US4449974A (en) | Body fluid drainage tube | |
JP2002542889A (ja) | 点口プラグ | |
JP5124721B2 (ja) | 涙道治療用具 | |
US5078602A (en) | Saliva ejector and method for cleaning the same | |
CA2251223A1 (fr) | Tampon meatique vissable pour canal lacrymal | |
WO1998033461A9 (fr) | Tampon meatique vissable pour canal lacrymal | |
JPH11502453A (ja) | 髄様内骨プラグ | |
EP0236457A1 (en) | Collection of human body discharge | |
JPS5841553A (ja) | 潅注スリ−ブおよびそのアタツチメント | |
US1510973A (en) | Urine conductor | |
US5015184A (en) | Evacuator tube tip guard | |
US4808171A (en) | V-shaped ear ventilation tube | |
WO2012010857A1 (en) | Speculum | |
FR2859374A1 (fr) | Dispositif de protection de la bouche | |
Wright et al. | The functional anatomy of the teeth of the western terrestrial garter snake, Thamnophis elegans | |
DE60029981D1 (de) | Rektale einführungsvorrichtung | |
US6042574A (en) | Oval ventilation ear tube | |
EP3934579B1 (en) | Device for the transplantation of a descemet's membrane | |
Jenkinson | The development of the ear-bones in the mouse | |
FR2538243A1 (fr) | Dispositif contraceptif intra-uterin | |
Gibson | Family Hirudinellidae Dollfus, 1932. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |