NL9002482A - Inrichting voor het waarnemen van een vloeistofniveau en heveltoestel daarvoor. - Google Patents

Description

Inrichting voor het waarnemen van een vloeistofniveau en heveltoestel daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het waarnemen van een vloeistofniveau in een voorraadvat, voorzien van althans een opening in de bovenwand, welke inrichting is uitgevoerd met een doorzichtbare standpijp.

De uitvinding beoogt voor willekeurige vaten voor vloeistoffen, bijvoorbeeld olievaten, vaten voor vloeibare chemische stoffen, en dergelijke het momentane vloeistofniveau daarin gemakkelijk te kunnen vaststellen, zonder dat de gebruiker de vloeistof behoeft aan te raken respectievelijk daardoor wordt besmet.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat het ondereinde van de standpijp in open verbinding staat met het ene been van een omgekeerd U-vormig heveltoestel, waarvan het andere been in het vat steekt.

Door het in werking stellen van de hevel, welke op willekeurige wijze kan plaatsvinden, kan vloeistof uit het vat worden gezogen, waarna vanwege de communicerende werking in de standpijp het vloeistofniveau zichtbaar wordt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het heveltoestel op het hoogste punt daarvan voorzien van een pomp teneinde de hevel door middel van die pomp te kunnen vullen met de vloeistof uit het vat, nadat het andere been in het vat is gestoken.

De inrichting volgens de uitvinding leent zich eveneens goed voor het gelijktijdig afnemen van de vloeistof uit het voorraadvat. Daartoe stelt de uitvinding voor om de standpijp vloeistofdicht op een gesloten opslagvat te bevestigen, waarbij het ene been van de hevel en de afnameleiding door de standpijp heen tot op de bodem van het opslagvat reikt. Hiermee kan het voorraadvat voor de vloeistof gemakkelijk worden vervangen door een nieuw voorraadvat, terwijl de afname constant kan plaatsvinden vanwege de tijdelijke opslag onder de standpijp.

In geval van toxische vloeistoffen verdient het de voorkeur om het boveneinde van de standpijp te voorzien van een in de opening van het voorraadvat gestoken overloop leiding, zodat morsen is uitgesloten.

In een verdere uitvoeringsvorm kan een alarmtoestel in het opslagvat zijn aangebracht teneinde tijdig te worden gewaarschuwd voor het leeg raken van het voorraadvat, welke dan kan worden vervangen.

Voor een volledig ledigen van het voorraadvat is het opslagvat uitgevoerd met een hellend bovenvlak, zodat het voorraadvat zodanig op het opslagvat kan worden geplaatst, dat het andere been van het heveltoestel het voorraadvat geheel leeg kan zuigen.

Bij eveneens toxische vloeistoffen verdient het de voorkeur om het opslagvat met de standpijp en het daarop staande voorraadvat te plaatsen in een van boven open bakvormig vloeistofdicht element. Eventuele lekkage of eventueel door morsen buiten de vaten terechtgekomen vloeistof blijft derhalve in het bakvormig element en kan niet wegstromen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een heveltoestel geschikt voor een inrichting zoals hierboven beschreven.

Bovengenoemde en ander kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont:

Fig. 1 een perspectivisch staand aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een voorraadvat, een opslagvat en standpijp met heveltoestel volgens de uitvinding, fig. 2 een schematisch zijaanzicht van een voorraadvat en opslagvat met standpijp met een tweede uitvoeringsvorm van het heveltoestel.

In fig. 1 is met het cijfer 1 het voorraadvat voor een vloeistof V getoond, welk vat bijvoorbeeld de vorm van een jerrycan kan hebben, die met de hand kan worden gedragen middels de handgreep 2. Vanzelfsprekend kan het voorraadvat 1 elke passende uitvoeringsvorm hebben.

Met het cijfer 3 is een opslagvat weergegeven, dat is voorzien van een schuin bovenvlak 4, waarop het voorraadvat 1 wordt geplaatst, zodanig dat de opening 5 van het voorraadvat 1 aan de lage zijde van het vat 1 ligt.

Volgens de uitvinding is op het opslagvat 3 een standpijp 6 bij 7 vloeistofdicht daaraan bevestigd. De standpijp 6 is een buis van willekeurig materiaal, bij voorkeur van doorzichtig materiaal en heeft een lengte, die uitsteekt boven de hoogte van de opening 5 van het vat 1.

Volgens de uitvinding is een heveltoestel 8 aangebracht, waarvan het ene been 9 door de standpijp 6 heen tot in het opslagvat 3 steekt en wel tot nabij de bodem daarvan. Het andere been 10 van het heveltoestel steekt door de opening 5 van het voorraadvat heen en reikt tot op de bodem van het vat 1. Op het hoogste punt 11 van het heveltoestel is een handpomp 12 aangebracht, van willekeurige constructie, echter zodanig dat met de pomp het heveltoestel 8 kan worden gevuld met vloeistof V.

Voorts wordt een afnameleiding 13 door de standpijp 6 heen tot in het opslagvat 3 gestoken. De afnameleiding 13 kan naar een willekeurig verbruikstoestel leiden, zodanig dat een transport van vloeistof door de leiding 13 in de richting van de pijl PI kan plaatsvinden.

Tenslotte wordt opgemerkt, dat een alarmtoestel 14 in de vorm van een flexibele leiding 15 door de standpijp 6 wordt gevoerd, waarbij het vrije einde van de flexibele leiding 15 eindigt in een kwikschakelaar 17 of dergelijke, welke een laag soortelijk gewicht heeft ten opzichte van de vloeistof V, zodat deze een opwaartse beweging ondergaat. Bij het lager worden van het vloeistofniveau verandert de stand van de kwikschakelaar 17 en brengt een sluiting tot stand tussen de twee in de flexibele leiding 15 opgenomen geleiders, die naar een elektrisch gevoede signaalgever leiden (niet getoond).

De hierboven beschreven inrichting in fig. 1 is in het bijzonder geschikt voor het afnemen van toxische of agressieve vloeistoffen V, welke in een normaal in de handel verkrijgbaar vat 1 wordt geleverd. Door de opening 5 te ontdoen van een daarop gebruikelijke schroefdop kan het andere been 10 van het heveltoestel in het vat worden gestoken, zodra dit vat op het opslagvat 3 is geplaatst. Door het met de hand bedienen van de pomp 12 wordt het heveltoestel 8 gevuld, zodanig dat vloeistof uit het voorraadvat V in het opslagvat 3 gaat stromen, net zolang tot er een evenwicht bestaat van het vloeistofniveau in het voorraadvat 1 en de standpijp 6. Daarmee is het vloeistofniveau in het voorraadvat 1 gemakkelijk met het oog waar te nemen, indien de standpijp 6 doorzichtig is.

Bij het afnemen van vloeistof via leiding 13 wordt de vloeistof uit het opslagvat onttrokken, hetgeen echter onmiddellijk wordt aangevuld via het heveltoestel 8 uit het voorraadvat 1. Indien het voorraadvat 1 geheel is geledigd, hetgeen te zien is in de standpijp 6 en dankzij het feit dat het andere been 10 tot op de bodem van het voorraadvat 1 reikt en deze een hellende stand inneemt, kan dit vat 1 gemakkelijk worden vervangen door het heveltoestel 8 uit de standpijp 6 te verwijderen en vervolgens het andere been 10 uit het voorraadvat 1 te trekken. Bij het opnieuw plaatsen van een nieuw vat 1, kan het heveltoestel 8 worden teruggeplaatst, met de pomp 12 het heveltoestel weer worden gevuld en kan op de hierboven beschreven wijze vloeistof worden onttrokken via afnameleiding 13. De gebruiker kan momentaan zien wat het vloeistofniveau is dankzij de standpijp 6. Bij een leeg vat 1 kan afname van vloeistof V voortdurend blijven doorgaan, zolang er vloeistof in het opslagvat 3 aanwezig is. Bij een te laat vervangen van het voorraadvat 1, zal het drijflichaam 17 van het alarm te laag in het opslagvat 3 komen, zodat er een signaal wordt afgegeven dat het mini- mumniveau in het vat 3 is bereikt.

Tenslotte wordt opgemerkt, dat voor de veiligheid een overloopleiding 20 aan het boveneinde van de standpijp 6 is aangebracht, die in de opening 5 van het voorraadvat 1 reikt. Bij een te ver doorpompen van vloeistof door de pomp 12 wordt deze vloeistof via de overloopleiding 20 automatisch weer teruggevoerd in het vat 1.

Een andere veiligheidsmaatregel is om het opslag-vat 3 in een bakvormig element 21 te plaatsen, zodat lekkage van vloeistof uit hetzij het voorraadvat 1, hetzij uit de standpijp 6, hetzij uit het opslagvat 3 beperkt blijft binnen de omgeving van het bakvormig element 21.

Fig. 2 toont een uitwerking van een mogelijk heveltoestel geschikt voor de inrichting zoals hierboven beschreven.

Het is bekend dat heveltoestellen moeilijk zijn te ontluchten, aangezien gewoonlijk gebruik wordt gemaakt van de vloeistofstroming door de hevelpijpen om de luchtbellen mee te sleuren. Is deze stroming gering, dan blijft de lucht veelal in het bovenste gedeelte van het heveltoestel achter, hetgeen de goede werking daarvan aanzienlijk vermindert. Fig. 2 toont een mogelijke uitvoeringsvorm, waarmee dit bezwaar kan worden ondervangen.

In deze uitvoeringsvorm zijn dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

Het ene been 9 steekt weer in de standpijp 6 en reikt tot op de bodem van het opslagvat 3. Het andere been 10 van de hevel steekt in het voorraadvat 1.

In het ene been 9 van het heveltoestel 8 is cir-kelcilindrisch uitgevoerd, in welk been een zuiger 30 is opgenomen, welke tegen de binnenwand van het ene been 9 dichtend afsluit met behulp van een dichtingsring 31. De zuiger is verbonden met een zuigerstang 32, en is aan de bovenzijde van het ene been 9 dichtend door de gesloten bovenwand 33 van het ene been 9 geleid. Daartoe is de bovenwand 33 uitgevoerd met een dichtingsring 34. De zuigerstang 32 is aan de bovenzijde voorzien van een handvat 35. Tussen het handvat 35 en de bovenwand 33 van het ene been 9 is een schroefveer 36 opgenomen.

Het boveneinde van het ene been 9 is voorzien van koppelingsmiddelen, bijvoorbeeld een bajonetsluiting 37 voor het bevestigen van een kap 38 over het handvat 35 heen, waarbij de binnenkant van de kap 38 dichtend aansluit op een dichtingsring 39 aan de buitenomtrek van de wand 33.

De lengte van de zuigerstang 32 is zodanig dat in de getoonde stand in fig. 2 de zuiger 30 onder een aantal doorlaatopeningen 42 in het ondereinde van het ene been 9 ligt.

Uit de figuur blijkt verder, dat even onder het boveneinde van het ene been 9 het andere been 10 aansluit. Het andere been 10 is tevens voorzien van een overlooplei-ding 40, waarvan het boveneinde uitmondt vlak onder de bovenwand 33 van het ene been 9, en het andere einde uitmondt vlakbij het ondereinde van het andere been 10. Tenslotte wordt opgemerkt, dat een terugslagklep 41 in het ondereinde van het andere been 10 is aangebracht.

De werking van het heveltoestel 8 volgens fig. 2 is als volgt.

Na het verwisselen van een leeg voorraadvat 1 door een vol vat 1 kan het heveltoestel 8 moeten worden ontlucht als deze geheel is leeggelopen. Daartoe wordt de kap 38 verwijderd en kan door de handgreep 35 omhoog te trekken, de zuiger 30 door het ene been 9 omhoog worden getrokken. De zich boven de zuiger 30 bevindende lucht wordt aanvankelijk via de overloopleiding 40 in het voorraadvat 1 teruggepompt, waar het zal verdwijnen. Bij de omhooggaande beweging zal zich in het ene been 9 aan de onderzijde van de zuiger 30 vloeistof bevinden uit het opslag-vat 3. Bij het omlaag bewegen van de zuiger 30 wordt vloeistof uit het voorraadvat 1 via de terugslagklep in het andere been 10 tot in het been 9 meegezogen, waardoor het heveltoestel 8 zich vult. Hierbij kan eventuele rest-lucht zich nog in de hevel bevinden, dat zich verzamelt in het boveneinde van het ene been 9. Door het opnieuw om-hoogbewegen van de zuiger 30 kan de lucht via de overloop-leiding 40 worden weggedrukt, waarbij de vloeistof boven de zuiger 30 wordt tegengehouden door de terugslagklep in het andere been 10. Na het volledig ontluchten, kan de zuiger 30 in de getoonde stand worden geplaatst door het aanbrer.gen van de kap 38 via de bajonetsluiting 37. De hevel is thans gereed voor de normale hevelende werking en indien vloeistof via de aflaatstomp 13 wordt onttrokken uit het opslagvat 3, wordt deze vloeistof automatisch aangevuld uit het voorraadvat 1. Het niveau van het voorraadvat 1 kan worden afgelezen in de standpijp 6. Het gevaar van lekkage bij de doorgang van de zuigerstang 32 door het boveneinde van het ene been 9 wordt op doeltreffende wijze dubbel gezekerd door afdichtingsringen 34 respectievelijk 39.

Bij het opnieuw verwisselen van het vat 1 behoeft niet direct de bovengenoemde handeling geheel worden uitgevoerd, maar kan door het verwijderen van de kap 38 de zuiger 30 ten gevolge van de werking van de drukveer 36 in de stand even boven de doorlaatopeningen 42 worden gebracht. Hiermee wordt bij het verwijderen van de hevel voldoende vloeistof in de benen 9 respectievelijk 10 van het heveltoestel 8 achtergehouden, waardoor bij het opnieuw in werking stellen van het heveltoestel het ontluchten, indien er toch lucht in het been 9 is terechtgekomen, sneller kan worden verwijderd via de overloopleiding 40 door de zuiger 30 iets omhoog te trekken.

De werking van het ontluchten kan nog worden verbeterd door de diameter van het ene been 9 beduidend groter te maken dan dat van been 10, bijvoorbeeld anderhalf maal.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

Claims (16)

1. Inrichting voor het waarnemen van een vloeistofniveau in een voorraadvat, voorzien van althans een opening in de bovenwand, welke inrichting is uitgevoerd met een doorzichtbare standpijp, met het kenmerk, dat het ondereinde van de standpijp in open verbinding staat met het ene been van een omgekeerd U-vormig hevel-toestel, waarvan het andere been in het vast steekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het heveltoestel op het hoogste punt daarvan is voorzien van een pomp.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij een afnameleiding voor de vloeistof is aangebracht, met het kenmerk, dat het ondereinde van de standpijp vloeistofdicht is bevestigd op een gesloten opslagvat, waarbij het ene been van de hevel en de afnameleiding door de standpijp heen tot aan de bodem van het opslagvat reikt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het boveneinde van de standpijp is voorzien van een in de opening van het vat reikende overlooplei-ding.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een alarmtoestel voor het minimumniveau in het opslagvat is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het alarmtoestel een ten opzichte van de vloeistof drijfbare schakelaar is, welke is verbonden aan een elektrische alarmketen.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opslagvat is opgenomen in een van boven open bakvormig vloeistofdicht element.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het opslagvat een hellend bovenvlak voor de ondersteuning van het voorraadvat heeft.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat de standpijp op het laagste deel van de bovenwand van het opslagvat is aangebracht .

10. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de standpijp is voorzien van een zuig-cilin-derpomp.

11. Heveltoestel voorzien van een tweetal omlaag wijzende benen, welke aan de boveneinden onderling zijn verbonden, met het kenmerk, dat het ene been van het heveltoestel tot boven de verbinding is verlengd, het ene been een cilindrische dwarsdoorsnede heeft en een zuiger in het ene been (9) is aangebracht.

12. Heveltoestel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een overloopleiding naast het andere been van het heveltoestel is aangebracht, waarvan het ene einde uitmondt in het bovenste gedeelte van het ene been en het andere einde nabij het ondereinde van het andere been.

13. Heveltoestel volgens conclusie 11 en 12, met het kenmerk, dat de zuiger is gekoppeld aan een zuigerstang met handgreep, waarbij tussen de handgreep en het boveneinde van het ene been een drukveer is aangebracht .

14. Heveltoestel volgens conclusie 13, met het k e n m e r k, dat een sluitkap over het handvat op het boveneinde van het ene been is aangebracht.

15. Heveltoestel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de sluitkap dichtend afsluit op het boveneinde van het ene been van het heveltoestel.

16. Heveltoestel volgens een der voorgaande conclusies 11-15, met het kenmerk, dat een terugslagklep in het ondereinde van het andere been is aangebracht.