NL8920757A - Zelf ondersteunende onderling te verbinden bekistingselementen voor het gieten van speciale wandconstructies en een werkwijze voor het gebruik van dergelijke bekistingselementen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding': Zelf ondersteunende onderling te verbinden bekistings-elementen voor het gieten van speciale wandconstructies en een werkwijze voor het gebruik van dergelijke beki sti ngselementen.

Deze uitvinding heeft betrekking op zelf ondersteunende onderling te verbinden bekistingselementen voor het gieten van in het bijzonder wandconstructies, en anderzins van de soort nauwkeuriger gedefinieerd in de kop van de volgende conclusie 1. De uitvinding omvat ook een werkwijze voor het gebruik van genoemde bekistingselementen, zoals uiteengezet in de kop van conclusie 9.

Gieten van bijvoorbeeld funderingen, ondersteunende wanden, wanden, bestrating of dak in beton of soortgelijke verhardbare vulmaterialen door middel van bekistingselementen in de vorm van houten schotten is arbeidsintensief en tijdrovend. Dergelijke bekistingsschotten zijn zwaar en onhandig; zij moeten worden getransporteerd op kraanvoer-tuigen en vereisen verbindingsorganen, waarbij de noodzakelijke werk-handelingen omvatten, het dragen, oprichten, verwijderen, inolieën (smeren) en opslag van de schotten.

Op soortgelijke wijze vereisen afgewerkte steenblokken en elementen veel behandeling in de werkplaats, duur transport, arbeidsintensief oprichten en veel omvattende nabehandeling.

De stand van de techniek omvat ook Noorse octrooi beschrijving nr.46.428, DE-OS 2.213.358, DE-AS 1.684.357, U.S. octrooi beschrijving nr.· 2.184.714.

NO-PS 46.428 heeft betrekking op een kolombek!eding be staande uit holle onderling te verbinden gedeelten. In hoofdzaak als gevolg van het ontwerp van de verbindingsmiddelen van deze bekende kolom-bekleding zal de kolombekleding -gebruikt als een bekisting- slechts bruikbaar zijn voor het gieten van op afstand van elkaar gelegen kolommen; anderzijds zal het niet gieten van een doorlopende wand mogelijk maken, of versterking onder gebruikmaken van horizontale en/of diagonaal verlopende wapeningsstaven toestaan. Tussen naburige gedeelten of elementen is het echter uit deze octrooibeschrijving op -zich bekend onderling samenwerkende koppelingsmiddelen te gebruiken, aangepast om in stevige vasthoudende ingrijping met elkaar te worden gebracht.

DE-OS 2.213.358 heeft betrekking op een flexibel gewapend bekistingskleed, dat niet zelf ondersteunend is, maar moet worden gebruikt in combinatie met geschikte houten wanden, die eind aan eind zijn opgesteld en dus althans in hoofdzaak dezelfde nadelen als bekistingen uit schotten vertoont.

DE-AS 1.684.357 heeft ook betrekking op een flexibel gewapend, niet zelf ondersteunend bekistingskleed, dat verdeeld is in onderling te verbinden gedeelten, die onderling kunnen worden verbonden door middel van verbindingsmiddelen, die zijn aangepast om in stevige vasthoudende ingrijping met elkaar te worden gebracht. Dit bekende be-kistingssysteem staat niet het gieten van doorlopende wanden toe en verhindert bovendien de opstelling van kruizende wapeningsstaven.

US-PS 2.184.714 heeft niet betrekking op bekistingen, maar houdt zich bezig met gegoten vooraf gewapende betonnen elementen. Indien dergelijke betonnen elementen of blokken worden gebruikt voor bouwdoeleinden worden grendel staven gebruikt om naburige betonblokken op hun plaats te houden in de voltooide constructie.

In overeenstemming met de huidige uitvinding heeft men er op gemikt een bekistingssysteem te verschaffen bestaande uit zelf ondersteunende onderling te verbinden wegwerpbekistingselementen, die geschikt zijn om onderling te worden verbonden ten einde in het bijzonder een wandbekisting te vormen, waarin het beton of ander hardbaar vulmateriaal gedurende de vul handeling vrij kan stromen tussen de onderling verbonden bekistingselementen, zodat het resultaat een doorlopende constructie wordt, welke -indien de bekisting wordt gehandhaafd (niet verwijderd)-bedekt wordt met zijn materiaal, bijvoorbeeld kunststof.

Op soortgelijke wijze heeft men gemikt op het elimineren of in aanzienlijke mate beperken van nadelen en gebreken in bekende be-kistingssystemen.

Dit oogmerk wordt verkregen door de bekistingselementen te ontwerpen zoals gedefinieerd in het kenmerkende deel van conclusie 1. De werkwijze voor het gebruik van genoemde bekistingselementen omvat de kenmerken blijkend uit het kenmerkende gedeelte van conclusie 9.

In een gunstige uitvoeringsvorm zijn de voorwaarden uitgevoerd voor het opnemen van dwarswapening van de resulterende gegoten constructie.

De in hoofdzaak cylindervormige bekistingselementen volgens de uitvinding zijn zo onderling verbonden, dat zij bijvoorbeeld een wand-bekisting vormen, welke bij het vullen met beton de beton toestaan vrij te stromen tussen de bekistingscylinders zodat -bij verharding van het beton-een aantal samengesmolten betonnen kolommen, die de resulterende wand vormen, zijn gevormd.

Onder gebruikmaken van een bekisting in overeenstemming met de uitvinding kan men minder beton gebruiken rondom de wapeningsstaven dan gebruikelijke bekisting toestaat, omdat de waterdichte bekistingscylinders beschermen tegen indringend water, enz. Bij het gieten van een fundering hoeft men niet de zogenaamde funderingskunststof langs de fundering te gebruiken; men bespaart ook aan pleisteren, dichtslibben en sluiten van gaten na de bindmiddelen.

Een de voorkeur gegeven materiaal voor de cylindervormige bekistingselementen volgens de uitvinding is polyvinylchloride kunststof met een hoge slagsterkte en een dikte van ongeveer 1 mm omdat een dergelijk materiaal, indien de bekisting wordt gehandhaafd, de betonconstructie een attractieve oppervlakbedekking zal geven, maar in principe is er niets om het gebruik van karton of een soortgelijk materiaal, dat overeenkomstige eigenschappen resp. en/of wanddikte bezit, te verhinderen.

Tengevolge van de cylindervorm worden de bekistingselementen sterk en in het bijzonder bestendig tegen buigen. De dwarsdoorsnedevorm kan cirkelvormig, ovaal of veelhoekig (bijvoorbeeld achthoekig, zestien-zijdig enzovoorts) zijn; indien van randen voorzien zijn de hoekranden bij voorkeur afgerond. Een vierkante dwarsdoorsnedevorm is ook mogelijk. De bekistingselementen volgens de uitvinding kunnen na het gieten worden gehandhaafd of hun uitwendige gedeelten na gebruik verwijderd.

In het geval dat de bekisting moet blijven na het gieten kan een gunstig bekistingsmateriaal worden verkregen uit aan het oppervlak behandelde kunststof, de gegoten fundering, enz.; daarbij onderhoudsvrij wordend.

De bekistingselementen volgens de uitvinding zijn van zeer licht gewicht en zo veerkrachtig, dat zij mogelijk binnen elkaar kunnen worden gestapeld, waardoor het transportvolume en gewicht aanzienlijk worden verminderd -tot aan 98 %- indien vergeleken met schotbekisting.

Bij het gieten van een fundering worden de cylindervormige bekistingselementen geplaatst op een voltooide gestorte basis of rechtstreeks op grint. In het geval de resulterende constructie kruislings moet worden gewapend worden wapeningsstaven -welke gedurende het oprichten van de bekisting ook als verankering kunnen dienen- verticaal, horizontaal en mogelijk diagonaal, zoals gewenst, ingestoken. Voor gewapende constructies is ieder bekistingselement uitgerust met afzonderlijke gaten voor het opnemen van horizontale en/of diagonaal verlopende wapeningsstaven, terwijl de verticale wapeningsstaven worden ingestoken door de open boveneinden van de bekistingselementen vanaf de bovenzijde, door welke het beton wordt gestort. Volgend op het verharden van het beton is de fundering voltooid. Een gebruikelijke fundering voor een eensgezinswoning kan gemakkelijk in een dag worden opgericht door een persoon.

Bovendien vereisen bekistingswerkzaamheden door middel van de cylindervormige dunwandige bekistingselementen volgens de uitvinding minder uitgraafwerk dan door het gebruik van schotbekisting.

Bij het gieten van een ondersteunende wand graaft men tot vorstvrije diepte, waarna de bekistingselementen, met elkaar gekoppeld en versterkt, worden geplaatst. Indien gewenst kan uitgegraven massa weer worden aangevuld tegen de bekistingselementen zelfs voordat het beton in de bekisting wordt gestort. Wanneer de bovenzijde van de ondersteunende wand horizontaal of boogvormig moet verlopen worden de bekistingselementen overeenkomstig afgesneden.

Het lichte gewicht en natuurlijke veerkracht van de bekistingselementen staat gemakkelijke verticale verbinding toe van bijvoorbeeld twee bekistingselementen. Indien dergelijke verbinding moet worden bewerkstelligd is het van voordeel, dat iedere tweede van de onderste bekistingselementen verloopt tot een hoger punt dan de daartussen gelegene, ten einde de verbindingsplaatsen verticaal te verplaatsen.

Het bekistingsmateriaal, bijvoorbeeld PVC-kunststof kan gekleurd zijn.

Wegwerpbekistingselementen in overeenstemming met de uitvinding zijn goed geschikt voor giethandelingen boven en onder water, zoals bij steigers en dergelijke. Bij het gieten onder water kan alle versterking in de bekisting worden aangebracht vanaf het oppervlak, zodat het gebruik van duikers voor dit soort werk overbodig wordt.

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn nauwkeuriger uiteengezet in het onderstaande, waarbij verwijzing is gemaakt naar de tekeningen, waarin:

Figuur 1 en 2 in eindaanzicht een standaardelement resp. een hoekelement, in overeenstemming met een eerste uitvoeringsvoorbeeld tonen;

Figuur 3 in bovenaanzicht vijf onderling verbonden be-kistingselementen -vier standaardelementen en een hoekelement van het in figuur 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld- toont;

Figuur 4 in eindaanzicht twee onderling verbonden be-kistingselementen in overeenstemming met een tweede uitvoeringsvoorbeeld toont;

Figuur 5 in perspectivisch zijaanzicht vijf onderling verbonden bekistingselementen volgens het in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld toont;

Figuur 6 een zijwand van een bekistingselement (figuur 4 en 5) toont, welke in onderling verbonden stand aangrijpt op een naburig element;

Figuur 7 in perspectivisch zijaanzicht twee bekistingselementen volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld voorafgaand aan het onderling verbinden toont;

Figuur 8 in een perspectivisch zijaanzicht drie bekistingselementen toont van het in figuur 7 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld na onderlinge verbinding;

Figuur 9 in bovenaanzicht drie onderling verbonden bekistingselementen volgens het derde uitvoeringsvoorbeeld bij een bekistingshoek toont;

Figuur 10 in perspectivisch aanzicht een bekistingselement toont van het in figuur 1-3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; en

Figuur 11 in bovenaanzicht verschillende manieren van samenbouw voor bekistingselementen van het in figuur 1-3 en 10 weergegeven type aanduidt.

In de drie uitvoeringsvoorbeelden volgens figuur 1-3, 10 en 11; figuren 4-6 resp. figuren 7-9 worden dezelfde of overeenkomstige ver-wijzingscijfers gebruikt voor dezelfde of overeenkomstige delen.

In het eerste uitvoeringsvoorbeeld, figuren 1-3, 10 en 11, duidt het verwijzingscijfer 1 een langgestrekt cylindrisch standaard bekistingselement aan, terwijl V een hoekelement aanduidt, dat hetzelfde algemene ontwerp heeft. De elementen 1, T hebben open einden.

De cylindervormige bekistingselementen 1, 1' hebben althans in hoofdzaak zeshoekige dwarsdoorsnede met afgeronde hoekranden.

Bij twee tegenover elkaar liggende zijden is het standaardelement 1 uitgerust met verbindingsmiddelen voor de onderlinge verbinding met naburige elementen. De verbindingsmiddelen hebben de vorm van T-vormige lijsten 2 en overeenkomstige T-vormige groeven 3. Het hoekelement, figuur 2 en 11, is uitgerust met overeenkomstige verbindingsmiddelen 2' resp. 3' op bijvoorbeeld vier in paren tegenover elkaar gelegen zijden. De onderlinge verbinding welke wordt gewaarborgd door de ingrijping van de verbindingslijsten 2, 2' binnen de groeven 3, 3' is weergegeven in figuren 3 en 11. Het blijkt daaruit, dat de hoekelementen T in een ander uitvoer-ingsvoorbeeld slechts verbindingsmiddelen kunnen hebben bij twee of drie zijden, die over een hoek van 90 graden ten opzichte van elkaar zijn verplaatst.

In dit uitvoeringsvoorbeeld, figuren 1-3, 10 en 11, heeft ieder bekistingselement bij een zijgedeelte daarvan een opening 4, 4' welke mogelijk kan verlopen over de gehele hoogte van het bekistingselement, en in een ander zijgedeelte, dat (zoals gezien in dwarsdoorsnede) over een hoek is verplaatst (in standaardelementen 180 graden, in hoekelementen bijvoorbeeld 90 graden) in verhouding tot het eerst genoemde zijgedeelte evenals de opening 4, 4', op gelijke afstand van elkaar gelegen openingen 6 zijn aangebracht, figuur 10, voor het doorstromen van beton tussen onderling verbonden bekistingselementen 1,1'.

* Be bekistingselementen 1, V zijn vervaardigd uit PVC-kunststof, karton of soortgelijk materiaal dat overeenkomstige eigenschappen heeft. De wanddikte kan in de orde van 1 mm zijn. De cylindrische vorm geeft de bekistingselementen een grote sterkte, in het bijzonder tegen buigen, terwijl zij tegelijkertijd veerkrachtig zijn.

De bij voorkeur doorgaande openingen 4, 4' dragen sterk bij aan deze veerkracht en staan bijvoorbeeld stapelen toe van twee of meer bekistingselementen, de een binnen de ander, tijdens transport.

Figuur 11 duidt enige samenbouwmanieren voor bekistingselementen 1, 1' in overeenstemming met het in figuren 1-3 en 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld aan. Bovenaan in deze figuur zijn drie onderling verbonden standaardelementen 1 weergegeven. Tengevolge van de veerkracht zijn zij geschikt om te worden geplaatst langs een boogvormige of hoekige baan. Het onderste gedeelte van figuur 11 toont de onderlinge verbinding van "hoekelementen", zowel in de langs en dwarsrichting, voor het tot stand brengen van een ruimere bekisting, zonder de dwarsdoorsnede afmetingen van de afzonderlijke bekistingselementen te moeten vergroten.

In het in figuren 4-6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de bekistingselementen 1" cirkelcylindrisch en bij een zijde daarvan uitgerust met een doorgaande opening 4'overeenkomend met de openingen 4, 4', zodat ieder afzonderlijk bekistingselement 1" een nagenoeg C-vormige dwarsdoorsnede verkrijgt.

De bekistingselementen V' zijn uitwendig uitgerust met verbindingsmiddelen in de vorm van lijsten 5, die een klauwvormige dwarsdoor-snedevorm hebben. De klauwvormige verbindingslijsten 5 zijn zodanig geplaatst en ontworpen, dat naburige lijsten van naburige elementen 1" in ingrijping kunnen worden gebracht indien een element 1" gedeeltelijk is ingestoken in de langsopening 4" van het naburige element 1", zodat een onwrikbare wandbekisting is verkregen.

Het wandgedeelte van ieder bekistingselement 1", opgesteld tegenover de opening 4", is uitgerust met op gelijke afstand van elkaar gelegen openingen 6, figuur 6, en daartussen geplaatste gaten voor horizontale (en/of diagonale) versterkingsstaven 7, figuur 5. De openingen 4M, 6 staan vrije stroming toe van beton tussen de elementen 1".

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuren 7-9 hebben de bekistingselementen 1"' variërende dwarsdoorsnedevorm over de lengte daarvan; dit een gevolg zijnde van het ontwerp van de verbindingsmiddelen.

In figuur 7 zijn twee bekistingselementen Γ1' weergegeven voorafgaand aan het onderling verbinden. Ieder van deze bekistingselementen l'11 is bij twee tegenover elkaar liggende zijden daarvan gevormd met op afstand van elkaar gelegen openingen 8, welke voor ieder element 1MI axiaal verplaatst zijn in verhouding tot de openingen 8 bij de tegenover liggende zijde, zodat gedeelten 9 tussen de openingen 8 van een element in ingrijping kunnen worden gebracht met de openingen 8 van een naburig element. De onderlinge verbinding is vastgezet door middel van verticale vergrendelingsstaven 10.

In figuur 9 is een bekistingshoek weergegeven, waarin het hoekelement 1'"' een weinig anders ontworpen is dan de standaardelementen V"; dat wil zeggen het hoekelement 111'1 heeft onderling verbindende gedeelten 8, 9 bij twee zijden, die over een hoek van 90 graden ten opzichte van elkaar zijn verplaatst.

Door het ontwerpen van de verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuren 4 en 5, wordt de onderlinge ingrijping tussen de verbindingsmiddelen 5 versterkt wanneer ook de bekistingselementen met de beton worden geladen.

Praktische proeven met wegwerpbekistingselementen volgens de uitvinding hebben aangetoond, dat zij ondanks kleine wanddikte en laag gewicht geschikt zijn voor het opnemen van de tijdens gieten aanwezige krachten. Bekistingselementen in overeenstemming met de uitvinding kunnen gebruikelijke schotbekistingen in het grootste aantal van gebruikstoepas-singen vervangen. Funderingen en ondersteuningswanden zijn dus slechts te beschouwen als voorbeelden van de toepasbaarheid van de uitvinding in de praktijk, terwijl de bekistingselementen bijvoorbeeld ook te gebruiken zijn voor het gieten van bestrating en dak. Bij het gieten van een bestrating en een dak moet het bovenste wandgedeelte van de bekistingselementen zijn uitgerust met holtes voor het inbrengen van beton.

Men heeft ook gedacht aan het gebruik van vooraf verbonden stellen bekistingselementen, waarin verschillende stellen een bekisting vormen indien onderling verbonden.

Zoals hiervoor vermeld voorziet de huidige uitvinding ook in een werkwijze voor het gieten van wanden en andere constructies door het gebruik van bekistingselementen, waarbij bekistingselementen worden gebruikt van de soort beschreven in de bovenstaande beschrijving.

Claims (9)

1. Zelf ondersteunende onderling te verbinden bekistings-elementen voor het gieten van in het bijzonder wanden en andere constructies, waarin de bekistingselementen (1-1 ’"') op op zich bekende wijze onderling samenwerkende verbindingsmiddelen (2, 3; 2', 3'; 5; 8, 9, 10) bezitten, aangepast om geschikt te zijn om in stevige vasthoudende ingrij-ping met elkaar te worden gebracht, met het kenmerk, dat de bekistingselementen (1-1"") in hoofdzaak cylindervormig, dunwandig en bij voorkeur flexibel zijn, dat de bekistingselementen (1-1"") zijn uitgerust met openingen (4, 4', 6; 4", 6; 8) bij tenminste twee onderling over een hoek verplaatste zijgedeelten, en dat de verbindingsmiddelen (2, 3; 2', 3'; 5; 8, 9, 10) zodanig zijn ontworpen en opgesteld, dat de bekistingselementen (1-1" " )rechtstreeks rustend tegen naburige bekistingselementen (1-1"") kunnen worden geplaatst, of zodanig, dat zij gedeeltelijk in de naburige elementen kunnen ingrijpen.

2. Bekistingselementen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ieder bekistingselement (1-1"") is uitgerust met afzonderlijke gaten voor het opnemen van horizontaal en/of diagonaal verlopende wapenings-staven (7).

3. Bekistingselementen volgens conclusie 1 of 2, en ontworpen zijnde met regelmatige veelhoekige dwarsdoorsnede, met het kenmerk, dat genoemde openingen (4) in twee tegenover elkaar liggende zijden zijn gevormd.

4. · Bekistingselementen volgens conclusie 1 of 2 en gevormd zijnde met althans in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede, met het kenmerk, dat genoemde openingen (4", 6; 8) in twee diametraal tegenover elkaar gelegen zijgedeelten zijn gevormd.

5. Bekistingselementen volgens conclusie 1 of 2, en bestemd om te worden gebruikt als hoekelementen, met het kenmerk, dat genoemde openingen (4‘, 6; 4", 6; 8) zijn gevormd in tenminste twee zijgedeelten van het hoekelement (Γ; 1""), die ten opzichte van elkaar over een hoek, bijvoorbeeld 90 graden, zijn verplaatst.

6. Bekistingselementen volgens ieder van de voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de opening (4; 4") bij een van de onderling onder' een hoek verplaatste zitgedeelten doorgaand is in de gehele langsuitstrekking van het bekistingselement, zodat de bekistings-elementen (1, 1', 1'’) althans . in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede vertonen, en dat de verbindingsmiddelen (2, 3; 2', 3'; 5) zijn opgesteld op of dicht nabij de genoemde doorgaande opening (4; 4") begrenzende randen.

7. Bekistingselementen volgens een of meer van conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de openingen (6; 8) bij althans een van genoemde over een hoek verplaatste zitgedeelten van de bekistingselementen (1", V") slechts verlopen over een gedeelte van de langsuitstrekking van het bekistingselement, terwijl er verschillende bij voorkeur op gelijke afstand van elkaar gelegen openingen (6; 8) zijn aangebracht in de langsrichting van het bekistingselement.

8. Bekistingselementen volgens conclusie 4 en 7, met het kenmerk, dat genoemde openingen (8) bij een zijde axiaal verplaatst zijn ten opzichte van overeenkomstige openingen (8) bij de andere zijde, zodat gedeelten (9) van naburige tussen de openingen (8) opgestelde bekistingselementen (1"') in ingrijping kunnen worden gebracht met de openingen (8) van het naburige element, waarbij de ingrijping te vergrendelen is door grendel staven (10), welke in de gebruikstand verticaal verlopen en welke tegelijkertijd wapeningsstaven kunnen vormen.

9. Werkwijze voor het gieten van wanden en andere constructies onder gebruikmaken van de bekistingselementen zoals gedefinieerd in de voorgaande conclusies, gekenmerkt door het oprichten van een bekisting voor een wand of andere constructie door het onderling verbinden van in hoofdzaak cylindervormige, dunwandige en bij voorkeur flexibele bekistingselementen (1 -11' *1), die zijn uitgerust met openingen (4, 4', 6; 4M, 6; 8) bij tenminste twee onderling over een hoek verplaatste zijgedeelten, en de verbindingsmiddelen (2, 3; 2', 3'; 5; 8, 9, 10) van de bekistingselementen (1-1") zodanig zijn ontworpen en opgesteld, dat de bekistingselementen (1-T"‘) gedurende en na genoemde onderlinge verbinding rechtstreeks rustend tegen naburige bekistingselementen (l-l"")zijn geplaatst of zodanig, dat zij gedeeltelijk grijpen in de naburige elementen.