NL8900430A - Omroepontvanger van radio- of televisiesignalen met geheugen voor de opslag van voorkeurzenders. - Google Patents

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Omroepontvanger van radio- of televisiesignalen roet geheugen voor de opslag van voorkeurzenders.

1. ACHTERGROND VM DE UITVINDING

1.1 Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking cp een omroepontvanger van radio-of televisiesignalen, in het bijzonder een ontvanger van het type dat gemakkelijk verplaatsbaar is of in een mobiele omgeving is ingebouwd. Een dergelijke ontvanger kan bijvoorbeeld een draagbaar radio- of televisietoestel zijn of een autoradio.

1.2 Beschrijving van de stand van de techniek

Een omroepontvanger van radio- of televisiesignalen is voorzien van een afstemschakel ing waarmee de ontvanger cp een gewenste cmroepzender wordt afgestemd. Bij goedkope apparaten vindt deze afstemming plaats door middel van een draaiknop waarbij tevens een wijzer achter een frequentie-schaal wordt voortbewogen. Duurdere ontvangers zijn in het algemeen voorzien van een electronische afstemschakeling en een display waarop de ontvangen frequentie in cijfers wordt weergegeven. Tevens zijn deze ontvangers meestal voorzien van programmatoetsen waarmee rechtstreeks op een aantal voorkeurzenders kan worden afgestemd.

Het zoeken van zenders en het opslaan van voorkeurzenders onder de programmatoetsen, hier verder cpslagprocedure genoemd, kan bijvoorbeeld als volgt verlopen. Na het indrukken van een afstemtoets zoekt een bestu-ringsschakeling in de ontvanger een zender cp met voldoende signaalsterkte. De gebruiker kan de ontvangen zender vervolgens onder een geselecteerde programmatoets vastleggen, bijvoorbeeld door de betreffende programmatoets gedurende tenminste een bepaalde tijd in te drukken. Een voor de ontvangen zender karakteristieke afstemwaarde wordt tengevolge daarvan in een géheugenmedium opgeslagen. Deze handeling dient voor iedere beschikbare programmatoets herhaald te worden. Na de cpslagprocedure wordt op een zender afgestemd door de betreffende programmatoets in te drukken. De bij deze toets behorende afsterawaarde in het geheugenmedium wordt dan aan de afstaaschakeling toegevoerd.

Zo'n manuele opslagpracedure is een tijdrovende en veelal omslachtige zaak. Voor stationair cpgestelde ontvangers is dat geen onoverkomelijk probleem. Bij draagbare ontvangers daarentegen, die bijvoorbeeld meegenomen worden cp vakantie, dient de cpslagprocedure op elke 1 locatie opnieuw te worden uitgevoerd. Bet probleem manifesteert zich met name bij autoradio's waar de ontvangstcandities tijdens een rit over grotere afstand continu veranderen.

Autoradio's worden dan ook wel voorzien van een automatische cpslagprocedure zoals beschreven in referentie [1]. Na het opwekken van een zogenaamd autostore oamtando door de gebruiker doorloopt de besturings-schakeling in de ontvanger dan een automatisch cpslagprogramma waarin zonder onderbreking zenders worden gezocht en onder successievelijke prograiunatoetsen vastgelegd, tot er geen prograirmatoetsen meer beschikbaar zijn of tot er geen nieuwe zender met voldoende signaalsterkte meer gevonden wordt. Bij zo'n automatische cpslagprocedure wordt de volgorde van opslag van de voor de zenders karakteristieke afstemwaarden in het geheugenmedium, en daarmee de volgorde van voorkeurzenders onder de successievelijke programmatoetsen, geheel door de besturingsschakeling bepaald. Er vindt immers geen interactie met de gebruiker meer plaats. Zo genereert een besturingsschakeling zoals omschreven in referentie [1] een reeks afstemwaarden in toenemende frequentie en afnemende signaalsterkte. De gebruiker dient zelf te achterhalen en te onthouden welke zender onder welke prcgram-matoets is opgeslagen. Verder is het zo dat na een hernieuwde aanroep van de automatische cpslagprocedure, bijvoorbeeld cp een andere locatie, de volgorde weer verschillend zal zijn. Dit wordt in het algemeen als storend ervaren.

Eventueel kunnen ongewenste zenders nog door de gebruiker worden verwijderd. Dit is met name zinvol bij ïM-ontvangst waar de kans groot is dat een bepaald radioprogramma door meerdere ontvangbare zenders wordt uitgezonden en door het automatisch opslagprogramma onder meer dan één programnatoets wordt vastgelegd. De gebruiker stemt dan met de betreffende progranmatoets op zo'n ongewenste zender af en wekt vervolgens een zogenaamd autoreplace ocnmando op, bijvoorbeeld door de betreffende programna-toets gedurende een bepaalde tijd in te drukken. De besturingsschakeling zoekt dan de eerstvolgende nog niet vastgelegde zender op en vervangt vervolgens de afsterawaarde van de geselecteerde ongewenste zender in het geheugenmedium door de afstemwaarde van de nieuwe zender.

Verder is een autoradio bekend met twee selecteerbare geheugenbanken, een eerste voor het opslaan van manueel gevonden afstemwaarden en een tweede voor het opslaan van automatisch gevonden afstemwaarden. Zo'n combinatie is erg zinvol als men bedenkt dat het nu mogelijk is cm tijdens een lange autorit regelmatig met behulp van de automatische opslagprocedure cp eenvoudige wijze de ter plaatse ontvangbare zenders cp te zoeken en in de tweede geheugenbank op te slaan, en bij thuiskomst terug te kunnen schakelen naar de eerste geheugenbank waarin de manueel geprogrammeerde zenders in een vertrouwde volgorde zijn opgeslagen.

2- nOKTRTRTT.TNr, EM SAMENVATTING VAN DE ÜITVENDING

De uitvinding beoogt bij cmroepontvangers met electronische afstemschakeling en een voorziening voor het automatisch opslaan van zenders in een geheugen de gebruikersvriendelijkheid te verhogen.

Daartoe is de ontvanger overeenkomstig de uitvinding voorzien van middelen cm een wisselccmmando cp te wekken, en is de besturingsschakeling ingericht voor het ingevolge het optreden van zo'n wisselccmmando verwisselen van een eerste geselecteerde afstemwaarde met een tweede geselecteerde afstemwaarde in het geheugenmedium. Cp deze manier is voorzien in de mogelijkheid om twee opgeslagen zenders met elkaar te verwisselen en kunnen de door het automatisch opslagprogramma in een bepaalde volgorde opgeslagen zenders op eenvoudig bedienbare wijze in een door de gebruiker gewenste volgorde onder de successievelijke programmatoetsen worden vastgelegd. Dit zal zeer worden gewaardeerd als wordt bedacht dat het in een gewenste volgorde opslaan van zenders in bekende autoradio's alleen mogelijk is met behulp van de genoemde tijdrovende en omslachtige manuele opslagprocedure. De gebruikersvriendelijkheid neemt derhalve aanmerkelijk toe. Bovendien kunnen de manuele opslagprocedure en de daarvoor benodigde bedieningsmiddelen achterwege worden gelaten waardoor de ontvanger goedkoper kan worden uitgevoerd.

Het verwisselen van twee geselecteerde afstemwaarden in het geheugenmedium wordt bijvoorbeeld uitgevoerd indien achtereenvolgens de eerste afstemwaarde is geselecteerd, het wisselccmmando is opgetreden, en vervolgens binnen een vooraf bepaalde tijd na het optreden van het wisselccmmando de tweede afstemwaarde wordt geselecteerd. De gebruiker stemt dus net een progranmatoets cp een van de te verwisselen zenders af, genereert het vrisselaannando, en kiest binnen bijvoorbeeld 3 seconden de andere te verwisselen zender. Het is niet nodig om een progranmatoets gedurende enige tijd ingedrukt te houden en de besturingsschakeling hoeft geen onderscheid te maken tussen het indrukken van een toets en het loslaten ervan. Hierdoor is het mogelijk cm voor de progranmatoetsen schakelaars te gébruiken die mechanisch worden vastgehouden in ingedrukte toestand. De gebruiker kan dan aan de stand van de schakelaars zien op welke zender hij heeft afgestemd. Een displayvoorziening daarvoor is nu overbodig hetgeen verder kostenbesparend is.

In een voorkeursuitvoering van de ontvanger wordt het wissel-ccnmando opgewekt door een reeds bestaande en noodzakelijke toets in te drukken en ingedrukt te houden, en deze toets na een vooraf bepaalde tijd, gemarkeerd door het optreden van een als zodanig herkenbaar auditief of visueel signaal, los te laten. Het is met name zinvol cm de bedienings-cantando's die betrekking hebben cp de cpslagprocedure, onder één toets onder te brengen. Kort indrukken van deze toets heeft geen effect cm onbedoelde acties te voorkomen. Wordt de toets langer ingedrukt dan wordt bijvoorbeeld na 2 seconden één beep gegenereerd, na 4 seconden vijf beeps, en na 6 seconden een attractief kort melodietje. Door de toets na één beep los te laten wordt bijvoorbeeld het autoreplace commando cpgewekt waarmee, zoals eerder beschreven, een ongewenste zender wordt vervangen door een nieuwe nog niet eerder cpgeslagen zender. loslaten van de toets na vijf beeps wékt bijvoorbeeld het autostore commando cp waarmee het automatische cpslagprogramma wordt gestart, loslaten van de toets na het attractieve melodietje wékt tenslotte het wisselcanmando cp.

Een zeer attractieve uitvoeringsvorm van de ontvanger volgens de uitvinding wordt verkregen door het geheugenmedium voor het opslaan van af stadwaarden te verdelen in twee selecteerbare geheugenbanken, beide voor het opslaan van automatisch gevonden afstemwaarden. De gebruiker gébruikt het automatisch cpslagprogramma alsmede de middelen voor het verwisselen van afstemwaarden in een eerste geheugenbank dan voor het cp een gewenste volgorde vastleggen van voorkeurzenders in zijn normale verblij fsarrgeving, en gebruikt het automatisch cpslagprogramma voor het snel en eenvoudig vastleggen van de sterkst ontvangbare zenders in een tweede geheugenbank tijdens lange autoritten en cp de zaken- of vakantiébestemming.

3. ‘ΡκκκκΕΝΨί Κ [1] Broadcast receiver with automatic broadcast station storage.

European Patent Application, number 0 125 717.

4. BESCHRIJVING VAN UITVDERINQ^VOQT?BEFTΠΕΜ 4.1 Rorte beschriivim van de figuren

Figuur 1 toont de algemene opbouw van een autoradio met geheugen voor de opslag van voorkeurzenders.

Figuur 2 toont een mogelijke organisatievorm van het geheugen voor opslag van voorkeurzenders.

Figuren 3 t/m 5 tonen enige diagrammen ter toelichting op de werking van de in figuur 1 weergegeven autoradio.

4.2 Algemene opbouw

Als uitvoer ingsvoorbeeld is een autoradio genoenen waarvan in figuur 1 de algemene cpbouw is weergegeven. De op een antenne 1 ontvangen zendersignalen worden toegevoerd aan een mengschakeling 2, tezamen met een in een oscillator 3 opgewekt oscillatiesignaal. Het uit mengschakeling 2 verkregen middenfrequentsignaal wordt vervolgens toegevoerd aan een demodulator 4 en aan een conversieschakeling 5. Het uitgangssignaal van demodulator 4 wordt toegevoerd aan een stereodecoder 6 die via een tweevoudige versterker 7 de ontvangen audiosignalen voor het linker en rechter geluidskanaal toevoegt aan luidsprekers 81 en 82. De autoradio is verder voorzien van een bij voorkeur als micrcprooessor uitgevoerde besturings-schakeling 9 en een daarmee verbonden cxxnmandobus 10. Op deze cscmmandcihius 10 zijn verder aangesloten de oscillator 3, de conversieschakeling 5, een géheugenmedium 11, een electro-acoustische omzetter 12, en een bedienings-veld 13. Conversieschakeling 5 is ingericht voor het detecteren van de signaalsterkte van een ontvangen zender. Deze signaalsterkte wordt omgezet in een daarvoor representief getal dat via ocmmandcbus 10 aan besturings-schakeling 9 wordt toegevoerd. De electro-acoustische omzetter 12 is ingericht voor het genereren van auditieve signalen zoals beeps en attractieve korte melodietjes. Bedieningsveld 13 is voorzien van bedienings- middelen zoals onder andere een als druktoets uitgevoerde progransneertoets 131 met cpdruk AST, eai bandselectieschakelaar 132 met opdruk AF/FM, een geheugerbankselectieschakelaar 133 met opdruk I/II en een aantal, bijvoorbeeld 5, mechanisch gekoppelde prograiiinaselectieschakelaars 134 met opdruk PI t/m P5. De voor de beschrijving van de uitvinding niet-relevante elementen van de autoradio, zoals bedieningsmiddelen en -schakelingen voor het regelen van geluidsvolume, klankkleur en balans zijn uit figuur 1 weggelaten.

Het afstenmen op een zender geschiedt middels het toevoeren aan oscillator 3 van een afsterawaande die karakteristiek is voor de te ontvangen zender. Zo'n afstenwaarde bestaat bijvoorbeeld uit een getal dat een maat is voor de te ontvangen zenderfrequentie. Van een aantal zenders warden de voor deze zenders karakteristieke afstemwaarden opgeslagen in registers van het geheugenmedium 11. Figuur 2 toont hiervan een voorbeeld waarbij het geheugenmedium is cpgedeeld in een geheugenbank lil voor het opslaan van afstemwaarden van zenders tijdens lange autoritten en op verre bestemmingen (geheugehbanïcschakelaar 133 in stand I) en een geheugenbank 132 voor het opslaan van afstemwaarden van zenders in het normale verblijf sgebied (geheugehbankschakelaar 133 in stand II). Beide geheugenbanken zijn verder verdeeld in een geheugenblok 1111 respectievelijk 1121 voor de opslag van afstemwaarden van zenders in de AM-band (bandselectie-schakelaar 132 in stand AM) si een geheugenblok 13.12 respectievelijk 1122 voor de opslag van afstemwaarden van zenders in de FM-band (bandselectie-schakelaar 132 in stand FM). Het aantal registers in een dergelijk blok van het geheugenmedium bedraagt evenveel als er programmaselectieschakelaars 134 zijn, in dit voorbeeld dus vijf.

4.3 Werking van de ontvanger

De werking van de in figuur 1 weergegeven autoradio wordt bepaald door een besturingsprogramma dat in de als microprocessor uitgevoerde besturingsschakeling 9 is vastgelegd. Voor de beschrijving wordt verondersteld dat met behulp van bandselectieschakelaar 332 en geheugenbank-schakelaar 133 een van de vier geheugenblokken is geselecteerd en dat alle operaties in geheugenmedium 11 derhalve betrekking hebben op de 5 registers binnen het geselecteerde geheugenblok. De registers in zo'n geselecteerd geheugenblok warden verder kortweg met R(l) t/m R(5) aangeduid.

Doca: een van de prograimaselectieschakelaars 134, bijvoorbeeld P2, in te drukten wordt cp verder bekende wijze de afstemwaarde in het overeenkomstige register, in dit voorbeeld dus R(2), door besturings-schakeling 9 gelezen en via commandobus 10 aan oscillator 3 toegevoerd. De autoradio wordt daardoor op de geselecteerde frequentie af gestemd.

Figuur 3 geeft een door de besturingsschakeling uitgevoerd cpslagprogramma weer ingevolge het indrukten en weer loslaten van programmeertoets 131. Na het indrukken wordt een variabele t in stap 14 nul gemaakt. Vervolgens onderzoekt het besturingsprogramma in stap 150 of de programmeertoets nog steeds is ingedrukt. Indien dat het geval is, wordt in stap 160 de variabele t met 1 verhoogd, waarna in stap 170 nagegaan wordt of t dan nog kleiner is dan een bepaalde drempelwaarde T. Is dat het geval dan teert het besturingsprogramma terug naar stap 150 om na te gaan of de programmeertoets nog steeds is ingedrukt. De drempelwaarde T wordt hierbij zodanig gekozen dat de lus, bestaande uit de successievelijke stappen 150, 160 en 170, pas na een vooraf bepaalde tijd, bijvoorbeeld 2 seconden, wordt verlaten teneinde het cpslagprogramma te vervolgen. Indien de programmeer-toets binnen deze tijd wordt losgelaten, wordt het cpslagprogramma via stap 150 zonder verdere operaties beëindigd.

Nadat de programmeertoets tenminste 2 seconden is ingedrukt gehouden wordt stap 180 uitgevoerd. Deze stap omvat het op békende wijze aansturen van de electro-acoustische omzetter 12 waarmee een eerste herkenbaar auditief signaal, bijvoorbeeld één beep, wordt opgewekt. Op dezelfde wijze zoals zojuist csnschreven wordt vervolgens in een lus, nu bestaande uit stappen 151, 161 en 171, nagegaan of de programmeertoets is losgelaten voordat de variabele t een drempelwaarde 2T heeft bereikt. Indien dat het geval is gaat de besturingsschakeling over tot de uitvoer van een autoreplace programma 19 voor het vervangen van een ongewenste zender. Dit autoreplace programma omvat het op bekende wijze opzoeken van een nog niet opgeslagen zender en het opslaan van de afstemwaarde van die zender in het met de ingedrukte programmaselectieschakelaar overeenkomstige gëheugenregister.

Het autoreplace programma wordt niet uitgevoerd indien programmeertoets 131 ook na 4 seconden nog is ingedrukt. In dat geval wordt stap 181 uitgevoerd waarin een tweede auditief signaal, nu bijvoorbeeld bestaande uit vijf beeps, wordt opgewekt. Vervolgens wordt weer op reeds cmschreven wijze in een lus, nu bestaande uit stappen 152, 162 en 172, nagegaan of de programmeertoets is losgelaten voordat variabele t de drempelwaarde 3T heeft bereikt. Is dat het geval dan gaat de besturings- schakeling over tot uitvoering van een autostore programma 20. Tijdens dit autostore programra worden de registers R(l) t/m R(5) in het geselecteerde geheugenblok van geheugenmedium 11 cp autcncrae wijze gevuld met de afstem-waarden van de sterkst ontvangbare zenders in de geslecteerde M- of IM-band. Daartoe worden door de besturingsschakeling in grootte toenemende af stempaarden in de geselecteerde band aan oscillator 3 toegevoerd. Tijdens dit afstemmen wordt de in cxawersieschakeling 5 gedetecteerde signaalsterkte vergeleken met een dresipelwaarde en bij voldoende signaalsterkte wordt de cp dat moment aan oscillator 3 toegevoerde afstemwaarde in successievelijke registers cpgeslagen. Deze stelpen worden herhaald totdat alle beschikbare geheugenregisters in de geselecteerde band bezet zijn. Is de gehele band doorlopen en zijn daarbij nog niet alle geheugenregisters bezet, dan wordt dezelfde procedure nogmaals herhaald doch met een lagere drempelwaarde zodat ook zenders met kleinere signaalsterkte worden cpgeslagen.

Autostore programma 20 wordt niet uitgevoerd indien de program-meertoets ook na 6 seconden nog is ingedrukt. Nu wordt stap 182 uitgevoerd waarin een derde auditief signaal, nu bijvoorbeeld een kort attractief melodietje, wordt opgewekt. Het cpslagprogramma wacht nu verder in stap 153 cp het loslaten van de prograrrmeertoets en voert bij het optreden daarvan een wisselprogramna 21 uit.

Het wisselprogramna 21 is verder weergegeven in figuur 4. In stap 211 wordt bepaald welke programnaselectieschakelaar Pi van de programma-selectieschakelaars PI t/m P5 ingedrukt was bij het loslaten van de programneertoets waarna in een stap 212 een variabele t nul wordt gemaakt. In een stap 213 wordt vervolgens nagegaan of er daarna een andere program-maselectieschakelaar dan Pi is ingedrukt. Indien dat het geval is wordt in stap 214 bepaald welke programnasel ectieschakelaar Pj dat is en vervolgens worden in een stap 215 de af stempaarden in geheugenregisters R(i) en R(j) met elkaar verwisseld. Zolang geen andere programmaselectiescfaakelaar dan Pi is ingedrukt doorloopt het wisselprogramna cp reeds eerder beschreven wijze een lus, bestaande uit stap 213, een stap 216 voor het verhogen van de variable t, en een stap 217 voor het vergelijken van t met een drempelwaarde T'. Het wisselprogramna wordt cp deze manier zonder wijzigingen in het geheugenmedium verlaten indien niet binnen bijvoorbeeld 3 seconden een van de programanaselectieschakelaars is ongedrukt.

In figuur 5 is bij wijze van voorbeeld weergegeven hoe door het uitvoeren van wisselprogramna 21 de in geheugenblok 1122 voor IM-zenders in geheugenbank II opgeslagen afstemwaarden in een gewenste volgorde worden geplaatst. Figuur 5A geeft de verkregen volgorde weer van de zenders A t/m E na uitvoeren van autostore programma 20 en eventueel autoreplace programma 19. Figuur 5B geeft de volgorde weer nadat achtereenvolgens P3 is ingedrukt, het wisselccmmando is opgetreden, en P5 is ingedrukt. Figuur 5C geeft de volgorde weer nadat op dezelfde manier P4 en P5 zijn gewisseld.

Claims (3)

1. 2. Cteroepcntvanger van radio- of televisiesignalen volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het genoemde verwisselen van een eerste geselecteerde afstemwaarde met een tweede geselecteerde afstemwaarde in het geheugenmedium wordt uitgevoerd indien achtereenvolgens de eerste afstemwaarde is geselecteerd, het wisselccnmando is opgetreden, en vervolgens binnen een vooraf bepaalde tijd na het cptreden van het wisselccnmando de tweede afstemwaarde is geselecteerd.
2. 3. Qnroepontvanger van radio- of televisiesignalen volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het genoemde wisselccnmando wordt gegenereerd door een reeds bestaande en noodzakelijke toets in te drukken en ingedrukt te houden, en deze toets na het verstrijken van een vooraf bepaalde tijd, gemarkeerd door het cptreden van een als zodanig herkenbaar auditief of visueel signaal, los te laten.
3. 4. Onroepcntvanger van radio- of televisiesignalen volgens conclusie 1, 2 of 3 waarin het geheugenmedium is verdeeld in tenminste twee selec-teerbare geheugenbanken, elk voor het cpslaan van tenminste twee afstem- waaiden, met het kenmerk dat het genoemde verwisselen van twee afstemwaar-den ingevolge een wisselccmmando wordt uitgevoerd in een geselecteerde geheugenbank.