NL8703066A

NL8703066A - Vasthoudinrichting in een onderdeel uit kunststof.

Info

Publication number: NL8703066A
Application number: NL8703066A
Authority: NL
Original assignee: United Carr Gmbh Trw
Priority date: 1986-12-23
Filing date: 1987-12-18
Publication date: 1988-07-18
Also published as: FR2608723A1; DE3644334A1; SE8704957D0; DE3644334C2; GB2200399A; GB8728218D0; FR2608723B1; US4859129A; SE465136B; GB2200399B; SE8704957L

Description

NL 34.677-Vo/bs »

Vasthoudinrichting in een onderdeel uit kunststof

De uitvinding heeft betrekking op een vasthoudinrichting in een onderdeel uit kunststof met een inwendige ruimte voor het opnemen van een profielbout, in het bijzonder een zaagtandbout, waarbij de inwendige ruimte in lengterich-5 ting van de bout lopende, over de omvang verdeelde geleidings-ribben bezit.

Als stand van de techniek is reeds een dergelijk onderdeel bekend, waarbij de geleidingsribben zich over een groot gedeelte van de inwendige ruimte uitstrekken en in staat 10 zijn zich in het profiel van de bout, in het bijzonder een zaagtandbout, dienovereenkomstig in te bedden en het onderdeel hierdoor op de zaagtandbout vast te houden (DE-C-3002031).

Tot de stand der techniek behoort het tevens, om over de gehele lengte van een onderdeel achter de geleidings-15 ribben tussenruimten toe te passen, ten einde een bepaalde verende werking bij het vasthouden van het onderdeel op een bout te bewerkstelligen (DE-A-1625332).

Verder is het bekend, om bij een onderdeel uit kunststof in de inwendige ruimte een soort van schaal toe te passen, 20 die via zijdelingse ribben op de wand van de inwendige ruimte is bevestigd en hierdoor een bepaalde verende werking op een profielbout uitoefent (DE-A-3143775, DE-C-3406934).

Voor het vasthouden van een onderdeel uit kunststof op een profielbout behoort het tevens tot de stand der tech-25 niek, om tegenover elkaar gelegen, zich ongeveer in de lengterichting van de inwendige ruimte uitstrekkende verende vingers toe te passen (DE-U-8303422) of over de omvang verdeelde gewelfde verende vingers aan te brengen (DE-3330263).

Al deze bekende uitvoeringsvormen hebben gemeenschap-30 pelijk, dat slechts een relatief geringe vasthoudwerking van het onderdeel uit kunststof op de profielbout, bijvoorbeeld een zaagtandbout, wordt verkregen. De onderdelen, die op hun beurt voor het vasthouden van andere elementen dienen, worden echter veelvuldig blootgesteld aan grote wisselende belastin-35 gen, bijvoorbeeld bij een motorvoertuig aanschokken bij slechte wegomstandigheden, zodat het gevaar van een onbedoeld losraken bestaat.

P 7 C · : .

Λ -2- i

Derhalve beoogt de onderhavige uitvinding een vast-houdinrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig verder te ontwikkelen, dat bij een eenvoudige opbouw een aanzienlijke verbetering van de vasthoudwerking wordt verkregen, 5 waarbij de losmaakkracht niet langer van de tolerantie van de profielbout, bijvoorbeeld van de zaagtandbout, afhankelijk dient te zijn.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat in de bout-inschuifrichting (A) voor de geleidingsribben 10 een geprofileerde geleidingszone met verende elementen is aangebracht. Hierdoor ontstaat het voordeel, dat bij het op de profielbout schuiven van het onderdeel dit onderdeel in de geleidingszone wordt gecentreerd, waarna de, bijvoorbeeld over de diameter verdeelde verende elementen bij het verder in-15 schuiven werkzaam worden. De verende elementen zijn bijvoorbeeld op een gemeenschappelijk vlak aangebracht, waarbij een ingrijpmogelijkheid zich telkens ter plaatse van de inzet van de zaagtandbout-schroefdraad bevindt. In het verdere verloop van de inwendige ruimte van het onderdeel zijn de geleidings-20 ribben aangebracht, ten einde een centrering van het onderdeel op de profielbout te garanderen. Deze geleidingsribben kunnen over de diameter van de binnenwand ten minste drie keer over de omvang zijn geplaatst. Hierdoor wordt aan het onderdeel een extra geleiding in het bovenste gebied verschaft.

25 De verende elementen zijn volgens de uitvinding op schaaldelen aangebracht, die in totaliteit een gegolfde schaal vormen. Hierdoor is het mogelijk dat de geleidingszone de toleranties van de zaagtandbouten kan opnemen en de wegneem-krachten niet meer afhankelijk zijn van de tolerantie. Tussen 30 de schaaldelen en de binnenwand is een tussenruimte aanwezig; deze tussenruimten garanderen een spanwerking van de verende elementen en een precies arreteren in de vertanding van de respectievelijke zaagtandbout.

Voordelige uitvoeringsvormen blijken uit de onder-35 conclusies.

De uitvinding wordt hierna aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

Fig. 1 toont een aanzicht van een vasthoudinrichting in een onderdeel uit kunststof in opengewerkte stand; ξ 7 Γ ' · " o f' ··»>ƒ / V, ^ \ -3- * <· ï

Fig. 2 toont een doorsnede volgens de lijn II-II in f ig. 1;

Fig. 3 toont een doorsnede volgens de lijn Ill-iil in fig. 1, en 5 Fig. 4 toont een aanzicht van een onderdeel uit kunststof, waarin een vasthoudinrichting volgens de uitvinding is toegepast.

Uit fig. 4 blijkt, dat een onderdeel 22 uit kunststof bijvoorbeeld twee opneemgebieden 23 en 24 voor buislei-10 dingen bezit. Tussen deze beide opneemgebieden 23 en 24 bevindt zich de vasthoudinrichting 10 volgens de uitvinding.

Deze vasthoudinrichting 10 is in de figuren 1 tot 3 nader toegelicht. Uitgangspunt vormt een cilindrische inwendige ruimte 11, waarin in de buurt van de wand 21 in de lengte-15 richting van een niet nader weergegeven bout lopende, over de omvang verdeelde, wigvormig uitgevoerde geleidingsribben 3 zijn aangebracht. In de boutinschuifrichting A is voor de geleidingsribben 3 een geprofileerde geleidingszone 1 met verende elementen 2 geplaatst.

20 Zoals blijkt uit fig. 1 is de geleidingszone 1 uit gevoerd als over de omvang van de inwendige ruimte 11 golvende schalen 12 met afzonderlijke schaaldelen 13, 14, 15, 16, 17 en 18. Deze gegolfde schaaldelen 13 tot 18 zijn tussen de afzonderlijke geleidingsribben 3 geplaatst en sluiten op deze 25 aan.

Als voorbeeld is in de fig. 1 weergegeven, op welke wijze het golfvormige schaaldeel 13 op de zijwanden 19 en 20 van de aangrenzende geleidingsribben 3 is bevestigd.

De schaaldelen 13 tot 18 bestaan telkens uit een 30 ribbe 8, waarbij tussen de ribbe 8 en de wand 21 van de inwendige ruimte 11 een tussenruimte 5 is toegepast.

In plaats van de open vorm met doorlopende tussenruimte 5 bestaat tevens de niet weergegeven mogelijkheid om de tussenruimte in het onderste gebied af te sluiten.

35 Uit de figuren 2 en 3 blijkt, dat de verende elemen ten 2 boven de golfvormige schaaldelen 13 tot 18 zijn geplaatst. Deze verende elementen zijn uitgevoerd als inwendig naar het centrum van de inwendige ruimte 11 hellende verende vingers.

P 7 A r r r r -4- « ft

Uit fig. 2 en 3 blijkt, dat onder de geleidingszone 1 een kegelstompvormig uitgevoerd inschuifgebied 7 is aangebracht. Wanneer nu het bijvoorbeeld in fig. 4 weergegeven onderdeel 22 op een niet nader weergegeven profielbout, bij-5 voorbeeld een zaagtandbout, wordt gedrukt in de inschuifrichting A, wordt aanvankelijk de montage door het kegelstompvormig gevormde inschuifgebied 7 vereenvoudig en vindt een centrering plaats. Een verdere centrering ontstaat door de geleidingszone 1 met de golfvormige schaaldelen 13 tot 18, waarbij 10 de toppen van de respectievelijke golven tussen de afzonderlijke geleidingsribben 3 zijn gelegen.

Tijdens de voortgang van het op de profielbout schuiven van het onderdeel 22 komen de verende vingers 2 in aan-grijping met de profielen van de bout en glijden hierlangs, 15 totdat tenslotte de voorste gebieden van de geleidingsribben 3 samenwerken met de profielen van de profielbout en deze in de eindstand van de montage perfekt met het onderdeel 22 verbinden. In de eindstand zijn de voorste gebieden van de geleidingsribben 3 alsmede de voorste gebieden van de verende 20 vingers 2 in de corresponderende profielgebieden van de zaagtandbout gelegen en garanderen een perfekt en betrouwbaar vasthouden, hetgeen ook bij heftige schokken gehandhaafd blijft.

Door de bijzondere vormgeving van de geleidingszone 25 1 bestaat de mogelijkheid om diametertoleranties van zaagtand-bouten te kunnen opnemen, waarbij de wegneemkrachten niet meer afhankelijk zijn van de respectievelijke tolerantie. De tussenruimten 5 garanderen dat de verende vingers 2 onder spanning staan en precies in de overeenkomstige profielvorm van de 30 zaagtandbout arreteren.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.

p y f"· ï t f-

Claims

1. Vasthoudinrichting in een onderdeel uit kunststof met een inwendige ruimte voor het opnemen van een profielbout, in het bijzonder een zaagtandbout, waarbij de inwendige ruimte in lengterichting van de bout lopende, over de omvang ver- 5 deelde geleidingsribben bezit, met het kenmerk, dat in de bout-inschuifrichting (A) vöör de geleidingsribben (3) een geprofileerde geleidingszone (1) met verende elementen (2) is aangebracht.

2. Vasthoudinrichting volgens conclusie 1, m e t 10het kenmerk, dat de geleidingszone (1) is uitgevoerd als over de omvang van de inwendige ruimte (11) golvende schalen (12) met afzonderlijke schaaldelen (13 tot 18).

3. Vasthoudinrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de gegolfde schaaldelen (13 tot 18) 15 tussen de afzonderlijke geleidingsribben (3) zijn geplaatst en hierop aansluiten.

4. Vasthoudinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de verende elementen (2) boven de gegolfde schaaldelen (13 tot 18) zijn geplaatst.

5. Vasthoudinrichting volgens conclusie 4, me t het kenmerk, dat de verende elementen (2) zijn uitgevoerd als inwendig naar het centrum van de inwendige ruimte. (11) hellende vingers.

6. Vasthoudinrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de schaaldelen (13 tot 18) telkens uit een op een afstand van de wand (21) van de inwendige ruimte (11) lopende, op de zijwanden (19, 20) van de aangrenzende geleidingsribben (30) aansluitende ribben (8) zijn gevormd, waarop in het bovenste gebied telkens de 30 verende vinger (2) is geplaatst.

7. Vasthoudinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder de geleidingszone (1) een kegelstompvormig gevormd inschuifgebied (7) is voorzien.

8. Vasthoudinrichting volgens een der voorgaande conclusies, mét het kenmerk, dat de inwendige ruimte (11) een in lengterichting cilindrisch verlopende wand r > , r‘ f_ -6- * (21) bezit, op welke de wigvormig uitgevoerde geleidingsribben (3) zijn geplaatst, waarbij in het onderste gebied de gelei-dingszone (1) en het inschuifgebied (7) aansluiten. l - i \ ·./ L V ν'