NL8701162A - Beglazing zonder omlijsting. - Google Patents

Description

* HO 34500 1

Beglazing zonder omlijsting.

De uitvinding heeft betrekking op een beglazing zonder omlijsting (structural glazing) met op gevelprofiel en aangebrachte en ten opzichte 5 daarvan afgedichte isolatiebeglazingen, waarbij het eigen gewicht van de beglazingen opgenomen wordt door steunprofielen.

Bij de onder de vakterm "structural glazing" bekende bouwsoort is een beglazing zonder omlijsting aan twee of vier zijden bevestigd aan gevel profiel en, zoals gevelstijlen en gevelbalken. De beglazing bestaat 10 uit een ruit of een isolatiebeglazing uit twee of meerdere ruiten en wordt direkt op de gevelelementen aangebracht en afgedicht, waarbij het afdichten niet slechts een afdichtende functie heeft, doch ook een statische functie, zoals bijvoorbeeld het overdragen van windbelastingen (winddruk of windzuiging), en gedeeltelijk ook het eigen gewicht van de 15 beglazing draagt. De afdichting geschiedt in het bijzonder met een siliconenrubber met een component resp. twee componenten.

Voor het opnemen van het eigen gewicht van grote glasoppervlakken of van zware isolatiebeglazingen worden aan de onderkant van de beglazing steunprofielen bijvoorbeeld aan een gevelbalk verankerd, en wel 20 met een breedte van ongeveer 10 cm en op een afstand van 10 cm van de verticale randen van de beglazing. De bekende steunprofielen bestaan uit metaal, waardoor koudebruggen worden gevormd die de isolerende werking van de beglazing en de gevelelementen nadelig befvloeden.

Het doel van de uitvinding is een beglazing zonder omlijsting zo-25 danig uit te voeren, dat dergelijke koudebruggen worden vermeden. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat tussen de gevelprofielen en de steunprofielen een thermische scheiding is voorzien. De steunprofielen bestaan in het bijzonder uit warmte-isolerende en slecht warmte-geleidende kunststof met hoge sterkte. Door het aanbrengen van 30 dusdanig uitgevoerde steunprofielen wordt het warmtetransport van de inwendige ruimte naar de gevelconstructie en derhalve naar de buitenlucht en omgekeerd belemmerd. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de steunprofielen L-vormig uitgevoerd en met een verticale poot in ondersneden gedeelten op de dwarsprofielen gehangen. Op de steunprofielen 35 zijn draagblokken aangebracht, zodat de beglazingen in verband met het vermijden van gedwongen vervormingen op twee punten zijn gelagerd.

De steunprofielen bestaan bij voorkeur uit polyamide of polyester en zijn met glasvezels versterkt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de steunpro-40 fielen uit ten minste twee met een langsrand in sleuven aan de gevel- 87 0 1 13 2 2 profielen verankerde kunststof!ijsten en de andere langsranden van de kunststof!ijsten zijn in een kunststof of metaal profiel verankerd. Op deze manier wordt, een warmte isolerend samengesteld profiel gevormd waarvan de gevel profiel en een onderdeel vormen.

5 De steunprofielen zijn bij voorkeur rondlopend aan de rand van de beglazing aangebracht en op de hoeken met elkaar verbonden. Daardoor wordt een van buiten af onzichtbare steunomlijsting voor de beglazing verkregen, die ten gevolge van de verbinding op de hoekgebieden de noodzakelijke stijfheid bezit.

10 Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding is aan de buitenzijde van het metalen profiel een ribbe aangebracht, die voor het ondersteunen van de buitenste ruit van een getrapt verlopende beglazing dient. De kunststoflijsten bestaan eveneens bij voorkeur uit met glasvezel versterkt polyamide of polyester.

15 Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden in het nuvolgende aan de hand van de tekening verder toegelicht.

Fig. 1 toont een verticale doorsnede door een gebied van een iso-latiebeglazing zonder omlijsting met een eerste uitvoeringsvorm van een steunprofiel.

20 Fig. 2 toont een verticale doorsnede door een gebied van een iso-latiebeglazing zonder omlijsting met een tweede uitvoeringsvorm van een steunprofiel.

Fig. 3 toont een eerste uitvoeringsvorm van een getrapte beglazing in verticale doorsnede.

25 Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een getrapte beglazing in verticale doorsnede.

Fig. 5 toont een verdere uitvoeringsvorm van een getrapte beglazing in verticale doorsnede.

Fig. 6 toont een uitvoeringsvorm die overeenkomt met die volgens 30 fig. 1.

Figuur 1 toont een dwarsbalk 50 van een gevel constructie, waaraan isolatiebeglazingen 52 en 54 zonder omlijsting zijn verbonden. Tussen de dwarsbalk 50 en de beglazing 52 resp. 54 zijn afstandprofielen 56 resp. 58 van siliconen aangebracht. Aan de buitenzijden van de afstand-35 profielen worden de isolatiebeglazingen 52 resp. 54 door middel van dragende verzegelingen 60 resp. 62 vastgehouden aan de gevelelementen. De ruiten 64 en 66 van de beglazing 52 worden door een afstandhouder 68 van kunstof of metaal op een afstand gehouden. De ruit 66 is door een dragende verzegeling 70 aan de ruit 64 bevestigd. De beglazing 54 is 40 overeenkomstig de beglazing 52 uitgevoerd met twee ruiten, een afstandje 7 n i - o M f V > » V .'a 3 houder en een dragende verzegeling.

Aan de voorzijde van de dwarsbalk 50 is een ondersneden sleuf 72 aangebracht, waarin een verticale poot 74 van een steunprofiel 76 is gehangen. Het steunprofiel 76 grijpt met een horizontale poot 78 onder 5 de beglazing 52, teneinde deze door middel van draagblokken 80 te ondersteunen. Tussen de onderzijde van de poot 78 en de bovenzijde van de beglazing 54 is een tussenstuk 82 van bijvoorbeeld PE-schuim aangebracht. De ruimte tussen de afstandprofielen 56 en 58 alsmede de draagblokken 80 en het tussenstuk 82 is door middel van vullingen 84 resp.

10 86 opgevuld. Het steunprofiel 56 bestaat bij voorkeur uit een met glasvezel versterkte polyamide of polyester. In een vlak met de voorzijden van de beglazingen 52 en 54 is een weerverzegeling 84 aangebracht, die de steunprofielen 76, de draagblokken 80 alsmede het tussenstuk 82 afdekt. De steunprofielen 76 zijn zoals bij de uitvoeringsvorm volgens de 15 figuur 1 ongeveer 10 cm lang en op een afstand van ongeveer 10 on van de verticale randen van de beglazingen 52 resp. 54 aangebracht.

Figuur 2 toont de bevestiging van beglazingen 140 en 142 aan een dwarsbalk 144 van een gevel constructie. Aan de voorzijde van de dwarsbalk 144 is een steunprofiel 146 bevestigd, dat uit twee warmte-isole-20 rende kunststof!ijsten 148 en 150 en een metalen lijst 152 bestaat. De kunststofl1jsten 148 en 150 zijn met verdikte langsranden 149 en 151 in ondersneden sleuven 153 resp. 155 op de dwarsbalk 144 verankerd. Aan de tegenoverliggende eveneens verdikte langsranden van de kunststoflijsten 148 en 150 is de metaallijst 152 verankerd, die daartoe aan de binnen-25 zijde ondersneden sleuven bezit. Het steunprofiel is door middel van een weerverzegeling 154 afgedekt. De bevestiging van de beglazing 140 geschiedt via een dragende verzegeling 156 en die van de beglazing 142 via een dragende verzegeling 158. De beglazing 140 bestaat uit twee glasruiten 160 en 162, die door een afstandhouder 164 van kunststof of 30 metaal op afstand van elkaar worden gehouden. De ruit 162 is via een dragende verzegeling 166 verbonden met de ruit 160. De beglazing 142 is analoog met de ruit 140 uitgevoerd. Tussen de beglazingen 140 en 142 en de dwarsbalk 144 zijn afstandprofielen 168 resp. 170 aangebracht. De beglazing 140 steunt op draagblokken 172 van kunststof, die op het 35 steunprofiel 146 liggen. Tussen de beglazing 142 en het steunprofiel 146 is een tussenstuk 174 van PE-schuim aangebracht.

Figuur 3 toont een doorsnede door een dwarsbalk 180 van een gevel-constructie, waaraan beglazingen 182 en 184 bevestigd zijn door middel van dragende verzegelingen 186 resp. 188. De beglazing 182 bestaat uit 40 twee glasruiten 190 en 192, die door een afstandhouder 194 van metaal 8 7 0 1 1 3 2 4 of kunststof en verdragende verzegeling 196 met elkaar zijn verbonden. De beglazing 182 is als een getrapte beglazing uitgevoerd, d.w.z. dat de glasruit 190 met betrekking tot de afmetingen groter is dan de ruit 192, zodat hij aan de randen over deze ruit 192 heen steekt. Aan de 5 voorzijde van de dwarsbalk 180 zijn ondersneden sleuven 198 en 200 aangebracht, waarin verdikte langsranden van warmte-isolerende kunststof-lijsten 202 en 204 zijn verankerd. De naar buiten gerichte randen van de kunststof!ijsten 202 en 204 zijn in ondersneden sleuven van een metalen lijst 206 verankerd.Het uit de kunststof!ijsten 202 en 204 alsme-10 de het metalen profiel 206 bestaande steunprofiel 218 dient ertoe om tenminste een deel van het eigen gewicht van de beglazing 182 op te nemen en verder om de ruit 190 resp. de voorste ruit van de beglazing 184 door middel van een dragende verzegeling 210 resp. 212 te bevestigen.

De ruit 192 van de beglazing 182 rust op draagblokken 214, die in het 15 gebied van de uiteinden van het steunprofiel 208 aangebracht zijn. Tussen de onderzijde van het steunprofiel 208 en de bovenkant van de binnenste ruit van de beglazing 184 en de dragende verzegelingen is een tussenstuk 216 van bij voorkeur PE-schuim aangebracht. De dragende verzegelingen 210 en 212 worden door middel van een tussenstuk 218 op af-20 stand van elkaar gehouden. De ruimte tussen de onderkant van de ruit 190 en de bovenkant van de voorste ruit van de beglazing 184 is door middel van een weerverzegeling 220 afgedicht.

De in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm komt in wezen overeen met de in figuur 3 getoonde met dat verschil dat aan de voorzijde van de 25 metalen lijst 206' van het draagprofiel 208' een ribbe 222 is aangebracht, welke ertoe dient om door middel van de draagblokken 224 het gewicht van de voorste ruit 190' op te nemen. Onder de draagribbe 222 is een tussenstuk 226 aangebracht. De ruimte tussen de ruit 190' en de voorste ruit van de beglazing 184' is door middel van een weerverzege-30 ling 220' afgedicht.

Zoals bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 worden de steunprofie-len volgens de uitvoeringsvormen van de figuren 3 en 4 bij voorkeur als gesloten omlijstingen aan de voorzijden van dwarsbalken en stijlen gevormd, teneinde de noodzakelijke stijfheid te verschaffen wanneer de 35 beglazingen op de onderste lijsten van de omlijstingen rusten. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 3 en 4 wordt een optimale bevestiging van de beglazingen aan de gevelelementen verkregen aangezien beide ruiten van de beglazing op zich via dragende verzegelingen met de gevelelementen resp. steunprofielen zijn verbonden.

40 Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm van een door een steunprofiel 230 B7 01 1 : 2 « 5 ** *.

ondersteunde isolatiebeglazing 232, die In wezen overeenkomt met de uitvoeringsvorm volgens flg. 4·. Verschillen worden gevormd door de uitvoering van de draagribbe 234, die langer is dan de draagrlbbe 222 en in hetzelfde vlak ligt als buitenzijde van de beglazing, en door de 5 uitvoering van de afstandsprofielen 236 resp. 238 tussen de binnenruit 240 van de beglazing 232 en de buitenzijde van het gevelprofiel 242 resp. tussen de buitenruit 244 van de beglazing 232 en de profiellijst 246, die door middel van isolatielijsten 248 en 250 aangesloten is aan de gevel profiel 242.

10 Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van op een gevel profiel 260 aangebrachte beglazingen 262 en 264 zonder omlijsting, waarbij de beglazing 262 via een steunprofiel 266, dat uit een slecht warmte-gelei-dende kunststof bestaat, wordt ondersteund. Steunprofiel 266 is in dwarsdoorsnede T-vormig en in een C-vormige sleuf aan de voorzijde van 15 het gevelprofiel 260 geschoven. Het voorvlak van de langspoot 268 van het steunprofiel 266 verloopt in hetzelfde vlak als het voorvlak van de beglazingen 262 en 264. Tussen het gevelprofiel 260 en de beglazingen 262 en 264 zijn aanvullend op de dragende verzegelingen 270 en 272 βίε tandprof iel en 274 en 276 aangebracht. De verdere uitvoering van de be-20 glazingen 262 en 264 alsmede hun bevestiging aan het gevelprofiel 260 en het steunprofiel 266 komt overeen met de uitvoeringsvorm van fig. 1.

8701132

Claims (8)

1. Beglazing zonder omlijsting (structural glazing) met op gevel-profielen aangebracht en ten opzichte daarvan verzegelde isolatiebegla- 5 zingen, waarbij het eigen gewicht van de beglazingen door steunprofie-len wordt opgenomen, met het kenmerk, dat tussen de gevel profiel en (50, 144, 180) en de steunprofielen (76, 146, 208, 208') een thermische scheiding is voorzien.

2. Beglazing zonder omlijsting volgens conclusie 1, met het ken- 10 merk, dat de steunprofielen uit slecht warmte-geleidende kunststof met een hoge sterkte bestaan.

3. Beglazing zonder omlijsting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steunprofielen (76) L-vormig uitgevoerd zijn en met een poot (74) in ondersneden gedeelten (72) op de dwarsdragers zijn gehan- 15 gen.

4. Beglazing zonder omlijsting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steunprofielen (146, 208, 208') uit ten minste twee met een langsrand in sleuven op gevel profiel en (144, 180) verankerde kunststof! ijsten (148, 150; 202, 204) bestaan, en dat de andere langsranden 20 van de kunststof!ijsten in een metaal- of kunststofprofiel (152, 206, 206') zijn verankerd.

5. Beglazing zonder omlijsting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de steunprofielen (146, 208, 208') rondlopend aan de rand van de beglazing (140, 182) zijn aangebracht en op de hoeken aan elkaar 25 verbonden zijn.

6. Beglazing zonder omlijsting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat aan de buitenzijde van het profiel (206') een ribbe (222) is gevormd voor het ondersteunen van de buitenste ruit (190') van een getrape beglazing (182').

7. Beglazing zonder omlijsting volgens een van de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat de steunprofielen (76, 146, 208, 208') uit polyamide of polyester bestaan.

8. Beglazing zonder omlijsting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de kunststof met glasvezel versterkt is. ++++++++++ sus "Π ·> .'1 Λ & 51¾ }>< : 1 ; 1 » / v.' i j J Xf Sm