NL8503228A - Werkwijze voor het achteraf isoleren van een bocht van een warmtegeisoleerde pijpleiding. - Google Patents
Werkwijze voor het achteraf isoleren van een bocht van een warmtegeisoleerde pijpleiding. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8503228A NL8503228A NL8503228A NL8503228A NL8503228A NL 8503228 A NL8503228 A NL 8503228A NL 8503228 A NL8503228 A NL 8503228A NL 8503228 A NL8503228 A NL 8503228A NL 8503228 A NL8503228 A NL 8503228A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pipe
- bend
- molding
- longitudinal slot
- jacket
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 20
- 238000000465 moulding Methods 0.000 claims description 45
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 claims description 31
- 229920003023 plastic Polymers 0.000 claims description 18
- 239000004033 plastic Substances 0.000 claims description 18
- 229920005830 Polyurethane Foam Polymers 0.000 claims description 10
- 239000011496 polyurethane foam Substances 0.000 claims description 10
- 239000004698 Polyethylene Substances 0.000 claims description 9
- -1 polyethylene Polymers 0.000 claims description 9
- 229920000573 polyethylene Polymers 0.000 claims description 9
- 125000006850 spacer group Chemical group 0.000 claims description 8
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 4
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims description 3
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims description 3
- 238000005485 electric heating Methods 0.000 claims description 2
- 239000006261 foam material Substances 0.000 claims description 2
- 230000007935 neutral effect Effects 0.000 claims description 2
- 229920002635 polyurethane Polymers 0.000 claims description 2
- 239000004814 polyurethane Substances 0.000 claims description 2
- 230000000284 resting effect Effects 0.000 claims description 2
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 8
- 239000000463 material Substances 0.000 description 6
- 239000006260 foam Substances 0.000 description 5
- 238000003466 welding Methods 0.000 description 4
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 1
- 230000000149 penetrating effect Effects 0.000 description 1
- 230000035515 penetration Effects 0.000 description 1
- 238000009420 retrofitting Methods 0.000 description 1
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L59/00—Thermal insulation in general
- F16L59/10—Bandages or covers for the protection of the insulation, e.g. against the influence of the environment or against mechanical damage
- F16L59/11—Rigid covers for elbows
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L59/00—Thermal insulation in general
- F16L59/14—Arrangements for the insulation of pipes or pipe systems
- F16L59/16—Arrangements specially adapted to local requirements at flanges, junctions, valves or the like
- F16L59/18—Arrangements specially adapted to local requirements at flanges, junctions, valves or the like adapted for joints
- F16L59/20—Arrangements specially adapted to local requirements at flanges, junctions, valves or the like adapted for joints for non-disconnectable joints
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Thermal Insulation (AREA)
- Lining Or Joining Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
ίΐ.0. 33105 1 '^0<
Werkwijze voor het achteraf Isoleren van een bocht van een warmte-geïsoleerde pijpleiding
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het achteraf 5 isoleren van een bocht van een warmte-geïsoleerde pijpleiding, die bestaat uit een binnenpijp, bij voorkeur van staal, die het medium geleidt, een mantelpijp van kunststof die de binnenpijp concentrisch en met een afstand omgeeft, alsmede een tussen de binnenpijp en de mantelpijp aangebrachte warmte-isolatielaag van schuimstof, bij voorkeur 10 polyurethaan, waarbij allereerst de uiteinden van de ten opzichte van de isolatielaag en de mantelpijp naar voren springende binnenpijpen van twee aan elkaar te verbinden en een hoek met elkaar makende pijplei-dinggedeelten, waartussen een pijpbocht aangebracht wordt aan elkaar vast gelast worden, over de verbindingsplaats een op de uiteinden van 15 de pijpleidingen liggende vorm gelegd wordt en de ringvormige ruimte tussen de vorm en de pijpbocht met polyurethaanschuim volgeschuimd wordt.
Uit DE-OS-2.012.558 is bekend, na het verbinden van de binnenpijpen van twee warmte-geïsoleerde pijpleidinggedeelten, die een hoek 20 met elkaar maken, twee halve schalen op de uiteinden van de mantelpijpen te leggen en deze halve schalen tegen elkaar vast te klemmen.
Door een zich in één van de halve schalen bevindende vulopening wordt een schuimvormend kunststofmengsel ingebracht, waarmee de ringvormige ruimte tussen de binnenpijpen en de door beide halve schalen gevormde 25 vorm volgeschuimd wordt. De halve schalen worden vast op de mantelpijpen geperst, zodat lekkage van schuim door de spleet tussen de vorm en de mantelpijpen vermeden wordt. De verbinding van de beide vorm-helften komt tot stand door in het scheidingsvlak verlopende en op de vormhelften aangebrachte flenzen, die aan elkaar vastgeschroefd worden.
30 Deze flenzen leiden er echter toe dat de vormhelften zeer star zijn en niet gebogen kunnen worden. Wanneer in het verloop van de pijpleiding bijvoorbeeld een richtingsverandering wenselijk is, wordt zoals hierboven beschreven gehandeld, waarbij evenwel echter halve schalen gebruikt moeten worden, die over de hoek van de richtingsverandering af-35 gebogen moeten zijn. Bij het leggen van een warmte-geïsoleerde pijpleiding kunnen echter richtingsveranderingen met een willekeurige hoek voorkomen, zodat de voor het achteraf isoleren benodigde halve schalen voor bijna elke hoek in voorraad gehouden moeten worden.
Een andere mogelijkheid om richtingsveranderingen in het verloop van 40 een pijpleiding aan te brengen bestaat daaruit, dat men in de pijplei-
y ··* O
„ · ' ' * m hm V
* >' 2 dingsstreng van tevoren geïsoleerde pijpbochten vastlast en de verbin-dingsplaatsen eveneens achteraf isoleert. Ook deze uitvoeringswerkwijze vereist, dat voor de verschillende hoeken verschillende pijpbochten in voorraad gehouden moeten worden, ofschoon het ook mogelijk is, kleine 5 hoekverschillen door narichten van de pijpbocht te vereffenen. Daarboven heeft de laatstgenoemde uitvoeringswijze nog het nadeel, dat bij een richtingsverandering van de pijpleidingsstreng twee plaatsen nodig zijn die achteraf geïsoleerd moeten worden.. Deze plaatsen die achteraf geïsoleerd moeten worden maken het voor het leggen benodigde werk niet 10 onaanzienlijk duurder en leiden er niet zelden toe, dat de isolatielaag tussen de binnenpijp en de mantelpijp tengevolge van een lek in het gebied van de achteraf aangebrachte isolatie door van buiten indringend vocht vochtig wordt. Bij het leggen van een pijpleiding moet men ernaar streven zo weinig mogelijk verbindingsplaatsen aan te brengen.
15 Beide werkwijzen hebben gemeenschappelijk, dat de nauwkeurige hoekgrootten van de afwijking van het te leggen tracé meestal pas tijdens het leggen vastgesteld worden, wat tot lange wachttijden, dubbele ritten voor de toelevering en eventueel tussentijds tot overstromingen van de sleuf, waarin de pijp gelegd wordt, en daardoor tot het vochtig 20 worden van de isolering leidt.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel de werkwijze van het aan het begin genoemde soort zodanig te verbeteren, dat de bevoorrading van vormen aanzienlijk verminderd wordt, en de tijd benodigd voor het leggen van een pijpleiding tot een minimum verminderd kan worden. Daar-25 boven moet de plaats waar het achteraf isoleren plaatsvindt duurzaam tegen het indringen van vocht beschermd zijn.
Dit doel wordt bereikt doordat een overeenkomstig met de bocht gebogen of geknikt pijpvormig vormgedeelte van kunststof met een langs-sleuf over de verbindingsplaats geschoven wordt, dat het vormgedeelte 30 zowel met de uiteinden van de mantelpijpen alsmede in het gebied van zijn langssleuf door middel van een elektrische verwarmingsband vloeistofdicht vastgelast wordt, en dat de ruimte tussen de pijpbochten en het vormgedeelte met ter plaatse gevormd polyurethaanschuim volgeschuimd wordt. De vorm voor het schuim voor het achteraf isoleren wordt 35 volgens de uitvinding dus pas na het vastlassen van de pijpbocht vervaardigd. Aangezien het vormgedeelte volgens de uitvinding uit kunst- * stof bestaat' en de kromming derhalve makkelijk aangepast kan worden aan de omstandigheden, kan de werkwijze volgens de uitvinding ook dan gebruikt worden, indien de te vervaardigen pijpbocht een andere hoek-40 grootte bezit dan het vormgedeelte. Doordat het uiteinde van het vorm- ? ;·; . ·_. .· j * * 3 gedeelte aan de buitenmantel en de langsnaad door middel van een verwarmingsband vastgelast is, wordt, ook over een langere tijd gezien, een absolute dichtheid van de sok verkregen.
Bij het uitvoeren van de uitvinding wordt op de langs snede de ver-5 warmingsband gelegd, op de verwarraingsband een strook kunststof gelegd en de langssleuf onder druk vastgelast. Door de bij het lasproces vrijkomende warmte wordt het kunststofmateriaal van het vormgedeelte vast-gelast aan de kunststofstrook. Volgens een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de langssleuf 10 met overlappende kanten uitgevoerd, wordt tussen de overlappende kanten de verwarmingsband gelegd en wordt de langssleuf onder druk vastgelast. Hierbij worden de beide overlappende kanten van de band aan elkaar vastgelast. De lasnaad in langsrichting wordt van binnen gesteund door op de pijpbocht steunende afstandhouders, bij voorkeur in de vorm van 15 een buigbare strook polyurethaanschuim, en/of door een metalen rail.
Deze ondersteuning is noodzakelijk, om de benodigde druk op de lasnaad te kunnen aanbrengen. Het is doelmatig om een schuimstofstrook te gebruiken, die V-vormige inkepingen draagt, zodat hij optimaal aangepast kan worden aan het verloop van de pijpbocht. Aan de andere kant kan men 20 ook een gebogen metalen rail gebruiken, bijvoorbeeld in de vorm van een T-profiel, waarbij in de horizontale poot van de T V-vormige inkepingen aangebracht zijn, die het buigen van het T-profiel mogelijk maken. Dit T-profiel steunt met zijn uiteinden in de isolatielaag van de te verbinden pijpleidingsuiteinden, en kan op één of meer plaatsen op de 25 pijpbocht steunen. Voor het afdichten van het vormgedeelte ten opzichte van de buitenmantel wordt, bij een vormgedeelte met een grotere binnen-diameter dan de buitendiameter van de mantelpijp, tussen de mantelpijp en de uiteinden van het vormgedeelte een verwarmingsband gelegd en worden de uiteinden van het vormgedeelte onder druk aan de mantelpijp 30 vastgelast. Het is doelmatig daarbij druk van buiten toe te passen, bijvoorbeeld door middel van een kleminrichting. Bij een vormgedeelte met dezelfde buitendiameter als de mantelpijp wordt het vormgedeelte vlak tegen het uiteinde van de mantelpijp aangelegd, om de plaats van de naad een verwarmingsband heengelegd en daarover wordt een kunststof-35 band gelegd, en de plaats van de naad wordt onder druk vastgelast.
Zoals bij het vastlassen van de langsnaad wordt ook hier de buitenste kunststofband via de verwarmingsband vastgelast aan de mantelpijp. Het is doelmatig om het vormgedeelte in het gebied van het uiteinde van de mantelpijp, dat wil zeggen, daar, waar geen schuimstof als weerstand 40 tegen de druk aanwezig is, ten opzichte van de binnenpijp door een op 4 de binnenpijp geplaatste afstandhouder te ondersteunen. Indien het vormgedeelte dezelfde buitendiameter heeft als de mantelpijp, dan kan aan de andere kant op ieder uiteinde van het vormgedeelte en op de uit'' einden van de mantelpijp telkens een verwarmingsband gelegd worden, en 5 kan over de verwarmingsbanden aan de beide kanten van de naad een kunststof band gelegd worden en kunnen de lasnaden onder druk vervaardigd worden. Door deze uitvoering kunnen ook grotere spleten tussen het vormgedeelte en het uiteinde van de mantelbuis afgedicht worden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een vormgedeelte, dat ge-10 schikt is voor het uitvoeren van de werkwijze. Dit wordt gekenmerkt doordat er een pijpstuk gevormd is, dat hetzij bochtvormig verloopt dan wel uit verscheidene onder een hoek aan elkaar gezette pijpstukken bestaat en een langssleuf bezit. Kunststofpijpen met de vorm van een pijpbocht zijn op de markt verkrijgbaar en hoeven bij gebruik voor de 15 werkwijze volgens de uitvinding slechts een langssleuf te bezitten. Er kunnen echter ook in verstek gesneden pijpgedeelten samengebouwd worden tot een pijpbocht. De langssleuf moet daarbij zo uitgevoerd worden dat hij een minimale lengte verkrijgt. Dit levert het voordeel, dat de lasnaad zeer kort is en dat de pijpbocht zijdelings over de plaats van de 20 bocht geschoven kan worden. Bij een vormstuk in de vorm van een pijp”· bocht is het echter doelmatig gebleken, de langssleuf in een neutrale lijn van het pijpstuk aan te brengen. Daardoor wordt bereikt dat de door het vervaardigen opgewekte spanningen in het bochtstuk zo ver mogelijk van de lasnaad af gehouden worden. Het vormgedeelte moet uit·' 25 hetzelfde materiaal als de verwarmingsband en de buitenmantel bestaan. Het is doelmatig om als materiaal zowel voor het vormgedeelte alsmede voor de verwarmingsband en de buitenmantel polyethyleen te gebruiken.
De uitvinding wordt aan de hand van de in de figuren 1 tot en met 5 schematisch afgeheelde uitvoeringsvoorbeelden nader verklaard.
30 In figuur 1 zijn de uiteinden van twee pijpleidingsstrengen 1 en 2 afgeheeld die een hoek met elkaar maken. De pijpleidingen 1 en 2 bestaan elk uit een binnenpijp 3, bij voorkeur van staal, een warmte-isolatielaag 4, bij voorkeur van polyurethaanschuim, alsmede een buitenmantel 5, bij voorkeur van polyethyleen. Dergelijke pijpen worden, 35 in de bouw van warmte-transportleidingen over lange afstand, kunststof-mantelpijpen genoemd. Zulke kunststofmantelpijpen worden in lengten van ongeveer 6 meter op de bouwplaats geleverd, waarbij de binnenpijpen 3 aan beiden kanten uit de isolatielaag 4 steken. De uiteinden van de binnenpijpen 3 worden aan elkaar vastgelast en op de gebruikelijke wij-40 ze, door het opleggen van een vormstuk op de buitenmantel 5 en achteraf
i'ï·-* ' , 2 O
5 volschuimen, achteraf geïsoleerd.
Tot nu toe deden zich moeilijkheden voor bij het achteraf isoleren van zogenaamde bochten. Volgens de uitvinding wordt, na het verbinden van de binnenpijpen, over de verbindingsplaats van een niet nader aan-5 gegeven metalen pijpbocht een vormgedeelte 6 van polyethyleen geschoven, wat voor dit doel een langssleuf 7 bezit. Vormgedeelte 6 kan uit aparte pijpsegmenten, zoals in figuur 1 afgeheeld, samengebouwd zijn.
Er kan echter ook een pijpbocht gebruikt worden. Na het overschuiven van het vormgedeelte 6 wordt op de langssleuf 7 een verwarmingsband 8 10 van polyethyleen gelegd, waarin een slingerende weerstandsdraad gebed is. Over de verwarmingsband 8 wordt nog een polyethyleenstrook 9 gelegd en op niet afgebeelde manier wordt door middel van een kleminrichting druk op de polyethyleenstrook 9 uitgeoefend. Als tegensteun voor de druk wordt op de binnenpijp 3 een afstandhouder 10 gelegd, die de las-15 naad van binnen ondersteunt. Eet is doelmatig om als afstandhouder 10 een strook van polyurethaanschuim te gebruiken, die V-vormige inkepingen bezit en daarmee optimaal aan het verloop van de bocht resp. de binnenpijp 3 in het verloop van de pijpbocht aangepast kan worden. Indien nu de niet nader aangeduide verwarmingsdraad in de verwarmings-20 band 8 op een spanningsbron aangesloten wordt, wordt de verwarmingsband geleidelijk verwarmd en vult onder invloed van de druk de holle ruimte in het gebied van de lasnaad, en verbindt zich met het materiaal van het vormgedeelte 6 en het materiaal van de polyethleenstrip 9.
Figuur 2 toont een doorsnede in het gebied van het vormgedeelte 6, 25 en wel voor het geval, dat de binnendiameter van vormgedeelte 6 niet groter is dan de buitendiameter van de mantelpijp 5. Figuur 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de binnendiameter van het vormstuk 6 groter is dan de buitendiameter van de mantelpijp 5. In dit geval wordt de verwarmingsband 8 tussen de elkaar overlappende kanten 11 en 12 van de 30 band van het vormgedeelte 6 gelegd. Bij het verwarmen van de verwarmingsband 8 worden de kanten 11 en 12 van de band dicht ten opzichte van druk en duurzaam aan elkaar vastgelast. De figuren 4 en 5 tonen voorbeelden, hoe het vormgedeelte 6 aan de mantelpijp 5 vastgelast wordt. Volgens figuur 4 is de binnendiameter van het vormgedeelte 6 35 groter dan de buitendiameter van de mantelpijp 5. In de ringvormige spleet wordt de verwarmingsband 8 gelegd en door middel van een kleminrichting wordt druk aangebracht.
Volgens figuur 5 heeft het vormgedeelte 6 dezelfe diameter als de mantelpijp 5. Op de plek 13 van de naad wordt de verwarmingsband 8 ge-40 legd en een extra polyethyleenstrook 14 wordt over de verwarmingsband 8 6 gelegd. Het uiteinde van het vormgedeelte 6 wordt ten opzichte van de binnenpijp 3 door een afstandhouder 15 ondersteund. Het is doelmatig ook deze afstandhouder uit te voeren als een band of een ring van polyurethaanschuim. Het kan een voordeel zijn bij deze uitvoeringsvorm, 5 om twee verwarmingsbanden te gebruiken, waarvan de ene op het uiteinde van het vormgedeelte 6 en de andere op het uiteinde van de mantelpijp 5 ligt, waarbij beide gemeenschappelijk door de kunststofband 14 omhuld worden. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt wanner de spleet tussen de uiteinden van het vormgedeelte 6 en de mantelpijp 5 10 breder is dan de verwarmingsband 8. Nadat zowel de lasnaad 7 in langs-richting alsmede de lasnaden in omtreksrichting tussen het vormgedeelte 6 en de uiteinden 5 van de mantelpijp vervaardigd zijn, wordt de ringvormige ruimte tussen de pijpbocht en vormgedeelte 6 volgeschuimd met ter plaatse gevormd polyurethaanschuim.
t \
Claims (11)
1. Werkwijze voor het achteraf isoleren van een bocht van een warmte-geïsoleerde pijpleiding, die bestaat uit een binnenpijp, bij 5 voorkeur van staal, die het medium geleidt, een mantelpijp van kunststof die de binnenpijp concentrisch en met een afstand omgeeft alsmede een tussen de binnenpijp en de mantelpijp aangebrachte warmte-isole-ringslaag van schuimstof, bij voorkeur polyurethaan, waarbij allereerst de uiteinden van de ten opzichte van de isolatielaag en de mantelpijp 10 naar buiten stekende binnenpijpen van twee met elkaar te verbinden en een hoek met elkaar makende pijpleidinggedeelten met daartussen een pijpbocht aan elkaar vastgelast worden, over de verbindingsplaats een op de uiteinden van de pijpleidingen liggende vorm gelegd wordt en de ringvormige ruimte tussen de vorm en de pijpbocht met polyurethaan-15 schuim volgeschuimd wordt, met het kenmerk dat een met de bocht overeenkomend gebogen of geknikt pijpvormig vormgedeelte van kunststof met een langssleuf over de verbindingsplaats geschoven wordt, dat het vorm-gedeelte zowel met de uiteinden van de mantelpijpen alsmede in het gebied van zijn langssleuf door middel van een elektrische verwarmings-20 band vloeistofdicht vastgelast wordt en dat de ruimte tussen de pijpbocht en het vormgedeelte ter plaatse met polyurethaanschuim volgeschuimd wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat op de langssleuf de verwarmingsband gelegd wordt, op de verwarmingsband een strook 25 van kunststof gelegd wordt en de langssleuf onder druk vastgelast wordt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat een langssleuf uitgevoerd wordt met overlappende kanten, dat tussen de overlap'*· pende kanten de verwarmingsband gelegd wordt en dat de langssleuf onder 30 druk vastgelast wordt.
4. Werkwijze volgens eén of meer van de conclusies 1 tot en met 3 met het kenmerk dat de lasnaad in langsrichting van binnen ondersteund wordt door op de pijpbocht steunende afstandhouders, bij voorkeur in de vorm van een buigbare strook van polyurethanschuim, en/of door een 35 metalen rail.
5. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 4 met het kenmerk dat, bij een vormgedeelte met een grotere binnen-diameter dan de buitendiameter van de mantelpijp, tussen de mantelpijp en de uiteinden van het vormgedeelte een verwarmingswand gelegd wordt 40 en de uiteinden van het vormgedeelte aan de mantelpijp onder druk vast- ^ - * X* ··;· * ... - - * * gelast worden.
6. Werkwijze volgens één of verscheidene van de conclusies 1 tot en met 4 met het kenmerk dat bij een vormgedeelte met dezelfde buiten-diameter als de mantelpijp het vormgedeelte vlak tegen het eind van de 5 mantelpijp aangelegd wordt, dat om de plek van de naad een verwarmings-band gelegd wordt en dat daarover een kunststofband gelegd wordt en dat de plek van de naad onder druk vastgelast wordt.
7. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk dat het vormgedeelte in het gebied van het uiteinde van de mantelpijp ten opzichte 10 van de binnenpijp ondersteund wordt door een op de binnenpijp geplaatste af s tandhouder.
8. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 7 met het kenmerk dat bij een vormgedeelte met dezelfde buitendiameter als de mantelpijp het vormgedeelte vlak tegen het uiteinde van de 15 mantelpijp gelegd wordt, zowel op ieder uiteinde van het vormgedeelte alsmede op de uiteinden van de mantelpijp elk een verwarmingsband gelegd wordt, dat over de verwarmingsbanden aan weerskanten van de naad een kunststof band gelegd wordt en dat de lasnaden onder druk vervaardigd worden.
9. Vormgedeelte voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 8 met het kenmerk dat het uitgevoerd is als een pijpstuk (6), dat hetzij bochtvormig verloopt dan wel uit verscheidene met een hoek ten opzichte van elkaar geplaatste pijp-stukken bestaat, en dat het vormgedeelte een langssleuf bezit.
10. Vormgedeelte volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de langs sleuf in de neutrale lijn van het vormgedeelte (6) verloopt.
11. Vormgedeelte volgens conclusie 9 of 10 met het kenmerk dat het uit polyethyleen bestaat. 30 =============
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19843442674 DE3442674A1 (de) | 1984-11-23 | 1984-11-23 | Verfahren zum nachisolieren eines bogens einer waermeisolierten rohrleitung |
DE3442674 | 1984-11-23 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8503228A true NL8503228A (nl) | 1986-06-16 |
Family
ID=6250929
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8503228A NL8503228A (nl) | 1984-11-23 | 1985-11-22 | Werkwijze voor het achteraf isoleren van een bocht van een warmtegeisoleerde pijpleiding. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3442674A1 (nl) |
DK (1) | DK518285A (nl) |
FI (1) | FI854597L (nl) |
NL (1) | NL8503228A (nl) |
SE (1) | SE8505514L (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0420933B1 (en) * | 1988-06-22 | 1994-03-02 | Raychem Corporation | Methods and devices which make use of conductive polymers to join articles |
-
1984
- 1984-11-23 DE DE19843442674 patent/DE3442674A1/de not_active Withdrawn
-
1985
- 1985-11-11 DK DK518285A patent/DK518285A/da not_active Application Discontinuation
- 1985-11-21 FI FI854597A patent/FI854597L/fi not_active Application Discontinuation
- 1985-11-22 NL NL8503228A patent/NL8503228A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-11-22 SE SE8505514A patent/SE8505514L/ not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DK518285A (da) | 1986-05-24 |
SE8505514L (sv) | 1986-05-24 |
FI854597A0 (fi) | 1985-11-21 |
DK518285D0 (da) | 1985-11-11 |
DE3442674A1 (de) | 1986-05-28 |
SE8505514D0 (sv) | 1985-11-22 |
FI854597L (fi) | 1986-05-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1210925A (en) | Method of joining prefabricated heat insulated pipes and a welding fitting therefore | |
US11168827B2 (en) | Method of and system for coating a field joint of a pipe | |
US4718698A (en) | Apparatus and method of forming fusion welded butt joint between thermoplastic pipe sections | |
ITGE980101A1 (it) | Metodo per la protezione anticorrosiva in campo dei giunti disaldatura e/o delle zone di rivestimento danneggiate di tubazioni | |
US3877491A (en) | Insulated pipe systems | |
CN105307839B (zh) | 用于管道系统安装和维修的方法和设备 | |
FI65729B (fi) | Saett och anordning foer sammanfoerande av plastroer genom vaermefogning | |
FI82543C (fi) | Foerfarande foer skravning av isolerade ledningsroer. | |
KR100533366B1 (ko) | 열선이 매입된 합성수지관용 연결관 및 그 제조방법 | |
EP0888513B1 (en) | Method and tool for joining, repairs and maintenance of insulating line pipes | |
NL8503228A (nl) | Werkwijze voor het achteraf isoleren van een bocht van een warmtegeisoleerde pijpleiding. | |
NO175625B (nl) | ||
US4075861A (en) | Method of laying pipes or conduits in the ground and pipe arrangement produced thereby | |
NL8502927A (nl) | Werkwijze voor het achteraf isoleren van een bocht van een warmte geisoleerde pijpleiding. | |
WO2015147679A1 (ru) | Способ теплоизоляции сварных соединений предварительно изолированных труб | |
US2923650A (en) | Method of and device for heat-insulating piping for the long-distance conveyance of heating fluids | |
RU2282781C2 (ru) | Способ выполнения стыка трубопроводов в полимерной оболочке и устройство для его осуществления | |
NL8702638A (nl) | Mofverbinding voor warmte geisoleerde leidingpijpen. | |
CH664433A5 (de) | Verfahren zum nachisolieren eines bogens einer waermeisolierten rohrleitung. | |
DK171835B1 (da) | Fremgangsmåde til fremstilling af et forbindelsessted til varmeisolerede ledningsrør | |
DK164927B (da) | Muffeforbindelse til varmeisolerede ledningsroer | |
NL8300580A (nl) | Mofverbinding voor warmte-isolerende pijpleidingen. | |
CA2942813A1 (en) | Method for thermally insulating welded joints for pre-insulated pipes | |
NL8502517A (nl) | Sok in een doorgangs- resp. aftakverbinding voor warmtegeisoleerde leidingpijpen. | |
NO139370B (no) | Fremgangsmaate til retablering av isolasjonen ved skjoeting av kabler, saerlig hoeyspenningskabler |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |