NL8203207A - Werkwijze en zwaartekrachtmenger voor het in een houder mengen van stortgoed. - Google Patents

Description

- 1 -

Werkwijze en zwaartekrachtmenger voor het in een houder mengen Vein stortgoed.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met zwaartekracht in een houder mengen van stortgoed door het aftappen van deeIhoeveeIheden van verschillende stortgoedhoogten met vervolgens samenbrengen van deze deelhoeveelheden, alsmede op een zwaartekracht-5 menger met een silohouder met kegelvormige bodem en inbouwdelen voor het van verschillende hoogten onttrekken van stortgoe&eelhoeveeIheden en het vervolgens samenbrengen daarvan, in het bijzonder voor het uit-voeren van de vermelde werkwijze.

Een zwaartekrachtmenger met deze kenmerken is bekend uit 10 het Duitse "Auslegeschrift" 1.757.540. De inbouwdelen voor het onttrekken van stortgoeddeelhoeveelheden van verschillende hoogten bestaan uit een aantal, van een aantal zijdelingse openingen voorziene, verti-kale buizen, welke buizen zich uitstrekken door het onderste gedeelte van de kegelvormige bodem van de silohouder, en uitmonden in een 15 gemeenschappelijke aftapbuis. Deze oplossing is constructief omslachtig, brengt aanzienlijke statische moeilijkheden mee als gevolg van de op de buizen en de steunen daarvan inwerkende, eenzijdige belastingen, en is tenslotte ook met betrekking tot het mengresultaat niet bevredigend.

De oorzaak hiervoor is, dat de toestroming van stortgoed als gevolg 20 van de zijdelingse openingen in de buis vanaf slechts een zijcte plaats-vindt en voor wat betreft de hoeveelheid moeilijk is te zegelen. Boven-dien belemmert het via hoger liggende openingen naar binnen gestroomde en in de betreffende buis naar beraien stromende stortgoed de zijdelingse toestroming van stortgoed via de daarahder liggende openingen, 25 en kan het dit zelfs volledig tot stilstand doen komen. Als resultaat leidt dit ertoe, dat deelgebieden van het vulvolume niet deelnemen aan het mengen.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een werkwijze

BAD ORIGINAL

a 9 0 3 ? (1 7 - 2 - en een zwaartekracht-menger van de in de aanhef aangegeven soort te verschaffen, waarbij de gehele silohouderinhoud deelneemt aan het men-gen, maar de silahouder in het bijzonder in het gebied van de inbouw-delen daarvan zodanig is opgebouwd, dat de tijdens bedrijf optredende 5 statische en dynamische belastingen te overzien en constructief beheers-baar blijven.

Oeze opgave is voor wat betreft de werkwijze opgelost door de in het onderscheidende kenmerk van conclusie 1 aangegeven maatrege-len, en met betrekking tot de zwaartekrachtmenger door de in het onder-10 scheidend kenmerk van conclusie 3 aangegeven maatregelen.

Voordelige uitvoeringsvormen en verdere uitvoeringen van de zwaartekrachtmenger zijn het onderwerp van de conclusies 4-9.

De oplossing berust erop, dat elke van een bepaalde hoogte afgetapte deelhoeveelheid direct wordt versneden met de som van de 15 deelhoeveelheden van de daarboven liggende hoogten.

Een wezenlijker bestanddeel van de oplossing voor wat betreft de inrichting is de bemeting van de trechteropeningshoek op een wijze, die verzekert, dat in elke trechter de zogenoemde massastroming (in tegenstelling tot een zogenoemde kemstroming) , dat wil zeggen een 20 nagenoeg regelmatig dalen van het stortgoed over de gehele doorsnede van de trechter, wordt bereikt. Voor het vastleggen van de maximale trechteropeningshoek moeten de sterkteparameters van het stortgoed respectievelijk de te mengen stortgoederen (hoek van de inwendige wrijving, wandwrijvingshoek, cohesie) worden gemeten door middel van een 25 schuifbelastingstoestel volgens Jenike. Uit de meetwaarden kan volgens de Jenike-werkwijze die een algemeen erkende standaardwerkwijze is, de maximale trechteropeningshoek worden afgeleid, waarvoor met zekerheid nog een massastroming wordt bereikt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de 30 tekening, waarin: fig. 1 een lengtedoorsnede is van de zwaartekrachtmenger, fig. 2 een lengtedoorsnede is van een verdere uitvoering van de zwaartekrachtmenger, fig. 3 een ruimtelijk aanzicht is van de menger volgens de 35 fig. 1 en 2, en

BAD ORIGINAL

8203207 - 3 - fig. 4 een lengtedoorsnede is van een verde re ui tvoe rings-vorm van de menger.

Volgens fig. 1 is een silohouder 1 voorzien van talrijke, gelijke, in de hartlijn van de silohouder boven elkaar aangebrachte 5 trechters 2, waaxbij elke trechter bestaat uit een cilindrisch, buis-vormig gedeelte, met een aansluitend, kegelvormig gedeelte. Elk dezer trechters mondt uit ter hoogte van de bovenrand van de daaropvolgend dieper liggende trechter. Zodoende geeft elke trechter de inhoud daar-van over aan de volgende dieper naar beneden liggende trechter onder 10 een gelijktijdige zijdelingse toevoer van meer stortgoed. Wezenlijk is, dat in elke trechter omstandigheden heersen voor een massastroming.

Bij de uitvoexingsvorm volgens fig. 2 bevindt de onderste trechter 5 zich buiten de silohouder, aangezien deze aansluit op de kegelvormige bodemuitlaat daarvan.

15 Fig. 3 vertoont een doelmatige manier van bevestiging van de trechters in de silohouder. De trechters 2 worden hiervoor geregen aan trekorganen 3, en wel door middel van aan de buitenwand van de trechters 2 evenwijdig met de hartlijnen daarvan vastgelaste buisstuk-ken. Voor het aanhouden van de vereiste af stand tussen de afzonderlijke 20 trechters dienen afstandshulzen 4. De verankering van de trekorganen in de silohouder vindt op een willekeurige geschikte wijze plaats, hetgeen voor de vakman, rekening houdende met de statische eisen, bekend is.

Bij de hiervoor beschreven zwaartekrachtmenger is het uit de uitlaat van de daarvoor gevulde silohouder onttrokken stortgoed in 25 het algemeen voldoende gehomogeniseerd. Alleen bij het vullen van de silohouder mer voor wat betreft de eigenschappen sterk schommelende ladingen en/of bij bijzonder hoge eisen aan de regelmatigheid, samen-stelling en de eigenschappen van het onttrokken stortgoed, komt het mengresultaat na een doorloop eventueel nog niet overeen met het geeiste 30 goed. Voor dit geval kan de zwaartekrachtmenger volgens fig. 4 met voor-deel worden benut. Deze bevat een aanvullende, vanaf het houderuitlaat-gebied tot boven de bovenste trechter 2 uitieikende stij^juis 6, die is bevestigd aan dakschoren 6a, en tegenover de bovenste monding waarvan zich een afbuigkegel 12 bevindt. De uitlaatopening vam de silohouder 1 35 wordt omsloten door een pot 7, die een luchtinlaatopening 8 heeft, die

BAD ORIGINAL

8203207 - 4 - via een buisleiding is verbonden met een ventilator 9. De pot 7 heeft verder een kegelvormige bodem met een uitlaatopening 10, die door een geschikt orgaan, bijvoorbeeld een cellenratsluis 11 kan worden afgeslo-ten. In deze uitvoeringsvorm kan de zwaartekrachtmenger, indien nodig, 5 ook werken als circulatiemenger. Hiervoor wordt de reeds een aantal malen versneden deelhoeveelheidstroom bij de uitlaat van de silbhouder 1 door perslucht in de stijgbuis 6 terug naar boven getransporteerd, terwijl het afsluitorgaan 11 gesloten blijft. De transportlucht kan door een in het dak van de silo voorziene uitlaatopening 13 ontwijken. 10 Verder zijn eveneens de trechters 2 via bijbehorende schoren 2a eveneens bevestigd aan de stijgbuis 6, zodat afzonderlijke trekorga-nen vervallen.

BAD ORIGINAL

8203207

Claims (11)

1. Werkwijze voor het met zwaartekracht mengen van stortgoed in een houder door het van verschillende stortgoedhoogten onttrekken van deelhoeveelheden en het vervolgens samenbrengen van deze deelhoe-5 veelheden, met het kenmerk, dat de deelhoeveelheden worden oittrokken a an ten qpzichte van de hartlijn van de houder syeetrische, ringvormige gebieden, waaxbij elke onttrekken deelhoeveelheid met de uit de daarop volgend lagere hoogte onttrekken deelhoeveelheid op die hoogte wordt samengebracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat alle samengebrachte deelhoeveelheden althans nog eenmaal door het in het bovenste deel van de houder brengen daarvan, worden gecirculeerd.

3. Zwaartekrachtmenger met een silohouder met kegelvormige bodem en inbouwdelen voor het van verschillende hoogten onttrekken van 15 stortgoeddeelhoeveelheden, en het vervolgens weer ^samenbrengen daarvan, in het bijzonder voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk# dat de inbouwdelen bestaan uit volgens de hartlijn van de silohouder (1) boven elkaar aangebrachte, onderling gelijke trechters {2) , waarbij de inloopdoorsnede van elke trechter 20 nagenoeg op dezeIfde hoogte ligt als de uitloqpdoorsnede van de volgende hogere trechter, en de trechteropeningshoek kleiner is dan of gelijk aan de hoek, waarvoor de massastroming van het betreffende stortgoed is gewaarborgd.

4. Menger volgens conclusie 3," met het kenmerk, dat de trechters (2) zijn geregen cp trekorgeinen (3) die evenwijdig lopen met de hartlijn van de silohouder.

5. Menger volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat afstandhouders (4) zijn aangebracht tussen de trechters (2).

6. Menger volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de trechters (2) Sen op de inloopdoorsnede daarvan aansluitend, cilindrisch gedeelte hebben.

7. Menger volgens een der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de kegelvormige bodem van de silohouder eindigt bij de inloopdoor-35 snede van de onderste trechter (5), waarvan de uitloqpdoorsnede de BAD ORIGINAL 8203207 - 6 - silouitlaat vormt.

8. Menger volgens een der conclusies 3-7, met het kenmerk, dat de trechters (2) een concentrisch ten opzichte daarvan aangebrachte stijgbuis (6) op afstand omsluiten, waarbij de uitlaat van de silo (1) 5 eindigt in een pot (7), die een persluchtinlaatopening (8) en een af-sluitbare stortgoeduitlaatopening (10) heeft.

9. Menger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de trechters (2) zijn bevestigd aan de stijgbuis (6).

10. Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving 10 beschreven en in de tekening weergegeven.

11. Zwaartekrachtmenger in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. BAD ORIGINAL 8203207