NL8200655A - Werkwijze en inrichting voor het ontkorsten van kaas. - Google Patents

Description

* i* % VO 3137

Titel: Werkwijze en inrichting voor het ontkorsten van kaas.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het ontkorsten, of schillen van uit elastisch materiaal bestaande lichamen, waarbij de korst, respectievelijk de schil door middel van fraisen of schavenwordt verwijderd.

5 De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op het ontkorsten van kaas.

De meeste kazen van het type harde of halfharde kaas, bezitten wanneer zij voor het gebruik gereed zijn een korst, die niet voor consumptie geschikt is.

10 Bij kaassoorten zoals Gouda kaas wordt tijdens het rijpen de korst regelmatig behandeld met plastic, al dan niet voorzien van een schimmelwerend middel.

Kaas die in plakken of als direct voor consumptie gerede blokjes wordt verpakt of kaas die snijklaar in de handel wordt gebracht, 15 bijvoorbeeld ter levering aan ziekenhuizen, horeca, winkelbedrijven e.d. wordt daarom vaak ontdaan van de korst.

Het is daarbij vereist dat de korstdelen volledig verwijderd worden echter met een zo gering mogelijk verlies aan eetbaar materiaal.

In sommige bedrijven wordt de kaas daarbij met de hand afgeschaafd, -20 hetgeen een eentonig en zwaar en veel arbeidstijd vragend werk met zich medebrengt. Ook wordt wel gebruik gemaakt van elektrisch aangedreven handschaven. Dit vraagtvoor het bewerken van eenzelfde hoeveelheid kaas weliswaar een aanzienlijk kortere arbeidstijd, maar ook hieraan blijft het bezwaar kleven van eentonigheid, terwijl bovendien het 25 arbeidsklimaat ongunstig wordt beïnvloed docarhet door de machine voortgebrachte geluiddrukniveau. Een groot nadeel van het met de hand bewerken is met relatief grote verlies aan eetbare kaas. Dit geldt ook zij het in wat mindere mate voor het gebruik van elektrisch aangedreven handschaven. Bij beide werkwijzen is de effectiviteit van de bewerking 30 ten aanzien van het beperken van het verlies aan kaas in sterke mate afhankelijk van de vaardigheid van de bewerker.

De nederlandse octrooiaanvrage nr. 7713110 beschrijft een 8200655 -2- * » m raachine voor het ontkersten van kaas waarbij boven een tafel twee in hoofdzaak horizontale, evenwijde flexibele assen roterend aandrijfbaar ondersteund in eindleggers zijn aangebracht, welke assen in de kaas-doorvoerrichting achter elkaar liggen en op elke as een reeks meskoppen 5 is bevestigd, waarvan de meskanten evenwijdig aan de asrichting lopen, waarbij tussen elke twee opvolgende meskoppen een om een vast punt zwenkbare, verticaal naar omlaag belaste aandrukarm door middel van een zelfinstellend leger met een einde om de as grijpt, en de meskoppen op de beide assen zodanig zijn geplaatst dat de tussenruimte tussen twee 10 meskoppen op de voorste as wordt overlapt door één meskop op de. achterste as. Het gebruik van deze machine kan weliswaar een duidelijke < * verbetering ten opzichte van het al dan niet elektrisch handschaven opleveren, maar ook met deze machine blijkt nog steeds een niet te verwaarlozen hoeveelheid kaas verloren te gaan.

15 Doel van de uitvinding is te komen tot een economisch verantwoor de werkwijze voor het verwijderen van de korst of schil van lichamen van elastisch materiaal, in het bijzonder van eetbaar elastisch materiaal. Doel van de uitvinding is in het bijzonder te komen tot een economisch verantwoorde wijze van ontkorsten van kaas, waarbij zo 20 min mogeUjk kaas verloren gaat en welke werkwijze tevens een gunstig arbeidsklimaat schept. Doel van de uitvinding is ook het. verkrijgen van een inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Gevonden werd nu, dat ontkorsten, respectievelijk schillen, van uit elastisch materiaal bestaande lichamen door 25 middel van fraisen en/of schaven op een aan het gestelde doel beantwoordende wijze kan worden uitgevoerd, wanneer deze lichamen onmiddellijk voor deze bewerking aan een samendrukking loodrecht op de bewer-kingsrichting worden onderworpen. Gebleken is namelijk, dat kaas en ander soortgelijk materiaal wanneer op deze wijze ingedrukt, ook nadat 30 de druk werd weggenomen, gedurende een relatief korte tijd de aangenomen vorm behoudt, zodat het op deze wijze mogelijk is de dikte van de af te schillen korst nauwkeurig in te stellen. Deze werkwijze is in het bijzonder geschikt voor het ontkorsten van kaas.

Een inrichting geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens 35 de uitvinding bevat middelen, welke de kaas of uit ander elastisch 8200555 * -3- materiaal bestaande lichamen dwingend voortbewegen, middelen welke op de er tussendoor gevoerde kaas of andere lichamen een druk uitoefenen loodrecht op de bewerkingsrichting, alsmede middelen zoals fraisen, schaven of messen, welke de beoogde bewerking uitvoeren.

5 Een dergelijke inrichting kan zodanig zijn geconstrueerd,dat de bewerking gelijktijdig aan twee,drie of vier vlakken van de kaas of uit ander elastisch materiaal bestaande lichamen plaatsvindt.

Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat uit een inrichting, welke bijzonder geschikt is voor het ontkorsten-van cilin-10 dervormige kazen, middelen waardoor het kaaslichaam gedwongen om de cilinderas ronddraait en middelen waardoor gelijktijdig de korst van de ronde opstaande kant wordt weggenomen.

Gevonden werd tenslotte, dat een goedwerkende inrichting voor het beoogde doel kan worden geconstrueerd wanneer deze inrichting voorzien 15 wordt van een transportmiddel, dat kan bestaan uit een geleidebaan in combinatie met een .transportinrichting, welke voorzien is van meenemers of een geleidebaan welke voorzien is van of bestaat uit transportrollen, voorzien is van middelen waardoor druk loodrecht op de bewerkingsrichting kan worden uitgeoefend, welke middelen kunnen bestaan uit invoer-20 of geleiderollen en/of drukplaten, benevens een fraisrol of een samenstel van in verschillende vlakken geplaatste fraisrollen, alsmede voorzien van op zichzelf bekende middelen voor het regelen van de doorvoer-snelheid van de kaas, voor het instellen van de druk loodrecht op de bewerkingsvlakken en voor het instellen van de fraisdiepte.

25 Bij de werkwijze volgens de uitvinding beschikt men over de vol gende stuurmogelijkheden: o instellen van de druk op de kaas o instellen van de diepte van fraisen o regelen van de doorvoersnelheid van de kaas 30 De uitvinding zal in het hiernavolgende worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 van de tekening toont een schematisch overzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, welke geschikt is voor het ontkorsten van vierkante kazen en waarin de kazen (1) dwin-35 gend worden getransporteerd door de inrichting onder gebruikmaking 8200655 ·» -4- van een combinatie van rollenstelsels (2,10) en krabberbandtranspor-teurs (3,11).

Pig. 2 toont een bovenaanzicht van het transportdeel van dezelfde uitvoeringsvorm van de inrichting.

5 Pig. 3 toont een zijaanzicht van ditzelfde transportdeel.

Pig. 4 toont een bovenaanzicht van het deel van de inrichting waarin het ontkorsten van kaas plaatsvindt aan twee zijkanten en de bovenkant. Een deel van de inrichting is hier weggelaten om de werking duidelijker te kunnen weergeven.

10 Pig. 5 toont een zijaanzicht van hetzelfde-deel van de inrichting als fig. 4 toont.

Pig. 6 toont als detailtekening het bovenaanzicht (met gedeeltelijke weglating) van het gedeelte van de inrichting waar de onderkant van de. kaas en twee andere zijkanten van de korst worden ontdaan.

15 Fig. 7 toont hetzelfde gedeelte van de inrichting weer in zij aanzicht.

Pig. 8 toont schematisch in bovenaanzicht een andere uitvoeringsvorm van de inrichting waarbij de kazen dwingend door de inrichting / worden getransporteerd over een vlakke baan met behulp van een stootin-20 richting met een vlakke duwkant.

Pig. 9 toont de uitvoeringsvorm van fig. 8 in zijaanzicht.

In de inrichting volgens de uitvinding zoals weergegeven in de fig. 1 t/m 7 vindt het ontkorsten van blokkaas in twee stappen plaats.

De kazen (1) worden door middel van het dwingend transportsysteem be-25 staande uit een rollensysteem (2) en een de kazen voortduwende band- krabbertransporteur (3) gebracht tussen twee reeksen verticaal opgestelde invoerrollen (4), welke twee aan twee een zich continu vernauwende doorgang voor de kazen vormen. Ter plaatse van .deze verticale invoer-30 rollen (4) zijn aan de bovenzijde horizontale invoerrollen (5) aangebracht, die met de bandkrabbertransporteur (3) en het rollensysteem (2) eveneens een zich continu vernauwende doorgang vormen. Aan het einde van de beide reeksen verticaal opgestelde invoerrollen (4) zijn instelbare drukplaten (6) aangebracht, welke drukplaten een uitgespaarde 35 opening bezitten, waarin verticale zijfraisrollen (7) zijn geplaatst.

Deze verticale zijfraisrollen (7) werken op een vooraf ingestelde diepte om de samengedrukte kazen en ontdoen deze van hun zijkorst.

8200655

V

-: -5-

Bij de hier weergegeven inrichting bevindt de horizontale bovenfraisrol (9) zich in de uitsparing van de daarbij behorende drukplaat (8). Deze drukplaat (8) met fraisrol (9) zijn iets voorbij de beide verticale zijfraisrollen (7) geplaatst, maar er zijn ook construc-5 ties mogeljk waarbij bovendrukplaat (8) met fraisrol (9)anöfersgeplaatst zijn ten opzichte van de zijfraisrollen (7)- Eventueel kan ter hoogte van bovendrukplaat (8) een daarmede samenwerkende drukplaat (30) onder het bovendeel van de bandkrabbertransporteur (3) zijn aangebracht.

Na het passeren van dit eerste stel fraisen (7 en 9) wordt de 10 kaas door bandkrabbertransporteur (3) op een tweede rollensysteem (10) gebracht, waarover de kazen door een tweede bandkrabbertransporteur (11) in dwarsrichting worden vervoerd en gebracht tussen de beide reeksen verticaal opgestelde invoerrollen (13) en de twee verticale drukplaten (14) met een uitgespaarde opening waarin de verticale zijfraisrollen 15 (15) zich bevinden. Tegelijkertijd worden de kazen geleid door in het rollenstelsel (10) aangebrachte horizontale invoerrollen (16) en onder-drukplaat (18) met onderfraisrol (19) welke samenwerken met een bovendrukplaat (31) welke zich bevindt tussen het benedendeel en het bovendeel van bandkrabbertransporteur (11).Beide bandstelsels (3 en 11) zijn zodanig op 20 elkaar afgesteld, dat de eerste band (3) stopt op het moment, dat de kaas (1) op het tweede steunrollensysteem (10) in de juiste positie is geplaetst en gestopt blijft totdat de kaas (1) door de tweede bandkrabbertransporteur (11) buiten bereik van de krabbers van de eerste bandkrabbertrans-teur (3) is gebracht. Een en ander wordt door middel van een op zichzelf 25 bekend regelsysteem gestuurd.

In de inrichting volgens de uitvinding zoals schematisch is weergegeven in fig. 8 en 9 wordt de kaas (1) in het kaasoplegstation gebracht op een transportsysteem bestaande uit een vaste baan (20) en een stoter (21) met een platte duwkant (22), die de kaas voor zich uit 30 duwt. De kazen komen daardoor eveneens tussen twee reeksen verticaal opgestelde invoerrollen (4) en tussen horizontaal opgestelde invoerrollen (5) en de dragende baan (20). Na de eerste fraisbewerking komt de kaas op het tweede transportsysteem, dat met het eerste transportsysteem een hoek van 90° maakt en dat bestaat uit een vaste baan (23) 35 en een stoter (24) met een platte duwkant , (25). In de tweede vaste 8200355 -6- baan (23) is een uitsparing aangebracht waarin de onderfraisrol (19) zich bevindt. Voor het overige is de inrichting volgens de fig. 8 en 9 met betrekking tot de uitrusting met invoerrollen, drukplaten en fraisrollen geheel analoog aan de uitvoeringsvorm van de inrichting 5 volgens de fig. 1 t/m 7. Gemakkelijk karr worden ingezien, dat zowel voor de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 t/m 7 als voor die volgens de fig. 8 en 9 ook constructies moge lijk zijn, waarbij het tweede transportsysteem in het verlengde van het eerste ligt, waarbij middelen aanwezig zijn om de kazen over een hoek van 90° in het horizontale 10 vlak te laten draaien en middelen waardoor de kazen tevens over een hoek van 180® in het verticale vlak worden gedraaid, waardoor het tweede deel van de inrichting identiek aan het eerste deel kan zijn.

Ook is het mogelijk de inrichting rechtstreeks te koppelen aan een transportinrichting waarmede de volledig ontkorste kaas verder 15 wordt getransporteerd naar de snijmachines en/of de verpakkingsmachines.

In het volgende zal de uitvinding nog nader worden toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden van het uitvoeren van de bewerking.

Voorbeeld I

20 Een aantal kazen, type Gouda Kaas in blokvorm, met een gemiddeld gewicht van 15,5 kg en gemiddelde- afmetingen van 37,5 cm x 37,5 cm x.

10,5 cm, werd op verschillende manieren aan ontkorsten onderworpen.

Daarbij werden alleen de twee zijvlakken bewerkt (tweezijdig ontkorsten).

De volgende resultaten werden hierbij verkregen: 25 )____ verlies aan gewicht per 15,5 kg kaas handschaven 160 g met elektrisch aangedreven handschaaf 135 g 1 - ---- - -y 30 werkwijze volgens uitvinding 100 g

Voorbeeld II

Een partij van circa 300 kg kaas in blokvorm met een gemiddeld kaasgewicht van 15,5 kg werd bewerkt in‘een proefopstelling vaneeniirich- 35 ting werkende volgens het beginsel van de werkwijze volgens de uit- 8200655 . -7- vinding. Er werd een totaalverlies aan korst en eetbare kaas gevonden van 21,34 kg. Een gelijke partij werd van korst ontdaan met elektrisch aangedreven handschaven. Dit leverde een totaal verlies van 40,52 kg op. Met de werkwijze volgens de uitvinding wérd bij een even grote 5 partij dus een verlies verkregen dat 29,18 kg lager lag, hetgeen een besparing van rond 72% betekent.

) 8200655

Claims (5)

1. Werkwijze voor hét ontkorsten of schillen van lichamen bestaande uit elastisch materiaal, in het bijzonder kaas, waarbij de korst respectievelijk de schil door middel van fraisen en/of schaven wordt verwijderd,met het kenmerk, dat deze lichamen direct voor deze bewer- 5 king aan een samendrukking loodrecht op de bewerkingsinrichting worden onderworpen.

2. Inrichting geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze middelen bevat,welke de kaas of uit ander elastisch materiaal bestaande lichamen dwingend voortbe- 10 wegen, middelen welke op de er tussen door gevoerde kaas of andere lichamen een druk uitoefenen loodrecht op de bewerkingsrichting, terwijl tevens middelen aanwezig zijn, zoals fraisen of schaven, welke de bewerking op de samengedrukte lichamen uitvoeren.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze voor-. 15 zien is van transportmiddelen (2,3,10,11 of 20,21,23,24) voor kaas (1) lichamen van ander elastisch materiaal, welke transportmiddelen bestaan uit gëïeïdeBanen (2), (10) en.organen (3),(11), welke de kaas of lichamen van ander elastisch materiaal dwingend voeren naar middelen waardoor druk loodrecht op de bewerkingsrichting kan worden 20 uitgeoefend, welke middelen bestaan uit invoerrollen (4,5,13,16) en horizontaal en/of verticaal geplaatste drukplaten (6,8,14,18), welke drukplaten zijn voorzien van uitsparingen waarin fraisrollen (7,9,15,19) zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens de conclusies 2-3, met het kenmerk, dat deze 25 zodanig is uitgevoerd dat tegelijkertijd ontkorsting aan twee, drie of vier vlakken van de kaas of lichamen van ander elastisch materiaal kan plaatsvinden.

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze is uitgerust met middelen, welke de inrichting in het bijzonder geschikt 30 maken voor het ontkorsten van min of meer cilindervormige kaas, waarbij deze gedwongen om de cilinderas ronddraait, waarbij gelijktijdig de korst van de ronde opstaande kant wordt weggenomen. 8200655