NL8005076A - Bandschuurinrichting voorzien van een pneumatische bandbesturing. - Google Patents

Description

___ « ***-

Hw/Mv/vd.Lind ? -i-

Bandschuurinrichting voorzien van een pneumatische bandbesturing

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het schuren van werkstukken, voorzien van een eindloze, over twee of meer rollen geslagen schuurband, waarbij één der rollen door een motor om een as loodrecht op de 5 rolas oscillerend beweegbaar is aangedreven, welke motor is gestuurd door een pneumatisch regelsysteem voorzien van ten minste êên paar ter weerszijden van de band aangebrachte spuitmondstukken.

De werking van de pneumatische stuursy-10 sternen is zodanig dat de spuitmondstukken al of niet worden afgedekt door de rand van de schuurband, die ten gevolge van de oscillerende beweging van de ene rol heen en weer slingert. Ten gevolge van het afdekken van de spuitmondstukken zal de druk in het leidingsysteem veranderen, welke nodig is voor het 15 besturen van de motor van eenversterkingstoestel, omdat de wisselende druk bij de spuitmondstukken te laag is om de motor direkt te bedienen.

De uitvinding beoogt het pneumatisch stuursysteem zodanig te verbeteren dat een dergelijke versterkings-20 inrichting niet langer noodzakelijk is.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt doordat de spuitmondstukken van elk paar in verticale zin ten opzichte van elkaar verplaatst zijn aangebracht en een om een horizontale as scharnierbare vaan voor het hoger 25 gelegen spuitmondstuk is opgehangen.

Dankzij de toepassing van de scharnierbare vaan kan het hoger gelegen spuitmondstuk met een relatief hoge druk worden gevoedt, aangezien het lagere spuitmondstuk de vaan ten gevolge van de hefboomwerking gemakkelijk tegen het 30 hoger gelegen spuitmondstuk drukt en deze afsluit.

De hoge stuurdruk kan worden gebruikt voor willekeurige mechanische, hydraulische of andere stuursystemen voor willekeurige stelmotoren.

8005076 r * -2-

In de voorkeurs-uitvoeringsvorm echter is de stelmotor voor de oscillerende rol een luchtcylinder, en is de luchttoevoer-leiding daarvan direkt verbonden met de toevoerleiding van het bovenste spuitmondstuk, zodat de hoge druk direkt de stelcylin-5 der bestuurt. Dit vereenvoudigt het pneumatische systeem enorm.

Een dergelijk pneumatisch stuursysteem kan tevens worden gebruikt voor de beveiliging van de handloop, dat wil zeggen dat de band niet buiten een vooraf bepaalde 10 grenswaarde naar buiten loopt.

Voor een dergelijk beveiligingssysteem stelt de uitvinding voor dat de toevoerleiding van het bovenste spuitmondstuk van een ander paar in direkte verbinding staat met de voedingsleiding van een pneumatische stuurcylin-15 der voor de rem van de bandaandrijfmotor.

Een dergelijk beveiligingssysteem kan zijn uitgevoerd met een tweetal van dergelijke paren spuitmond-stukken, die elk bij een rand van de schuurband behoren.

Een eenvoudige uitvoering is door de uitvinding voorgesteld 20 door een derde vaan met één spuitmondstuk is aangebracht, welke vaan door een tuimelaar met de vaan van het andere paar spuit-mondstukken is contact staat. Hiermee wordt de gehele pneumatische besturing aan één zijde van de rand van de schuurband gebracht.

25 Hierbij verdient het de voorkeur dat de tuimelaar armen van ongelijke lengte heeft, waarbij de langste naar de derde vaan is gericht teneinde het verschil in aan-spreekdruk te compenseren.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan 30 de hand van de hieronder staande figuurbeschrijving van enkele uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een bandschuurinrichting voorzien van een pneumatisch stuursysteem voor de oscillerende beweging.

35 fig, 2 een zijaanzicht van de vaanbesturing bij de inrichting uit figuur 1.

fig. 3 en fig. 4 een boven- respectievelijk vooraanzicht van een vaanbesturing uitgevoerd met drie vanen.

8005076 «r. 4 -3- fig. 5 een schema van een pneumatisch stuur-en beveiligingssysteem voorzien van drie vanen volgens fig. 3 en fig-. 4.

De bandschuurinrichting volgens fig. 1 be-5 staat in hoofdzaak uit een gestel 1, met een in het onderste deel daarvan aangebrachte rollenbaan 2 voor het ondersteunen van het te schurenprodukt P. Boven de rollenbaan is een gedreven drukrol 3 aangebracht, welke ter weerszijden in het gestel 1 is gelagerd en is aangedreven via de haakse transmissie 4 10 door de motor 5.

Op enige afstand boven de rol is een tweede rol 6 aangebracht die in een houder 7 is gelagerd, welke houder aan een spil 8 is bevestigd. De spil staat loodrecht op de draaingsas van de rol 6, en is bovendien gelagerd in een brug-15 vormig stuk van het gestel l, zodanig dat de rol 6 een zwenk-beweging om de spil 8 kan ondergaan. Om de rol 6 en de rol 3 is een schuurband 9 geslagen, die ten gevolge van de aandrijving van de motor 5 in de richting van de pijl P 1 is aangedreven.

20 Aan ëën der zijden van de houder 7 is een scharnierstuk 10 voor een zuigerstang 11 van een cylinder 12 gekoppeld, welke cylinder 12 is ondersteund door een verticale stijl 13 van het gestel I. De cylinder 12 is gevoedt door een luchttoevoerleiding 14, welke via een ristrictie l'5meteen hiet 25 nader aangegeven drukbron 16 in verbinding staat. De cylinder 12 is enkelwerkend, dat wil zeggen dat door het aanbrengen van druk aan één zijde van de zuiger de zuigerstang naar buiten beweegt, terwijl een ingebouwde drukveer bij het ontladen van de druk de zuigerstang weer terugbeweegt. Zodoende is het 30 mogelijk het koppelstuk 10 in de richting van de pijl P 1 heen en weer te bewegen, waardoor de houder 7 in een oscillerende beweging om de spil 8 wordt gebracht, ten gevolge van welke beweging de band in de richting van de pijl P 3 heen en weer zal bewegen.

35 Volgens de uitvinding is nabij de rand van de band 9 een pneumatisch stuursysteem 17 aangebracht, dat bestaat uit een vaan 18 welke om de horizontale as XX zwenkbaar aan een beugel 19 van het gestel 1 is bevestigd.

8005076

*· -V

-4-

Twee spuitmondstukken 20 respectievelijk 21 zijn op de vaan 18 gericht, waarbij het spuitmondstuk 20 lager ligt dan mondstuk 21. Het hoger gelegen spuitmondstuk 21 wordt gevoedt door een leiding 22 welke in direkte verbinding staat met de luchttoe-5 voerleiding naar de cylinder 12 en wel na de ristrictie 15.

Het spuitmondstuk 20 is permanent gevoed door druklucht van bijvoorbeeld de drukbron 16.

De plaatsing van de vaanhesturing is zodanig dat bij het naar links bewegen van de schuurband 9 in 10 fig. 1 het spuitmondstuk 20 wordt afgeschermd waardoor de druk van de luchtstraal niet meer op de vaan 18 inwerkt.

De vaan 18 wordt in de richting van het voorpart van de band bewogen ten gevolge van de druk uit het spuitmondstuk 21, waardoor de toevoerlucht naar de cylinder 12 via het spuit-15 mondstuk 21 kan ontsnappen en de druk in het systeem na de ristrictie 15 afneemt. De zuiger zal derhalve zich in de cylinder terugtrekken. De houder 7 wordt zódanig gezwenkt dat de band dientengevolge naar rechts gaat bewegen, waardoor het spuitmondstuk 20 opnieuw wordt vrijgegeven, de luchtstraal de 20 vaan 18 raakt, en deze het bovenste spuitmondstuk 21 zal afsluiten. De druk in de leiding 22 neemt toe en derhalve in de leiding 14, waardoor de cylinder 12 wordt bekrachtigd en de zuigerstang naar buiten beweegt.

In fig. 2 is in detail getoond dat de lucht-25 straal uit het spuitmondstuk 20 tegen de onderzijde van de vaan 18 drukt, hetwelk rekening houdend met de arm 1, dat wil zeggen de afstand tussen het spuitmondstuk 20 en het draaipunt X van de vaan 18 een grote drukkracht ter hoogte van het spuitmondstuk 21 daarop kan uitoefenen. Het zal duidelijk zijn dat bij 30 een hoge druk in het spuitmondstuk 21 toch de vaan 18 afsluitbaar is tegen het spuitmondstuk 21.

Fig, 3 en 4 toont een dergelijke vaanhestu-ring uitgevoerd echter met een drietal vanen. Elke vaan 18 is weer vrij scharnierbaar om de horizontale scharnieras XX, waar-35 bij bij de twee linker vanen in fig. 3 en 4 telkens een onderste spuitmondstuk 20' voor de middelste vaan 18', 2011 voor de linker vaan I8!,en 20,,,voor de rechter vaan 181 * '. Bij de twee linker vanen 18' en 18'' behoort ook een bovenste spuit-mondstuk 21' respectievelijk 21''.

8005076 « ν λ -5-

De drievoudige vaanbesturing maakt het mogelijk niet alleen de oscillerende beweging van de schuur-band 9 te sturen maar tevens de uiterste grens van de baan te bewaken middels de buitenste vanen 18* * en 18'''.

5 ' Een en ander zal tevens worden toegelicht aan de hand van fig.· 5.

Het schema in fig. 5 toont opnieuw een drukbron die via een op zichzelf bekend hydraulisch regelsysteem 17 enerzijds de cylinder 12 van de oscillerende rol 10 6 bestuurt, en anderzijds een pneumatische cylinder 25 voor het bedienen van een rem 26 van de aandrijfmotor 5 van de schuurband. Daartoe is de zuigerstang 27 van de cylinder 25 verbonden met een stuurarm 28, welke enerzijds de blokkenrem 26 en anderzijds een schakelaar 29 voor het uitschakelen van 15 de electrische spanning van de aandrijfmotor 5.

De toevoer leiding 30 van cylinder. 25 is na de ristrictie 31 direkt doorverbonden met het spuitmondstuk 21'1 van de vaan 18,r. Deze vaan 18'' wordt normaal aangestraald door het spuitmondstuk 20'', waardoor deze het spuit-20 mondstuk 18'' afsluit, ten gevolge waarvan de druk in het systeem blijft gehandhaafd en de rem 26 buiten werking staat.

De aandrijving van de band 9 kan derhalve zonder meer plaatsvinden.

De band oscilleert telkens langs het spuit-25 mondstuk 20', waardoor de cylinder 12 als op de hierboven beschreven wijze wordt bestuurd. De band ondergaat derhalve de normale oscillerende werking. Mocht echter ede band te ver afwijken van de voorgeschreven baan dan wordt bijvoorbeeld het spuitmondstuk 20'' afgeschermd waardoor het spuitmondstuk 21'' 30 wordt Vrijgegeven, ten gevolge waarvan de druk in het systeem zakt, de rem 26 wordt bekrachtigd en de motor wordt uitgeschakeld vanwege het omstellen van de schakelaar 29.

Loopt de band 9 op de andere zijde te ver uit de baan, dan wordt het spuitmondstuk 20''' vrijgegeven 35 die dan de vaan 18''' aanstraalt, welke via een tuimelaar 32 welke draaibaar is om het punt 33 de vaan 18'* wegdrukt en derhalve het spuitmondstuk 21'' vrijgeeft. Op dezelfde wijze als hierboven beschreven zakt de druk in het systeem en wordt de aandrijving van de band uitgeschakeld.

8005076 -6-

Teneinde de luchtdruk van het spuitmondstuk 2011 te kunnen overwinnen bij het lichten van de vaan 18'' ten gevolge van het verdraaien van de tuimelaar 32, vertoont deze tuimelaar armen met ongelijke lengte, waarvan de grootste arm 5 in de richting van de vaan 18'* f wijst.

In combinatie hiermee kan tevens de afstand van de spuitmondstukken 20 ten opzichte van de horizontale as X-X van de tuimelaars tevens gewijzigd zijn teneinde een gro- · ter stuurmoment o£ de vanen te kunnen uitoefenen. Uit fig. 4 10 blijkt duidelijk dat de afstand van het spuitmondstuk 20111 tot aan de as X-X groter is dan die van het spuitmondstuk 2011.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Zo kunnen de pneumatische cylinders 12 en 25 zijn vervangen door elk ander geschikt aan-15 drijfmiddel, welk middel door het pneumatische systeem worden gestuurd.

8005076

Claims (6)

1. Inrichting voor het schuren van werkstukken, voorzien van een eindloze, over twee of meer rollen geslagen schuurband waarbij êên der rollen door een motor om een as loodrecht op de rolas oscillerend beweegbaar is aange- 5 dreven, welke motor is gestuurd door een pneumatisch systeem voorzien van teninste één paar ter weerszijden van de band aangebrachte spuitmondstukken, met het kenmerk, dat de spuitmondstukken van elk paar in verticale zin ten opzichte van elkaar verplaatst zijn aangebracht en een om een horizon- 10 tale as scharnierbare vaan voor het hoger gelegen spuitmond-stuk is opgehangen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de motor een luchtcylinder is en de lucht-toevoerleiding van het hoger gelegen spuitmondstuk van een 15 paar en direkte verbinding met de voedingsleiding van de luchtcylinder heeft.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de luchttoevoerleiding van het hoger gelegen spuitmondstuk van een ander paar in direkte ver- 20 binding staat met de voedingsleiding van een pneumatische stuurcylinder voor de rem van de aandrijfmotor van de schuurband .

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat een derde vaan met één bijbehorend 25 spuitmondstuk is aangebracht, welke vaan via een tuimelaar met de vaan van het andere paar spuitmondstukken in contact staat»

5. Inrichting volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat de tuimelaar armen van ongelijke lengte 30 heeft waarbij de langste arm naar de derde vaan is gericht.

6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afstand van de lager gelegen spuitmond-stukken behoren bij de derde vaan respectievelijk de vaan van het andere paar, ten opzichte van de horizontale scharnieras 35 van de vanen verschillend is. 8005076