NL2009435C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een optische insert voor een spuitgietmal voor het vervaardigen van een ophtalmische inrichting. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het vervaardigen van een optische insert voor een spuitgietmal voor het vervaardigen van een ophtalmische inrichting.

Veld van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een optische insert ten behoeve van een spuitgietmal (e. injection mold) voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting (e.

5 ophthalmic device), zoals een contactlens, een intraoculaire lens of een gietmalhelft (e. cast mold half) voor het vervaardigen van een contactlens of een intraoculaire lens.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een spuitgietmal voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting.

10 Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting, zoals bijvoorbeeld een contactlens, een intraoculaire lens of een gietmalhelft (e. cast mold half) met behulp van een dergelijke spuitgietmal en op een werkwijze voor het vervaardigen van een gietmal (e. cast mold) voor het vervaardigen van een 15 contactlens of een intraoculaire lens.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een contactlens of een intraoculaire lens met behulp van de gietmal die is vervaardigd met de nieuwe werkwijze en op een contactlens of een intraoculaire lens die met die werkwijze is vervaardigd.

20

Achtergrond

Een gietmal (e. cast mould) ten behoeve van het vervaardigen van contactlenzen of intraoculaire lenzen is bijvoorbeeld beschreven in NL1033905C, EP-A-0 367 513 of in US 2009/0166507 Al. De uit 25 NL1033905C bekende gietmal is voorzien van een eerste gietmalhelft omvattend een optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak en eerste positioneringsmiddelen. Verder is de bekende gietmal voorzien van een 2 tweede gietmalhelft omvattende een middendeel met optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak, een draagring die het middendeel omgeeft en die is voorzien van tweede positioneringsmiddelen die zijn ingericht voor aangrijping op de eerste positioneringsmiddelen in een gesloten stand van 5 de gietmal waarin de eerste en de tweede gietmalhelft op elkaar zijn geplaatst. Ten behoeve van het vervaardigen van een contactlens of intra-oculaire lens wordt een monomeer materiaal in één van de beide gietmalhelften gebracht en wordt vervolgens de tweede gietmalhelft op de eerste gietmalhelft geplaatst. Vervolgens zal het monomeer materiaal 10 polymeriseren.

In NL1033905C wordt beschreven dat de positioneringsmiddelen kunnen zijn ingericht om de tweede gietmalhelft op de eerste gietmalhelft te bevestigen en deze in gebruik onder voorspanning op elkaar te houden.

Uit NL1033905C en EP-A-0 367 513 is het ook bekend om één van 15 de malhelften te gebruiken als deel van een verpakking waarmee de lens vervolgens in het verkeer kan worden gebracht.

Over de wijze van vervaardiging van kunststof gietmallen wordt in de genoemde publicaties niets relevants geopenbaard. Daarover valt weer meer te leren uit US-5,540,410. Met name fig. 5 uit die publicatie met de 20 bijbehorende beschrijving in van kolom 10, regel 38 tot kolom 14, regel 3 is bijzonder verhelderend en wordt hier dan ook door referentie geacht te zijn opgenomen. Ook US 2006/145370 openbaart een werkwijze en een spuitgietmal (e. injection mould) voor het spuitgieten van een gietmal (e. cast mould). De spuitgietmal is voorzien van optische gereedschap-optische 25 inserts (e. optical tool optische inserts) die losmaakbaar zijn bevestigd in een body 40 dat is bevestigd in een spuitgietmalhelft. Met een “molding dowel 44” die zich in een axiale richting uitstrekt wordt het body 40 in een cavity ring 36 van de spuitgietmalhelft bevestigd. Verder toont figuur 2 en een “clocking dowel 46” die “rotatably positions the optische insert 38 relative 30 to the body 40”.

3

Samenvatting van de uitvinding

Een probleem dat in de genoemde publicaties niet wordt aangestipt en dat wel van belang is voor het met behulp van de spuitgietmal kunnen 5 vervaardigen van ophthalmische producten, zoals contactlenzen, intraoculaire lenzen of gietmalhelften voor het vervaardigen van een contactlens of een intraoculaire lens, is het verschaffen van een bijzonder nauwkeurige positionering, waaronder de positionering in rotatieve zin, van een nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak de ophthalmische 10 inrichting ten opzichte van een referentie-oppervlak van de ophthalmische inrichting. Het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak van de ophthalmische inrichting wordt in het algemeen gevormd door de cilindrische optische insert van de spuitgietmal terwijl het referentie-oppervlak van de ophthalmische inrichting wordt gevormd door een ander 15 deel van de spuitgietmal, bijvoorbeeld het deel van de spuitgietmalhelft dat de optische insert omgeeft of het deel van de andere, tegenovergelegen spuitgietmalhelft dat de spuitgietholte begrenst. Weliswaar beschrijft US 2006/145370 een clocking dowel 46 voor rotatief positioneren van de optische insert ten opzichte van de body 40, echter, niet wordt geopenbaard, 20 of het optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak van de optische insert op enigerlei wijze in rotatieve zin is georiënteerd ten opzichte van de axiale uitsparing in de optische insert waarop de clocking dowel 46 aangrijpt.

Met name voor het vervaardigen van een gietmalhelft met positioneringsmiddelen met behulp waarvan de betreffende gietmalhelft 25 wordt gepositioneerd - ook in rotatieve zin - ten opzichte van een tweede gietmalhelft die is voorzien van positioneringsmiddelen, kan het van groot belang zijn dat het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak van de gietmalhelft nauwkeurig is gepositioneerd - ook in rotatieve - zin ten opzichte van de positioneringsmiddelen. Dit is met name van belang 30 wanneer ook de tweede gietmalhelft is voorzien van een nauwkeurig 4 gedefinieerd optisch oppervlak, waarbij beide nauwkeurig optisch gedefinieerde oppervlakken tezamen in combinatie een contactlens of een intraoculaire lens vormen met een gewenst optisch effect.

Ook wanneer de spuitgietmal wordt gebruikt voor het direct 5 vervaardigen van een contactlens of intraoculaire lens - dat wil zeggen zonder tussenkomst van een vervaardiging van een gietmal - is het van belang dat de beide tegenover elkaar gelegen optische oppervlakken daarvan, die beide door middel van een daarmee geassocieerde optische insert zullen worden gevormd, nauwkeurig ten opzichte van elkaar zijn 10 gepositioneerd, zowel in laterale als in rotatieve zin.

Daartoe verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een cilindrische optische insert ten behoeve van een spuitgietmal (e. injection mold) voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting (e. ophthalmic device), zoals een lensblank, een 15 contactlens, een intraoculaire lens of een gietmalhelft (e. cast mold half) voor het vervaardigen van een lensblank, een contactlens of een intraoculaire lens, waarbij de ophthalmische inrichting ten minste is voorzien van: • een nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak dat niet 20 cirkelsymmetrisch is rond een centrale hartlijn maar bijvoorbeeld thorisch, a-sferisch of bifocaal of een combinatie daarvan; en • ten minste één referentie-oppervlak ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd zowel in laterale richtingen als rotatieve richting; 25 waarbij de spuitgietmal omvat: • een eerste spuitgietmalhelft met ten minste één cilindrische optische insertopening; • ten minste een cilindrische optische insert, waarbij de optische insert is voorzien van een nauwkeurig gedefinieerd optisch optische 5 insertoppervlak, waarbij de optische insert losmaakbaar is opgenomen in de cilindrische optische insertopening; • een tweede spuitgietmalhelft die tezamen met de eerste spuitgietmalhelft met de daarin op genomen optische insert in een 5 gesloten stand een spuitgietmalholte bepalen waarin de ophthalmische inrichting met het ten minste ene referentie-oppervlak wordt gespuitgiet (e. injection molded) en waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak het te vormen nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak van de ophthalmische 10 inrichting definieert; • een uitsparing of nok in de cilindrische optische insertopening die ten minste één positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de hartlijn van de optische insertopening; • een met het ten minste ene positioneervlak geassocieerde aanslag op 15 de cilindrische optische insert die aanligt tegen het ten minste ene positioneervlak ter rotatieve oriëntatie van de optische insert in de cilindrische optische insertopening, waarbij de aanslag op de cilindrische optische insert een aanslagvlak is of een aanslagpen die is openomen in een penuitsparing in de cilindrische optische insert; 20 waarbij de werkwijze omvat: • het vervaardigen van het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak van de optische insert op een draaibank met een CNC-besturing, waarbij de draaibank is voorzien van een rond een hoofdas (e. main axis) roteerbare opspankop waarvan de rotatieve positie 25 bestuurbaar is, waarbij de draaibank is voorzien van een beitel die in een richting (X) in hoofdzaak loodrecht op de hartlijn van de hoofdas (A) en in een richting (Z) evenwijdig aan de hoofdas van de draaibank bestuurbaar verplaatsbaar is, waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak wordt gevormd door gestuurde rotatie van de 6 opspankop en gestuurde verplaatsing van de beitel, uitgaande van een opspanpositie van de optische insert in de opspankop; • het vervaardigen van het aanslagvlak of de penuitsparing van de optische insert met een frees of een boor terwijl de optische insert 5 zich in de genoemde opspanpositie in de opspankop bevindt, waarbij de CNC-besturing de positie van het aanslagvlak of de penuitsparing ten opzichte van het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak definieert door nauwkeurige rotatieve aansturing van de opspankop ter positionering van de optische insert ten opzichte van de frees of 10 boor.

Verder verschaft de uitvinding een spuitgietmal (e. injection mold) voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting (e. ophthalmic device), zoals een lensblank, een contactlens, een intraoculaire lens of een 15 gietmalhelft (e. cast mold half) voor het vervaardigen van een lensblank, een contactlens of een intraoculaire lens, waarbij de ophthalmische inrichting ten minste is voorzien van: • een nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak dat niet cirkelsymmetrisch is rond een centrale hartlijn maar bijvoorbeeld 20 thorisch, a-sferisch of bifocaal of een combinatie daarvan; en • ten minste één referentie-oppervlak ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd zowel in laterale richtingen als rotatieve richting; waarbij de spuitgietmal omvat: 25 · een eerste spuitgietmalhelft met ten minste één cilindrische optische insertopening; • ten minste één cilindrische optische insert met een nauwkeurig gedefinieerd optisch optische insertoppervlak, waarbij de optische 7 insert losmaakbaar is opgenomen in de cilindrische optische insertopening; • een tweede spuitgietmalhelft die tezamen met de eerste spuitgietmalhelft met de daarin opgenomen optische insert in een 5 gesloten stand een spuitgietmalholte bepalen waarin de ophthalmische inrichting met het ten minste ene referentie-oppervlak wordt gespuitgiet (e. injection molded) en waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak het te vormen nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak van de ophthalmische inrichting 10 definieert; • een uitsparing of nok in de cilindrische optische insertopening die ten minste één positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de hartlijn van de optische insertopening; • een met het ten minste ene positioneervlak geassocieerde aanslag op 15 de cilindrische optische insert die aanligt tegen het ten minste ene positioneervlak ter rotatieve oriëntatie van de optische insert in de cilindrische optische insertopening, waarbij de aanslag op de cilindrische optische insert een aanslagvlak is of een aanslagpen die is openomen in een penuitsparing in de cilindrische optische insert, 20 waarbij de optische insert is vervaardigd met de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.

De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting omvattende: 25 · het verschaffen van een spuitgietmal volgens de uitvinding; • het injecteren van kunststof in de spuitgietholte; • het laten uitharden van de kunststof in de spuitgietholte; en • het uit de spuitgietholte verwijderen van de ophthalmische inrichting.

8

Met behulp van die werkwijze kan direct een lensblank, een contactlens of een intraoculaire lens worden vervaardigd. Het is echter tevens mogelijk dat met de betreffende werkwijze een gietmal wordt 5 vervaardigd die een eerste gietmalhelft en een tweede gietmalhelft omvat. Met behulp van een dergelijk gietmal kan dan weer door cast molden een lensblank, een contactlens of een intraoculaire lens worden vervaardigd.

Korte aanduiding van de figuren 10 Fig. 1 toont in perspectief vanuit een eerste gezichtspunt een uitvoeringsvoorbeeld van een gietmal in exploded view die bestemd is voor vervaardiging van een contactlens;

Fig. 2 toont het uitvoeringsvoorbeeld van de gietmal uit fig. 1 in exploded view vanuit een tweede gezichtspunt; 15 Fig. 3 toont een doorsnede-aanzicht in een vlak waarin zich de hartlijn uitstrekt;

Fig. 4 toont een perspectief-aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een gietmal die bestemd is voor vervaardiging van een intra-oculaire lens; 20 Fig. 5 toont een doorsnede-aanzicht in een vlak waarin zich de hartlijn uitstrekt;

Fig. 6 toont een doorsnede-aanzicht van een contactlens;

Fig. 7 toont een doorsnede-aanzicht van een lensblank;

Fign. 8-10 tonen een een exploded view vanuit verschillende 25 richtingen van een uitvoeringsvoorbeeld van spuitgietmal ten behoeve van de vervaardiging van een ophtalmische inrichting;

Fig. 11 toont een vooraanzicht van het in figuren 8-10 getoonde uitvoeringsvoorbeeld;

Fig. 12 toont een doorsnede over fijn X-X uit figuur 11; en 30 Fig. 13 toont een doorsnede over fijn XI-XI uit figuur 11.

9

Fig. 14 toont een perspectief-aanzicht van een voorbeeld van een draaibank met behulp waarvan een optische insert kan worden vervaardigd.

Gedetailleerde beschrijving 5 Fign. 1-3 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van de gietmal 10 (e. cast mould) ten behoeve van het vervaardigen van een contactlens. De gietmal 10 is voorzien van een eerste gietmalhelft 12. De eerste gietmalhelft 12 heeft een optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak 14 en eerste positioneringsmiddelen 16-18. De eerste positioneringsmiddelen 16-18 zijn 10 in het uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als uitsparingen 16 in een in hoofdzaak cirkelvormige steunribbe 17 die het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 14 omgeeft en een in hoofdzaak cirkelvormige klemrand 18 die zich rond de cirkelvormige steunribbe 17 uitstrekt en die een integraal onderdeel uitmaakt van een buitenrand 19. Aan weerszijden 15 van de klemrand 18 bevindt strekken zich, gezien vanaf de klemrand 18, radiaal naar buiten toe verwijdende ringvormig vlakken 18a, 18b uit die een integraal onderdeel vormen van de buitenrand 19 en die zorgen voor centrering van de tweede gietmalhelft 20 ten opzichte van de eerste gietmalhelft 12. De eerste positioneringsmiddelen 16-18 kunnen in een 20 alternatieve uitvoering echter ook zijn uitgevoerd als uitstulpingen of nokken.

De gietmal 10 is verder voorzien van een tweede gietmalhelft 20.

De tweede gietmalhelft 20 is voorzien van een middendeel 22 met optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak 24. Verder heeft de tweede gietmalhelft 25 20 een draagring 28 die het middendeel 22 omgeeft en die is voorzien van tweede positioneringsmiddelen 26. De tweede positioneringsmiddelen 26 zijn ingericht voor aangrijping op de eerste positioneringsmiddelen 16-18 in een gesloten stand van de gietmal 10 waarin de eerste en de tweede gietmalhelft 12, 20 op elkaar zijn geplaatst en waarbij de eerste en de 30 tweede positioneringsmiddelen 16-18, 26 in de op elkaar aangrijpende 10 toestand een klemkracht genereren die de tweede gietmalhelft 20 onder voorspanning op de de eerste gietmalhelft 12 drukt. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de tweede positioneringsmiddelen 26 uitgevoerd als zich in radiale richting uitstrekkende pootjes. De klemkracht wordt bij 5 dit uitvoeringsvoorbeeld gegenereerd door verbuiging van de pootjes 26 die met een radiaal naar binnen gelegen deel steunen in de uitsparingen 16 van de steunribbe 17 en met een radiaal buiten einde onder de klemrand 18 zijn geklikt waartoe de pootjes 26 moeten worden verbogen. De positioneringsmiddelen 16-18 hebben niet alleen een functie om de twee 10 gietmalhelften 12, 20 ten opzichte van elkaar te centreren en op elkaar te klemmen maar ook om de rotatieve stand van de twee gietmalhelften 12, 20 ten opzichte van elkaar te bepalen.

Een hartlijn L van de tweede gietmal 20 strekt zich loodrecht uit op het vlak waarin de draagring 28 zich uitstrekt en snijdt een middelpunt 15 van de draagring 28. De tweede gietmalhelft 20 is voorzien van een dunwandige, flexibele verbinding 30 die zich uitstrekt tussen de draagring 28 en het middendeel 22 en die het middendeel 22 met de draagring 28 verbindt.

In het getoonde voorbeeld van de tweede gietmalhelft 20, waarvan 20 een voorbeeld is getoond in fign. 1-3, kan de flexibele verbinding 30 zijn uitgevoerd als een ringvormige kunststoffilm 30a die met een buitenrand daarvan is verbonden met de draagring 28 en die met een binnenrand daarvan is verbonden met het middendeel 22. Een dergelijke film verbinding verschaft een goede flexibihteit en daarmee bewegingsmogelijkheid voor het 25 middendeel 22 ten opzichte van de draagring 28, hetgeen van belang is om materiaalspanningen die optreden bij het klemmen van de tweede gietmalhelft 20 op de eerste gietmalhelft 12 niet door te leiden naar het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak 24 van de tweede gietmalhelft 20. Daarbij verschaft een uitvoering met een ringvormige kunststoffilm 30a 30 toch een aanzienlijk doorstroomoppervlak, hetgeen van belang is voor de 11 toevoer van kunststof vanaf de draagringholte naar de middendeelholte in de spuitgietmal 50 tijdens het vervaardigingsproces. Bovendien is de krachtdoorleiding over de gehele omtrek van het middendeel 22 naar de draagring 28 gelijkmatig, hetgeen tot gevolg heeft dat de vervorming van 5 het middendeel 22 onder invloed van daarop uitgeoefende krachten tijdens het lensvervaardigingsproces minimaal is.

De afsluiting kan bijvoorbeeld worden gevormd door een folie 36 die op een buitenrand 19 van de eerste gietmalhelft 12 door sealen wordt bevestigd. Het is in een alternatieve uitvoering mogelijk dat de afsluiting 36 10 wordt gevormd door een deksel voorzien van een bajonet- of schroefdraadvoorzien die samenwerkt met een bajonet- of schroefdraadvoorziening op de eerste gietmalhelft 12.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze kan vóór het aanbrengen van de afsluiting 36 een vloeistof in de eerste gietmalhelft 12 worden 15 gebracht.

Een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een gietmal 10 is getoond in figuren 4 en 5, waarbij voor dezelfde onderdelen dezelfde verwijzigingscijfers zijn gebruikt. Het tweede uitvoeringsvoorbeeld betreft een gietmal 10 voor het vervaardigen van een intra-oculaire lens. Duidelijk 20 is dat de intra-oculaire lens die met dit tweede uitvoeringsvoorbeeld van de gietmal 10 wordt vervaardigd twee convexe optische oppervlakken zal hebben terwijl het eerste uitvoeringsvoorbeeld dat is getoond in figuren 1-3 en figuur 5 leidt tot een contactlens met een concaaf en een tegenovergelegen convex optisch oppervlak.

25 Fig. 6 toont een perspectief-aanzicht van een contactlens 250 in doorsnede. De contactlens 250 is voorzien van een concave zijde 252 en een convexe zijde 254. Een omtreksrand van de contactlens 250 is aangeduid met verwijzingscijfer 256.

Fig. 7 toont een perspectief-aanzicht van een lensblank 260 ten 30 behoeve van de vervaardiging van een intraoculaire lens. De lensblank 12 omvat een middendeel met twee convexe zijden 262, 264. Een omtreksrand van het middendeel is aangeduid met verwijzigingscijfer 266. Op de omtreksrand sluit een soort cirkelvormige schijf 268 aan die een integraal deel vormt met het middendeel. De cirkelvormige schijf 268 zal in een 5 nabewerking gedeeltelijk worden verwijderd ter vorming van haptics. Dit kan bijvoorbeeld door een freesbewerking worden bewerkstelligd. De lensblank 260 is derhalve een halffabrikaat dat nog een nabewerking dient te ondergaan.

Fign. 8-13 tonen een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een 10 spuitgietmal 50 (e. injection mould) voor de vervaardiging van een tweede gietmalhelft van een gietmal 10 (e. cast mould) voor het vervaardigen van contactlenzen en/of intraoculaire lenzen. Een soortgelijke spuitgietmal kan ook worden gebruik voor het direct spuitgieten van contactlenzen of intraoculaire lenzen. Het getoonde voorbeeld bevat in feite twee verschillende 15 uitvoeringsvormen, namelijk één waarbij de optische insert star is opgesteld (in figuur 12 rechts) en één waarbij de optische insert beweegbaar is op gesteld, zoals uitvoerig is beschreven in aanvraagsters eerdere aanvrage PCT/NL2012/050404. In de praktijk zal

Fign. 8-10 tonen de spuitgietmal 50 met uiteengenomen delen (e.

20 exploded view) vanuit een verschillende gezichtspunten. Fig. 11 toont een vooraanzicht en figuren 12 en 13 tonen doorsnede-aanzichten van de spuitgietmal 50 in samengestelde en gesloten toestand.

De spuitgietmal (e. injection mould) is voorzien van een eerste spuitgietmalhelft 52 en een een tweede spuitgietmalhelft 54. De 25 spuitgietmal 50 is voorzien van ten minste één spuitgietmalholte 56 voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting. In het in figuur 12 rechts weergegeven deel van de spuitgietmal is de ophthalmische inrichting een tweede gietmalhelft 20. In het in figuur 12 links weergegeven deel van de spuitgietmal 50 is dat een lensblank 260 voor intraoculaire lens. Het kan 30 echter ook een contactlens 250 zijn. De spuitgietmalholte 56 wordt gevormd 13 wanneer de beide spuitgietmalhelften 52, 54 zich in een naar elkaar toe bewogen, gesloten stand bevinden. Een mogelijkheid om de beide spuitgietmalhelften 52, 54 beweegbaar ten opzichte van elkaar op te stellen wordt gevormd door geleidepennen 84 die vast met de tweede 5 spuitgietmalhelft 54 zijn verbonden. De eerste spuitgietmalhelft 52 is voorzien van geleidegaten 86 waarin de geleidepennen 84 passend en schuifbaar zijn opgenomen. Dit is slechts één mogelijke oplossing voor het ten opzichte van elkaar naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar opstellen van de beide spuitgietmalhelften 52, 54. Naar elke 10 spuitgietmalholte 56 loopt een kunststoftoevoerkanaal 88. Op een toevoeropening 90 is een uitstroommond van een extruder (niet getoond) aan te sluiten.

Afhankelijke van het type ophthalmische inrichting dat in de spuitgietmal 50 wordt vervaardigd, zal de uitvoering van de gietmalholte 56 15 verschillen. In het, in figuur 12 rechts weergegeven deel van de spuitgietmal 50, is de ophtalmische inrichting die met de spuitgietmal 50 wordt vervaardigd een tweede gietmalhelft 20. Aldaar is de spuitgietmalholte 56 voorzien van een middendeelholte 58, een draagringholte 60, en een verbindingsholte 62 die de middendeelholte 58 met de draagringholte 60 20 verbindt. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het, in figuur 12 links weergeven deel, een spuitgietholte voor het vervaardigen van een lensblank 260 ten behoeve van het vervaardigen van een intraoculaire lens. Daar wordt de spuitgietmalholte 56 met name gevormd door een middendeelholte 58 met twee convexe, optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlakken 66, 25 66’. Alhoewel het getoonde voorbeeld van de de spuitgietmal 50 is voorzien van twee spuitgietmalholten 56, is het duidelijk dat de spuitgietmal 50 ook van één of van meer dan twee spuitgietmalholten 56 kan zijn voorzien.

Voor elke spuitgietmalholte 56 is de spuitgietmal 50 voorzien van ten minste één met de spuitgietmalholte 56 geassocieerde cilindrische 30 optische insert 64. De optische insert 64 is voorzien van een kops uiteinde 14 dat een optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak 66 heeft dat naar de spuitgietmalholte 56 is gekeerd en dat de spuitgietmalholte 56 begrenst.

Met de in figuur 12 links weergegeven uitvoering zijn met de spuitgietmalholte 56 verder veermiddelen 68 geassocieerd die zijn 5 voorgespannen zodanig dat de veerwerking daarvan de optische insert 64 in de richting van de middendeelholte 58 dringt naar een ingedrukte stand. In die uitvoering is de spuitgietholte 56 geassocieerd met een eerste aanslag 70 die een begrenzing vormt voor de beweging van optische insert 64 naar de ingedrukte stand. In het uitvoeringsvoorbeeld is de eerste aanslag 70 10 opgenomen in een eerste bus 72 die is opgenomen in de eerste spuitgietmalhelft 52. De optische insert 64 is voorzien van een getrapt omtreksprofiel waarbij de trede 74 in het omtreksprofiel aanligt tegen de eerste aanslag 70 wanneer de optische insert 64 zich in de ingedrukte stand bevindt. In plaats van de eerste bus 72 kan de trede 74 kan ook een 15 integraal onderdeel uitmaken van de eerste spuitgietmalhelft 52. De eerste bus 72 is uit vervaardigingstechnisch oogpunt van voordeel. Bovendien kan door uitwisseling van de bus 72 de binnendiameter worden gevarieerd en daarmee de buitendiameter van de daarin opgenomen optische insert 64 en daarmee de diameter van het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 20 24 van de tweede gietmalhelft 20. Verder bevat het voorbeeld van de beweegbare insert 64 dat in figuur 12 links is weergegeven een met die spuitgietholte 56 geassocieerde tweede aanslag 74 die een begrenzing vormt voor de beweging van optische insert 64 uit de ingedrukte stand naar een van de spuitgietmalholte 56 wegbewogen aanslagstand. In het weergegeven 25 voorbeeld van deze uitvoeringsvorm is de tweede aanslag 74 gevormd door een tweede bus 76 die is op genomen in de eerste bus 72. In de eerste bus 72 zijn de optische insert 64, de tweede bus 76 en de veermiddelen 68 opgenomen. Vervolgens is de eerste bus 72 afgesloten met een afsluitdeksel 78. De verbinding tussen het afsluitdeksel 78 en de eerste bus 72 of, 30 wanneer de eerste bus 72 ontbreekt, de eerste spuitgietmalhelft 52, kan 15 bijvoorbeeld door schroefdraad of door een bajonetsluiting worden gevormd. Een dergelijke losmaakbare verbinding van het afsluitdeksel 78 maakt het op eenvoudige wijze mogelijk om van optische insert 64 te wisselen of om de veermiddelen 68 te vervangen. Het vervangen van de optische insert 64 is 5 gewenst wanneer een ander optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak 24 gewenst is. Het vervangen van de veermiddelen 68 kan gewenst zijn wanneer een andere veerconstante gewenst is of bij breuk of verslapping van de veermiddelen 68.

Het in figuur 12 rechts weergegeven voorbeeld heeft betrekking op 10 een spuitgietmal 50 waarin de optische insert 64 vast is opgesteld. De optische insert 64 wordt met behulp van een aandrukvoorziening tegen de aanslag 70 aangedrukt en in die vaste positie gehouden. De aandrukvoorzien kan op allerlei manieren zijn uitgevoerd. In het getoonde voorbeeld zijn twee schroefdraadeinden 94 in daarbij behorende van 15 schroefdraad voorziene gaten 94’ in de spuitgietmalhelft 52 bevestigd. Een aandrukblok 96 voorzien van een cilindrische aandrukcilinder 98 kan met behulp van moeren 100 die aangrijpen op de schroefdraadeinden 94 tegen de optische insert 64 worden aangedrukt ter fixatie van de optische insert 64 tegen de aanslag 70. De optische insert 64 is wel uitwisselbaar, maar 20 eenmaal geplaatst in de insertopening 61 en gefixeerd door de aandrukvoorziening 94-100, is de positie van de optische insert in de spuitgietmalhelft 52 vast.

Zoals in de inleiding reeds beschreven, is het bij ophthalmische inrichtingen 12, 20, 250; 260 met een optisch nauwkeurig gedefinieerd 25 oppervlak 14, 24 en positioneringsmiddelen 16-18, 26 of twee optisch nauwkeurig gedefinieerde, tegen elkaar gelegen oppervlakken 252, 254, 262, 264 van groot belang dat het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 14, 24, 252, 262 zowel in laterale zin maar ook in rotatieve zin nauwkeurig is gepositioneerd ten opzichte van de positioneringsmiddelen 16-18, 26 of 30 het tegenover gelegen optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak 254, 264 16 of een omtreksrand 256 van de contactlens 250 of een omtreksrand 266 van de intraocularie lens. In de conclusies wordt als algemene term voor de positioneringsmiddelen 16-18, 26 of het tegenover gelegen optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak de term of de omtreksrand 256, 266 de 5 term “referentie-oppervlak” gebruikt ten opzichte waarvan het optische oppervlak 14, 16, 252, 262 nauwkeurig moet zijn gepositioneerd in laterale zin en rotatieve zin.

De uitvinding verschaft een werkwijze om dit te bewerkstelling. In algemene termen luidt de werkwijze als volgt: 10 Een werkwijze voor het vervaardigen van een cilindrische optische insert 64 ten behoeve van een spuitgietmal (e. injection mold) voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting 12; 20; 250; 260 (e. ophthalmic device), zoals een lensblank, een contactlens 250, een intraoculaire lens of een gietmalhelft 12, 20 (e. cast mold half) voor het 15 vervaardigen van een lensblank, 260, een contactlens 250 of een intraoculaire lens of een lensblank 260. Daarbij dient ervan te worden uitgegaan dat de ophthalmische inrichting 12; 20; 250; 260 ten minste is voorzien van: • een nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak 14; 24; 252; 262 dat 20 niet cirkelsymmetrisch is rond een centrale hartlijn L maar bijvoorbeeld thorisch, a-sferisch of bifocaal of een combinatie daarvan; en • ten minste één referentie-oppervlak 16-18; 26; 254; 264, 256; 266 ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 25 14; 24; 252; 262 nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd zowel in laterale richtingen als rotatieve richting.

De spuitgietmal 50 waarin de insert wordt toegepast is, zoals hiervoor al is aangegeven voorzien van: 17 • een eerste spuitgietmalhelft 52 met ten minste één cilindrische optische insertopening 61; • ten minste één cilindrische optische insert 64, waarbij de optische insert 64 is voorzien van een nauwkeurig gedefinieerd optisch 5 optische insertoppervlak 66, waarbij de optische insert 64 losmaakbaar is op genomen in de cilindrische optische insertopening 61; • een tweede spuitgietmalhelft 54 die tezamen met de eerste spuitgietmalhelft 52 met de daarin opgenomen optische insert 64 in 10 een gesloten stand een spuitgietmalholte 56 bepalen waarin de ophthalmische inrichting 12; 20; 250; 260 met het ten minste ene referentie-oppervlak 16-18, 26; 254; 264; 256;266 wordt gespuitgiet (e. injection molded) en waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak 66 het te vormen nauwkeurig gedefinieerde 15 optische oppervlak 14, 24; 252; 262 van de ophthalmische inrichting 12, 20 definieert.

Volgens de uitvinding is de spuitgietmal 50 verder voorzien van: • een uitsparing 102 of nok in de cilindrische optische insertopening 61 20 die ten minste één positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de hartlijn van de optische insertopening 61; en • een met het ten minste ene positioneervlak geassocieerde aanslag 104 op de cilindrische optische insert 64 die aanligt tegen het ten 25 minste ene positioneervlak ter rotatieve oriëntatie van de optische insert 64 in de cilindrische optische insertopening 61, waarbij de aanslag 104 op de cilindrische optische insert 64 een aanslagvlak is of een aanslagpen 104 die is openomen in een penuitsparing 106 in de cilindrische optische insert 64.

18

De werkwijze omvat: • het vervaardigen van het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak 66 van de optische insert 64 op een draaibank 200 met een 5 CNC-besturing, waarbij de draaibank 200 is voorzien van een rond een hoofdhartlijn (e. main axis) A roteerbare opspankop 202 waarvan de rotatieve positie bestuurbaar is, waarbij de draaibank 200 is voorzien van een beitel 204 die in een richting X in hoofdzaak loodrecht op hoofdharthjn A en in een richting Z evenwijdig aan de 10 hoofdharthjn A bestuurbaar verplaatsbaar is, waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak 66 wordt gevormd door gestuurde rotatie van de opspankop 202 en gestuurde verplaatsing van de beitel 204, uitgaande van een opspanpositie van de optische insert 64 in de opspankop 202; 15 · het vervaardigen van het aanslagvlak of de penuitsparing 106 van de optische insert 64 met een frees of een boor 206 terwijl de optische insert 64 zich in de genoemde opspanpositie in de opspankop 202 bevindt, waarbij de CNC-besturing de positie van het aanslagvlak of de penuitsparing 106 ten opzichte van het optisch nauwkeurig 20 gedefinieerde oppervlak 66 definieert door nauwkeurige rotatieve aansturing van de opspankop 202 ter positionering van de optische insert 64 ten opzichte van de frees of boor 206.

Een voorbeeld van een draaibank waarop de werkwijze kan worden uitgevoerd is weergegeven in figuur 14.

25 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze, kan de CNC-besturing van de draaibank 200 de rotatieve positie van de opspankop 202 besturen in stappen (e. increments), waarbij de nauwkeurigheid van de CNC-besturing, uitgedrukt in het aantal stappen per omwenteling ten minste 3000 stappen per 360° bedraagt en bijvoorkeur ca. 4000 stappen per 360° bedraagt.

19

Verder kan in een uitvoeringsvorm de CNC-besturing van de draaibank 200 de positie van de beitel in de richting Z van hoofdas A besturen met een resolutie van die kleiner is dan 1 micron, en bij voorkeur met een resolutie die kleiner is dan 0,1 micron.

5 In een uitvoeringsvorm kan de CNC-besturing van de draaibank 200 de positie van de beitel in de richting X loodrecht op hoofdas besturen met een resolutie die kleiner is dan 1 micron, en bij voorkeur met een resolutie die kleiner is dan 0,1 micron

De hierboven al beschreven, onder verwijzing naar figuren 8-13 10 beschreven spuitgietmal (e. injection mold) 50 voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting (e. ophthalmic device), kan in meest algemene termen als volgt worden gedefinieerd:

De spuitgietmal 50 is bestemd voor het vervaardigen een ophthalmische inrichting zoals een contactlens 250, een intraoculaire lens, 15 een lensblank 260 of een gietmalhelft 12; 20 (e. cast mold half) voor het vervaardigen van een contactlens 250, een intraoculaire lens of een lensblank 260, waarbij de ophthalmische inrichting 12, 20; 250; 260 ten minste is voorzien van: • een nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak 14, 24; 252; 262 dat 20 niet cirkelsymmetrisch is rond een centrale hartlijn L maar bijvoorbeeld thorisch, a-sferisch of bifocaal of een combinatie daarvan; en • ten minste één referentie-oppervlak 16-18, 26; 254, 256; 264, 266 ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 25 14, 24; 252; 262 nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd zowel in laterale richtingen als rotatieve richting;

De spuitgietmal 50 omvat in meest algemene termen: • een eerste spuitgietmalhelft 52 met ten minste één cilindrische optische insertopening 61; 20 • ten minste één cilindrische optische insert 64 met een nauwkeurig gedefinieerd optisch optische insertoppervlak 66, waarbij de optische insert 64 losmaakbaar is opgenomen in de cilindrische optische insertopening 61; 5 · een tweede spuitgietmalhelft 54 die tezamen met de eerste spuitgietmalhelft 52 met de daarin opgenomen optische insert 64 in een gesloten stand een spuitgietmalholte 56 bepalen waarin de ophthalmische inrichting 12, 20; 250; 260 met het ten minste ene referentie-oppervlak 16-18; 26; 254, 256; 264, 266 wordt gespuitgiet 10 (e. injection molded) en waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak 66 het te vormen nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak 14; 24; 252; 262 van de ophthalmische inrichting 12; 20; 250; 260 definieert; • een uitsparing of nok 102 in de cilindrische optische insertopening 61 15 die ten minste één positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de harthjn van de optische insertopening 61; • een met het ten minste ene positioneervlak geassocieerde aanslag 104 op de cilindrische optische insert 64 die aanligt tegen het ten minste ene positioneervlak 102 ter rotatieve oriëntatie van de optische insert 20 64 in de cilindrische optische insertopening 61, waarbij de aanslag op de cilindrische optische insert 64 een aanslagvlak is of een aanslagpen 104 die is openomen in een penuitsparing 106 in de cilindrische optische insert 64, waarbij de optische insert 64 is vervaardigd met de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies. 25 Doordat de aanslag 104 van de optische insert 64, 64’ zeer nauwkeurig in zowel laterale als rotatieve zin is gepositioneerd en ten opzichte van het nauwkeurig optisch gedefinieerde oppervlak 66, 66’ van de optische insert 64, 64’, wordt tevens bewerkstelligd dat het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 66, 66’ van de optische insert 64, 64’ 30 nauwkeurig ten opzichte van andere onderdelen van de spuitgietmal kan 21 worden gepositioneerd, welke andere onderdelen een referentie-oppervlak 16-18, 26, 254 en/of 256 en 264 en/of 266 vormen. Die andere, referentie-oppervlak vormende onderdelen van de spuitgietmal zijn derhalve andere onderdelen van de spuitgietholte 56 die bijvoorbeeld de 5 positioneringsmiddelen 16-18 van de eerste gietmalhelft 12, positioneringsmiddelen 26 van de tweede gietmalhelft 20, het tegenovergelen nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 254 van de contactlens 250 of het tegenovergelegen optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 264 van de intraoculaire lens 260.

10 In een uitvoeringsvorm kan de spuitgietmal zijn bestemd voor het vervaardigen van een gietmalhelft (e. cast mold half) 12; 20. In dat geval is de spuitgietholte 58 is geconfigureerd voor het vormen van een gietmalhelft 12; 20 die is voorzien van: • eerste positioneringsmiddelen 16-18; 26 die zijn geconfigureerd voor 15 aangrijping op tweede positioneringsmiddelen 26; 16-18 van een tweede gietmalhelft 20 ter rotatieve en laterale oriëntatie van de gietmalhelft 12; 20 ten opzichte van de tweede gietmalhelft 20; 12, waarbij het ten minste ene referentie-oppervlak 16-18; 26 ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 14; 20 24 nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd deel uitmaakt van de eerste positioneringsmiddelen 16-18; 26, zodat bij plaatsing van de de tweede gietmalhelft 20 op de eerste gietmalhelft 12 een nauwkeurige rotatieve en laterale positionering van de tweede gietmalhelft 20 ten opzichte van de eerste gietmalhelft 12 wordt verkregen.

25 Van een dergelijke uitvoeringsvorm is een voorbeeld getoond in het rechter deel van figuur 12.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van de spuitgietmal, is deze bestemd voor het vaardigen van een ophthalmische inrichting in de vorm van een lensblank 260 voor contactlens 250 of intraoculaire lens of een .

30 Een dergelijke spuitgietmal is, in aanvulling op het nauwkeurig 22 gedefinieerde optische oppervlak 252; 262, voorzien van een tweede nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak 254; 264 dat tegenover het eerste nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak 252; 262 is gepositioneerd, waarbij de spuitgietmal 50 verder is voorzien van: 5 · ten minste één cilindrische tweede optische insertopening 61’ die is opgenomen in de tweede spuitgietmalhelft 54; • ten minste één cilindrische tweede optische insert 64’ met een nauwkeurig gedefinieerd optisch optische insertoppervlak 66’, waarbij de tweede optische insert 64’ losmaakbaar is opgenomen in de tweede 10 optische insertopening 66’, waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak 66’ van de tweede optische insert 64 het te vormen tweede nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak 254; 264 van de ophthalmische inrichting 250; 260 definieert; • een uitsparing of nok 102’ in de tweede optische insertopening 61’ die 15 ten minste één tweede positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de hartlijn van de tweede optische insertopening 61’; • een met het ten minste ene tweede positioneervlak geassocieerde tweede aanslag 104’ op de tweede optische insert 64’ die aanligt tegen 20 het ten minste ene tweede positioneervlak ter rotatieve oriëntatie van de tweede optische insert 64’ in de tweede optische insertopening 61’, waarbij de tweede aanslag op de tweede optische insert 64’ een aanslagvlak is of een aanslagpen 104’ die is openomen in een penuitsparing 106’ in de tweede optische insert 64’, waarbij de tweede 25 optische insert 64’ is vervaardigd met de werkwijze volgens één der conclusies 1-5.

Een dergelijke uitvoeringsvorm is in figuur 12 links weergegeven.

In een uitvoeringsvorm, kan het ten minste ene referentie-oppervlak ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak 66 30 nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd het tweede optisch nauwkeurig 23 gedefinieerde oppervlak 66’ zijn, zodat beide optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlakken 66, 66’ aan weerszijden van de contactlens 250 of intraoculaire lens 260 nauwkeurig in rotatieve en laterale richting ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd. Een dergelijke uitvoeringsvorm is in 5 figuur 12 links getoond.

In een uitvoeringsvorm, die eventueel gecombineerd kan zijn met de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, kan het ten minste ene referentie-oppervlak ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak nauwkeurig is gepositioneerd een omtreksrand 256; 266 van de 10 ophthalmische inrichting 12; 20; 250; 260 zijn, zodat het optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak 66 nauwkeurig in rotatieve en laterale richting ten opzichte de omtreksrand 256; 266 van de ophthalmische inrichting 12; 20; 250; 260 is gepositioneerd.

In de getoonde voorbeelden van de diverse uitvoeringsvormen is de 15 optische insert 64, 64’ opgenomen in een bus 72 die is opgenomen in de eerste spuitgietmalhelft 52 en een bus 72’ die is opgenomen in de tweede spuitgietmalhelft 54. Een dergelijke bus 72, 72’ is echter niet noodzakelijk voor het verwezenlijken van de uitvinding. De optische inserts 64, 64’ kunnen ook direct in de betreffende spuitgietmalhelft 52, 54 zijn op genomen 20 onder weglating van de bus 72, 72’. De bus is in de voorbeelden aanwezig omdat het uit vervaardigingstechnisch oogpunt gunstig is om aldus een aanslag 70 in de spuitgietmalhelft 52, 54 te vormen. Bovendien kan door uitwisseling van de bus 72, 72’ een andere binnendiameter worden verschaft, zodat optische inserts 64, 64’ met verschillende diameters in de 25 spuitgietmalhelft 52, 54 kunnen worden opgenomen. De bus 72, 72’ kan tevens dienen om daarin de holten te vormen voor vormen van bijvoorbeeld de positioneringsmiddelen 26. Daartoe zal de buiten diameter van de bus 72, 72’ dan groter moeten zijn dan getoond in de voorbeelden. De holten voor het vormen van de positioneringsmiddelen 26 kunnen in een alternatieve 30 uitvoeringsvorm ook ten dele zijn gevormd in de spuitgietmalhelften 52, 54 24 zelf. Bij gebruikmaking van een bus 72, 72’ is het ook van belang dat daarvan de rotatieve positie nauwkeurig in de spuitgietmalhelft 52, 54 is bepaald. Daartoe kan, zoals getoond, de spuitgietmalhelft 52, 54 zijn voorzien van een uitsparing 108 en de bus 72, 72’ ook van een uitsparing 5 110. Met een paspen 112 worden vervolgens de uitsparingen 108 en 110 ten opzichte van elkaar uitgelijnd. De uitsparing 110 in de bus 72, 72’ dient ook zeer nauwkeurig te zijn gepositioneerd ten opzichte van de uitsparing 102 in de cilindrische bus 72, 72’. Ook dit kan weer worden gerealiseerd door de bus 72, 72’ op een draaibank te vervaardigen, waarbij de uitsparing 102 in 10 dezelfde opspanning als de uitsparing 110 wordt vervaardigd, zodat de rotatieve positie aan de CNC-besturing zowel tijdens het vervaardigen van uitsparing 102 als uitsparing 110 bekendis. Bij een besturingsnauwkeurigheid van ca. 4000 stappen per omwenteling kan aldus de uitsparing 110 zeer nauwkeurig ten opzichte van de uitsparing 102 15 worden gepositioneerd. Het moge duidelijk zijn dat in plaats van een axiale half-cirkelvormige uitsparing 108 in de spuitgietmal 52, 54 ook een soort spiebaanvormige uitsparing kan zijn voorzien. In plaats van een uitsparing 110 in de bus 72, 72’ kan ook een dwarse boring met een daarin opgenomen paspen zijn voorzien op soortelijke wijze als bij de insert 64. Verder is het 20 mogelijk dat de bus 72, 72’ in plaats van een boring 108 is voorzien van een nok die aangrijpt in de uitsparing 110 van de spuitgietmalhelft 52, 54 of vice versa. Van belang is dat de pen, nok, of uitsparing aan het buitenmanteloppervlak van de bus 72, 72’ zeer nauwkeurig is aangebracht ten opzichte van de pen, nok of uitsparing 102 aan het 25 binnenmanteloppervlak van de bus 72, 72’ en dat dit kan worden bewerkstelligd door beide vormelementen in de bus 72, 72’ aan te brengen zonder de bus 72, 72’ uit de opspankop 202 van de CNC-bestuurbare draaibank 200 met hoge positioneringsresolutie te nemen.

Verder wordt een werkwijze verschaft voor het vervaardigen van 30 een ophthalmische inrichting omvattende: 25 • het verschaffen van een spuitgietmal 50 volgens de uitvinding; • het injecteren van kunststof in de spuitgietholte 58; • het laten uitharden van de kunststof in de spuitgietholte 58; en • het uit de spuitgietholte verwijderen van de ophthalmische inrichting 5 12; 20; 250; 260.

De ophthalmische inrichting die met een dergelijke werkwijze wordt verkregen kan een gietmalhelft 12; 20, een contactlens 250, een intraoculaire lens of een lensblank 260 zijn en valt binnen het raam van de 10 gevraagde bescherming.

De betreffende werkwijze kan ook tweemaal worden toegepast voor het vervaardigen van: • een eerste gietmalhelft 12 met eerste positioneringsmiddelen 16-18; en 15 · een tweede gietmalhelft 20 tweede positioneringsmiddelen 26 die zijn ingericht voor samenwerking met de eerste positioneringsmiddelen 16-18 ter rotatieve en laterele positionering van de eerste gietmalhelft 12 ten opzichte van de tweede gietmalhelft 20.

Wanneer de twee gietmalhelften eenmaal beschikbaar zijn, kan een 20 werkwijze voor het vervaardigen van een contactlens of een intraoculaire lens of een lensblank de volgende stappen omvatten: • het vullen van de eerste gietmalhelft 12 met een kunststof; • het plaatsen van de tweede gietmalhelft 20 op de eerste gietmalhelft 12 zodanig dat de tweede positioneringsmiddelen 26 aangrijpen op de 25 eerste positioneringsmiddelen 16-18, waarbij de eerste en de tweede positioneringsmiddelen zijn geconfigureerd voor onder voorspanning klemmen van de tweede gietmalhelft 20 op de eerste gietmalhelft 12; • het doen uitharden van de kunststof in de gietmal 10 ter vorming van de lens 250 of lensblank 260; 26 • het verwijderen van de tweede gietmalhelft 20; en • het met een afsluiting 36 afsluiten van de eerste gietmalhelft 12 waarin zich de lens 250; 260 bevindt ter vorming van een verpakking uit de eerste gietmalhelft 12 en de afsluiting 36 in welke verpakking 5 lens 250 of lensblank 260 is opgenomen.

Eventueel kan vóór het aanbrengen van de afsluiting 36 een vloeistof in de eerste gietmalhelft 12 wordt gebracht.

De contactlens of een intraoculaire lens 250 of lensblank 260 die met deze werkwijze wordt vervaardigd valt ook binnen het raam van de 10 gevraagde bescherming.

Alhoewel de uitvinding in detail is weergegeven en beschreven onder verwijzing naar de tekening dienen deze tekening en beschrijving slechts te worden beschouwd als voorbeeld. De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen. Kenmerken die zijn beschreven in 15 volgconclusies kunnen met elkaar worden gecombineerd. Verwijzingscijfers in de conclusies moeten niet worden uitgelegd als beperkingen van de conclusies maar dienen slechts ter verduidelijking. Wanneer in het voorgaande wordt gesproken over een ophthalmische inrichting wordt daarmee niet alleen een contactlens of intraoculaire lens bedoeld maar ook 20 een lensblank ter vorming van een dergelijke lens. Zo kan een lensblank nog een nabewerking ondergaan voor bijvoorbeeld het vormen van haptics in het geval van een intraoculaire lens of eventueel voor het afwerken van een omtreksrand in het geval van een contactlens al zal dit laatste in het algemeen niet noodzakelijk zijn. In het geval van een intraoculaire lens kan 25 het halffabrikaat een lensblank 260 omvatten waarvan een voorbeeld is weergegeven in figuur 7.

Claims (15)

1. Een werkwijze voor het vervaardigen van een cilindrische optische insert (64) ten behoeve van een spuitgietmal (e. injection mold) voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting (12; 20; 250; 260) (e. ophthalmic device), zoals een lensblank, een contactlens, een intraoculaire 5 lens of een gietmalhelft (e. cast mold half) voor het vervaardigen van een lensblank, een contactlens of een intraoculaire lens, waarbij de ophthalmische inrichting (12; 20; 250; 260) ten minste is voorzien van: • een nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak (14; 24; 252; 262) dat niet cirkelsymmetrisch is rond een centrale hartlijn (L) maar 10 bijvoorbeeld thorisch, a-sferisch of bifocaal of een combinatie daarvan; en • ten minste één referentie-oppervlak (16-18; 26; 254; 264, 256; 266) ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak (14; 24; 252; 262) nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd 15 zowel in laterale richtingen als rotatieve richting; waarbij de spuitgietmal (50) omvat: • een eerste spuitgietmalhelft (52) met ten minste één cilindrische optische insertopening (61); • ten minste één cilindrische optische insert (64), waarbij de optische 20 insert (64) is voorzien van een nauwkeurig gedefinieerd optisch optische insertoppervlak (66, 66’), waarbij de optische insert (64) losmaakbaar is op genomen in de cilindrische optische insertopening (61); • een tweede spuitgietmalhelft (54) die tezamen met de eerste 25 spuitgietmalhelft (52) met de daarin opgenomen optische insert (64) in een gesloten stand een spuitgietmalholte (56) bepalen waarin de ophthalmische inrichting (12; 20; 250; 260) met het ten minste ene referentie-oppervlak (16-18, 26; 254; 264; 256;266) wordt gespuitgiet (e. injection molded) en waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak (66) het te vormen nauwkeurig 5 gedefinieerde optische oppervlak (14, 24; 252; 262) van de ophthalmische inrichting (12, 20) definieert; • een uitsparing (102) of nok in de cilindrische optische insertopening (61) die ten minste één positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de hartlijn van de optische insertopening 10 (61); • een met het ten minste ene positioneervlak geassocieerde aanslag (104) op de cilindrische optische insert (64) die aanligt tegen het ten minste ene positioneervlak ter rotatieve oriëntatie van de optische insert (64) in de cilindrische optische insertopening (61), waarbij de 15 aanslag (104) op de cilindrische optische insert (64) een aanslagvlak is of een aanslagpen (104) die is openomen in een penuitsparing (106) in de cilindrische optische insert (64); waarbij de werkwijze omvat: • het vervaardigen van het nauwkeurig gedefinieerde optische 20 oppervlak (66) van de optische insert (64) op een draaibank (200) met een CNC-besturing, waarbij de draaibank (200) is voorzien van een rond een hoofdhartlijn (e. main axis) (A) roteerbare opspankop (202) waarvan de rotatieve positie bestuurbaar is, waarbij de draaibank (200) is voorzien van een beitel (204) die in een richting (X) in 25 hoofdzaak loodrecht op hoofdhartlijn (A) en in een richting (Z) evenwijdig aan de hoofdhartlijn (A) bestuurbaar verplaatsbaar is, waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak (66) wordt gevormd door gestuurde rotatie van de opspankop (202) en gestuurde verplaatsing van de beitel (204), uitgaande van een opspanpositie 30 van de optische insert (64) in de opspankop (202); • het vervaardigen van het aanslagvlak of de penuitsparing (106) van de optische insert (64) met een frees of een boor (206) terwijl de optische insert (64) zich in de genoemde opspanpositie in de opspankop (202) bevindt, waarbij de CNC-besturing de positie van 5 het aanslagvlak of de penuitsparing (106) ten opzichte van het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak (66) definieert door nauwkeurige rotatieve aansturing van de opspankop (202) ter positionering van de optische insert (64) ten opzichte van de frees of boor (206). 10

2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de CNC-besturing van de draaibank (200) de rotatieve positie van de opspankop (202) bestuurt in stappen (e. increments), waarbij de nauwkeurigheid van de CNC-besturing, uitgedrukt in het aantal stappen per omwenteling ten minste 3000 stappen 15 per 360° bedraagt en bijvoorkeur ca. 4000 stappen per 360° bedraagt.

3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de CNC-besturing van de draaibank (200) de positie van de beitel in de richting (Z) van hoofdas (A) bestuurt met een resolutie die kleiner is 1 micron, en bij voorkeur met 20 een resolutie die kleiner is dan 0,1 micron.

4. De werkwijze volgens één der conclusie 1-3, waarbij de CNC-besturing van de draaibank (200) de positie van de beitel in de richting (X) loodrecht op hoofdas bestuurt met een resolutie die kleiner is dan 1 micron, 25 en bij voorkeur met een resolutie die kleiner is dan 0,1 micron.

5. Een spuitgietmal (e. injection mold) (50) voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting (e. ophthalmic device), zoals een lensblank (260), een contactlens (250), een intraoculaire lens of een gietmalhelft (12; 30 20) (e. cast mold half) voor het vervaardigen van een lensblank (260), een contactlens (250) of een intraoculaire lens, waarbij de ophthalmische inrichting (12, 20; 250; 260) ten minste is voorzien van: • een nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak (14, 24; 252; 262) dat niet cirkelsymmetrisch is rond een centrale hartlijn (L) maar 5 bijvoorbeeld thorisch, a-sferisch of bifocaal of een combinatie daarvan; en • ten minste één referentie-oppervlak (16-18, 26; 254, 256; 264, 266;) ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak (14, 24; 252; 262) nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd 10 zowel in laterale richtingen als rotatieve richting; waarbij de spuitgietmal (50) omvat: • een eerste spuitgietmalhelft (52) met ten minste één cilindrische optische insertopening (61); • ten minste één cilindrische optische insert (64) met een nauwkeurig 15 gedefinieerd optisch optische insertoppervlak (66), waarbij de optische insert (64) losmaakbaar is opgenomen in de cilindrische optische insertopening (61); • een tweede spuitgietmalhelft (54) die tezamen met de eerste spuitgietmalhelft (52) met de daarin opgenomen optische insert (64) 20 in een gesloten stand een spuitgietmalholte (56) bepalen waarin de ophthalmische inrichting (12, 20; 250; 260) met het ten minste ene referentie-oppervlak (16-18; 26; 254, 256; 264, 266) wordt gespuitgiet (e. injection molded) en waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak (66) het te vormen nauwkeurig 25 gedefinieerde optische oppervlak (14; 24; 252; 262) van de ophthalmische inrichting (12; 20; 250; 260) definieert; • een uitsparing of nok (102) in de cilindrische optische insertopening (61) die ten minste één positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in een richting evenwijdig aan de hartlijn van de optische insertopening (61); • een met het ten minste ene positioneervlak geassocieerde aanslag (104) op de cilindrische optische insert (64) die aanligt tegen het ten 5 minste ene positioneervlak (102) ter rotatieve oriëntatie van de optische insert (64) in de cilindrische optische insertopening (61), waarbij de aanslag op de cilindrische optische insert (64) een aanslagvlak is of een aanslagpen (104) die is openomen in een penuitsparing (106) in de cilindrische optische insert (64), waarbij de 10 optische insert (64) is vervaardigd met de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.

6. De spuitgietmal volgens conclusie 5, waarbij de ophthalmische inrichting een gietmalhelft (e. cast mold half) (12; 20) is voor het 15 vervaardigen van een lensblank (260), een contactlens (250) of een intraoculaire lens, waarbij spuitgietholte (58) is geconfigureerd voor het vormen van een gietmalhelft (12; 20) die is voorzien van: • eerste positioneringsmiddelen (16-18; 26) die zijn geconfigureerd voor aangrijping op tweede positioneringsmiddelen (26; 16-18) van een 20 tweede gietmalhelft (20) ter rotatieve en laterale oriëntatie van de gietmalhelft (12; 20) ten opzichte van de tweede gietmalhelft (20; 12), waarbij het ten minste ene referentie-oppervlak (16-18; 26) ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak (14; 24) nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd deel uitmaakt van de 25 eerste positioneringsmiddelen (16-18; 26), zodat bij plaatsing van de de tweede gietmalhelft (20) op de eerste gietmalhelft (12) een nauwkeurige rotatieve en laterale positionering van de tweede gietmalhelft (20) ten opzichte van de eerste gietmalhelft (12) wordt verkregen. 30

7. De spuitgietmal volgens conclusie 5, waarbij de ophthalmische inrichting een lensblank (260), een contactlens (250) of intraoculaire lens is, die in aanvulling op het nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak (252; 262) is voorzien van een tweede nauwkeurig gedefinieerd optisch oppervlak 5 (254; 264) dat tegenover het eerste nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak (252; 262) is gepositioneerd, waarbij de spuitgietmal (50) verder is voorzien van: • ten minste één cilindrische tweede optische insertopening (6 Γ) die is opgenomen in de tweede spuitgietmalhelft (54); 10. ten minste één cilindrische tweede optische insert (64’) met een nauwkeurig gedefinieerd optisch optische insertoppervlak (66’), waarbij de tweede optische insert (64’) losmaakbaar is opgenomen in de tweede optische insertopening (66’), waarbij het nauwkeurig gedefinieerde optische insertoppervlak (66’) van de tweede optische 15 insert (64) het te vormen tweede nauwkeurig gedefinieerde optische oppervlak (254; 264) van de ophthalmische inrichting (250; 260) definieert; • een uitsparing of nok (102’) in de tweede optische insertopening (61’) die ten minste één tweede positioneervlak omvat dat zich uitstrekt in 20 een richting evenwijdig aan de hartlijn van de tweede optische insertopening (61’); • een met het ten minste ene tweede positioneervlak geassocieerde tweede aanslag (104’) op de tweede optische insert (64’) die aanligt tegen het ten minste ene tweede positioneervlak ter rotatieve 25 oriëntatie van de tweede optische insert (64’) in de tweede optische insertopening (61’), waarbij de tweede aanslag op de tweede optische insert een aanslagvlak is of een aanslagpen (104’) die is openomen in een penuitsparing (106’) in de tweede optische insert (64’), waarbij de tweede optische insert (64’) is vervaardigd met de werkwijze volgens 30 één der conclusies 1-5.

8. De spuitgietmal volgens conclusie 7, waarbij het ten minste ene referentie-oppervlak ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak (66) nauwkeurig dient te zijn gepositioneerd het 5 tweede optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak (66’) is, zodat beide optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlakken (66, 66’) aan weerszijden van de contactlens (250) of intraoculaire lens (260) nauwkeurige in rotatieve en laterale richting ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.

9. De spuitgietmal volgens conclusie 5, waarbij het ten minste ene referentie-oppervlak ten opzichte waarvan het optisch nauwkeurig gedefinieerde oppervlak nauwkeurig is gepositioneerd een omtreksrand (256; 266) van de ophthalmische inrichting (12; 20; 250; 260) is, zodat het optisch nauwkeurig gedefinieerd oppervlak (66) nauwkeurig in rotatieve en 15 laterale richting ten opzichte de omtreksrand (256; 266) van de ophthalmische inrichting (12; 20; 250; 260) is gepositioneerd.

10. Een werkwijze voor het vervaardigen van een ophthalmische inrichting omvattende: 20. het verschaffen van een spuitgietmal (50) volgens één der conclusies 5-9; • het injecteren van kunststof in de spuitgietholte (58); • het laten uitharden van de kunststof in de spuitgietholte (58); en • het uit de spuitgietholte verwijderen van de ophthalmische inrichting 25 (12; 20; 250; 260).

11. Een ophthalmische inrichting verkregen met de werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de ophthalmische inrichting een gietmalhelft (12; 20), een contactlens (250), een lensblank (260) of een intraoculaire lens is. 30

12. Een werkwijze voor het vervaardigen gietmal (e. cast mold) (10) voor het vervaardigen van een contactlens (250), een lensblank (260) of een intraoculaire lens, waarbij de gietmal (10) is voorzien van: • eerste gietmalhelft (12) met eerste positioneringsmiddelen (16-18); en 5. een tweede gietmalhelft (20) tweede positioneringsmiddelen (26) die zijn ingericht voor samenwerking met de eerste positioneringsmiddelen (16-18) ter rotatieve en laterele positionering van de eerste gietmalhelft (12) ten opzichte van de tweede gietmalhelft (20); 10 waarbij de werkwijze omvat: • het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 10 voor het vervaardigen van een eerste gietmalhelft (12); en • het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 10 voor het vervaardigen van een tweede gietmalhelft (20). 15

13. Een werkwijze voor het vervaardigen van een contactlens of een intraoculaire lens omvattende: • het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 12 voor het verschaffen van een eerste en een tweede gietmalhelft (12, 20); 20. het vullen van de eerste gietmalhelft (12) met een kunststof; • het plaatsen van de tweede gietmalhelft (20) op de eerste gietmalhelft (12) zodanig dat de tweede positioneringsmiddelen (26) aangrijpen op de eerste positioneringsmiddelen (16-18), waarbij de eerste en de tweede positioneringsmiddelen zijn geconfigureerd voor onder 25 voorspanning klemmen van de tweede gietmalhelft (20) op de eerste gietmalhelft (12); • het doen uitharden van de kunststof in de gietmal (10) ter vorming van de lens (250) of lensblank (260); • het verwijderen van de tweede gietmalhelft (20); en • het met een afsluiting (36) afsluiten van de eerste gietmalhelft (12) waarin zich de lens (250) of lensblank (260) bevindt ter vorming van een verpakking uit de eerste gietmalhelft (12) en de afsluiting (36) in welke verpakking lens (250) of lensblank (260) is opgenomen. 5

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij vóór het aanbrengen van de afsluiting (36) een vloeistof in de eerste gietmalhelft (12) wordt gebracht.

15. Contactlens (250), lensblank (260) of intraoculaire lens vervaardigd 10 met de werkwijze volgens conclusie 13 of 14.