NL2002970C2 - Flexibele spudwagen. - Google Patents
Flexibele spudwagen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2002970C2 NL2002970C2 NL2002970A NL2002970A NL2002970C2 NL 2002970 C2 NL2002970 C2 NL 2002970C2 NL 2002970 A NL2002970 A NL 2002970A NL 2002970 A NL2002970 A NL 2002970A NL 2002970 C2 NL2002970 C2 NL 2002970C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- spud
- piston
- carriage
- pole
- pressure chamber
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F9/00—Component parts of dredgers or soil-shifting machines, not restricted to one of the kinds covered by groups E02F3/00 - E02F7/00
- E02F9/06—Floating substructures as supports
- E02F9/062—Advancing equipment, e.g. spuds for floating dredgers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
- Handcart (AREA)
- Investigating Strength Of Materials By Application Of Mechanical Stress (AREA)
- Actuator (AREA)
Description
Flexibele spudwagen Achtergrond van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een spudpaalwagen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een spudpaalinrichting voorzien van een spudpaalwagen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een baggervaartuig voorzien van een spudpaalwagen.
10 Een spudpaal is in dit verband een paal die aangrijpt op de bodem voor het verschaffen van een vast punt aan een baggervaartuig tijdens het baggeren. De spud, ook wel spudpaal, wordt met name belast ten gevolge van het baggerproces en de scheepsbewegingen. Een spud weegt in de praktijk enkele tientallen tonnen tot wel 200 ton.
15 Uit NL 1024018 is een inrichting bekend voor het veerkrachtig ondersteunen van het spudpaal-opneem deel van een, over op een baggervaartuig aangebrachte rails verrijdbare, spudpaalwagen. Het genoemde deel wordt ten opzichte van de spudpaalwagen zwenkbaar ondersteund en is verbonden met het ene einde van een zich in hoofdzaak in horizontale richting in de wagen uitstrekkende arm, waarvan het 20 andere, vrije einde in verticale richting veerkrachtig wordt ondersteund. De ondersteuning kan plaats vinden doordat het vrije einde is opgenomen tussen twee blokken uit rubber of een dergelijk materiaal, die door de spudpaalwagen worden ondersteund. Ook kan het vrije einde van de arm worden ondersteund door ten minste één hydraulisch-pneumatische, dubbel werken de drukmedium-cilinder, die enerzijds is 25 verbonden met een deel van de spudpaalwagen en anderzijds direct of indirect met een deel dat is verbonden met de arm. Een nadeel van deze bekende inrichting is de complexiteit en afmetingen onder meer door gebruik van de arm. De lengte van de wagen, vereist voor de arm, verkleind de slag die de wagen kan maken ten opzichte van het baggerschip. Dit maakt dat het baggerschip vaker moet verpalen hetgeen ten koste 30 gaat van de productie van het baggerschip.
Samenvatting van de uitvinding 2
De uitvinding heeft tot doel een verbeterde dan wel alternatieve spudpaalwagen te verschaffen,
De uitvinding heeft verder tot doel het beheersen van de belasting van een spudpaal tijdens het baggeren.
5 De uitvinding heeft verder als doel het verbeteren van het baggerproces.
De uitvinding verschaft daartoe een spudpaalwagen voor het verrijdbaar of schuifbaar verbinden van een spudpaal met een baggervaartuig, waarbij de spudpaalwagen een eerste en tweede wagendeel omvat, welke beide zijn voorzien van wielen of glijders, waarbij het eerste en tweede wagendeel onderling zwenkbaar zijn 10 verbonden om een schamieras.
Door het onderling zwenkbaar, ook wel knikbaar, maken van het eerste en tweede wagendeel ontstaat de mogelijkheid om belastingen van de spud te gaan dempen, terwijl de spudwagen compact kan blijven. Dit is voordelig in verband met standaardisatie van de spudpaalwagen en gebruik van constructiemateriaal, hier staal.
15 Bovendien is de demping meer beheersbaar door de mogelijkheid de afstand tussen de schamieras en de spud te kiezen, zonder invloed op de afmetingen van de paalwagen. Deze lengte van de spudpaalwagen dient minimaal te zijn zodat de slaglengte van de spudpaalwagen maximaal is, hetgeen gunstig is voor de productie van het baggervaartuig.
20 In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding staat de schamieras dwars op de spudpaal en de rijrichting van de spudpaalwagen staat.
Wanneer de schamieras dwars op de spudpaal en de rijrichting van de spudpaalwagen staat, is dc mogelijkheid om tc dempen des tc beter voor wat betreft beveiliging van dc spud voor belasting in de lengterichting van het baggervaartuig. De rijrichting van de 25 spudpaalwagen ten opzichte van een baggervaartuig is in de lengterichting van het baggervaartuig.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding zijn het eerste en tweede wagendeel onderling verbonden middels een actuator voor het doorleiden van een moment door de spudpaalwagen van de spudpaal naar een 30 railsysteem van een baggervaartuig. Door het toepassen van een actuator is de demping van belastingen op de spud meer beheersbaar toe te passen. Het dempen van belasting van de spud is in de praktijk van groot belang omdat de belasting van de spudpaal de bedrijfszekerheid van een baggervaartuig mede bepaalt. De toelaatbare belasting, of 3 ook belastbaarheid van een spudpaal, bepaalt mede tot aan welke mate van deining een baggervaartuig kan baggeren. Wanneer piekbelasting van de spud wordt gedempt heeft dit direct een positief gevolg op de bedrijfszekerheid van een baggervaartuig, bovendien wordt de spud beveiligd tegen breuk.
5 In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding dwingt de actuator het eerste en tweede wagendeel richting een onderlinge voorkeursstand voor het houden van een spud in een in hoofdzaak verticale stand. In normaal bedrijf opereert het baggervaartuig door de centrerende werking van de actuator meestentijds met de spud in de verticale stand, hetgeen voordelig is voor de nauwkeurigheid van het 10 baggerproces. De nauwkeurigheid van het baggerproces is des te belangrijker wanneer er een profiel wordt gebaggerd.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding zijn het eerste en tweede wagendeel onderling verbonden middels alleen de schamieras en de actuator voor het doorleiden van het volledig moment van de spudpaal naar een 15 railsysteem van een baggervaartuig. De actuator op zich leidt alleen trek- of drukkrachten door. De spudwagen als geheel leidt door de koppeling middels de schamieras en de actuator momenten door. Door het doorleiden door de actuator van de gehele belasting op de spud wordt de mogelijkheid deze belasting te dempen en te meten des te beter.
20 In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding zijn houdmiddelen voorzien voor het houden van de spud om momenten door te leiden loodrecht op de lengteas van de spud, en waarbij de houdmiddelen zijn voorzien op het eerste wagendeel. De houdmiddelen leiden met name momenten door in het horizontale vlak. Door het houden van de spud op één wagendeel worden krachten ten gevolge van 25 een moment op de spud door de actuator geleid hetgeen de mogelijkheid tot dempen en meten van de belasting op de spud verder verbetert.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding omvat de actuator een centreercilinder voor het doorleiden van krachten tussen het eerste en tweede wagendeel, waarbij de centreercilinder omvat een eerste zuiger en een tweede 30 zuiger elk met hun respectievelijke eerste dmkkamer en tweede drukkamer, een met één wagendeel verbonden zuigerstang voor het aangrijpen op de eerste zuiger voor het doorleiden van drukkrachten tussen het eerste en tweede wagendeel, en voor het aangrijpen op de tweede zuiger voor het doorleiden van trekkrachten tussen het eerste 4 en tweede wagendeel. Door het toepassen van de eerste en tweede zuiger wordt het mogelijk de zuigerstang, voor wat de betreft de in- en uitgaande beweging van de zuigerstang, voor te spannen richting de middenstand van de actuator. Wanneer de zuigerstang in de middenstand is, staan het eerste en tweede wagendeel in hun 5 voorkeursstand.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding, is de tweede zuiger schuifbaar verbonden met de zuigerstang, waarbij in een uitvoeringsvorm de zuigerstang is doorgevoerd door een centrale uitsparing in de tweede zuiger voor centraal schuifbaar houden van de tweede zuiger. Door het 10 schuifbaar verbinden van de tweede zuiger met de zuigerstang wordt het mogelijk de middenstand van de actuator te bepalen middels een vaste aanslag op de behuizing van de centreercilinder, de tweede zuiger grijpt daarbij aan op deze aanslag.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding is de zuigerstang vast verbonden met de eerste zuiger. Hierdoor wordt een eenvoudige 15 constructie verkregen waarmee het bovendien mogelijk wordt tijdens het opnemen van trekkrachten door de centreercilinder, de centreercilinder in te stellen, dat wil zeggen dat de trekkracht waarbij de tweede zuiger uit de middenstand beweegt, kan worden ingesteld met de eerste zuiger.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding is de eerste 20 drukkamer middels een fluïdumleiding verbonden met de tweede drukkamer voor het verbinden van de eerste en tweede drukkamer met één accumulator. Door het verbinden van de eerste en tweede drukkamers heerst in beide dezelfde druk, hetgeen het instellen van de centreercilinder meer eenvoudig maakt. Het aansluiten van de eerste en tweede drukkamer op één accumulator verschaft beide drukkamers een zelfde karakteristiek 25 voor wat betreft druk tegen volume, hetgeen het instellen van de centreercilinder meer eenvoudig maakt. Overigens is het denkbaar dat de eerste en tweede drukkamer elk zijn aangesloten op een afzonderlijke accumulator waardoor de karakteristiek bij het opnemen van druk- en trekkracht afzonderlijk is in te stellen, hetgeen onder omstandigheden gunstig is voor het baggerproces.
30 In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding, is het zuigeroppervlak van de tweede zuiger twee maal het zuigeroppervlak van de eerste zuiger. Door deze verhouding van de zuigeroppervlakken is het mogelijk de karakteristiek bij het opnemen van druk- en trekkracht te balanceren. Bij balanceren 5 van de centreercilinder bouwt deze voor in en uitgaande beweging van de zuigerstang een kracht met een zelfde grootte op en is de houdkracht waarmee de zuigerstang in de middenstand wordt gehouden voor de in en uitgaande beweging gelijk.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding, is tussen de 5 eerste zuiger en de tweede zuiger een derde drukkamer voorzien, welke een aansluiting omvat voor het fluïdum verbinden van de derde drukkamer met een verdere accumulator. De derde drukkamer verbetert de mogelijkheden tot beheersen van het dempen van de belasting op de spud en het instellen van de houdkracht.
In een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding, omvat de 10 actuator een accumulator in fluïdumverbinding met de eerste en tweede drukkamer. Het aansluiten van de eerste en tweede drukkamer op één accumulator verschaft beide drukkamers een zelfde karakteristiek voor wat betreft druk tegen volume, hetgeen het instellen van de centreercilinder meer eenvoudig maakt waarbij de zuigerstang middels de eerste zuiger en tweede zuiger, waarop nu een gelijke druk rust, richting de 15 middenstand wordt gedwongen. In de middenstand is de som van het volume van de eerste en tweede drukkamer maximaal.
ïn een uitvoeringsvorm van de spudpaalwagen volgens de uitvinding, omvat de actuator een drukopnemer voor het meten van de druk in een drukkamer, specifiek in één of meer van de eerste, tweede en derde drukkamer, voor het meten van de belasting 20 op de spud. Door het meten van de druk wordt de belasting van de spud des te beter beheersbaar.
De uitvinding verschaft daartoe een spudpaalinrichting voor het verrijdbaar verbinden van een spudpaal met ccn baggervaartuig, waarbij de spudpaalinrichting omvat een railsysteem voor het verbinden van de spudpaalinrichting met een 25 baggervaartuig, een spudpaalwagen volgens de uitvinding, verrijdbaar gehouden in het railsysteem, waarbij het eerste en tweede wagendeel zwenkbaar zijn verbonden met het railsysteem en zwenkbaar zijn om een respectievelijke schamieras.
In een spudpaalinrichting volgens de uitvinding, zijn de houdmiddelen op het eerste wagendeel gerangschikt zodanig dat de lengteas van de spud en de schamieras 30 kruisen. Wanneer de lengteas van de spud en de schamieras kruisen is de belasting van de actuator door het eigengewicht van de spud minimaal.
De uitvinding verschaft daartoe een baggervaartuig voorzien van een spudwagen of spudpaalinrichting volgens de uitvinding.
6
Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.
5 Korte beschrijving van de figuren
In de bijgevoegde figuren zijn diverse uitvoeringsvormen van een spudpaalinrichting, of delen daarvan, volgens de uitvinding weergegeven waarin getoond wordt in: 10 Fig. 1 een aanzicht in perspectief van een spudpaalinrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een aanzicht vanaf stuurboord van de inrichting van fig. 1; fig. 3 de inrichting uit fig. 2 waarbij de wagendelen onderling zijn gekanteld; fig. 4 het aanzicht van fig. 3 waarbij de wagendelen de andere kant op zijn 15 gekanteld; fig. 5 een centreercilinder in de middenstand; fig. 6 de centreercilinder uit fig. 5 op druk belast vanuit de middenstand; fig. 7 de centreercilinder op trek belast vanuit de middenstand; fig. 8 een verdere uitvoeringsvorm van de centreercilinder; 20 fig. 9 de centreercilinder uit fig. 8 op druk belast vanuit de middenstand; en fig. 10 de centreercilinder van fig. 8 op trek belast vanuit de middenstand.
Beschrijving van uitvoeringsvormen 25 Fig. 1 toont een spudpaalwagen 1 in perspectief. De paalwagen is hier verrijdbaar over een railsysteem 5. Overigens is de uitvinding ook toe te passen op een paalwagen die glijdbaar is over het railsysteem 5 middels bijvoorbeeld glijdblokken. De spudpaalwagen 1 is verrijdbaar om de spud 8 te kunnen verplaatsen ten opzichte van een baggervaartuig. Op deze manier zet het baggervaartuig zich af tegen de spud 8 om 30 aan de voorzijde productie te draaien, bijvoorbeeld het verplaatsen van bagger. Het verrijden van de paalwagen 1 en met name de snelheid van de paalwagen 1 heeft grote invloed op de productie van het baggervaartuig. De paalwagen 1 bestaat hier uit twee paalwagendelen 2, 3. Het eerste paalwagendeel 2 is voorzien van twee houders 9,10 7 voor het houden van een spudpaal 8. Het toepassen van klemsystemen voor het houden van de spud 8 is eveneens denkbaar. De houders 9 en 10 verbinden de spudpaal 8 hier met het paalwagendeel 2. De houders 9 en 10 grijpen daarvoor aan op de wand van de spud 8. De houders 9 en 10 grijpen hier aan over de gehele omtrek 18 van de spud 8.
5 Hier wordt gebruik gemaakt van twee houders 9,10 om de spudpaal te verbinden met paalwagendeel 2 voor wat betreft rotaties in het horizontale vlak. Denkbaar is een ander aantal houders 9, 10 te gebruiken. Paalwagendeel 2 is zwenkbaar ten opzichte van het railsysteem 5. Het paalwagendeel 2 is hier zwenkbaar rond as 13. Deze as 13 is hier de centrale as van een wielstel 11. Het wielstel 11 heeft hier twee wielen 16 en 17 die 10 verrijdbaar zijn over de rails 6 en 7 van het railsysteem 5. Het tweede paalwagendeel 3 is eveneens zwenkbaar ten opzichte van het railsysteem 5. Het tweede paalwagendeel 3 is zwenkbaar om een as 12. Deze as 12 is hier de as van een wiel 15 waarmee paalwagendeel 3 verrijdbaar is over railsysteem 5. De beide paalwagendelen 2 en 3 vormen tezamen de paalwagen 1. De paalwagendelen 2 en 3 zijn onderling 15 schamierbaar, ook wel zwenkbaar, verbonden. Door het schamierbaar verbinden van de beide paalwagendelen 2 en 3 is een flexibele paalwagen verkregen die kan vervormen in zijn vlak waardoor het mogelijk wordt om bijvoorbeeld demping toe te passen en/of de stijfheid te beheersen wat betreft het onderling scharnieren van de paalwagendelen 2 en 3 onafhankelijk van de stijfheid van de paalwagendelen 2 en 3 zelf. Op deze wijze 20 wordt de rotatiestijfheid van de spud 8 ten opzichte van het baggervaartuig beheerst. De beide paalwagendelen 2 en 3 zijn verder verbonden middels een actuator 19. De actuator 19 houdt beide paalwagendelen 2 en 3 in hun onderlinge voorkeursstand, specifiek in hun onderlinge hoek. De actuator 8 centreert daarbij de spud 8 in zijn verticale stand. De actuator 19 minimaliseert afwijking van de verticale stand van de 25 spud 8. De actuator 19 houdt hier de paalwagendelen 2 en 3 in voorkeursstand, hier die stand waarin de beide paalwagendelen 2 en 3 in het vlak van het railsysteem 5 liggen. Wanneer het eerste paalwagendeel 2 en het tweede paalwagendeel 3 in de voorkeurstand staan, neemt de spud 8 een verticale stand in. De actuator 19 leid momenten door tengevolge van het baggerproces en het deinen van het baggervaartuig 30 richting het railsysteem 5, dat wil zeggen richting het baggervaartuig. De actuator 19 heeft hier een werklijn in hoofdzaak loodrecht op de spud 8, hetgeen gunstig is met betrekking tot het doorleiden van krachten tussen het eerste en tweede paalwagendeel 2, 3, en bovendien een gunstig kleine inbouwhoogte heeft. Afhankelijk van de 8 inbouwmogelijkheden in de paalwagen is een andere stand van de actuator 19 ten opzichte van de spud 8 denkbaar. De houders 9 en 10 houden een spud 8 hier met zijn centrale as 59 gekruist met de as 13 waar omheen paalwagendeel 2 verzwenkbaar is ten opzichte van het railsysteem 5. Hierdoor behoeft actuator 19 geen moment over te 5 dragen tengevolge van het eigen gewicht van de spud 8. De paalwagendelen 2 en 3 zijn hier verder onderling zwenkbaar rond een rotatieas 14 voor het opvangen van onvolkomenheden van het railsysteem 5. Bovendien worden hierdoor dwarskrachten op de spud 8 hoofdzakelijk opgevangen door wielstellen 11. De paalwagen 1 is hier verrijdbaar ten opzichte van het railsysteem 5 en wordt bewogen middels een 10 hydraulische cilinder 20.
Fig. 2 toont een zijaanzicht vanaf stuurboord van de inrichting uit fig. 1.
Duidelijk zichtbaar is de scharnieras 21 waaromheen de paalwagendelen 2 en 3 onderling schamierbaar zijn. De actuator 19 houdt de paalwagendelen 2 en 3 in de onderlinge voorkeurstand.
15 Fig. 3 toont de inrichting van fig. 1 in zijaanzicht. De paalwagendelen 2 en 3 zijn hier verdraaid ten opzichte van elkaar over een hoek α+β. Gezien vanaf stuurboord is paalwagendeel 2 rechtsom gedraaid over een hoek α tezamen met de spud 8 ten gevolge van een moment rechtsom gezien vanaf stuurboord. De hoek α bedraagt in de praktijk bijvoorbeeld circa 1,5°. Deze hoek α is instelbaar door de keus van de positie 20 van de scharnieras 21 zonder dat daarbij de lengte van de paalwagen 1 vergroot.
Paalwagendeel 3 is daarbij linksom gedraaid over een hoek β. Deze situatie kan zich voordoen wanneer het schip opwaarts deint. De actuator 19 wordt hierdoor ingedrukt over een slag. Deze slag in instelbaar door de keus van de afstand tussen de actuator 19 en de scharnieras 21. De slag van de actuator is instelbaar door de keus van de 25 onderlinge afstand tussen de actuator 19 en de scharnieras 21, en de positie van de scharnieras 21 zelf, waarmee de lengte van de beide paalwagendelen 2 en 3 wordt bepaald. Dc actuator 19 wordt bij voorkeur dan pas ingedrukt bij het overschrijden van een houdkracht waarmee de paalwagendelen 2 en 3 in de voorkeurstand worden gehouden. De actuator 19 oefent een drukkracht uit op de paalwagendelen 2 en 3 zodat 30 deze terug in de voorkeurstand worden gedwongen.
Fig. 4 is een aanzicht van de spudpaalinrichting 1. Gezien vanaf stuurboord is het eerste paalwagendeel 2 linksom gedraaid over een hoek α tezamen met de spud 8. Het tweede paalwagendeel 3 is hier rechtsom verdraaid over een hoek β ten opzichte van 9 het railsysteem 5. Deze situatie kan zich voordoen wanneer het baggervaartuig benedenwaarts deint. De actuator 19 oefent hier een trekkracht op de beide paalwagendelen 2 en 3 richting hun onderlinge voorkeurstand.
Fig. 5-7 toont een eerste uitvoeringsvorm van een centreercilinder 31 voor 5 gebruik in een actuator 19 in een spudpaalinrichting volgens de uitvinding. Fig. 5 toon de centreercilinder 31 met zijn zuigerstang 37 in de middenstand, ook aangeduid met middenstand van de centreercilinder 31. De middenstand correspondeert met de voorkeursstand van het eerste en tweede paalwagendeel 2, 3 uit fig. 1. Deze centreercilinder 31 is middels de zuigerstang 37 en de behuizing 50 bevestigd aan de 10 paalwagendelen 2 en 3 voor het doorleiden van druk- of trekkrachten. De bevestigingsmiddelen zijn hier in deze figuren verder niet getoond. De belasting wordt door de centreercilinder 31 geleid. De belasting grijpt aan op de centrale zuigerstang 37 en de behuizing 50. Centreercilinder 31 wordt in bedrijf zowel op druk als trek belast. In deze figuur 5 is de centreercilinder 31 getoond in de middenstand. De centrale 15 zuigerstang 37 is hier verbonden met een eerste zuiger 32 en een tweede zuiger 35. Drukkrachten worden door de centreercilinder 31 geleid middels de eerste zuiger 32. Trekkrachten worden door de centreercilinder 31 geleid middels de tweede zuiger 35. cilindervlak 36. De eerste zuiger 32 is hier vast verbonden met de zuigerstang 37. De tweede zuiger 36 is hier schuifbaar over de zuigerstang 37. De centreercilinder 31 20 omvat hier drie drukkamers 33, 38 en 39. De eerste drukkamer 33 oefent druk uit op het zuigeroppervlak 34 van de eerste zuiger 32. De tweede drukkamer 39 oefent druk uit op het zuigeroppervlak 36 van de tweede zuiger 35. In de middenstand van de centreercilinder 31 grijpen dc eerste zuiger 32 en de tweede zuiger 35 onderling aan, hier middels een aanslag 52b van de eerste zuiger 32 en een aanslag 52a van de tweede 25 zuiger 35. De druk in de eerst drukkamer 33 en de tweede drukkamer 39 is gelijk. Het zuigeroppervlak 36 van de tweede zuiger 35 is groter dan het zuigeroppervlak 34 van de eerste zuiger 32. Wanneer er geen externe belasting wordt uitgeoefend op de zuigerstang 37, is er een stabiel evenwicht. Bij dit stabiel evenwicht grijpt het tweede zuigerdeel 35 aan op de behuizing 50 van de centreercilinder 31. De tweede zuiger 35 30 rust hier op de behuizing 50 middels een aanslag 5 lb van de tweede zuiger 35 en een aanslag 51a van de behuizing 50. De middenstand van de centreercilinder 31 wordt bepaald door het aangrijpen van het tweede zuigerdeel 35 op de behuizing 50 en het onderling aangrijpen van de eerste en tweede zuiger 32, 35. De zuigeroppervlakken 34 10 en 36 hebben in de middenstand een vaste afstand ten opzichte van elkaar. De druk in de derde drukkamer 38 is lager dan de druk in de drukkamers 34 en 39. Mede door het drukverschil tussen de kamers 34 en 38 wordt de eerste zuiger 32 met de zuigerstang 37 richting de middenstand gedwongen. Overigens is het denkbaar dat in de derde 5 drukkamer 38 de omgevingsdruk heerst, of dat de derde drukkamer 38 op een alzonderlijke accumulator is aangesloten. Door het drukverschil tussen drukkamer 39 en 38 wordt de tweede zuiger 35 eveneens naar de middenstand gedwongen. In deze middenstand rust het tweede zuigerdeel 35 met zijn omlopende aanslag 51b op de omlopende aanslag 51a van de behuizing 50. De aanslagvlakken 51a en 51b bepalen 10 tezamen de middenstand van de centreercilinder 31. Daarbij wordt samengewerkt met de aanslagvlakken 52a en 52b waarmee hier de eerste zuiger 32 aangrijpt op de tweede zuiger 35. De drukkamers 33 en 39 zijn hier aangesloten op een gezamenlijke toevoerleiding 42 waardoor de druk in deze kamers gelijk is en ook de karakteristiek gelijk is wanneer de toevoerleiding is aangesloten op een accumulator. Deze 15 toevoerleiding 42 staat in verbinding met een accumulator voor het verkrijgen van een volume-druk karakteristiek. Deze accumulator is hier verder niet getoond of beschreven. Denkbaar is dat de drukkamers 33 en 39 elk zijn aangesloten op een afzonderlijke accumulator. De drukken in de drukkamers 33 en 39 zijn zo afgestemd dat zonder externe belasting op de zuigerstang 37, de centreercilinder 31 zijn 20 middenpositie inneemt waarin een stabiel evenwicht is. De eerste zuiger 32 is voorzien van een omlopende afdichting 47 die de omtrek van de eerste zuiger 32 afdichtend verbindt met de behuizing 50. De tweede zuiger 35 is aan zijn buitenomtrek voorzien van een afdichting 49 die dc tweede zuiger 35 afdichtend verbindt met de behuizing 50. De tweede zuiger 35 is aan zijn binnenomtrek voorzien van een afdichting 48 die de 25 tweede zuiger 35 afdichtend verbindt met zuigerstang 37 waarover de tweede zuiger 35 schuifbaar is. De afdichtingen 47,48 en 49 worden hier verder niet beschreven.
De centreercilinder 31 omvat, een centrale zuigerstang 37 voor het aangrijpen op een eerste zuiger 32 en een tweede zuiger 33, de eerste zuiger 32 en de tweede zuiger 35 zijn in tegenovergestelde richting beweegbaar in een respectievelijke zuigerkamer 30 33, 39 tussen een middenstand waarin een stabiel evenwicht heerst, waarbij de paalwagendelen 2, 3 in hun onderlinge voorkeurspositie zijn, en een uitpositie voor het verkleinen van het gezamenlijk volume van de respectievelijke zuigerkamers 33, 39 waarbij het zuigeroppervlak 36 van de tweede zuiger 35 groter is dan het 11 zuigeroppervlak 34 van de eerste zuiger 35, een accumulator in fluïdumverbinding met beide zuigerkamers 33, 39 voor het bepalen van een druk in de zuigerkamers 33,39 afhankelijk van het gezamenlijk volume van de zuigerkamers 33, 39.
5 Fig. 6 toont de centreercilinder 31 van fig. 5 wanneer deze vanuit de middenstand op druk wordt belast. Wanneer de kracht F een de houdkracht overschrijdt, beweegt de eerste zuiger 32 weg uit de middenstand en verkleint daarbij het volume van de drukkamer 33. De houdkracht wordt bepaald door de druk in drukkamer 33 en het zuigeroppervlak 34 van de eerste zuiger 32. Doordat de drukkamer 33 is verbonden met 10 de accumulator zal de druk in deze drukkamer 33 daardoor verhogen. Omdat drukkamer 39 is verbonden met dezelfde accumulator zal ook in de drukkamer 39 de druk verhogen. Het verhogen van de druk in de drukkamer 39 heeft verder geen gevolg voor de positie van de tweede zuiger 35. De druk in de derde drukkamer 38 is hier altijd lager dan de druk in de eerste en tweede drukkamer 33, 39. Wanneer nu de 15 drukbelasting F wegvalt zal tengevolge van het drukverschil tussen drukkamer 33 en 38 de eerste zuiger 32 met de zuigerstang 37 richting de middenstand bewegen. In deze middenstand rust de eerste zuiger 32 weer op hiervoor beschreven wijze op de tweede zuiger 35 en herwint daar zijn middenstand.
Fig. 7 toont de centreercilinder 31 van fig, 5 wanneer deze vanuit de middenstand 20 op trek wordt belast. Wanneer de kracht F een de houdkracht overschrijdt, beweegt de eerste zuiger 32 met de tweede zuiger 35 weg uit de middenstand en verkleint daarbij het volume van de tweede drukkamer 39. De eerste drukkamer 33 vergroot, echter het gezamenlijk volume van de eerste en tweede drukkamer 33, 39 verkleint, waardoor de druk vergroot door de accumulator (niet getoond) waarop de eerste en tweede 25 drukkamer 33, 39 zijn aangesloten middels de leiding 42. Omdat het zuigeroppervlak 36 van de tweede zuiger 35 groter is dan het zuigeroppervlak 36 van de eerste zuiger 32 dwingt de som van de krachten op de eerste zuiger 32 en de tweede zuiger 35, die onderling aangrijpen, deze naar de middenstand van de centreercilinder 31. Wanneer het zuigeroppervlak 36 van de tweede zuiger 35 tweemaal zo groot is als het 30 zuigeroppervlak 36 van de eerste zuiger 32 dan is de houdkracht voor zowel drukkracht (fig. 6) als trekkracht gelijk, hetgeen gunstig is onder bepaalde baggeromstandigheden. Wanneer nu de trekbelasting F wegvalt zal tengevolge van het verschil in zuigeroppervlak 36 van de tweede zuiger 35 en het zuigeroppervlak 34 van de eerste 12 zuiger 32 eerste zuiger 32 met de tweede zuiger 35 en de zuigerstang 37 richting de middenstand bewegen. In deze middenstand rust de eerste zuiger 32 weer op bekende wijze op de tweede zuiger 35 en herwint daar zijn middenstand.
Fig. 8-10 toont een verdere uitvoeringsvorm van de centreercilinder 31. Alleen de 5 verschillen met de uitvoeringsvorm uit de fig. 5 t/m 7 zullen worden verduidelijkt. In de getoonde uitvoeringsvorm is het tweede zuiger 32 schuifbaar ten opzichte van de behuizing 50 onafhankelijk van de zuigerstang 37. In de middenstand rust de eerste zuiger 32 met zijn omlopende aanslag 58a op de omlopende aanslag 58b van de behuizing 50. De tweede zuiger 35 rust op eenzelfde manier op de behuizing 50 als 10 hierboven beschreven. In deze middenstand wordt de zuigerstang 37 opgesloten tussen de eerste zuiger 32 en de tweede zuiger 35. Een voordeel van deze constructie is dat er meer vrijheid is om, mede middels de druk in de derde drukkamer 38 de houdkracht in te stellen per belastinggeval, dat wil zeggen drukbelasting of trekbelasting. Bovendien is wanneer de eerste en tweede drukkamer 33, 39 elk zijn aangesloten op een eigen 15 accumulator, de karakteristiek eveneens per belastingsgeval in te stellen. De houdkracht is de kracht die moet worden overschreden wil de centreercilinder 31 uit zijn middenstand gaan.
Fig. 9 toont de centreercilinder 31 van fig. 8 wanneer deze vanuit de middenstand op druk wordt belast met kracht F. De centrale zuigerstang 37 beweegt samen met het 20 eerste zuiger 32 weg vanuit de middenstand. De druk in de drukkamer 33 neemt daar weer toe en daarmee ook de druk in de drukkamer 39 die hier zijn aangesloten op één accumulator. Wanneer nu de belasting F weer wegvalt zal het drukverschil in de drukkamer 33 en de drukkamer 38 de eerste zuiger 32 tezamen met de zuigerstang 37 weer terugdwingen naar de middenstand waarbij op gelijke wijze weer een 25 evenwichtstoestand wordt gevonden in de middenstand van de centreercilinder 31.
Fig. 10 toont de centreercilinder 31 van fig. 8 wanneer deze vanuit de middenstand op trek wordt belast met kracht F. De centrale zuigerstang 37 beweegt daarbij met de tweede zuiger 35 weg vanuit de middenstand, de druk in de drukkamer 39 neemt daarbij weer toe en daarbij ook de druk in de drukkamer 33. De tweede zuiger 30 32 blijft daarbij in aangrijping met de behuizing 50 middels de aanslagvlakken 58a, 58b. De centrale zuigerstang 37 beweegt onafhankelijk van het eerste zuiger 32.
Doordat de zuigerstang 37 tezamen met de tweede zuiger 35 beweegbaar is onafhankelijk van het eerste zuiger 32 heeft de druk in drukkamer 33 geen invloed op 13 de belasting op de zuigerstang 37. Hierdoor is deze belasting stuurbaar middels variëren van de druk in de drukkamer 38.
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de 5 reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
Claims (19)
1. Spudpaalwagen (1) voor het verrijdbaar of schuifbaar verbinden van een 5 spudpaal (8) met een baggervaartuig, waarbij de spudpaalwagen (1) een eerste en tweede wagendeel (2, 3) omvat, beide voorzien van wielen (15,16, 17) of glijders, waarbij het eerste en tweede wagendeel (2, 3) onderling zwenkbaar zijn verbonden om een schamieras (21).
2. Spudpaalwagen volgens conclusie 1, waarbij de schamieras (21) dwars op de spudpaal (8) en de rijrichting van de spudpaalwagen (1) staat.
3. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie, waarbij het eerste en tweede wagendeel (2, 3) onderling zijn verbonden middels een actuator (19) voor het 15 doorleiden van een moment door de spudpaalwagen (1) van de spudpaal (8) naar een railsysteem (5) van een baggervaartuig.
4. Spudpaalwagen volgens conclusie 3, waarbij de actuator (19) het eerste en tweede wagendeel (2, 3) richting een onderlinge voorkeurstand dwingt voor het 20 houden van een spud (8) in een in hoofdzaak verticale stand.
5. Spudpaalwagen volgens conclusie 3 of 4, waarin het eerste en tweede wagendeel (2, 3) onderling zijn verbonden middels alleen de schamieras (21) en de actuator (19) voor het doorleiden van het volledig moment van de spudpaal 25 (8) naar een railsysteem (5) van een baggervaartuig.
6. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie, waarbij houdmiddelen (9, 10) zijn voorzien voor het houden van de spud (8) om momenten door te leiden loodrecht op de lengteas (59) van de spud (8), en waarbij de houdmiddelen (9, 30 10) zijn voorzien op het eerste wagendeel (2).
7. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie 3-6, waarbij de actuator (19) omvat, een centreercilinder (31) voor het doorleiden van krachten tussen het eerste (2) en tweede (3) wagendeel, waarbij de centreercilinder (31) omvat een eerste zuiger (32) en een tweede zuiger (35) elk met hun respectievelijke eerste drukkamer (33) en tweede drukkamer (39), een met één wagendeel (2,3) verbonden zuigerstang (37) voor het aangrijpen op de eerste zuiger (32) voor 5 het doorleiden van drukkrachten tussen het eerste (2) en tweede (3) wagendeel, en voor het aangrijpen op de tweede zuiger (35) voor het doorleiden van trekkrachten tussen het eerste (2) en tweede (3) wagendeel.
8. Spudpaalwagen volgens conclusie 7, waarbij de tweede zuiger (35) schuifbaar 10 is verbonden met de zuigerstang (37), waarbij in een uitvoeringsvorm de zuigerstang (37) is doorgevoerd door een centrale uitsparing in de tweede zuiger (35) voor centraal schuifbaar houden van de tweede zuiger (35).
9. Spudpaalwagen volgens een conclusie 7-8, waarbij de zuigerstang (37) vast is 15 verbonden met de eerste zuiger (32).
10. Spudpaalwagen volgens een conclusie 7-9, waarbij de eerste drukkamer (33) middels een fluïdumleiding (42) is verbonden met de tweede drukkamer (39) voor het verbinden van de eerste en tweede drukkamer (33,39) met één 20 accumulator.
11. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie 7-10, waarbij het zuigcroppcrvlak (36) van de tweede zuiger (35) twee maal het zuigcroppcrvlak (34) van de eerste zuiger (34) is. 25
12. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie 7-11, waarbij tussen de eerste zuiger (32) en de tweede zuiger (35) een derde drukkamer (38) is voorzien, welke een aansluiting (43) omvat voor het fluïdum verbinden van de derde drukkamer (38) met een verdere accumulator. 30
13. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie 7 - 12, waarbij de actuator (19) een accumulator omvat in fluïdumverbinding met de eerste en tweede drukkamer (33, 39).
14. Spudpaalwagen volgens een voorgaande conclusie 7 - 13, waarbij de actuator (19) een drukopnemer omvat voor het meten van de druk in een drukkamer (33, 39, 38) voor het meten van de belasting op de spud (8). 5
15. Spudpaalinrichting voor het verrijdbaar verbinden van een spudpaal (8) met een baggervaartuig, waarbij de spudpaalinrichting omvat een railsysteem (5) voor het verbinden van de spudpaalinrichting met een baggervaartuig, een spudpaalwagen (1) volgens een voorgaande conclusie, verrijdbaar of glijdbaar 10 gehouden in het railsysteem (5), waarbij het eerste en tweede wagendeel (2, 3) zwenkbaar zijn verbonden met het railsysteem (5) en zwenkbaar zijn om een respectievelijke scharnieras (13, 12).
16. Spudpaalinrichting volgens conclusie 15, waarbij de waarbij houdmiddelen (9, 15 10) op het eerste wagendeel (2) zijn gerangschikt zodanig dat de lengteas (59) van de spud (8) en de scharnieras (13) kruisen.
17. Baggervaartuig voorzien van een spudwagen of spudpaalinrichting volgens een voorgaande conclusie. 20
18. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
19. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 30 -o-o-o-o-o-o-
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002970A NL2002970C2 (nl) | 2009-06-05 | 2009-06-05 | Flexibele spudwagen. |
ES10164601T ES2382877T3 (es) | 2009-06-05 | 2010-06-01 | Carro de anclaje articulado |
EP10164601A EP2258904B1 (en) | 2009-06-05 | 2010-06-01 | Articulated spud carriage. |
AT10164601T ATE551473T1 (de) | 2009-06-05 | 2010-06-01 | Gelenkiger ankerpfahlwagen. |
CN201010196413.3A CN101906767B (zh) | 2009-06-05 | 2010-06-02 | 挠性的定位桩托架 |
HR20120305T HRP20120305T1 (hr) | 2009-06-05 | 2012-04-10 | Zglobna kolica za sidreni stup |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002970 | 2009-06-05 | ||
NL2002970A NL2002970C2 (nl) | 2009-06-05 | 2009-06-05 | Flexibele spudwagen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2002970C2 true NL2002970C2 (nl) | 2010-12-07 |
Family
ID=41351426
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2002970A NL2002970C2 (nl) | 2009-06-05 | 2009-06-05 | Flexibele spudwagen. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2258904B1 (nl) |
CN (1) | CN101906767B (nl) |
AT (1) | ATE551473T1 (nl) |
ES (1) | ES2382877T3 (nl) |
HR (1) | HRP20120305T1 (nl) |
NL (1) | NL2002970C2 (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2007743C2 (en) * | 2011-11-08 | 2013-05-13 | Ihc Holland Ie Bv | Divisible spud. |
NL2008694C2 (en) | 2012-04-24 | 2013-10-28 | Ihc Holland Ie Bv | Vessel comprising a spud. |
BE1021798B1 (nl) * | 2013-11-22 | 2016-01-19 | Jan De Nul, Naamloze Vennootschap | Vaartuig |
CN103738476B (zh) * | 2014-01-13 | 2016-05-25 | 山东海领船舶机械有限公司 | 绞吸船用定位机构 |
NL2014491B1 (en) | 2015-03-20 | 2017-01-17 | Ihc Holland Ie Bv | Spud carrier. |
CN104816788A (zh) * | 2015-04-09 | 2015-08-05 | 江苏华夏重工有限公司 | 一种定位桩台车系统 |
CN104986291A (zh) * | 2015-07-13 | 2015-10-21 | 南通港闸船舶制造有限公司 | 工作性能好的定位桩液压升降装置 |
CN105926703B (zh) * | 2016-07-05 | 2018-02-09 | 舟山市卓林船舶设计有限公司 | 一种改良结构的挖泥船 |
CN109850071B (zh) * | 2019-04-03 | 2021-02-02 | 哈尔滨工程大学 | 一种双刚度双预紧减震系统 |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH06298182A (ja) * | 1993-04-13 | 1994-10-25 | Daido Eng Kk | 台船移動装置 |
JPH11129980A (ja) * | 1997-10-29 | 1999-05-18 | Daio Zoki Kk | 作業用台船の移動装置 |
JPH11310189A (ja) * | 1998-04-30 | 1999-11-09 | Fuji Kaiji Kogyo Kk | 台 船 |
NL1011754C1 (nl) * | 1999-04-08 | 2000-10-10 | Ihc Holland Nv | Aan een spudpaalwagen aangebracht stelsel voor het hanteren van een spudpaal. |
JP2001048084A (ja) * | 1999-08-03 | 2001-02-20 | Awaji Kyodo Zosen Kk | スパッド昇降装置 |
WO2006130934A2 (en) * | 2005-06-06 | 2006-12-14 | Dredging International N.V. | Apparatus with flexibly mounted spud carriage |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL162164C (nl) * | 1974-12-18 | 1980-04-15 | Bos Kalis Westminster | Ankerpaalinrichting voor een baggervaartuig. |
NL8701637A (nl) * | 1987-07-10 | 1989-02-01 | Single Buoy Moorings | Koppeling tussen twee ten opzichte van elkaar beweegbare delen. |
NL1024018C2 (nl) | 2003-07-29 | 2005-02-10 | Ihc Holland Nv | Inrichting voor het veerkrachtig ondersteunen van dat deel van een spudpaalwagen, waarin een spudpaal kan worden opgenomen. |
CN101440625B (zh) * | 2008-10-21 | 2011-05-04 | 吴方春 | 吸泥船吸头的转向推进装置 |
-
2009
- 2009-06-05 NL NL2002970A patent/NL2002970C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-06-01 AT AT10164601T patent/ATE551473T1/de active
- 2010-06-01 ES ES10164601T patent/ES2382877T3/es active Active
- 2010-06-01 EP EP10164601A patent/EP2258904B1/en active Active
- 2010-06-02 CN CN201010196413.3A patent/CN101906767B/zh active Active
-
2012
- 2012-04-10 HR HR20120305T patent/HRP20120305T1/hr unknown
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH06298182A (ja) * | 1993-04-13 | 1994-10-25 | Daido Eng Kk | 台船移動装置 |
JPH11129980A (ja) * | 1997-10-29 | 1999-05-18 | Daio Zoki Kk | 作業用台船の移動装置 |
JPH11310189A (ja) * | 1998-04-30 | 1999-11-09 | Fuji Kaiji Kogyo Kk | 台 船 |
NL1011754C1 (nl) * | 1999-04-08 | 2000-10-10 | Ihc Holland Nv | Aan een spudpaalwagen aangebracht stelsel voor het hanteren van een spudpaal. |
JP2001048084A (ja) * | 1999-08-03 | 2001-02-20 | Awaji Kyodo Zosen Kk | スパッド昇降装置 |
WO2006130934A2 (en) * | 2005-06-06 | 2006-12-14 | Dredging International N.V. | Apparatus with flexibly mounted spud carriage |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2258904B1 (en) | 2012-03-28 |
CN101906767B (zh) | 2015-04-15 |
ES2382877T3 (es) | 2012-06-14 |
HRP20120305T1 (hr) | 2012-04-30 |
EP2258904A1 (en) | 2010-12-08 |
CN101906767A (zh) | 2010-12-08 |
ATE551473T1 (de) | 2012-04-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2002970C2 (nl) | Flexibele spudwagen. | |
US3842984A (en) | Crane counterbalancing trailer assembly | |
US8113363B2 (en) | Adjusting mechanism for a winch | |
US20060043748A1 (en) | Hoisting frame and method for its use | |
JP2676632B2 (ja) | ホイスト装置 | |
EP2253577A1 (en) | Compressible stop member for use on a crane | |
CN111255843A (zh) | 气液复合悬挂缸、液压系统及运输车 | |
US4976361A (en) | Mobile crane comprising a telescopic boom | |
US20170015372A1 (en) | Automatic auxiliary axle control system | |
CN112248030A (zh) | 一种移动平台上自平衡机械手及自平衡方法 | |
JP2010285282A5 (nl) | ||
CN109878561B (zh) | 大口径管件平移装置 | |
EP1912852B1 (en) | Load shifting device for an articulated vehicle | |
US4172529A (en) | Crane | |
US6494330B1 (en) | Variable length crane jib with automatic balancing | |
CN101670805A (zh) | 超大起升能力的随车起重运输车 | |
US20210403293A1 (en) | (heave) balancing device, hoisting system, method for hoisting and kit of parts for spring balancing a hoisting system | |
US4491074A (en) | Force equalizing mechanism for the wheels of heavy load-carrying rail vehicles | |
NL8204280A (nl) | Fluidumophanging. | |
RU2404113C1 (ru) | Устройство для изменения вылета стрелы подъемно-транспортного средства (варианты) | |
NL1023556C2 (nl) | Inrichting met hefbaar werkplatform. | |
JPH08507999A (ja) | 自動すくい上げ式バケットコンベア | |
FI57577C (fi) | Vajerstyrd skopanordning | |
NL2012278C2 (nl) | Gelede werkarm en mobiele inrichting met verbeterde montage van stuurorgaan. | |
NL2034330B1 (en) | spreader beam |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150701 |