NL1033416C1 - Modificeerbaar zirkonium dentaal implantaat. - Google Patents

Description

Modificeerbaar zirkonium dentaal implantaat

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een implantaat voor plaatsing in een kaak met een in het kaakbot plaatsbaar zirkonium inbrengdeel en een daarop te 5 bevestigen dragerdeel welke is gemaakt van glasvezel versterkte composietmateriaal.

In de tandheelkunde worden implantaten toegepast, waarbij in het kaakbot een holte wordt geboord waarin het implantaat wordt vastgeschroefd of ingedrukt. Op het boven het tandvlees uitstekende deel van het implantaat wordt een tandprothese of kroon aangebracht. Een nadeel dat optreedt bij bekende implantaten is, dat hiermee 10 geen volledige nabootsing van een oorspronkelijke tand mogelijk is. Bekende implantaten zijn veelal cilindrisch en niet individueel modificeerbaar. Doordat deze implantaten niet de natuurlijke vorm van een tand hebben treedt veelal zogenaamde “stress shielding” op. Hetgeen inhoudt dat op plaatsen waar het implantaat niet wordt belast het aanwezige bot resorbeert.Tevens is de contour van de hals van bekende 15 implantaten veelal cilindrisch, zodat het tussen de tanden gelegen tandvlees, ofwel de papillen, niet of slechts moeizaam een natuurlijke guirlandevorm aannemen.

Bij het plaatsen van een dentaal implantaat wordt in het algemeen als volgt tewerk gegaan : het oude tandelement wordt verwijderd en/of de kaak wordt opgebouwd, het implantaat wordt in de natuurlijke of opgebouwde alveole geplaatst, 20 veelal daarin gedreveld. Vervolgens wordt een afdruk van het gebit, althans van het desbetreffende gedeelte van de kaak, genomen aan de hand waarvan een tandtechnicus een kroon op maat maakt. Deze op maat gemaakte kroon wordt vervolgens enige tijd na, veelal enkele weken na, het in de kaak plaatsen van het implantaat op het dragerdeel van het implantaat bevestigd. Het implantaat is daarbij een standaardelement waarvan 25 de vorm geheel vooraf, van fabriekswege, is bepaald.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een implantaat waarvan de vorm gecorrigeerd kan worden ten behoeve van de ondersteuning van het tandvlees of althans ten behoeve van een zeer nauwkeurige benadering van de natuurlijke vormen.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de vorm van het gehele implantaat na samenvoeging van het inbrengdeel met het dragerdeel , individueel kan worden aangepast.

Het zirconium inbrengdeel heeft aan de buitenkant van boven een gladde nek 1033416 2 met aansluitend naar de onderkant toelopende windingen. De holle binnenkant van het inbrengdeel bestaat uit drie ovaalvormige, in verticale richting naar onderen lopende sleuven. Hierop wordt het dragerdeel geplaatst dat aan de buitenkant drie in verticale richting naar onderen lopende rillen heeft welke in de sleuven van het inbrengdeel 5 passen, zodat rotatie na samenvoeging van de delen voorkomen wordt.

De gladde nek van het inbrengdeel is gemaakt van een zodanige dikte dat het zirconiummateriaal deels kan worden weggenomen ter aanpassing van de vorm.

Het dragerdeel is gemaakt van glasvezel versterkt composietmateriaal hetgeen tevens beslijpbaar is.

10 Het dragerdeel wordt met een tandheelkundig cement vastgezet in het inbrengdeel waarna een individueel modificeerbaar implantaat ontstaat. Door het beslijpen van de buitenkant van het implantaat ter hoogte van de gladde nek van het inbrengdeel kan er een individueel aan de kaakbotlijn en tandvleeslijn aangepaste stomp voor het plaatsen van de kunstkroon gemaakt worden. Dit is niet mogelijk met 15 implantaten, die werken met een schroefverbinding tussen inbrengdeel en dragerdeel, omdat daarmee het verbindingsmechanisme wordt aangetast. Opdat het implantaat na implantatie geheel op maat is te maken, in het bijzonder nauwkeurig aan de vorm van de kaakbotlijn alsmede de tandvleeslijn is aan te passen, is het zirconiummateriaal van het inbrengdeel bij geïmplanteerde toestand van het implantaat slijpbaar of vijlbaar.

20 Aldus is het implantaat met een voor een tandarts conventionele vijl-enslijpgereedschappen nauwkeurig in vorm aanpasbaar.

Een bijkomend voordeel is dat ook plaatsingsonnauwkeurigheden van het implantaat te compenseren zijn. Het is immers denkbaar, dat het implantaat iets minder diep in het kaakbot is in te brengen dan vooraf daarvan voorzien is.

25 Teneinde het implantaat een zo natuurlijk mogelijk voorkomen te verschaffen, en onder meer doorschijning van donkere delen te voorkomen, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het zirconiummateriaal, bij voorkeur het gehele omtreksdeel van zowel het inbrengdeel als het dragerdeel, tandkleurig, zoals witachtig of geelachtig is. Volgens voordelige uitvoeringsvormen kan het implantaat volgens de uitvinding één of 30 meer van de volgende dimensies hebben :

Het inbrengdeel is van zirkoniumoxide gemaakt

De dwarsdoorsneden van de verschillende uitvoeringen van het inbrengdeel is ongeveer 4,3 mm, 5,0mm en 6,0 mm.

3

De lengten van het inbrengdeel is ongeveer 13 mm en 15 mm

De vorm van het inbrengdeel is 2/3 deel cilindrisch en het laatste 1/3 deel heeft een taps toelopende wortelvorm.

Aan de buitenkant van het inbrengdeel is de bovenrand ongeveer 3mm tot 5mm 5 glad.

Vanaf de gladde bovenrand van het inbrengdeel lopen windingen naar de punt.

De holle binnenkant van het inbrengdeel bestaat uit drie ovaalvormige naar onderen lopende sleuven ruimten.

Het dragerdeel is gemaakt van glasvezel versterkt composietmateriaal.

10 Het dragerdeel heeft aan de buitenkant drie naar onderen lopende rillen welke in de ovaalvormige sleuven van het inbrengdeel passen.

In het dragerdeel is tevens een sleuf voor de afVoer van overtollig cement.

Na cementering van het dragerdeel in het inbrengdeel is het geheel modificeerbaar althans beslijpbaar in een gewenste vorm om maximale esthetiek te bewerkstelligen.

15 Het implantaat kan direct na het verwijderen van een natuurlijke tand of kies worden geplaatst. In situaties waarin reeds lang een natuurlijke dentitie is verdwenen, is het nodig vooraf de kaak op te bouwen en in een tweede stadium het implantaat te plaatsen. De werkwijze omvat de volgende stappen :

In het kaakbot wordt eerst het inbrengdeel geplaatst.Afhankelijk van de primaire 20 stabiliteit wordt hetzij direct of na verloop van tijd het dragerdeel met een tandheelkundig cement gefixeerd op het inbrengdeel. Na uitharding van het cement waarmee het inbrengdeel en het dragerdeel samengevoegd worden tot een implantaat wordt deze ter hoogte van de gladde nek tot stomp beslepen.Teneinde “stress shielding” te voorkomen ,is de beslijping zodanig dat de vorm van het inbrengdeel naar het vrije 25 uiteinde verjongt, in het bijzonder taps toeloopt. Het tot stomp beslijpen van het boven het kaakbot uitstekende implantaat geschiedt op dezelfde wijze als een natuurlijke wortel met tand volgens de in de tandheelkunde bekende methode en wel zodanig dat de rand van de kunstkroon die door de tandtechnicus in het laboratorium wordt gemaakt na plaatsing onder de tandvleeslijn komt te liggen zodat het tandvlees de op 30 het implantaat geplaatste kroon omsluit op dezelfde wijze als dat bij een natuurlijke wortel met tand gebruikelijk is.

4

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 toont het inbrengdeel met daarop het dragerdeel, hetgeen samen het gehele implantaat vormt.

5 Fig. 2 toont het dragerdeel.

Het in Fig. 1 getoonde inbrengdeel heeft een schroefdraad (4) welke taps in een wortelvorm toeloopt en een gladde bovenrand (3).Aan de binnenkant is het inbrengdeel voorzien van drie naar onderen lopende sleuven (2).

Het in Fig.l getoonde dragerdeel heeft een gladde nek (1) en een sleuf voor de afvoer 10 van overtollig cement (6).

Het dragerdeel in Fig. 2 toont de gladde nek (1), de drie naar onderen lopende rillen (5) en de sleuf voor de afvoer van overtollig cement (6).

15 20 25 30 1033416

Claims (9)

1. Implantaat voor plaatsing in een kaak voor bevestiging van een tandprothese met het kenmerk dat het implantaat bestaande uit een inbrengdeel met een door tandheelkundig cement samengevoegd dragerdeel individueel modificeerbaar is.

2. Implantaat volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het implantaat bestaande uit een zirconium inbrengdeel met een door tandheelkundig cement samengevoegd dragerdeel individueel modificeerbaar is.

3. Implantaat volgens conclusie len 2, met het kenmerk dat het implantaat bestaande 10 uit een zirconium inbrengdeel met een door tandheelkundig cement samengevoegd glasvezel versterkt composiet dragerdeel individueel modificeerbaar is.

4. Implantaat volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het dragerdeel voorzien is van verticaal lopende rillen welke passen in de aan de binnenzijde aangebrachte sleufen van het inbrengdeel ter voorkoming van rotatie.

5. Implantaat volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de holle binnenkant van het inbrengdeel voorzien is van drie ovaalvormige naar onderen toelopende aan elkaar grenzende sleuven waarin het met met drie rillen voorziene dragerdeel past.

6. Implantaat volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het 20 dragerdeel een sleuf heeft voor de afvoer van overtollig tandheelkundig cement.

7. Implantaat volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het inbrengdeel door beslijping naar het vrije uiteinde daarvan verjongt, in het bijzonder taps toeloopt.

8. Implantaat volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het 25 zirconiummateriaal van het inbrengdeel tandkleurig, zoals witachtig of geelachtig is.

9. Implantaat volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het beslijpbare dragerdeelmateriaal tandkleurig, zoals witachtig of geelachtig is. 1 033 4 16