NL1032611C2 - Werkwijze, software en computer voor het managen van een groep melkdieren. - Google Patents
Werkwijze, software en computer voor het managen van een groep melkdieren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1032611C2 NL1032611C2 NL1032611A NL1032611A NL1032611C2 NL 1032611 C2 NL1032611 C2 NL 1032611C2 NL 1032611 A NL1032611 A NL 1032611A NL 1032611 A NL1032611 A NL 1032611A NL 1032611 C2 NL1032611 C2 NL 1032611C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- subgroup
- dairy animals
- milking
- isolated
- group
- Prior art date
Links
- 235000013365 dairy product Nutrition 0.000 title claims abstract description 72
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 title claims abstract description 68
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 28
- 235000013336 milk Nutrition 0.000 claims abstract description 24
- 239000008267 milk Substances 0.000 claims abstract description 24
- 210000004080 milk Anatomy 0.000 claims abstract description 24
- 230000006651 lactation Effects 0.000 claims abstract description 21
- 230000009027 insemination Effects 0.000 claims abstract description 15
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 claims description 32
- 238000001035 drying Methods 0.000 claims description 11
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 claims description 4
- 238000000926 separation method Methods 0.000 abstract 1
- 241000283690 Bos taurus Species 0.000 description 38
- 244000309466 calf Species 0.000 description 8
- 210000003022 colostrum Anatomy 0.000 description 3
- 235000021277 colostrum Nutrition 0.000 description 3
- 244000309465 heifer Species 0.000 description 3
- 238000002955 isolation Methods 0.000 description 2
- 230000035935 pregnancy Effects 0.000 description 2
- 210000000481 breast Anatomy 0.000 description 1
- 244000309464 bull Species 0.000 description 1
- 235000013305 food Nutrition 0.000 description 1
- 235000013372 meat Nutrition 0.000 description 1
- 238000002360 preparation method Methods 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K29/00—Other apparatus for animal husbandry
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/12—Milking stations
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Fodder In General (AREA)
- Feed For Specific Animals (AREA)
- Dairy Products (AREA)
Description
WERKWIJZE, SOFTWARE EN COMPUTER VOOR HET MANAGEN VAN EEN GROEP MELKDIEREN
De voorliggende uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 managen van een volautomatisch te melken groep melkdieren.
Melkdieren doorlopen een lactatiecyclus, die een aantal fasen omvat. Aan het begin van de lactatiecyclus staat het afkalven. Door het afkalven en de daaraan voorafgaande dracht wordt de melkproductie in een uier van het melkdier opgestart. Na het afkalven volgt het inmelken, ofwel het op gang brengen van de 10 melkproductie, waarbij in eerste instantie biest wordt geproduceerd. Dit gaat over in een fase van melkproduceren. Gedurende deze fase zal een melkdier, mits het hier nog in een juiste conditie voor is, opnieuw geïnsemineerd worden. Aan het eind van de fase van melkproduceren wordt het melken afgebouwd en zal het melkdier enige tijd droog staan ter voorbereiding op de volgende maal afkalven.
15 In een algemeen bekende werkwijze worden melkdieren tijdens de fase van melkproduceren volautomatisch gemolken door middel van een melkrobot. Voorafgaand aan het afkalven wordt een melkdier afgezonderd van de groep.
Problematisch aan de huidige werkwijze voor het managen van een groep melkdieren is dat de melkdieren die drooggezet worden het productieproces 20 rond de melkrobots verstoren.
De voorliggende uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor het bovengenoemde probleem, of om althans een alternatief te verschaffen.
De uitvinding bereikt dit doel door middel van de werkwijzestappen volgens conclusie 1.
25 Een werkwijze heeft betrekking op het managen van een volautomatisch te melken groep melkdieren, welke melkdieren een lactatiecyclus doorlopen, waarbij de lactatiecyclus de volgende fasen omvat: afkalven, inmelken, melk produceren, droog staan. De werkwijze omvat de volgende stappen: - verdelen van de groep melkdieren in subgroepen van meerdere melkdieren, 30 - per subgroep vaststellen van een inseminatieperiode, waarbinnen de melkdieren van de betreffende subgroep geïnsemineerd worden, welke inseminatieperiode zodanig kort is dat in hoofdzaak alle melkdieren in de betreffende subgroep gelijktijdig de lactatiecyclus doorlopen, - in een afzonderlijke ruimte afzonderen van de drachtige melkdieren van ten minste 35 één van de subgroepen, rond het begin van de fase droog staan van de betreffende subgroep, 10326114 2 - volautomatisch melken van de melkdieren in de niet-afgezonderde subgroepen met behulp van ten minste één melkrobot, - afzonderlijk melken van de melkdieren in de afgezonderde subgroep, en - na het droog staan en afkalven uitplaatsen van de afgezonderde subgroep uit de 5 afzonderlijke ruimte.
Dankzij de inventieve werkwijzestappen doorloopt elke subgroep met melkdieren min of meer gelijktijdig de lactatiecyclus. Door telkens een subgroep af te zonderen wanneer deze drooggezet gaat worden, wordt voorkomen dat melkdieren uit deze groep op de voor hun gebruikelijke momenten bij een melkrobot klaar gaan 10 staan. De melkrobot zal het betreffende melkdier herkennen als zijnde een droog te zetten dier en het niet toelaten tot de melkrobot. Hierdoor ontstaat er oponthoud voor melkdieren die wel nog gemolken dienen te worden.
Voordelig uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.
In het bijzonder blijft ten minste een van de subgroepen na het afkalven 15 ten minste gedurende het inmelken afgezonderd van de groep. Hierdoor is het eenvoudig de biest te separeren van de normale melk.
Meer in het bijzonder blijft de ten minste ene subgroep na het afkalven eveneens gedurende een eerste deel van de lactatiecyclus waarin de melkproductie stijgt afgezonderd van de groep en wordt met een hogere frequentie gemolken dan 20 melkdieren in de rest van de groep. Dit vergemakkelijkt het opvoeren van de melkproductie en het geven van extra aandacht en aangepaste voeding die overeenkomt met de specifieke behoeften van de betreffende subgroep.
In een uitvoeringsvorm worden melkdieren van een subgroep die na het insemineren niet drachtig zijn geworden, ingedeeld in een andere subgroep om 25 tezamen met de melkdieren uit deze andere subgroep opnieuw geïnsemineerd te worden. Op deze wijze wordt voorkomen dat er alsnog melkdieren ontstaan met een individuele lactatiecyclus, die afzonderlijk gemanaged zouden moeten worden.
In een voordelige vorm wordt de afgezonderde subgroep volautomatisch gemolken door een afzonderlijke melkrobot, welke melkrobot 30 bestuurd wordt om met een afnemende frequentie te melken voor het droogzetten van de melkdieren uit de afgezonderde subgroep. Hierdoor is er minder mankracht nodig voor het verzorgen en begeleiden van de droog te zetten subgroep.
Met voordeel hebben de subgroepen onderling een in hoofdzaak gelijke groepsgrootte. Dit maakt het mogelijk de stalgroottes optimaal te ontwerpen en te 35 benutten.
3
De uitvinding heeft verder betrekking op een software programma, zoals gedefinieerd in een onafhankelijke conclusie.
Een software programma omvat programma-instructies voor het verwerken van gegevens en verschaffen van informatie voor het uitvoeren van de 5 inventieve werkwijze, wanneer het software programma geladen is in een computer.
De uitvinding heeft verder betrekking op een computer, zoals gedefinieerd in een onafhankelijke conclusie.
In het bijzonder is de computer werkzaam verbonden met een melkrobot die ingericht is om de melkdieren uit de afgezonderde subgroep te melken, 10 waarbij de computer instructies verschaft aan de melkrobot voor het met afnemende frequentie melken van de melkdieren uit de afgezonderde subgroep.
In een uitvoeringsvorm is de computer verder werkzaam verbonden met een selectierobot, voor het automatisch selecteren en afzonderen van melkdieren, behorende tot de af te zonderen subgroep, uit de groep.
15
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld, waarin:
Figuur 1 schematisch een overzicht toont van een melkveebedrijf;
Figuur 2 een afkalfstal toont uit het totaaloverzicht van Figuur 1; en 20 Figuur 3 een stroomschema toont voor een werkwijze volgens de uitvinding,
In Figuur 1 wordt een melkveebedrijf in zijn geheel aangeduid met verwijzingscijfer 2. Het melkveebedrijf 2 omvat ten minste één, in dit 25 uitvoeringsvoorbeeld vijf, productiestallen 4. Het melkveebedrijf 2 omvat verder een separate afkalfstal 6 en kalverstallen 8. De productiestallen 4 en de afkalfstal 6 zijn voorzien van melkrobots 10 voor het automatisch melken van melkdieren, in dit uitvoeringsvoorbeeld koeien. De productiestallen 4 en afkalfstal 6 zijn verder voorzien van boxen 12, waterbakken 14 en voerbakken 16.
30 In dit uitvoeringsvoorbeeld hebben de productiestallen een capaciteit van ongeveer 500 koeien. Ook in de afkalfstal is ruimte voor ongeveer 500 koeien, waaronder zo wel de koeien die droog gezet worden vallen, als koeien die inmiddels ingemolken worden. Aldus ontstaat een totale capaciteit van 3.000 koeien. In de afkalfstal 6 kunnen afzonderlijke ruimtes zijn voorzien, zoals een droogzetruimte 18, 35 een afkalfruimte 20, en een inmelkruimte 22.
4
Met pijlen is in Figuur 1 aangegeven wat mogelijke verplaatsingsroutes zijn van koeien in het melkveebedrijf 2. Pijl 30 geeft aan dat koeien van één van de productiestallen 4, dus niet noodzakelijkerwijze de aangegeven productiestal, naar de afkalfstal 6 kunnen worden verplaatst. Pijl 32 geeft aan dat koeien terug geplaatst 5 kunnen worden naar één van productiestallen 4, welke productiestal een andere kan zijn dan de productiestallen waar de betreffende subgroep vanuit is gehaald. Pijl 34 geeft aan dat koeien van de droogzetruimte 18 naar de afkalfruimte 20 verplaatst kunnen worden. Met pijl 36 wordt weergegeven dat koeien na het afkalven terug geleid kunnen worden naar de droogzetruimte 18, of de eventuele afzonderlijke 10 inmelkruimte 22. Met pijlen 38, 40, 42 wordt aangegeven dat kalveren, in het bijzonder vaarzen, langs afzonderlijke ruimtes in de kalverstal 8 worden gevoerd.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze 100 volgens de uitvinding wordt getoond in Figuur 3. De werkwijze begint met een aantal stappen die in principe éénmalig, voorafgaand aan de overige stappen van de werkwijze, worden 15 uitgevoerd. Daarbij wordt wel opgemerkt dat deze éénmalige stappen telkens opnieuw kunnen worden doorlopen zodra er vaarzen worden toegevoegd aan de groep melkdieren die melk produceren.
In een eerste werkstap 102 wordt een groep melkdieren, in het bijzonder koeien, verdeeld in subgroepen. Hierbij is een relatie tussen de totale 20 groepsgrootte, de gemiddelde subgroepgrootte, en het aantal subgroepen. Er wordt nagestreefd de verschillende subgroepen een vergelijkbare groepsgrootte te geven. De subgroepgrootte hangt af van de grootte van de capaciteit van de afkalfstal en van de tijdsduur dat een subgroep in de afkalfstal doorbrengt (zie onderstaand). In dit uitvoeringsvoorbeeld is de gemiddelde subgroepgrootte 130 koeien.
25 In stap 104 wordt een inseminatiefrequentie voor de gehele groep koeien bepaald. De inseminatieperiodes van verschillende subgroepen van één hoofdgroep overlappen elkaar niet. Uiteraard kunnen er wel meerdere (hoofd)groepen zijn, die ieder in subgroepen verdeeld zijn, waarbij subgroepen van afzonderlijke hoofdgroepen min of meer parallel aan elkaar kunnen lopen.
30 De inseminatiefrequentie hangt af van een gekozen duur van de lactatiecyclus. Een gehele lactatiecyclus duurt ongeveer een jaar, maar dit varieert per type koe en hangt mede af van de ontwikkeling, met name de afname tegen het einde van de lactatiecyclus, van de melkproductie. Het aantal subgroepen wordt gedeeld op gekozen duur van de lactatiecyclus. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt er 35 gekozen voor een totale lactatiecyclus van 1 jaar, een verdeling van de totale groep in 20 subgroepen en daarmee van een inseminatiefrequentie van 20x per jaar. Bij 5 voorkeur wordt deze frequentie in hoofdzaak gelijkelijk verdeeld over de lactatiecyclusduur, hetgeen neerkomt op het 1x per 18 dagen insemineren van een in hoofdzaak gehele subgroep (stap 106).
De koeien in de productiestallen 4 worden in stap 108 volautomatisch 5 gemolken met behulp van de melkrobots 10. Afhankelijk van de productiviteit van de betreffende koeien kunnen zij bijvoorbeeld 3x per dag door een melkrobot 10 worden gemolken. Enkele weken voorafgaand aan het, voor de subgroep berekende gemiddelde moment van afkalven, wordt een subgroep uit de betreffende productiestal 4 gehaald en naar de afkalfstal 6 gebracht (stap 110). Dit moment kan 10 drie tot acht weken voor het verwachte afkalfmoment zijn. Vergeleken met de stand van de techniek kan het collectief afzonderen van de subgroep een kleinere belasting opleveren voor het begeleidende personeel, dan wanneer melkdieren individueel afgezonderd zouden moeten worden.
Met voordeel verblijft een gehele subgroep gedurende de gehele 15 droogzetfase in de afkalfstal. Dit betekent dat zowel het afbouwen van de frequentie van melken, als de periode waarin in het geheel niet gemolken wordt, in de afkalfstal worden doorgebracht. Dit heeft als voordeel dat koeien die nog wel gemolken worden, maar minder gemolken worden dan ze gewend zijn, niet voor een melkrobot 10 in hun productiestal 4 blijven rondhangen en deze blokkeren voor 20 hoogproductieve koeien. In de afkalfstal 6 kan de droog te zetten subgroep koeien collectief extra aandacht en aangepast voer krijgen.
Na het droogzetten van de subgroep (stap 112) zullen op enig moment de eerste koeien van een subgroep gaan afkalven. De spreiding van de gehele subgroep zullen zo'n 13 dagen bedragen, doordat de draagtijd van individuele 25 melkdieren onderling kan afwijken en doordat het gekozen inseminatiemoment geen oneindig korte periode is, maar bijvoorbeeld een tot enkele dagen kan bestrijken. Dit betekent dat bij een subgroepgrootte van 130 koeien er gemiddeld 10 koeien per dag afkalven. Doordat alle melkdieren in de afgezonderde subgroep op enig moment moeten afkalven, is het eenvoudiger om vast te stellen wanneer het afkalfmoment 30 zodanig nabij is dat eventuele verdere maatregelen voor het betreffende melkdier genomen kunnen worden, zoals extra aandacht en/of individueel afzonderen.
Na het afkalven van de subgroep (stap 114) worden de kalveren van de subgroep afgezonderd (stap 116). Stierkalveren zullen vervolgens opgefokt worden voor vleesproductie, veelal buiten het melkveebedrijf. Vaarzen kunnen in de 35 kalverenstallen 8 worden grootgebracht tot een moment dat ze logisch (doch nog niet per sé fysiek) worden toegevoegd aan een subgroep, tegelijk met de overige koeien 6 van de subgroep geïnsemineerd worden, en fysiek aan de betreffende subgroep worden toegevoegd rond het begin van de droogzetfase.
Na het afkalven zullen de betreffende koeien uit de subgroep worden ingemolken (stap 118). Voordelig gebeurt dit inmelken nog in de afkalfstal, zodat er 5 met een aangepaste frequentie kan worden gemolken. Tevens kan zo eenvoudig de betreffende biest worden gesepareerd, om aan de jongste kalven te kunnen voeren. Nadat de gehele subgroep ingemolken is volgt een periode van enkele weken waarin de melkproductie van de betreffende subgroep opgevoerd wordt (stap 120). Hierbij kan met een hogere frequentie worden gemolken dan bij de overige productiekoeien, 10 bijvoorbeeld 4x per dag in plaats van 3x per dag. Dit opvoeren van de melkproductie zou nog afzonderlijk in de afkalfstal 6 kunnen gebeuren. Ook kan dit in een speciaal hiervoor aangewezen productiestal 4 kunnen gebeuren, waarbij bij voorkeur de betreffende productiestal 4 voorzien is van extra melkrobots of in ieder geval een relatief hoger aantal melkrobots ten opzichte van de subgroepgrootte.
15 Indien de subgroep waarvan de melkproductie wordt opgevoerd de afkalfstal verlaat, kan de vrijgekomen ruimte ingevuld worden door een nieuwe subgroep, die droog gezet gaat worden (gestippelde lijn 121).
Negen maanden voor het beoogde afkalfmoment van de betreffende subgroep zal deze subgroep opnieuw geïnsemineerd worden (stap 122). Uiteraard 20 geldt dit niet voor koeien waarvoor vastgesteld is dat dit, gezien hun leeftijd en/of lichamelijke conditie, hun laatste lactatiecyclus betreft. Met voordeel is de betreffende subgroep tot en met het moment van insemineren apart gehouden van de overige melkproducerende koeien, zodat het eenvoudig is de koeien uit de betreffende subgroep te selecteren en insemineren. Aldus wordt na het insemineren in werkstap 25 124 de subgroep teruggeplaatst in de groep melkproducerende dieren waar het met een normale frequentie van bijvoorbeeld 3x per dag door de melkrobots 10 wordt gemolken (net als de overige niet afgezonderde koeien, werkstap 126).
Binnen het bereik van de uitvinding zijn verschillende varianten mogelijk. Zo kan de werkwijze ook op andere melkdieren dan koeien worden 30 toegepast. De werkwijze kan met afwijkende capaciteiten worden toegepast en op subgroepgroottes van meer of minder dieren. Hierdoor zal ook een ander aantal dan 10 koeien per dag afkalven. In een voordelige variant wordt de capaciteit van het melkveebedrijf verdubbeld door twee afkalfstallen en in totaal tien productiestallen toe te passen. De afkalfstallen worden daarbij (in tekeningrichting gezien) boven 35 elkaar voorzien, waarbij de productiestallen zich links en rechts van de afkalfstallen bevinden.
7
De werkwijze kan in meer of mindere mate geautomatiseerd worden uitgevoerd. Het verdelen van koeien in subgroepen en het plannen van de momenten waarop geïnsemineerd, gesepareerd en verplaatst moet worden, kan worden bijgehouden in een databaseprogramma. Desgewenst kan het betreffende 5 programma gekoppeld worden aan een systeem voor het herkennen van koeien, aan robots voor het selecteren en opdrijven voor koeien en aan automatische hekken tussen de productiestallen en afkalfstal. Het selecteren van koeien en het verplaatsen van deze koeien naar de afkalfstal kan ook handmatig gebeuren. Het melken van de koeien in de afkalfstal, aan het begin van het droogzetten, en het 10 inmelken kunnen ook met een gewone melkmachine, in plaats van een melkrobot, gebeuren. In een eenvoudige uitvoeringsvorm zou echter de beschreven werkwijze ook met behulp van een fysieke kaartenbak kunnen worden uitgevoerd.
1 0 3 2 6 1 1
Claims (11)
1. Werkwijze voor het managen van een volautomatisch te melken groep melkdieren, welke melkdieren een lactatiecyclus doorlopen, waarbij de lactatiecyclus 5 de volgende fasen omvat: afkalven, inmelken, melk produceren, droog staan, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - verdelen van de groep melkdieren in subgroepen van meerdere melkdieren, - per subgroep vaststellen van een inseminatieperiode, waarbinnen de melkdieren van de betreffende subgroep geïnsemineerd worden, welke inseminatieperiode 10 zodanig kort is dat in hoofdzaak alle melkdieren in de betreffende subgroep gelijktijdig de lactatiecyclus doorlopen, - in een afzonderlijke ruimte afzonderen van de drachtige melkdieren van ten minste één van de subgroepen, rond het begin van de fase droog staan van de betreffende subgroep, 15. volautomatisch melken van de melkdieren in de niet-afgezonderde subgroepen met behulp van ten minste één melkrobot, - afzonderlijk melken van de melkdieren in de afgezonderde subgroep, en - na het droog staan en afkalven uitplaatsen van de afgezonderde subgroep uit de afzonderlijke ruimte.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij ten minste een van de subgroepen na het afkalven ten minste gedurende het inmelken afgezonderd blijft van de groep.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de ten minste ene subgroep na het afkalven eveneens gedurende een eerste deel van de lactatiecyclus waarin de 25 melkproductie stijgt afgezonderd blijft van de groep en met een hogere frequentie gemolken wordt dan melkdieren in de rest van de groep.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij melkdieren van een subgroep die na het insemineren niet drachtig zijn geworden, ingedeeld worden in een andere subgroep om tezamen met de melkdieren uit deze 30 andere subgroep opnieuw geïnsemineerd te worden.
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afgezonderde subgroep volautomatisch gemolken wordt door een afzonderlijke melkrobot, welke melkrobot bestuurd wordt om met een afnemende frequentie te melken voor het droogzetten van de melkdieren uit de afgezonderde subgroep.
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de subgroepen onderling een in hoofdzaak gelijke groepsgrootte hebben. 10 3 2 6 1 1
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het uitplaatsen van de afgezonderde subgroep uit de afzonderlijke ruimte gevolgd wordt door het terugplaatsen van de afgezonderde subgroep bij ten minste één niet-afgezonderde subgroep.
8. Software programma, omvattende programma-instructies voor het verwerken van gegevens en verschaffen van informatie voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-7, wanneer het software programma geladen is in een computer.
9. Computer, ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één 10 van de conclusies 1-7.
10. Computer volgens conclusie 9, welke werkzaam verbonden is met een melkrobot die ingericht is om de melkdieren uit de afgezonderde subgroep te melken, waarbij de computer instructies verschaft aan de melkrobot voor het met afnemende frequentie melken van de melkdieren uit de afgezonderde subgroep.
11. Computer volgens conclusie 9 of 10, welke verder werkzaam verbonden is met een selectierobot, voor het automatisch selecteren en afzonderen van melkdieren, behorende tot de af te zonderen subgroep, uit de groep. 1032611
Priority Applications (9)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032611A NL1032611C2 (nl) | 2006-10-03 | 2006-10-03 | Werkwijze, software en computer voor het managen van een groep melkdieren. |
AT07834554T ATE524966T1 (de) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Verfahren, software und computer zur verwaltung einer milchtiergruppe |
US12/443,499 US8001929B2 (en) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | System for managing a group of dairy animals |
PCT/NL2007/000238 WO2008041839A1 (en) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Method, software and computer for managing a group of dairy animals |
DK07834554.3T DK2073628T3 (da) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Fremgangsmåde, software og computer til forvaltning af en gruppe af malkedyr |
EP07834554.3A EP2073628B2 (en) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Software and computer for managing a group of dairy animals |
AU2007302866A AU2007302866B2 (en) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Method, software and computer for managing a group of dairy animals |
PL07834554T PL2073628T3 (pl) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Sposób, oprogramowanie i komputer do zarządzania grupą zwierząt mlecznych |
NZ575630A NZ575630A (en) | 2006-10-03 | 2007-09-24 | Method, software and computer for managing a group of dairy animals |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032611A NL1032611C2 (nl) | 2006-10-03 | 2006-10-03 | Werkwijze, software en computer voor het managen van een groep melkdieren. |
NL1032611 | 2006-10-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1032611C2 true NL1032611C2 (nl) | 2008-04-04 |
Family
ID=38050095
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1032611A NL1032611C2 (nl) | 2006-10-03 | 2006-10-03 | Werkwijze, software en computer voor het managen van een groep melkdieren. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US8001929B2 (nl) |
EP (1) | EP2073628B2 (nl) |
AT (1) | ATE524966T1 (nl) |
AU (1) | AU2007302866B2 (nl) |
DK (1) | DK2073628T3 (nl) |
NL (1) | NL1032611C2 (nl) |
NZ (1) | NZ575630A (nl) |
PL (1) | PL2073628T3 (nl) |
WO (1) | WO2008041839A1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2269445A2 (en) | 2007-12-06 | 2011-01-05 | Lely Patent N.V. | Implement for keeping dairy animals |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US9102258B2 (en) | 2010-08-05 | 2015-08-11 | St Reproductive Technologies, Llc | Floating partition, loft and troughs for a livestock shipping container |
WO2015145422A1 (en) | 2014-03-26 | 2015-10-01 | Scr Engineers Ltd | Livestock location system |
NL2012893B1 (nl) * | 2014-05-27 | 2016-06-08 | Lely Patent Nv | Werkwijze en systeem voor het beheren van melkdieren. |
CA3098122A1 (en) | 2018-04-22 | 2019-10-31 | Vence, Corp. | Livestock management system and method |
GB2592784B (en) | 2018-10-10 | 2022-12-14 | Scr Eng Ltd | Livestock dry off method and device |
ES2988769T3 (es) | 2019-02-08 | 2024-11-21 | Allflex Australia Pty Ltd | Lector electrónico de etiquetas para animales |
CN113678134B (zh) | 2019-02-08 | 2025-01-24 | 奥尔弗莱克斯澳大利亚有限公司 | 牲畜电子识别标签识读器同步化 |
BR112021015531A2 (pt) | 2019-02-08 | 2021-10-26 | Allflex Australia Pty Ltd | Determinar a localização de um animal |
IL275518B (en) | 2020-06-18 | 2021-10-31 | Scr Eng Ltd | Animal tag |
IL275812B (en) | 2020-07-01 | 2022-01-01 | Scr Eng Ltd | System and method for placing devices |
NL1043809B1 (nl) * | 2020-10-06 | 2022-06-03 | Lely Patent Nv | Werkwijze voor beheren van een kudde, en een melkinrichting voor uitvoeren van de werkwijze |
CN116234439A (zh) * | 2020-10-05 | 2023-06-06 | 莱利专利股份有限公司 | 用于管理畜群的方法以及用于执行该方法的挤乳设备 |
IL302630A (en) | 2020-11-25 | 2023-07-01 | Identigen Ltd | A system and method for tracing members of an animal population |
IL280374B2 (en) | 2021-01-24 | 2023-11-01 | Scr Eng Ltd | System and method for controlling animal marking |
CA206812S (en) | 2021-04-08 | 2023-04-11 | Chevillot Sas | Tag applicator for animals |
CA206747S (en) | 2021-04-08 | 2024-12-30 | Chevillot Sas | Tag applicator for animals |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1213676A1 (en) * | 2000-12-08 | 2002-06-12 | N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek NEDAP | Animal management system |
WO2004068940A1 (en) * | 2003-02-04 | 2004-08-19 | Delaval Holding Ab | Arrangement for housing milking animals |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3223070A (en) * | 1963-11-05 | 1965-12-14 | Pro Inc Ag | Dairy establishment |
GB1248753A (en) * | 1968-11-29 | 1971-10-06 | Mayday Agricultural Services | A device for recording and displaying details of the offspring producing cycle in domestic animals |
US4517923A (en) * | 1983-07-07 | 1985-05-21 | Key Systems, Inc. | Animal feeding system |
SE514627C2 (sv) * | 1998-06-10 | 2001-03-26 | Alfa Laval Agri Ab | Anordning och sätt för att härbärgera mjölkproducerande djur |
CA2383584C (en) * | 1999-09-02 | 2008-08-05 | Jesper Kristoffer Larsen | Method for controlling breeding of free-range animals |
US6470825B1 (en) * | 1999-11-15 | 2002-10-29 | Johnson, Iii Fred H. | Electronic livestock breeding and management system |
NL1013931C2 (nl) * | 1999-12-22 | 2001-06-25 | Lely Res Holding | Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en melkmachine geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze. |
NZ523948A (en) * | 2003-01-30 | 2006-08-31 | Sensortec Ltd | Animal control system |
SE525522C2 (sv) * | 2003-05-14 | 2005-03-01 | Delaval Holding Ab | Förfarande, datorprogram och mjölkningsstation för att initiera en åtgärd som ska vidtas med avseende på ett mjölkdjur |
GB0313759D0 (en) * | 2003-06-13 | 2003-07-23 | The Technology Partnership Plc | Fluid sampling components |
NL1024518C2 (nl) * | 2003-10-13 | 2005-04-14 | Lely Entpr Ag | Samenstel en werkwijze voor het voederen en melken van dieren, voederplatform, melksysteem, voedersysteem, melkvoorbehandelingsinrichting, melknabehandelingsinrichting, reinigingsinrichting en separatie-inrichting, alle geschikt voor gebruik in een dergelijk samenstel. |
US20060036419A1 (en) * | 2004-07-29 | 2006-02-16 | Can Technologies, Inc. | System and method for animal production optimization |
DE102004042658A1 (de) * | 2004-09-03 | 2006-03-09 | Westfaliasurge Gmbh | Automatische Gemelksabtrennung |
WO2006078943A2 (en) * | 2005-01-19 | 2006-07-27 | Micro Beef Technologies, Ltd. | Method and system for tracking and managing animals and/or food products |
DE102005031425A1 (de) * | 2005-07-04 | 2007-01-11 | Westfaliasurge Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Management von milchgebenden Tieren |
EP2037729B1 (en) * | 2006-07-07 | 2015-09-23 | DeLaval Holding AB | System for managing animals on a dairy farm |
US20080215167A1 (en) * | 2006-07-27 | 2008-09-04 | Beck James F | Feed delivery system for enhancing ruminant animal nutrition |
-
2006
- 2006-10-03 NL NL1032611A patent/NL1032611C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-09-24 NZ NZ575630A patent/NZ575630A/en not_active IP Right Cessation
- 2007-09-24 AU AU2007302866A patent/AU2007302866B2/en not_active Ceased
- 2007-09-24 DK DK07834554.3T patent/DK2073628T3/da active
- 2007-09-24 WO PCT/NL2007/000238 patent/WO2008041839A1/en active Application Filing
- 2007-09-24 PL PL07834554T patent/PL2073628T3/pl unknown
- 2007-09-24 AT AT07834554T patent/ATE524966T1/de not_active IP Right Cessation
- 2007-09-24 US US12/443,499 patent/US8001929B2/en active Active
- 2007-09-24 EP EP07834554.3A patent/EP2073628B2/en not_active Not-in-force
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1213676A1 (en) * | 2000-12-08 | 2002-06-12 | N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek NEDAP | Animal management system |
WO2004068940A1 (en) * | 2003-02-04 | 2004-08-19 | Delaval Holding Ab | Arrangement for housing milking animals |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2269445A2 (en) | 2007-12-06 | 2011-01-05 | Lely Patent N.V. | Implement for keeping dairy animals |
EP2907378A2 (en) | 2007-12-06 | 2015-08-19 | Lely Patent N.V. | Implement for keeping dairy animals |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2073628B2 (en) | 2020-11-18 |
AU2007302866B2 (en) | 2012-05-24 |
US8001929B2 (en) | 2011-08-23 |
NZ575630A (en) | 2011-09-30 |
EP2073628A1 (en) | 2009-07-01 |
WO2008041839A1 (en) | 2008-04-10 |
AU2007302866A1 (en) | 2008-04-10 |
US20100012038A1 (en) | 2010-01-21 |
ATE524966T1 (de) | 2011-10-15 |
EP2073628B1 (en) | 2011-09-21 |
DK2073628T3 (da) | 2011-10-24 |
PL2073628T3 (pl) | 2012-02-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1032611C2 (nl) | Werkwijze, software en computer voor het managen van een groep melkdieren. | |
Barth | Effects of suckling on milk yield and milk composition of dairy cows in cow–calf contact systems | |
Atigui et al. | First description of milk flow traits in Tunisian dairy dromedary camels under an intensive farming system | |
Aral et al. | Economic losses due to live weight shrinkage and mortality during the broiler transport | |
De Mol et al. | The relation between eating time and feed intake of dairy cows | |
NL1013931C2 (nl) | Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en melkmachine geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze. | |
Alejandro | Automation devices in sheep and goat machine milking | |
Sørby et al. | Effects of 2 gradual debonding strategies on machine milk yield, flow, and composition in a cow-driven cow-calf contact system | |
NL1001234C2 (nl) | Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en inrichting waarin deze werkwijze kan worden toegepast. | |
CN102946718A (zh) | 用于控制牲畜处理系统的装置和方法 | |
Mangalis et al. | Influence of milking robot application on cow longevity and amount of somatic cells in milk | |
John et al. | Robot utilisation of pasture-based dairy cows with varying levels of milking frequency | |
Ipema et al. | The effects of automated milking and feeding on the production and behaviour of dairy cows | |
Stygar et al. | Multivariate dynamic linear models for estimating the effect of experimental interventions in an evolutionary operations setup in dairy herds | |
Cooper et al. | A simulation model of an automatic milking system applying different management strategies | |
EP1727420B1 (en) | Method and milking station for milking animals | |
Polikarpus et al. | Automatic montioring of milking order in an large loose housing cowshed. | |
Appleman et al. | Motion and time studies of milking parlors and routines | |
Paunova-Hubenova et al. | Contemporary Technical Solutions for Milking Stalls and Dairy Barns with AMS | |
Simčič et al. | Non-genetic factors affecting somatic cell count in milk of dairy goat populations in Croatia and Slovenia | |
Spengler Neff | How do separation and weaning work with little stress? How can we achieve reliable performance testing of dams that are suckled | |
Harms et al. | A tool to analyze and optimize milking intervals in robotic milking systems | |
Cooper | Milking by Robots: -simulating the robotic milking farm | |
Stoycheva et al. | Influence of horns and lactation order on the arrangement for fixing in the milking installation in goats of three breed groups | |
Du Pisanie | Plan well for the lambing season |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130501 |