NL1029514C2 - Werkwijze en samenstel voor het vervaardigen van een sierobject. - Google Patents

Description

Werkwijze en samenstel voor het vervaardigen van een sierobject.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het 5 vervaardigen van sierobjecten in het bijzonder sierobjecten omvattende negatieve en/of positieve afdrukken van voorwerpen.

Technieken om afdrukken te maken van voorwerpen zijn bekend. Tevens is het gebruik voor decoratieve doelen van 10 afdrukken van voorwerpen, inclusief lichaamsdelen, bekend. Zo is het bekend om afdrukken te maken van lichaamsdelen van baby's, met name van handen of voeten, om zodoende voor de later levensjaren een nagedachtenis te hebben aan de eerste lichaamsvormen van het individu waarvan de afdruk genomen is. 15 Dergelijke afdrukken van lichaamsdelen van baby's worden in de stand der techniek doorgaans gevormd in gips of klei. De keuze voor deze materialen lijkt gedreven te worden vanwege hun goede beschikbaarheid en vanwege de lange traditie, die er bestaat met betrekking tot het gebruik van 20 deze materialen bij het vervaardigen van sierobjecten. Voor zover het bij de uitvinders bekend is worden deze afdrukken altijd als negatieve afdrukken gemaakt. Om een groot aantal sierobjecten met de afdruk van een lichaamsdeel van een individu te verkrijgen is het derhalve noodzakelijk om het 25 lichaamsdeel veelvuldig in gips of klei af te drukken, wat ongemakkelijk kan zijn voor het individu met name voor een baby. Bovendien hebben gips en klei hun beperkingen met betrekking tot de details die hierin kunnen worden vastgelegd. Deze beperkingen nemen toe bij het 30 achtereenvolgens maken van een veelvoud van afdrukken van hetzelfde voorwerp, daar de kans bestaat dat enig residu van het gips of het klei aan het voorwerp blijft hechten. Dit * 1 0295 1 4 .1

J

2 aanhechtende residu verstoort de tekening van het voorwerp in een later gemaakte afdruk.

Tegen deze achtergrond hebben de uitvinders van de onderhavige uitvinding gezocht naar verbeteringen van de 5 werkwijzen, die in de stand der techniek worden toegepast voor het maken van een afdruk van een voorwerp, in het bijzonder een menselijk lichaamsdeel, en de presentatie van een dergelijke afdruk als sierobject.

Gevonden is dat bij gebruik van een 10 polyorganosiloxaan verbinding als materiaal om de afdruk in te maken een gedetailleerde afdruk van het voorwerp kan worden verkregen. De uitvinding heeft derhalve betrekking op een werkwijze volgens conclusie 1.

Geschikte polyorganosiloxaan verbindingen kunnen 15 worden geselecteerd door de vakman, zoals de polyorganosiloxaan verbindingen, die toegepast worden binnen het gebied van de tandtechniek. Indien een afdruk van een menselijk lichaamsdeel wordt gemaakt dient de polyorganosiloxaan niet-toxisch te zijn. Over het algemeen 20 voldoen polyorganosiloxaan verbindingen, met name die welke toegepast worden binnen het gebied van de tandtechniek, aan dit criterium. De polyorganosiloxaan verbinding is bij voorkeur polyvinylsiloxaan.

De polyorganosiloxaan verbinding kan als dusdanig 25 verschaft worden, maar wordt bij voorkeur gevormd door menging van tenminste twee precursor samenstellingen, zoals een basis samenstelling omvattende een aantal polyorganosiloxaan verbindingen en een katalysator samenstelling omvattende een uithardingskatalysator en 30 optioneel een aantal polyorganosiloxaan verbindingen. In het laatst genoemde geval wordt de uithardbare polyorganosiloxaan verbinding verkregen na menging van de precursor samenstellingen. Geschikte Polyorganosiloxaan verbindingen 1 0295 1 4 ) 3 zijn bijvoorbeeld die, welke worden toegepast in de tandtechniek.

Naast de materialen, die tot een uithardbare polyorganosiloxaan verbinding te vormen zijn wordt in de j 5 werkwijze volgens de uitvinding een mal, de indrukmal ! verschaft. Deze mal dient er voor om de uithardbare polyorganosiloxaan verbinding op te nemen in een dusdanige vorm, dat hierin een afdruk van een voorwerp gemaakt kan worden, die geschikt is om toegepast te worden als 10 sierobject.

Deze indrukmal, omvat een aan de bovenzijde geopende bakvormige ruimte, de vormingsruimte, die geschikt is om de polyorganosiloxaan verbinding op te nemen. De vormingsruimte wordt gedefinieerd tussen de bovenzijde van de bodemplaat en 15 de binnenzijden van de opstaande wanden. De vormingscontour van de vormingsruimte, wordt gedefinieerd door de binnenzijden van de opstaande wanden. De vormingscontour kan in principe een willekeurige vorm hebben, zoals een ronde, een ovale, of een veelhoekige vorm, zoals een driehoekige of 20 rechthoekige vorm. In een voorkeurs uitvoeringsvorm heeft de vormingscontour echter een rechthoekige vorm en is deze met meer voorkeur een gelijkzijdige vierkant.

In de werkwijze volgens de uitvinding wordt een uithardbare massa gevormd uit de materialen, die tot een 25 uithardbare polyorganosiloxaan verbinding te vormen zijn. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan dit geschieden door tenminste twee precursor samenstellingen met elkaar te vermengen. De uithardbare massa wordt vervolgens uitgespreid in de vormingsruimte. Dit gebeurt bij voorkeur 30 dusdanig, dat de vormingsruimte in hoofdzaak volledig gevuld is en een glad oppervlak aan de open zijde van de vormingsruimte wordt gevormd. Het niveau van het gladde oppervlak komt hierbij in een uitvoeringsvorm van de 1 0295 1 4 4 uitvinding overeen met het niveau van de opstaande wanden van de indrukmal. Dit kan geschieden door gebruik te maken van een roller, die optioneel wordt verschaft in de werkwijze volgens de uitvinding.

5 Het vermengen van de materialen, die tot een uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling te vormen zijn, het uitspreiden van de uithardbare samenstelling in de vormingsruimte en het vervolgens maken van de afdruk van het voorwerp in het oppervlak van de uithardbare 10 polyorganosiloxaan samenstelling dient te geschieden alvorens de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling in hoofdzaak uithard. De uithardbare polyorganosiloxaan samenstellingen kan bij kamertemperatuur een uithardingstijd hebben van 2 tot 5 minuten, zoals 3 tot 5 minuten. Derhalve dienen alle 15 vereiste handelingen, die vóór het uitharden van de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling uitgevoerd dienen te worden, binnen een kort tijdsbestek uitgevoerd te worden.

Derhalve worden in een uitvoeringsvorm van de 20 werkwijze volgens de uitvinding maatregelen verschaft, die het uitspreiden van de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling vergemakkelijken en/of bespoedigen, zodat er voldoende tijd over blijft voor het maken van een afdruk van het voorwerp.

25 Een van deze maatregel is het verschaffen van een roller met een halter vormig lichaam met een cilindrisch roldeel met aan weerszijden een lob, met een diameter groter dan de diameter van het roldeel. De lobben in deze roller worden gedefinieerd door een aantal vlakken omvattende 30 tenminste een eerste vlak grenzend aan het roldeel, het binnenlobvlak, dat uitloopt vanuit het roldeel. De vormingscontour van de vormingsruimte is in deze uitvoeringsvorm van de werkwijze rechthoekig en de afstand 1 0295 1 4 » 5 tussen de binnenzijden van tenminste twee overstaande opstaande wanden van de vormingsruimte is in hoofdzaak gelijk aan de lengte van het roldeel. De buitenzijden van tegenover elkaar staande opstaande wanden hebben tenminste aan hun 5 bovenzijde een vorm die complementair is aan de vorm van de binnenlobvlakken. Het uitspreiden van de uithardbare polyorganosiloxaan verbinding geschiedt door de roller met i het roldeel over de geopende bovenzijde van de vormingsruimte ' te rollen, dusdanig dat de binnenlobvlakken rollen over de 10 complementair gevormde buitenzijden van de opstaande wanden van de vormingsruimte.

Deze aangepaste vorm van de roller, de vormingscontour en de bovenkant van de buitenzijden van de opstaande wanden van de indrukmal vergemakkelijken en/of 15 bespoedigen het uitspreiden van de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling in de vormingsruimte.

Verder kan de bovenzijde van de bodemplaat een vergroot oppervlak hebben. Bijvoorbeeld doordat deze is voorzien van ribbels, piramide-vormige stekels en dergelijke. 20 Hiermee wordt verschuiving van de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling bij het snel uitrollen tenminste verminderd, en bij voorkeur voorkomen.

Nadat de uithardbare massa van de polyorganosiloxaan verbinding is uitgespreid in de vormingsruimte wordt een 25 afdruk van een voorwerp gemaakt in het oppervlak van de uithardbare massa van de polyorganosiloxaan verbinding, dat beschikbaar is tussen de binnenzijden van de opstaande wanden van de indrukmal. Dit kan worden bewerkstelligd door het voorwerp, bijvoorbeeld een lichaamsdeel zoals een hand of een 30 voet met een lichte druk in de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling te drukken en vervolgens het voorwerp weer langs dezelfde weg, maar in de omgekeerde richting uit de polysiloxaan samenstelling te bewegen.

1 0295 1 4 --1 6

Vervolgens wordt de uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling toegestaan om uit te harden, bijvoorbeeld bij kamer temperatuur'.

De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich 5 verder van de werkwijzen uit de stand der techniek, doordat de indrukmal, met in de vormingsruimte de uitgeharde polyorganosiloxaan samenstelling, met daarin de negatieve afdruk van het voorwerp niet alleen toegepast kan worden als sierobject, maar tevens gebruikt kan worden om een aantal 10 positieve afdrukken van het voorwerp te vervaardigen.

Voor het eerste doel kan de indrukmal met in de vormingsruimte de uitgeharde polyorganosiloxaan samenstelling, met daarin de negatieve afdruk van het voorwerp als dusdanig worden toegepast. Op alternatieve wijze 15 kan de indrukmal opgenomen worden binnen een sierlichaam, zoals een lijst. Deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt vormgegeven met de kenmerken van conclusie 2. De dimensionering van de buitencontour van de vormingsruimte en de opstaande wanden van de lijstbak zijn in 20 deze uitvoeringsvorm dusdanig, dat de vormingsruimte binnen de binnenzijden van de opstaande wanden van de lijstbak geplaatst kan worden.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft de kenmerken van conclusie 3. In 25 een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de lijstbak samengesteld uit een lichaam bestaand uit een grondplaat en een lichaam omvattende een aantal opstaande wanden en een draagraamwerk. Een voordeel hiervan is dat de grondplaat tevens voor verdere doeleinden toegepast kan worden in 30 specifieke uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding, zoals hieronder nader besproken zal worden.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de kenmerken van conclusie 4. Met deze uitvoeringsvorm kan 1 0295 1 4 7 het sierobject omvattende de afdruk van het voorwerp in de uitgeharde polyorganosiloxaan samenstelling verder afgewerkt worden, om dusdanig haar bruikbaarheid als sierobject te vergroten.

5 Het is mogelijk om meer dan een passe partout te verschaffen bij voorbeeld met een onderscheidende kleur. Indien het voorwerp, waarvan een afdruk wordt vervaardigd, een menselijk lichaamsdeel is zoals een hand of voet, bijvoorbeeld van een baby, kan een rose en een babyblauw 10 passe partout worden verschaft. Op alternatieve wijze kunnen de bovenzijde en onderzijde van het passe partout een onderschijdende kleur hebben.

De dimensionering van de elementen van de afdrukmal, het binnenraamwerk, het buitenraamwerk en het passe partout 15 zijn bijvoorkeur dusdanig, dat van boven gezien enkel het oppervlak van de uitgeharde siloxaansamenstelling met daarin de afdruk van het voorwerp, het passe partout en het buitenraamwerk zichtbaar zijn. Dit kan bereikt worden met een uitvoeringsvorm, waarin de binnencontour van het passe 20 partout enigszins kleiner is dan de vormingscontour, de buitencontour van het passe partout groter is dan de buitencontour van de indrukmal en kleiner is dan de binnencontour van het buitenraamwerk.

Het passe partout wordt in een uitvoeringsvorm van de 25 werkwijze volgens de uitvinding onder het buitenraamwerk gefixeerd. In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij tevens een draagraamwerk is verschaft, bevindt het passe partout zich hierbij tenminste gedeeltelijk boven het draagraamwerk. Het passe partout kan hierbij een 30 buitencontour hebben die enigszins kleiner is dan de buitencontour van het draagraamwerk.

Over het algemeen zal het passe partout een buitencontour hebben, die enigszins kleiner is dan de 1 0295 1 4 8 buitencontour van het buitenraamwerk en een binnencontour, die enigszins groter is dan de binnencontour van het buitenraamwerk.

Zoals bovenstaand reeds vermeld kan de indrukmal, met 5 in de vormingsruimte de uitgeharde polyorganosiloxaan samenstelling, met daarin de afdruk van het voorwerp gebruikt worden om een aantal positieve afdrukken van het voorwerp te vervaardigen. Voor dit doel voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens conclusie 5. Hierbij wordt in de tweede 10 uithardbare massa, een positieve afdruk van het voorwerp vervaardigd, met behulp van de negatieve afdruk in de uitgeharde polyorganosiloxaan samenstelling.

Het lichaam van de afdrukmal met de opstaande wanden is in een uitvoeringsvorm van de uitvinding een bodemloos 15 lichaam. Dit vereenvoudigt het lossen van de tweede uitgeharde massa uit de afdrukruimte.

De tweede uithardbare massa kan bijvoorbeeld gips zijn. Aldus kan het tweede tot een uithardbare massa te vormen materiaal gips poeder zijn, zoals het onderwerp is van 20 conclusie 6, dat vermengd met een hoeveelheid water gips kan vormen.

Een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de kenmerken volgens conclusie 7. Om de tweede uitgeharde massa tevens dienst te 25 laten doen als sierobject is het voordelig om dit te voorzien van middelen om het aan op te hangen of om het in een (recht)opstaande positie neer te zetten.

Om een juiste positionering van de hanger in de tweede uitgeharde massa te verzekeren, zodat het sierobject 30 vervaardigd uit de tweede uitgeharde massa recht hangt dan wel staat, heeft een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding de kenmerken van conclusie 8.

i i 1 0295 1 4 9

De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel volgens conclusies 10-29. Een dergelijk samenstel is bruikbaar in de werkwijze volgens de uitvinding en bestaat uit de elementen die in een of meerdere uitvoeringsvormen van 5 de werkwijze volgens de uitvinding, zoals bovenstaand besproken, worden verschaft.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een sierobject volgens conclusie 30, dat verkrijgbaar is met de werkwijze volgens de uitvinding.

10 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, die niet-limiterende uitvoerinsvormen weergeven en waarin:

Figuren 1A-1D diverse stadia van de werkwijze volgens de uitvinding tonen, tot het laten uitharden van de 15 uithardbare polyorganosiloxaan samenstelling;

Figuur 2A diverse elementen toont van een sierobject, dat verkregen kan worden met de werkwijze volgens de uitvinding;

Figuur 2B een vooraanzicht toont van het sierobject, 20 waarvan de diverse onderdelen zijn weergegeven in figuur 2A;

Figuur 2C een dwarsdoorsnede toont van het sierobject, zoals weergegeven in figuur 2B langs de lijn I-II;

Figuren 3A-3C een overzicht geven van de diverse 25 stadia van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij een positieve afdruk van het voorwerp wordt vervaardigd in de tweede uithardbare massa.

Figuur 3D een dwarsdoorsnede weergeeft door de afdruk mal, zoals weergegeven in figuur 3B langs de lijn III-IV.

30 Figuur 4A een perspectivisch aanzicht weergeeft van de afdrukmal, met daarin geplaatst de indrukmal en de gerichte plaatsing van de hanger ten opzichte van de afdrukruimte; 1 0295 1 4 10

Figuur 4B een detail van de hanger toont, die toegepast wordt in een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding;

Figuur 5A een achteraanzicht toont van een sierobject 5 verkregen met een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, waarin in het achter vlak een hanger is verankerd; en

Figuur 5B een vooraanzicht toont van het sierobject uit figuur 5A.

10 Figuur IA toont de indrukmal 1, met daarin een massa van een uithardbare polyvinylsiloxaan samenstelling 2. De indrukmal 1 heeft een bodemplaat 3 met een door ribbels gevormd vergroot oppervlak. Boven de bodemplaat 3 zijn vier opstaande wanden met een binnenzijde 4 en een buitenzijde 5 15 geplaatst. Tussen de binnenzijden 4 van de opstaande wanden en de bodemplaat 3 wordt een aan de bovenzijde geopende bakvormige ruimte, de vormingsruimte 6 gedefinieerd. In deze vormingsruimte is een massa van een uithardbare polyvinylsiloxaan samenstelling 2 geplaatst. Het volume van 20 de massa van de uithardbare polyvinyl siloxaan samenstelling is in hoofdzaak gelijk aan het volume van de vormingsruimte 6 van de indrukmal 1. Het uitspreiden van de uithardbare massa van de polyvinyl siloxaan samenstelling 2 in de vormingsruimte 6 wordt weergegeven in figuur 1B. Hierbij 25 wordt gebruik gemaakt van een roller 7, met een cilindrisch roldeel 8 en aan weerszijden een lob met een diameter groter dan de diameter van het cilindrisch roldeel 8. De lobben omvatten een binnenlobvlak 9, dat uitloopt vanuit het cilindrisch roldeel 8. De roller 7 wordt geleid over de 30 bovenkant 10 van de opstaande wanden. De lengte van het cilindrisch roldeel 8 is in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen de binnenzijden 4 van tenminste twee overstaande opstaande wanden. De vorm van het binnenlobvlak 9 is 10295 1 4 11 complementair aan de vorm van de bovenzijde van de buitenzijden van tegenover elkaar staande opstaande wanden.

Deze maatregelen maken het tezamen met het vergroot oppervlak van de bodemplaat 3 mogelijk om de uithardbare 5 massa van de polyvinyl siloxaan samenstelling 3 snel uit te ! spreiden binnen de vormingsruimte 6, met vorming van een glad oppervlak aan de bodemzijde van de vormingsruimte 6.

Hierdoor blijft er vóór het uitharden van de uithardbare polyvinyl siloxaan samenstelling nog voldoende 10 tijd over voor het maken van een afdruk in het gladgestreken oppervlak van de polyvinylsiloxaan samenstelling 2.

Het maken van de afdruk van het voorwerp, hier een hand, wordt eenvoudig bewerkstelligd door de hand met een geringe, maar voldoende druk in het oppervlak van de 15 uithardbare polyvinyl siloxaan samenstelling 2 te drukken, zoals is weergegeven in figuur 1C.

Figuur 1D toont het resultaat van de in de uithardbare polyvinyl siloxaan samenstelling gemaakte afdruk 15 van de hand. Na het aanbrengen van de afdruk 15 in de 20 uithardbare polyvinylsiloxaan samenstelling 2, wordt deze toegestaan om uit te harden bij kamertemperatuur. Vervolgens kan de indrukmal met in de uitgeharde polyvinylsiloxaan samenstelling aangebrachte afdruk 15 van de hand direct toegepast worden als sierobject. Het is echter tevens 25 mogelijk om het geheel van de indrukmal 1 met in de uitgeharde polyvinylsiloxaan samenstelling 2 de afdruk 15 van de hand te combineren met een aantal afwerkingselementen, zoals weergegeven in figuur 2A.

In deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de 30 uitvinding wordt de indrukmal 1 met de afdruk 15 van de hand in de polyvinylsiloxaan samenstelling gecombineerd met een lijstbak, die bestaat uit een samengesteld lichaam van een grondplaat 16 met een bovenzijde 17 en een onderzijde 18 en 1 0295 1 4 12 een tweede lichaam, dat een draagraamwerk met een bovenzijde 19, een onderzijde 20, een binnencontour 21 en een buitencontour 22 combineert met een aantal opstaande wanden met een binnenzijde 23 en een buitenzijde 24. Verder zijn ter 5 afwerking een passe-partout, omvattende een plaatvormig lichaam met een bovenzijde 31, een onderzijde 32, een buitencontour 33 en een binnnencontour 34 en een buitenraamwerk 35, omvattende een raamwerk met een bovenzijde 36, een buitencontour 38 en een binnencontour 39. Het in 10 figuur 2A weergegeven buitenraamwerk heeft tevens een aantal zijwanden 40. Tezamen met de overige elementen, die getoond zijn in figuur 2A, kan de indrukmal 1 met in de polyvinylsiloxaan samenstelling aangebrachte afdruk 15 gecombineerd worden tot een afgewerkt sierobject, zoals 15 getoond in figuur 2B. Een doorsnede langs de onderbroken lijn in figuur 2B is weergegeven in figuur 2C. In deze doorsnede is de onderlinge samenhang van de elementen uit figuur 2A, zoals die gecombineerd zijn tot het sierobject van figuur 2B, en de wijze waarop deze op elkaar ingrijpen zichtbaar.

20 In de doorsnede van figuur 2C is zichtbaar, dat de grondplaat 16 met het lichaam, omvattende het draagraamwerk en de opstaande wanden, gecombineerd is tot een lijstbak. De buitencontour van de indrukmal 1, valt volledig binnen de binnenzijden 23 van de opstaande wanden van de lijstbak. De 25 indrukmal 1 is aan de onderzijde 11 met behulp van in elkaar grijpende snapmiddelen 45, die dienst doen als fixatiemiddelen, gefixeerd aan de bovenzijde 17 van de grondplaat 16. Aan de bovenzijde is de indrukmal met behulp van snapmiddelen 46 gefixeerd aan de onderzijde 20 van het 30 draagraamwerk. Het buitenraamwerk 35 is gefixeerd met behulp van snapmiddelen 47 aan de bovenzijde 19 van het draagraamwerk en de onderzijde 37 van het buitenraamwerk.

Deze snapmiddelen steken door uitsparingen 41 in het passe 1 0295 1 4 13 partout 30. Het passe-partout 30 wordt omklemd tussen de bovenzijde 19 van het draagraamwerk en de onderzijde 37 van het buitenraamwerk 35, en wordt aldus gefixeerd.

Naast het gebruik van de indrukmal met de in de 5 uitgeharde polyvinylsiloxaan samenstelling 2 aangebrachte afdruk 15 van een voorwerp als sierobject, ofwel direct, ofwel in afgewerkte vorm, kan deze tevens toegepast worden om i een positieve afdruk van het voorwerp te vervaardigen, zoals is weergegeven in figuren 3A-3D. Hiertoe wordt de indrukmal 1 10 gecombineerd met een afdrukmal 50 met een aantal opstaande wanden met een binnenzijde 51 en een buitenzijde 52. De indrukmal 1 kan met de bodemplaat 3 naar beneden binnen de binnenzijden 51 van de opstaande wanden van de afdrukmal 50 worden geplaatst, waardoor een afdrukruimte 53 wordt gevormd.

15 De afdrukmal 50 is een samengesteld lichaam, omvattende het lichaam met de opstaande wanden en de grondplaat 16. In de afdrukruimte 53 wordt een tweede uithardbare massa (gips) 54 gegoten. Het volume van de tweede uithardbare massa 54 is in hoofdzaak gelijk aan het volume van de afdrukruimte 53. De 20 tweede uithardbare massa 54 wordt toegestaan om uit te harden, waarna het gelost wordt uit de afdrukruimte 54. Dit wordt vereenvoudigd doordat de afdrukmal 50 een samengesteld lichaam is van het lichaam met de opstaande wanden en de grondplaat 16. Door de grondplaat 16 te verwijderen kan vanaf 25 de onderzijde 11 de indrukmal 1 tezamen met de uitgeharde tweede uithardbare massa 54 uit de afdrukruimte 53 worden geduwd. Het verkregen sierobject 60, dat bestaat uit de tweede uitgeharde massa 54, met daarin een positieve afdruk 55 van de afdruk 15 in de uitgeharde polyvinylsiloxaan 30 samenstelling 2 wordt weergegeven in figuur 3C.

Figuur 3D toont een dwarsdoorsnede langs de onderbrokenlijn van de situatie zoals weergegeven in figuur 3B. In de weergegeven uitvoeringsvorm sluit de buitencontour j 1029514 k 14 van de indruk mal nauw aan op de binnenzijden 51 van de afdrukmal. Dit is echter niet noodzakelijk in alle uitvoeringsvormen van de uitvinding. Net als weergegeven in figuur 2C is de indrukmal 1 aan de onderzijde 11 gefixeerd op 5 de grondplaat 16 met behulp van snapmiddelen. De indrukmal is verder verbonden met het lichaam met de opstaande randen via aanvullende snapmiddelen 56.

Figuur 4A toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding. Hierbij wordt na het in 10 de afdrukruimte 53 gieten van de tweede uithardbare massa 54 j een hanger 60 in de uithardbare massa 54 verankerd. Een detail van de hanger 60 wordt weergegeven in figuur 4B. De hanger 60 omvat een plaatvormig lichaam 61, een aantal verankeringsmiddelen 62 voor het verankeren van de hanger 60 15 in de tweede uitgeharde massa 54, een bevestigingsmiddel 63 voor het hangend bevestigen van het sierobject 44, i vervaardigd uit de tweede uitgeharde massa 54, en twee i bevestigingsmiddelen 64 voor het staand bevestigen van het sierobject 44, vervaardigd uit de tweede uitgeharde massa 54.

20 Verder omvat de hanger 60 in deze uitvoeringsvorm een tweetal j geleidingsmiddelen 65. Deze geleidingsmiddelen 65 werken i samen met een tweetal uitsparingen 66 op de afdrukmal.

Hierdoor kan de plaatsing van de hanger 60 ten opzichte van de afdrukruimte 53 worden gericht, waardoor een juiste 25 positionering van de hanger 60 in de tweede uitgeharde massa 54 wordt verzekerd.

Figuur 5A toont een achteraanzicht van een sierobject 44, vervaardigd uit de tweede uitgeharde massa, 54 waarin de hanger 60 is aangebracht. In de bevestigingsmiddelen 64 is 30 een poot 67 aangebracht. De poot grijpt met behulp van twee cilindervormige uitsteeksels (niet getoond) aan in de cilindervormige uitsparing 64 in de hanger 60. Met behulp van 1 0295 1 4 * 15 de poot 67 kan het sierobject, vervaardigd uit de tweede uitgeharde massa 54, staand worden opgesteld.

Figuur 5B geeft een vooraanzicht van het sierobject, zoals weergegeven in figuur 5A.

1029514

Claims (30)

1 I fixatiemiddelen aanwezig zijn om de vormingsruimte binnen de opstaande wanden van de lijstbak te fixeren.

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een sierobject omvattende: 5. het verschaffen van: • een aantal tot een massa van een uithardbare polyorganosiloxaan verbinding, bij voorkeur polyvinyl siloxaan, te vormen materialen; • een mal, de indrukmal, omvattende een bodemplaat, 10 met een bovenzijde, een onderzijde en een buitencontour, en aan de bovenzijde van de bodemplaat een aantal met elkaar verbonden opstaande wanden, met een binnenzijde en een buitenzijde, waarbij een aan de bovenzijde geopende bak- vormige ruimte, de vormingsruimte, gedefinieerd wordt tussen i 15 de bovenzijde van de bodemplaat en de binnenzijden van de opstaande wanden, waarbij de binnenzijden van de opstaande wanden een vormingscontour van de vormingsruimte definiëren ! en de buitenzijden van de opstaande wanden een buitencontour van de vormingsruimten definiëren; 20. optioneel een roller; - het tot een uithardbare massa vormen van het tot een uithardbare massa te vormen materiaal; - het in de vormingsruimte uitspreiden van de uithardbare massa, bij voorkeur dusdanig dat de 25 vormingsruimte in hoofdzaak volledig gevuld is en een glad oppervlak van de uithardbare massa wordt gevormd in de vormingsruimte, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een roller; - het maken van een afdruk van een voorwerp in de 30 uithardbare massa; - het de uithardbare massa toestaan om uit te harden.

1 «

2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende: 1029514 ^ . 1 - het verschaffen van een lijstbak omvattende een grondplaat, met een bovenzijde, een onderzijde en een buitencontour, en aan de bovenzijde van de grondplaat een aantal opstaande wanden, met een binnenzijde en een 5 buitenzijde, en een in hoofdzaak parallel aan de grondplaat verlopend draagraamwerk, dat verbonden is met de opstaande wanden, welk draagraamwerk een bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour en een binnencontour omvat, waarbij de buitencontour van de vormingsruimte binnen de opstaande 10 wanden van de lijstbak geplaatst kan worden en fixatiemiddelen aanwezig zijn om de vormingsruimte binnen de opstaande wanden van de lijstbak te fixeren; - het fixeren van de vormingsruimte binnen de opstaande wanden van de lijstbak.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de lijstbak een samengesteld lichaam omvat, samengesteld uit een veelvoud van lichamen omvattende een of meer elementen geselecteerd uit: - een grondplaat omvattende een plaat-vormig lichaam met 20 een bovenvlak, een ondervlak en een buitencontour; - een aantal opstaande wanden; - een draagraamwerk omvattende een raamwerk met een bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour en een binnencontour; 25 welke elementen met behulp van verbindingsmiddelen verbonden kunnen worden onder vorming van de lijstbak; en waarbij de lijstbak wordt gevormd door het verbinden van de verbindingsmiddelen.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, verder 3 0 omvattende: - het verschaffen van: 10295 1 4 • een passe partout omvattende een plaat-vormig lichaam met een bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour, en een binnencontour, • een buitenraamwerk, omvattende een raamwerk met een 5 bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour en een binnencontour; waarbij fixatiemiddelen aanwezig zijn om het passe partout onder het buitenraamwerk te fixeren; en - het fixeren van het passe partout onder het 10 buitenraamwerk.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-4 verder omvattende: - het verschaffen van: • een tweede tot een uithardbare massa te vormen 15 materiaal; • een tweede mal de afdrukmal omvattende een lichaam met een aantal met elkaar verboden opstaande wanden, waar binnen de indrukmal dusdanig met de bodemplaat naar beneden geplaatst kan worden, dat hierdoor een bak-vormige ruimte, de 20 afdrukruimte wordt gevormd; - het met de bodemplaat naar beneden tussen de opstaande wanden van de indrukmal plaatsen van de afdrukmal onder vorming van de afdrukruimte; - het tot een uithardbare massa vormen van de tweede 25 uithardbare massa; - na het uitharden van de uithardbare polyorganasiloxaan J verbinding het in de afdrukruimte plaatsen van de tweede uithardbare massa; - het de tweede uithardbare massa toestaan om uit te 30 harden; - het lossen van de tweede uitgeharde massa uit de afdrukruimte. 1 0295 1 4 I '

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het tweede tot een uithardbare massa te vormen materiaal gipspoeder is.

7. Werkwijze volgens conclusies 5-6, verder omvattende: 5. het verschaffen van een hanger omvattende een lichaam met een aantal verankeringsmiddelen voor het verankeren van het lichaam in een uitgeharde massa van de tweede uithardbare massa en bevestigingsmiddelen voor het hangend en/of steunend bevestigen van een uitgeharde massa van de tweede uithardbare 10 massa waarin de hanger is verankerd; - vóór het uitharden van de tweede uithardbare massa het in de in de afdrukruimte geplaatste tweede uithardbare massa aanbrengen van de hanger, dusdanig dat de verankeringsmiddelen na uitharding van het tweede uithardbare 15 materiaal de hanger hierin verankeren.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de hanger en/of tenminste een van de opstaande wanden van de afdrukmal, de richtwand, middelen omvatten waarmee de plaatsing van de hanger ten opzichte van de afdrukruimte kan worden gericht en 20 waarbij deze middelen worden gebruikt om de plaatsing van de hanger ten opzichte van de afdrukruimte te richten.

9. Werkwijze volgens conclusies 1-9, waarbij een roller wordt verschaft welke roller een halter vormig lichaam omvat met een cilindrisch roldeel met aan weerszijden een lob, met 25 een diameter groter dan de diameter van het roldeel, welke lobben gedefinieerd worden door een aantal vlakken omvattende tenminste een eerste vlak grenzend aan het roldeel, het binnenlobvlak, dat uitloopt vanuit het roldeel, en waarbij verder de vormingscontour van de vormingsruimte rechthoekig 30 is en de afstand tussen de binnenzijden van tenminste twee overstaande opstaande wanden van de vormingsruimte in hoofdzaak gelijk is aan de lengte van het roldeel, en waarbij i verder de buitenzijden van tegenover elkaar staande opstaande | | 1029514 , I wanden tenminste aan hun bovenzijde een vorm hebben die complementair is aan de vorm van de binnenlobvlakken en waarbij het uitspreiden van de uithardbare polyorganosiloxaan verbinding geschied door de roller met het roldeel over de 5 geopende bovenzijde van de vormingsruimte te rollen, dusdanig dat de binnenlobvlakken rollen over de complementair gevormde buitenzijden van de opstaande wanden van de vormingsruimte.

10. Samenstel omvattende: - een aantal tot een massa van een uithardbare 10 polyorganosiloxaan verbinding, bij voorkeur polyvinyl siloxaan, te vormen materialen; - een mal, de indrukmal, omvattende een bodemplaat, met een bovenzijde, een onderzijde en een buitencontour, en aan de bovenzijde van de bodemplaat een aantal opstaande wanden, 15 met een binnenzijde en een buitenzijde, waarbij een aan de bovenzijde geopende bak-vormige ruimte, de vormingsruimte, gedefinieerd wordt tussen de bovenzijde van de bodemplaat en de binnenzijden van de opstaande wanden, waarbij de binnenzijden van de opstaande wanden een vormingscontour van 20 de vormingsruimte definiëren en de buitenzijden van de opstaande wanden een buitencontour van de vormingsruimten definiëren.

11. Samenstel volgens conclusie 10, verder omvattende een lijstbak omvattende een grondplaat, met een bovenzijde, 25 een onderzijde en een buitencontour, en aan de bovenzijde van de grondplaat een aantal opstaande wanden, met een binnenzijde en een buitenzijde, en een in hoofdzaak parallel aan de grondplaat verlopend draagraamwerk, dat verbonden is met de opstaande wanden, welk draagraamwerk een bovenzijde, 30 een onderzijde, een buitencontour en een binnencontour omvat, waarbij de buitencontour van de vormingsruimte binnen de opstaande wanden van de lijstbak geplaatst kan worden en 1029514

12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de lijstbak een samengesteld lichaam omvat, samengesteld uit een 5 veelvoud van lichamen omvattende een of meer elementen geselecteerd uit: - een grondplaat omvattende een plaat-vormig lichaam met een bovenvlak, een ondervlak en een buitencontour; - een aantal opstaande wanden; 10. een draagraamwerk omvattende een raamwerk met een bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour en een binnencontour; welke elementen met behulp van verbindingsmiddelen verbonden kunnen worden onder vorming van de lijstbak.

13. Samenstel volgens conclusies 10-12, waarbij de fixatiemiddelen samenwerkende verbindingsmiddelen op de grondplaat en op de indrukmal omvatten.

14. Samenstel volgens conclusies 10-12, waarbij de fixatiemiddelen samenwerkende verbindingsmiddelen op de 20 bovenzijde van de indrukmal en op de onderzijde van het draagraamwerk omvatten.

15. Samenstel volgens conclusies 10-12, waarbij de fixtiemiddelen samenwerkende verbindingsmiddelen aan de bovenzijde van de grondplaat en aan de onderzijde van het 25 draagraamwerk omvatten.

16. Samenstel volgens conclusies 10-15, waarbij het samenstel verder omvat: - een passe partout omvattende een plaat-vormig lichaam met een bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour, en een 3. binnencontour, - een buitenraamwerk, omvattende een raamwerk met een bovenzijde, een onderzijde, een buitencontour en een binnencontour; 1029514 -· · waarbij fixatiemiddelen aanwezig zijn om het passe partout onder het buitenraamwerk te fixeren.

17. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij de fixatiemiddelen samenwerkende verbindingsmiddelen op de 5 grondplaat en de buitenlijst omvatten.

18. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij de fixatiemiddelen samenwerkende verbindingsmiddelen op de draaglijst en de buitenlijst omvatten.

19. Samenstel volgens een der conclusies 10-18, dat 10 verder een roller omvat.

20. Samenstel volgens conclusie 19, waarbij de roller een halter vormig lichaam omvat met een cilindrisch roldeel met aan weerszijden een lob, met een diameter groter dan de diameter van het roldeel, welke lobben gedefinieerd 15 werden door een aantal vlakken omvattende tenminste een eerste vlak grenzend aan het roldeel, het binnenlobvlak, dat uitloopt vanuit het roldeel, waarbij verder de vormingscontour van de vormingsruimte rechthoekig is en de afstand tussen de binnenzijden van tenminste twee overstaande 20 opstaande wanden van de vormingsruimte in hoofdzaak gelijk is aan de lengte van het roldeel, en waarbij verder de buitenzijden van tegenover elkaar staande opstaande wanden tenminste aan hun bovenzijde een vorm hebben die complementair is aan de vorm van de binnenlobvlakken.

21. Samenstel volgens een der conclusies 10-20, waarbij het volume van de uithardbare massa in hoofdzaak gelijk is aan het volume van de vormingsruimte.

22. Samenstel volgens een der conclusies 10-21, waarbij het oppervlak van de bodemplaat van de indrukmal 30 tussen de opstaande randen vergroot is.

23. Samenstel volgens een der conclusies 10-22, waarbij de uithardbare massa geselecteerd is uit de groep omvattende gips, klei of een kunststof zoals een 1 0295 1 4 w <· polyorganosiloxaan verbinding, bij voorbeeld polyvinylsiloxaan.

24. Samenstel volgens conclusies 10-23 dat verder omvat: 5. een tweede tot een uithardbare massa te vormen materiaal, - een tweede mal de afdrukmal omvattende een lichaam met een aantal met elkaar verboden opstaande wanden, waar binnen de indrukmal dusdanig met het grondvlak naar beneden 10 geplaatst kan worden, dat hierdoor een bak-vormige ruimte, de afdrukruimte wordt gevormd.

25. Samenstel volgens conclusie 24, waarbij de afdrukmal een bodemloos lichaam omvat.

26. Samenstel volgens conclusies 24-25, waarbij de 15 tweede uithardbare massa gips is.

27. Samenstel volgens conclusies 24-26, dat verder omvat een hanger omvattende een lichaam met een aantal verankeringsmiddelen voor het verankeren van het lichaam in een uitgeharde massa van de tweede uithardbare massa en 20 bevestigingsmiddelen voor het hangend en/of steunend bevestigen van een uitgeharde massa van de tweede uithardbare massa waarin de hanger is verankerd.

28. Samenstel volgens conclusie 27, waarbij de hanger en/of tenminste een van de opstaande wanden van de afdrukmal, 25 de richtwand, middelen omvatten waarmee de plaatsing van de hanger ten opzichte van de afdrukruimte kan worden gericht.

29. Samenstel volgens een der conclusies 10-28 verder omvattende een beschrijving voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der conclusies 1-9.

30. Sierobject verkrijgbaar met de werkwijze volgens een der conclusies 1-9. 1 0295 1 4