[go: up one dir, main page]

NL1018651C2 - Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer. - Google Patents

Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer. Download PDF

Info

Publication number
NL1018651C2
NL1018651C2 NL1018651A NL1018651A NL1018651C2 NL 1018651 C2 NL1018651 C2 NL 1018651C2 NL 1018651 A NL1018651 A NL 1018651A NL 1018651 A NL1018651 A NL 1018651A NL 1018651 C2 NL1018651 C2 NL 1018651C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle part
vehicle
coupling
mobile construction
construction according
Prior art date
Application number
NL1018651A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Renders
Original Assignee
Renders Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renders Sa filed Critical Renders Sa
Application granted granted Critical
Publication of NL1018651C2 publication Critical patent/NL1018651C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D53/00Tractor-trailer combinations; Road trains
    • B62D53/04Tractor-trailer combinations; Road trains comprising a vehicle carrying an essential part of the other vehicle's load by having supporting means for the front or rear part of the other vehicle
    • B62D53/06Semi-trailers
    • B62D53/067Multi-purpose, convertible or extendable load surface semi-trailers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Vehicle Cleaning, Maintenance, Repair, Refitting, And Outriggers (AREA)
  • Hydrogenated Pyridines (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Vending Machines For Individual Products (AREA)

Description

Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer.
Deze uitvinding heeft betrekking op een verrijdbare 5 constructie voor vrachtvervoer, alsmede op voertuigdelen die er deel van uitmaken.
Meer speciaal beoogt de uitvinding een verrijdbare constructie die verschillende gebruiksmogelijkheden 10 toelaat.
Hiertoe betreft de uitvinding een verrijdbare constructie voor vrachtvervoer, die een eerste voertuigdeel en een daarmee koppelbaar tweede voertuigdeel vertoont, met als 15 kenmerk dat de voornoemde voertuigdelen beide zijn uitgevoerd als een oplegger en zodoende afzonderlijk aan een trekkend voertuig kunnen worden bevestigd, en dat respectievelijk aan het achterste uiteinde van het eerste voertuigdeel en het voorste uiteinde van het tweede 20 voertuigdeel koppelmiddelen aanwezig zijn waarmee beide voertuigdelen tot een star geheel aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Door de constructie van de uitvinding wordt het mogelijk om 25 twee voertuigdelen op een compacte wijze samen te brengen, terwijl de mogelijkheid blijft bestaan om de twee voertuigdelen ook afzonderlijk aan te wenden.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de 30 koppelmiddelen zodanig uitgevoerd dat de voertuigdelen onderling op twee wijzen kunnen worden gekoppeld, enerzijds, zoals voornoemd, als een star geheel en, anderzijds, als een scharnierbaar geheel. 1 101 8651**
In een praktische uitvoeringsvorm bevatten de voornoemde 2 koppelmiddelen een eerste koppelgedeelte aan het achterste uiteinde van het eerste voertuigdeel en tweede koppelmiddelen aan het voorste uiteinde van het tweede voertuigdeel en is hierbij het eerste koppelgedeelte 5 verplaatsbaar ten opzichte van het voorste uiteinde van het eerste voertuigdeel. Zodoende kunnen op een constructief eenvoudige wijze de verschillende koppelmogelijkheden worden gerealiseerd.
10 Volgens nog een voorkeurdragend aspect van de uitvinding zijn de voornoemde koppelmiddelen, en meer speciaal het voornoemde eerste koppelgedeelte en het tweede koppelgedeelte, als een opleggerkoppeling uitgevoerd.
15 In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de wielen, respectievelijk de assen, van het eerste voertuigdeel in langsrichting verstelbaar, zodanig dat in functie van de gebruikstoestand de wielen steeds in een optimale positie kunnen worden geplaatst, onder meer om een optimale 20 lastverdeling over alle assen te verkrijgen.
In een praktische uitvoeringsvorm wordt het eerste voertuigdeel hiertoe uit minstens twee gedeelten gevormd die in de lengterichting onderling verplaatsbaar zijn, 25 respectievelijk een voorste gedeelte met een koppelgedeelte dat toelaat om het eerste voertuigdeel aan een trekkend voertuigdeel te bevestigen en een achterste gedeelte waaronder de wielen van het eerste voertuigdeel bevestigd zijn.
30 . Verder geniet het de voorkeur dat het voornoemde eerste koppelgedeelte op het voornoemde verplaatsbare achterste gedeelte van het eerste voertuigdeel is gemonteerd, zodanig dat door de verplaatsing van het achterste gedeelte ten 35 opzichte van het voorste gedeelte, ook de verplaatsing van 1018651* 3 het eerste koppelgedeelte wordt bewerkstelligd.
Verder geniet het eveneens de voorkeur dat het voornoemde eerste koppelgedeelte op zich in de langsrichting 5 verplaatsbaar is ten opzichte van het voornoemde achterste gedeelte. Zodoende is de verplaatsing van het eerste koppelgedeelte niet strikt verbonden aan de verplaatsing van het voornoemde achterste gedeelte, en kunnen zowel het eerste koppelgedeelte als het achterste gedeelte in een 10 optimale positie worden gebracht in functie van de gewenste gebruikspositie.
De uitvinding kan in allerlei verrijdbare constructies worden aangewend. De verrijdbare constructie kan zowel een 15 frame of laadvlak bezitten dat geëigend is voor het transport van containers als met eender welke soort carrosserie uitgerust zijn. Zulke carrosserie kan bijvoorbeeld gevormd worden door een verwisselbare carrosserie, meer speciaal een zogenaamde wissellaadbak, 20 alsook uit een vaste carrosserie. Onder carrosserie dient hierbij iedere vorm van opbouw te worden verstaan, ongeacht of het over een gesloten opbouw, een open opbouw, of een gedeeltelijk gesloten opbouw handelt. Ook een gewoon plat laadvlak behoort tot de mogelijkheden.
25
In een praktische uitvoeringsvorm zijn de voertuigdelen zodanig uitgevoerd dat één of meer van volgende combinaties mogelijk zijn: 30 A. een trekkend voertuigdeel gecombineerd met een eerste voertuigdeel met een laadvlak dat een lengte heeft van 7,650 meter; B. een trekkend voertuigdeel gecombineerd met een 35 eerste voertuigdeel en een scharnierend daaraan 1018651* 4 gekoppeld tweede voertuigdeel, waarbij het eerste voertuigdeel en tweede voertuigdeel afzonderlijke laadvlakken vertonen ieder met een lengte van 7,650 meter; 5 C. de combinatie volgens voorgaande mogelijkheid B, waarbij het tweede voertuigdeel gedeeltelijk in het eerste voertuigdeel ingeschoven is en samen met dit eerste voertuigdeel een star in de plaats van 10 scharnierbaar geheel vormt en waarbij de totale lengte van het laadvlak 13,650 meter bedraagt; D. een trekkend voertuigdeel gecombineerd met uitsluitend een tweede voertuigdeel, afkomstig uit één 15 van de combinaties B of C, waarbij de nuttige lengte van het laadvlak van het tweede voertuigdeel 7,650 meter bedraagt.
Onder het begrip laadvlak dient hierbij het theoretische 20 vlak te worden verstaan dat op de voertuigdelen beschikbaar is, ongeacht voor welk doeleinde dit vlak wordt aangewend.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend 25 karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een verrijdbare constructie 30 volgens de uitvinding weergeeft, waarbij respectievelijk een eerste voertuigdeel en een tweede voertuigdeel, alsmede een trekkend voertuigdeel zijn afgebeeld; figuur 2 de combinatie weergeeft van het trekkend 35 voertuigdeel met het eerste voertuigdeel uit figuur 1; 1018651» 5 figuur 3 de combinatie weergeeft van het trekkend voertuigdeel met het tweede voertuigdeel uit figuur 1; figuur 4 de combinatie weergeeft waarbij het eerste voertuigdeel en het tweede voertuigdeel star met 5 elkaar verbonden zijn; figuur 5 een zicht weergeeft analoog aan dat van figuur 2, doch in een andere stand; figuur 6 de combinatie weergeeft waarbij het eerste voertuigdeel en het tweede voertuigdeel scharnierbaar 10 met elkaar verbonden zijn; figuur 7 schematisch een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 5; figuur 8 schematisch een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 6; 15 figuur 9 schematisch het achterste gedeelte van het eerste voertuigdeel weergeeft; figuur 10 een bijzondere toepassing illustreert; figuren 11 tot 26 schematisch een overzicht van verschillende mogelijkheden weergeven; 20 figuren 27 en 28 nog twee varianten van de uitvinding weergeven.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6 heeft de uitvinding betrekking op een verrijdbare constructie 1 voor 25 vrachtvervoer. Deze constructie 1 vertoont een eerste voertuigdeel 2 en een daarmee koppelbaar tweede voertuigdeel 3 die beide zijn uitgevoerd als een oplegger en zodoende ook afzonderlijk aan een trekkend voertuigdeel 4, zoals een klassieke trekker, kunnen worden bevestigd.
30
De in de figuren 2 en 4 tot 6 weergegeven bevestiging tussen het eerste voertuigdeel 2 en het trekkend voertuigdeel 4 wordt gevormd door de samenwerking tussen een koppelgedeelte 5 aan het trekkend voertuigdeel 4 en een 35 koppelgedeelte 6 aan het eerste voertuigdeel 2, waarbij 1018651* 6 deze koppelgedeelten 5 en 6 in het weergegeven voorbeeld respectievelijk bestaan uit een koppelschotel en een zogenaamde king pin.
5 De in figuur 3 weergegeven bevestiging tussen het tweede voertuigdeel 3 en het trekkend voertuigdeel 4, wordt op gelijkaardige wijze gevormd door het koppelgedeelte 5 aan het trekkend voertuigdeel 4 en een koppelgedeelte 7 aan het tweede voertuigdeel 3, waarbij het koppelgedeelte 7 in het 10 weergegeven voorbeeld ook bestaat uit een zogenaamde king pin.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat respectievelijk aan het achterste uiteinde 8 van het eerste 15 voertuigdeel 2 en het voorste uiteinde 9 van het tweede voertuigdeel 3 koppelmiddelen 10 aanwezig zijn waarmee beide voertuigdelen 2-3 tot een star geheel aan elkaar kunnen worden gekoppeld, zoals afgebeeld in figuur 4.
20 Bovendien zijn deze koppelmiddelen 10 bij voorkeur ook zodanig uitgevoerd dat de voertuigdelen 2 en 3 niet alleen tot een star geheel aan elkaar kunnen worden gekoppeld, doch ook scharnierbaar in de vorm van twee opleggers met elkaar kunnen worden verbonden, zoals afgebeeld in figuur 25 6.
De koppelmiddelen 10 bevatten een eerste koppelgedeelte 11 aan het achterste uiteinde 8 van het eerste voertuigdeel 2 en een tweede koppelgedeelte aan het voorste uiteinde 9 van 30 het tweede voertuigdeel 3, die met elkaar kunnen samenwerken. Het tweede koppelgedeelte wordt hierbij gevormd door het eerder genoemde koppelgedeelte 7.
Het eerste koppelgedeelte 11 bestaat in het weergegeven 35 voorbeeld uit een koppelschotel, terwijl het tweede 101 8651«* 7 koppelgedeelte 7 zoals voornoemd uit een zogenaamde king pin bestaat. Het is echter duidelijk dat de uitvinding zich niet beperkt tot dit specifieke type van koppelmiddelen en dat iedere vorm van koppeling die een gelijkaardige functie 5 toelaat in aanmerking komt voor de koppelmiddelen 10.
Het eerste voertuigdeel 2 bestaat uit twee gedeelten die in de lengterichting onderling verplaatsbaar zijn, respectievelijk een voorste gedeelte 12 waaraan het 10 koppelgedeelte 6 is aangebracht en een achterste gedeelte 13 waaronder de wielen 14 van het eerste voertuigdeel 2 bevestigd zijn. Hierdoor kan het achterste gedeelte 13 naar achteren worden uitgeschoven, zoals aangeduid met pijl VI in figuur 5.
15
Hierbij wordt opgemerkt dat in de weergegeven uitvoeringsvorm de lengte van het laadvlak van het eerste voertuigdeel 2 bepaald wordt door de lengte van het voorste gedeelte 12, en dat in de ingetrokken toestand de 20 achterzijde van het achterste gedeelte 13 samenvalt of nagenoeg samenvalt met de achterzijde van het voorste gedeelte 12.
Het voornoemde eerste koppelgedeelte 11 is in langsrichting 25 verplaatsbaar ten opzichte van het voorste uiteinde van het eerste voertuigdeel 2. Hiertoe is dit koppelgedeelte 11 op het verplaatsbare achterste gedeelte 13 gemonteerd. Ook is in het weergegeven voorbeeld het eerste koppelgedeelte 11 op zich nogmaals verplaatsbaar ten opzichte van het 30 achterste gedeelte 13, zoals aangeduid met pijl V2 in figuur 5.
De onderlinge verplaatsbaarheid, enerzijds, tussen de gedeelten 12 en 13, en anderzijds, tussen het eerste 35 koppelgedeelte 11 en het achterste gedeelte 13, kan op 1018651« 8 verschillende wijzen worden gerealiseerd. Bij voorkeur echter, wordt gebruik gemaakt van onderling verschuifbaar gekoppelde gedeelten, zoals schematisch weergegeven in figuur 7. Hierbij is het eerste koppelgedeelte 11, in dit 5 geval de koppelschotel, bevestigd tot een slede 15 die verschuifbaar is in geleidingen 16 die aan het achterste gedeelte 13 zijn aangebracht. Het achterste gedeelte 13 bestaat uit een frame met profielen 17 die op hun beurt verschuifbaar zijn in profielen 18 die deel uitmaken van 10 een frame van het voorste gedeelte 12.
Zoals weergegeven in figuur 8 vormen de profielen 17 en 18, voor de gekoppelde toestand van figuur 4, ook een geleiding voor het frame van het tweede voertuigdeel 3, meer speciaal 15 voor de daartoe behorende profielen 19. Op deze wijze wordt een starre verbinding tussen de voertuigdelen 2 en 3 verkregen. Opgemerkt wordt dat de profielen 17-18 en 19 hierbij zodanig kunnen uitgevoerd zijn dat niet uitsluitend in zijdelingse richting, doch ook in verticale richting een 20 starre verbinding ontstaat.
Eveneens wordt opgemerkt dat de starre verbinding tussen het eerste voertuigdeel 2 en het tweede voertuigdeel 3 eventueel op een andere wijze kan worden gerealiseerd. Het 25 realiseren van andere koppelingen die zulke starre verbindingen toelaten, ligt, uitgaande van de voorafgaande beschrijving, binnen het bereik van een vakman en andere mogelijkheden worden dan ook niet nader omschreven. 1 2 3 4 5 6 101 865 1' vi
Verder is de constructie 1 voorzien van niet weergegeven 2 vergrendelingsmiddelen. Enerzijds, betreft het 3 vergrendelingsmiddelen die toelaten dat de voornoemde 4 gedeelten 12 en 13 in meerdere posities, in dit geval 5 minstens drie posities, respectievelijk deze van figuren 2, 6 4 en 5, kunnen worden vergrendeld. Anderzijds, betreft het 9 vergrendelingsmiddelen om het eerste koppelgedeelte 11 van de koppelmiddelen 10 in de gewenste positie aan het achterste gedeelte 13 te vergrendelen. Deze vergrendelingsmiddelen kunnen bestaan uit eender welke 5 soort van blokkeringsmiddelen, enerzijds, om de slede 15 te blokkeren ten opzichte van de geleiding 16 en, anderzijds, om de profielen 17 te blokkeren ten opzichte van de profielen 18.
10 Alhoewel de uitvinding bij allerlei voertuigen kan worden aangewend, is zij bijzonder geschikt voor het transport van containers, bijvoorbeeld containers 20A van 6 meter lang en containers 20B van 7,650 meter lang. Vanzelfsprekend worden er dan de nodige containerbevestigingspunten 21 op de 15 noodzakelijke locaties voorzien.
De werking en het gebruik van de verschillende voertuigdelen 2-3-4 kan eenvoudig uit de figuren 1 tot 8 worden afgeleid.
20
Figuur 1 toont de voertuigdelen 2, 3 en 4 in losgekoppelde toestand.
Figuur 2 toont de situatie waarbij uitsluitend het eerste 25 voertuigdeel 2 aan het trekkend voertuigdeel 4 is gekoppeld. Het achterste gedeelte 13 is hierbij ingetrokken. Het koppelen en ontkoppelen gebeurt hierbij op dezelfde wijze zoals gebruikelijk bij bestaande opleggers. 1 2 3 4 5 6 1018651·
Figuur 3 toont de situatie waarbij uitsluitend het tweede 2 voertuigdeel 3 aan het trekkend voertuigdeel 4 is 3 gekoppeld. Ook in deze aanwending gebeurt het koppelen en 4 ontkoppelen op dezelfde wijze zoals gebruikelijk bij 5 klassieke opleggers.
6 10
Figuur 5 toont hoe het achterste gedeelte 13 uitgeschoven wordt, hetgeen in de praktijk wordt gerealiseerd door de wielen 14 te blokkeren en met het trekkend voertuigdeel 4 naar voren te rijden.
5
Vanuit de toestand van figuur 5 kan zowel de toestand van figuur 4 als die van figuur 6 worden gerealiseerd. In het eerste geval wordt het tweede voertuigdeel 3 aan het uitgeschoven achterste gedeelte 13 gekoppeld en wordt het 10 geheel ingeschoven tot een onderlinge positie tussen de verschillende onderdelen wordt verkregen zoals weergegeven in figuur 4. In het tweede geval wordt het tweede voertuigdeel 3 aan het uitgeschoven achterste gedeelte 13 gekoppeld, en wordt alsdusdanig van het voertuig gebruik 15 gemaakt.
Opgemerkt wordt dat de achterste as 22 door middel van een geschikte ophanging 23 in functie van de rijrichting verdraaibaar is, zodanig dat in starre toestand een grote 20 uitwijking mogelijk is en wringkrachten tussen de verschillende assen wordt geminimaliseerd. Het is ook niet uitgesloten om dergelijke verdraaibare ophanging 23 aan nog andere assen van de verrijdbare constructie 1 te voorzien, waarbij deze ophanging 23 in functie van de 25 gebruikstoestand al dan niet tegen verdraaiing kan worden vergrendeld.
Eventueel kunnen de wielen 14 van het eerste voertuigdeel 2 optrekbaar worden uitgevoerd, zodanig dat bij een starre 30 koppeling van de voertuigdelen 2 en 3, deze delen achteraan uitsluitend door de wielen van het tweede voertuigdeel 3 worden gedragen.
Figuur 9 geeft schematisch een variante weer, waarbij het 35 eerste koppelgedeelte 11 in hoogte verstelbaar is. De 1018651» 11 hoogteregeling kan hierbij worden verkregen door hetzij, een mechanisme dat toelaat het koppelgedeelte 11 op en neer te verplaatsen ten opzichte van bijvoorbeeld het achterste gedeelte 13, hetzij door met de luchtvering van de wielen 5 14 een hoogteverschil te creëren, hetzij, door een combinatie van beide.
Praktisch gezien is het koppelgedeelte 11 instelbaar tussen twee of meer van vier standaardhoogtes Hl tot H4, die 10 gesitueerd zijn tussen respectievelijk 950 tot 970 mm, 1050 tot 1070 mm, 1150 tot 1170 mm en 1250 tot 1270 mm gemeten vanop de grond. Hierdoor kunnen verschillende types van opleggers als tweede voertuigdeel 3 worden aangewend. Opgemerkt wordt dat voor het tweede voertuigdeel 3 gebruik 15 kan worden gemaakt van een klassieke oplegger. In het geval van een scharnierbare koppeling zoals afgebeeld in figuur 6 stelt dit immers geen enkel probleem. In het geval van een starre koppeling dient het achterste uiteinde van het eerste voertuigdeel 2 dan wel zodanig uitgevoerd te zijn 20 dat dit met het voorste uiteinde van een klassieke oplegger kan samenwerken.
Volgens nog een variante kan ook de vloerhoogte, met andere woorden de hoogte van het laadvlak, van het eerste 25 voertuigdeel en/of van het tweede voertuigdeel in hoogte instelbaar zijn ten opzichte van het rij vlak onder de bijhorende wielen, zodanig dat de laadvlakken in eikaars verlengde kunnen worden gebracht. Bij voorkeur wordt in een regeling voorzien tussen een hoogte van 1020 en 1150 mm.
30
Opgemerkt wordt dat tijdens het laden of lossen het tweede voertuigdeel 3 tegen het eerste voertuigdeel 2 kan worden gepositioneerd. Zodoende wordt een "doorlaadmogelijkheid gecreëerd, waarbij goederen rechtstreeks van het ene 35 voertuigdeel in het andere kunnen worden gebracht, en 1018651« 12 waarbij dus ook goederen van het eerste voertuigdeel 2 via het tweede voertuigdeel 3 tot aan de achterzijde van dit laatste kunnen worden gebracht en omgekeerd. Hierdoor kunnen bij de voertuigdelen 2 en 3 één na één langs de 5 achterzijde van de combinatie worden gelost en geladen.
Zoals schematisch weergegeven in figuur 10 is het hierbij nuttig dat de voertuigdelen 2 en 3 steeds op een zodanige afstand D uit elkaar kunnen worden gehaald, zonder ze te 10 ontkoppelen, dat deuren 24 voorzien aan de achterzijde van het eerste voertuigdeel 2 en/of deuren 25 voorzien aan de voorzijde van het tweede voertuigdeel 3, die een breedte B vertonen die hoofdzakelijk met de halve breedte van het voertuig overeenstemt, volledig kunnen worden geopend. Na 15 het openen van de deuren 24-25 kan het tweede voertuigdeel 3 dan zoals aangeduid met pijl V3 tegen het eerste voertuigdeel 2 worden gebracht, waardoor zoals voornoemd de "doorlaadmogelijkheid" wordt gecreëerd.
20 De constructie 1 kan met verschillende combinaties van assen worden gerealiseerd. Figuren 11 tot 26 geven een overzicht weer van een aantal mogelijkheden. Hierbij geven figuren 11 tot 14 nogmaals de uitvoering van figuren 1 tot 5 weer. Figuur 11 toont de starre koppeling. Figuren 12 en 25 13 tonen respectievelijk het eerste voertuigdeel 2 en het tweede voertuigdeel 3 in losgekoppelde toestand. Figuur 14 toont het geheel in scharnierend gekoppelde toestand.
Figuren 15 tot 18 geven gelijkaardige zichten weer als 30 figuren 11 tot 14, doch voor een uitvoering waarbij het tweede voertuigdeel 3 twee assen bezit.
Figuren 19 tot 22 geven nogmaals gelijkaardige zichten weer, doch voor een uitvoering waarbij het eerste 35 voertuigdeel 2 drie assen bezit en het tweede voertuigdeel 1018651^ 13 3 slechts één as.
Figuren 23 tot 26 geven nog een variante weer, waarbij het eerste voertuigdeel 2 drie assen bezit en het tweede 5 voertuigdeel 3 twee assen bezit.
Zoals weergegeven in figuur 27 kan ook het trekkend voertuigdeel 4 met twee achterassen zijn uitgerust in plaats van met slechts één. Dit kan uiteraard voor alle 10 combinaties van figuren 11 tot 26.
Opgemerkt wordt dat de combinatie zoals weergegeven in de figuren 14, 18, 22 en 26 als de aaneenschakeling van twee opleggers kan worden aanzien, alsook als één grote 15 aanhangwagen waarbij het gedeelte tussen het trekkend voertuigdeel 4 en de wielen 14 als een trekstang of dessel fungeert waarop een laadruimte of laadvlak is aangebracht. Afhankelijk van de heersende wettelijke reglementeringen kan dus naar keuze van de eerste of van de tweede 20 interpretatie worden uitgegaan.
Uit de figuren is het duidelijk dat qua hanteerbare lengtes verschillende voordelige combinaties mogelijk zijn, welke nog binnen de heersende wetgevingen vallen. Meer speciaal 25 betreft het de mogelijkheden A tot D, zoals genoemd in de inleiding.
Volgens een variante van de uitvinding worden één of meer assen van het eerste voertuigdeel 2 aan een wegneembaar 30 gedeelte aangebracht zijn, welk gedeelte bij voorkeur gevormd wordt door het voornoemde achterste gedeelte 13. Een voorbeeld hiervan is schematisch in figuur 28 weergegeven. In dit voorbeeld zijn alle assen van het eerste voertuigdeel 2 wegneembaar. Volgens nog een variante 35 kunnen één of meer assen vast aan het eerste voertuigdeel 2 101 865 1 ·* aangebracht zijn, terwijl dit voertuigdeel 2 eveneens één of meer vaste assen bezit.
14
Het is duidelijk dat de uitvinding zich niet beperkt tot 5 het transport van alle types containers, zoals zeecontainers en intercontinentale containers, doch voor alle transportmogelijkheden kan worden toegepast, zoals bij afzetcarrosserieën, plateaus, open laadbakken, huif- en schuifcarrosserieën, koel- en vrieswagens, bulk- en 10 tanktransport, kipwagens, enzovoort.
De uitvinding heeft vanzelfsprekend ook betrekking op de voertuigdelen 2 en 3 afzonderlijk, in zoverre zulk voertuigdeel speciaal is uitgevoerd ter verwezenlijking van 15 de uitvinding.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke verrijdbare constructie 20 kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
1018651^

Claims (20)

1. Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer, die een 5 eerste voertuigdeel (2) en een daarmee koppelbaar tweede voertuigdeel (3) vertoont, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde voertuigdelen (2-3) beide zijn uitgevoerd als een oplegger en zodoende afzonderlijk aan een trekkend voertuigdeel (4) kunnen worden bevestigd, en dat 10 respectievelijk aan het achterste uiteinde (8) van het eerste voertuigdeel (2) en het voorste uiteinde (9) van het tweede voertuigdeel (3) koppelmiddelen (10) aanwezig zijn waarmee beide voertuigdelen (2-3) tot een star geheel aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
2. Verrijdbare constructie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelmiddelen (10) toelaten dat de voertuigdelen (2-3) onderling op twee wijzen kunnen worden gekoppeld, enerzijds, zoals voornoemd, als een star 20 geheel en, anderzijds, als een scharnierbaar geheel.
3. Verrijdbare constructie volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelmiddelen (10) een eerste koppelgedeelte (11) bevatten aan het achterste 25 uiteinde (8) van het eerste voertuigdeel (2) en een tweede koppelgedeelte (7) aan het voorste uiteinde (9) van het tweede voertuigdeel (3) en dat het eerste koppelgedeelte (11) verplaatsbaar is ten opzichte van het voorste uiteinde van het eerste voertuigdeel (2). 30
4. Verrijdbare constructie volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt het eerste koppelgedeelte (11) en het tweede koppelgedeelte (7) samen een opleggerkoppeling vormen. 1 1018651*
5.- Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de wielen (14), respectievelijk de assen, van het eerste voertuigdeel (2) in langsrichting verstelbaar zijn.
6. Verrijdbare constructie volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het eerste voertuigdeel (2) bestaat uit minstens twee gedeelten (12-13) die in lengterichting onderling verplaatsbaar zijn, respectievelijk een voorste gedeelte (12) met een koppelgedeelte (5) dat toelaat om het 10 eerste voertuigdeel (2) aan een trekkend voertuigdeel (4) te bevestigen en een achterste gedeelte (13) waaronder de wielen (14) van het eerste voertuigdeel (2) bevestigd zijn.
7. Verrijdbare constructie volgens conclusies 3 en 6, 15 daardoor gekenmerkt dat het voornoemde eerste koppelgedeelte (11) op het voornoemde achterste gedeelte (13) van het eerste voertuigdeel (2) is gemonteerd.
8. Verrijdbare constructie volgens conclusie 7; daardoor 20 gekenmerkt dat het voornoemde eerste koppelgedeelte (11) op zich in langsrichting verplaatsbaar is ten opzichte van het voornoemde achterste gedeelte (13).
9. Verrijdbare constructie volgens conclusie 6, 7 of 8, 25 daardoor gekenmerkt dat het achterste gedeelte (13) volledig intrekbaar is onder het voorste gedeelte (12).
10. Verrijdbare constructie volgens één van de conclusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat één of meer assen van het 30 eerste voertuigdeel (2) aan een wegneembaar gedeelte aangebracht zijn, welk gedeelte bij voorkeur gevormd wordt door het voornoemde achterste gedeelte (13).
11. Verrijdbare constructie volgens één van de conclusies 35. tot 10, daardoor gekenmerkt dat zij vergrendelings- (01 8651=¾ middelen bevat die toelaten dat het voornoemde achterste gedeelte (13) en/of de wielen (14) en/of het voornoemde eerste koppelgedeelte (11) volgens de langsrichting in verschillende posities kunnen worden vergrendeld. 5
12. Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelmiddelen (10) minstens bestaan uit een eerste koppelgedeelte (11) aan het eerste voertuigdeel (2) en een 10 tweede koppelgedeelte (7) aan het tweede voertuigdeel (3), en dat het eerste koppelgedeelte (11). in hoogte verstelbaar is.
13. Verrijdbare constructie volgens conclusie 11, daardoor 15 gekenmerkt dat het eerste koppelgedeelte (11) minstens instelbaar is tussen twee of meer van vier standaardhoogtes, welke in koppelhoogtes voorzien die gesitueerd zijn tussen respectievelijk 950 tot 970 mm, 1050 tot 1070 mm, 1150 tot 1170 mm en 1250 tot 1270 mm gemeten vanop de 20 grond.
14. Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelmiddelen (10) minstens bestaan uit een eerste 25 koppelgedeelte (11) aan het eerste voertuigdeel (2) en een tweede koppelgedeelte (7) aan het tweede voertuigdeel (3), en dat het voornoemde eerste koppelgedeelte (11) verplaatsbaar is tussen minstens twee posities, respectievelijk een eerste positie waarbij de laadvlakken 30 van beide voertuigdelen (2-3) tegen elkaar of gedeeltelijk in elkaar gepositioneerd zijn, en een tweede positie waarbij de laadvlakken zich op een afstand (D) uit elkaar bevinden. 35 15.- Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande 10186514 conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee voertuigdelen (2-3) onderling zodanig tegen elkaar kunnen worden gepositioneerd dat een doorlaadmogelijkheid ontstaat, waarbij de laadvloeren bij voorkeur op dezelfde 5 hoogte aansluiten.
16. Verrijdbare constructie volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat, in gekoppelde toestand, het tweede voertuigdeel (3) minstens zodanig ver ten opzichte van de 10 achterzijde van het laadvlak van het eerste voertuigdeel (2) kan worden verplaatst, dat deuren (24) voorzien aan de achterzijde van het eerste voertuigdeel (2) en/of deuren (25) voorzien aan de voorzijde van het tweede voertuigdeel (3) , die een breedte (B) vertonen die hoofdzakelijk met de 15 halve breedte van het voertuig overeenstemt, volledig kunnen worden geopend.
17. Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vloerhoogte van het 20 eerste voertuigdeel (2) en/of tweede voertuigdeel (3) in hoogte instelbaar is, bij voorkeur tussen 1020 en 1150 mm.
18. Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voertuigdelen (2—3— 25 4) zodanig zijn uitgevoerd dat één of meer van volgende combinaties mogelijk zijn: A. een trekkend voertuigdeel (4) gecombineerd met een eerste voertuigdeel (2) met een laadvlak dat een 30 lengte heeft van 7,650 meter; B. een trekkend voertuigdeel (4) gecombineerd met een eerste voertuigdeel (2) en een scharnierend daaraan gekoppeld tweede voertuigdeel (3), waarbij het eerste 35 voertuigdeel (2) en het tweede voertuigdeel (3) 1018651a afzonderlijke laadvlakken vertonen ieder met een lengte van 7,650 meter; C. de combinatie volgens voorgaande mogelijkheid B, 5 waarbij het tweede voertuigdeel (3) gedeeltelijk in het eerste voertuigdeel (2) ingeschoven is en samen met dit eerste voertuigdeel (2) een star in de plaats van scharnierbaar geheel vormt en waarbij de totale lengte van het laadvlak 13,650 meter bedraagt; 10 D. een trekkend voertuigdeel (4) gecombineerd met uitsluitend een tweede voertuigdeel (3), afkomstig uit één van de combinaties B of C, waarbij de nuttige lengte van het laadvlak van het tweede voertuigdeel 15 (3) 7, 650 meter bedraagt.
19. Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste en/of het tweede voertuigdeel (3-4) één of meer met de rijrichting 20 verdraaibare assen (22) en/of wielen bevat.
20. Verrijdbare constructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste voertuigdeel (2) optrekbare wielen (14) bezit, zodanig dat alle wielen 25 (14) van dit voertuigdeel (2) bij een starre koppeling met het tweede voertuigdeel (3) buiten gebruik kunnen worden gesteld.
21. Voertuigdeel, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit 30 een eerste voertuigdeel (2) of een tweede voertuigdeel (3) dat toelaat een verrijdbare constructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies te vormen. .0i8651*
NL1018651A 2000-08-04 2001-07-27 Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer. NL1018651C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200000490 2000-08-04
BE2000/0490A BE1013635A3 (nl) 2000-08-04 2000-08-04 Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018651C2 true NL1018651C2 (nl) 2002-02-05

Family

ID=3896619

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018651A NL1018651C2 (nl) 2000-08-04 2001-07-27 Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer.

Country Status (11)

Country Link
EP (1) EP1177971B1 (nl)
AT (1) ATE277801T1 (nl)
BE (1) BE1013635A3 (nl)
DE (3) DE10137080B4 (nl)
DK (1) DK1177971T3 (nl)
ES (2) ES2231385T3 (nl)
FR (1) FR2812610B1 (nl)
IT (1) ITMI20011699A1 (nl)
NL (1) NL1018651C2 (nl)
PT (1) PT1177971E (nl)
SE (1) SE0102625L (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029188C2 (nl) 2005-06-03 2006-12-05 Vlastuin Rolling Equipment B V Chassis.

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK1426274T3 (da) * 2002-12-05 2008-07-14 Renders Sa Mobil konstruktion til fragttransport
BE1015577A3 (nl) * 2003-06-20 2005-06-07 Renders Sa Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer.
DE202009017004U1 (de) * 2009-12-14 2010-04-01 Kammel, Wilfried Fahrzeugkonzeption, b.d. mittels internen Anhänger dieser bei Bedarf ausgefahren wird, wodurch die Ladekapazität der Transportfahrzeuge um dessen Anhängelast erhöht wird
EP2374699B1 (en) * 2010-03-30 2014-05-07 CoCo B.V. Reconfigurable mobile semi-trailer combination and method of reconfiguring such a combination
NL2004479C2 (en) * 2010-03-30 2011-10-04 Coco B V Reconfigurable mobile semi-trailer combination and method of reconfiguring such a combination.
NL2005201C2 (en) * 2010-08-06 2012-02-07 Dd B V Reconfigurable mobile semi-trailer combination and method of reconfiguring such a combination.
DE202014105502U1 (de) * 2014-11-17 2016-02-18 Faymonville Distribution Ag Sattelfahrzeugkombination
EP3995385A1 (en) * 2020-11-06 2022-05-11 Volvo Truck Corporation A self-powered single axle dolly vehicle unit with auto-coupling ability
WO2024239027A1 (en) * 2023-05-15 2024-11-21 Route Holdings (Pty) Ltd Auxiliary trailer

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2590962A (en) * 1947-09-12 1952-04-01 Brantford Coach And Body Ltd Detachable dolly and trailer
GB948366A (en) * 1961-07-21 1964-02-05 Charles Irving Bohlen Tandem axle semi-trailer convertible to single axle semitrailers and vice versa
US3374010A (en) * 1966-05-06 1968-03-19 Xtra Inc Coupleable chassis
US3567252A (en) * 1968-12-12 1971-03-02 Strick Corp Vehicle formed by couplable container means with demountable couplable adapter frames
DE2808173C2 (de) * 1978-02-25 1984-07-05 Ackermann-Fruehauf Corporation & Co Ohg, 5600 Wuppertal Lastzug für den Güterfernverkehr
US4230334A (en) * 1979-01-22 1980-10-28 Mabry Jr Vern D Cantilevered medial trailer
DE3207582C2 (de) * 1982-03-03 1987-05-07 Ackermann-Fruehauf Corporation & Co Ohg, 5600 Wuppertal Sattelanhänger
EP0107746A1 (en) * 1982-10-29 1984-05-09 Donald L. Rush Trailer connecting running gear
US4740007A (en) * 1987-03-04 1988-04-26 Lutz David E Truck semi-trailer and full trailer combination in which the semi-trailer and the full trailer can be locked together for backing
US4955629A (en) * 1989-08-30 1990-09-11 Todd Jr E T Covertible chassis for a semitrailer
BE1006661A5 (nl) * 1992-01-30 1994-11-08 Estepe Special Truck Products Voertuigsysteem en container daarvoor.
FR2715627B1 (fr) * 1994-02-03 1996-04-19 Asca Carrossier Constructeur Semi-remorque permettant l'attelage d'une deuxième semi-remorque et apte à être carrossée.
SE505684C2 (sv) * 1994-10-26 1997-09-29 Esco Int Ltd Lastbärare
DE19839357B4 (de) * 1998-08-28 2008-09-25 Jost-Werke Gmbh Hubvorrichtung für eine Sattelkupplung
NL1010032C2 (nl) * 1998-09-08 2000-03-09 Arthur Martin Blaauw Voertuig voor het wisselverkeer, samenstel van laadeenheden en laadeenheid voor een dergelijk voertuig respectievelijk samenstel.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029188C2 (nl) 2005-06-03 2006-12-05 Vlastuin Rolling Equipment B V Chassis.
EP1728709A2 (en) 2005-06-03 2006-12-06 D-TEC Containertrailers B.V. Semi-trailer chassis

Also Published As

Publication number Publication date
EP1177971A1 (de) 2002-02-06
ES2208019A1 (es) 2004-06-01
SE0102625D0 (sv) 2001-07-27
FR2812610B1 (fr) 2005-05-27
ES2231385T3 (es) 2005-05-16
DE20112589U1 (de) 2001-10-31
ITMI20011699A0 (it) 2001-08-02
FR2812610A1 (fr) 2002-02-08
DK1177971T3 (da) 2005-01-24
SE0102625L (sv) 2002-02-05
DE10137080A1 (de) 2002-03-07
DE50103842D1 (de) 2004-11-04
ITMI20011699A1 (it) 2003-02-02
EP1177971B1 (de) 2004-09-29
ES2208019B1 (es) 2005-09-16
ATE277801T1 (de) 2004-10-15
BE1013635A3 (nl) 2002-05-07
PT1177971E (pt) 2005-01-31
DE10137080B4 (de) 2009-03-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1328476C (en) Self unloading multiple trailer arrangement
US4580805A (en) Extendable container chassis for trucks
US4759563A (en) Self unloading multiple trailer arrangement
NL1018651C2 (nl) Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer.
US8262118B2 (en) Vehicle power unit and body unit system
US9573509B2 (en) Transport deck frame with separate tile and dump pivot connections
JP5078859B2 (ja) 多種のコンテナを積載可能なコンテナシャシ
EP1557345A2 (en) Trailers for carrying containerised loads
US4119328A (en) Gooseneck trailer with adjustable bogie
US4621857A (en) Motor-vehicle trailer for transporting removable superstructures
RU2733010C2 (ru) Самонесущий прицеп для транспортного средства
EP1728709A2 (en) Semi-trailer chassis
EP3623262B1 (en) Semi-trailer
BE1015577A3 (nl) Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer.
US3997215A (en) Gravity bed trailer
NL2007945C2 (nl) Oplegger, combinatie van truck en oplegger en chassisdeel voor toepassing in een oplegger.
EP3480087B1 (en) Split trailer
NL2017092B1 (en) A trailer for use in road haulage
EP1057719B1 (en) An articulated trailer
NL1032999C2 (nl) Afsleepdolly.
NL2009583C2 (nl) Dolly voor koppeling van chassis.
EP1029737A1 (de) Verfahren für den Gütertransport sowie Anordnung zur Durchführung des Verfahrens
BE1015576A3 (nl) Oplegger.
GB2240753A (en) Goods-carrying road trailer
BE1014490A3 (nl) Verrijdbare constructie voor vrachtvervoer en dergelijke.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170801