NL1007740C2 - Hangbruginstallatie. - Google Patents

Description

Hangbruginstallatie.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hangbruginstallatie met een ophangconstructie omvattende een verrijdbaar onderstel waarvan ten minste één 5 draagarm uitgaat, waarbij aan een vrij eerste uiteinde van de genoemde draagarm een hangbrug door middel van ten minste één kabel hangend is verbonden.

Een hangbruginstallatie van de in de aanhef genoemde soort wordt gewoonlijk ingezet bij renovatie en onderhoud van gevels van met name flatgebouwen en andere relatief 10 hoge objecten. Daarbij wordt het verrijdbare onderstel van de ophangconstructie gewoonlijk op het dak of anderszins bovenop het object geplaatst en wordt vanaf de draagarm de hangbrug neergelaten. Doordat het onderstel verrijdbaar is, is aldus het object over althans een groot deel van zijn breedte toegankelijk voor de bedoelde werkzaamheden. Door de hangbrug langs of aan de kabel in verticale richting te 15 positioneren, kan het object tevens over althans een groot deel van zijn hoogte worden bereikt. Aldus kan met een betrekkelijk kleine werkvloer worden volstaan om een gevel of zijde van het object volledig te bewerken en is het niet nodig om daarvoor een relatief omvangrijk en tijdrovend steigerwerk aan te leggen.

20 Bij een bekende hangbruginstallatie van de in de aanhef genoemde soort omvat de ophangconstructie een verrijdbaar onderstel op wielen met een relatief grote wielbasis. Op het onderstel zijn twee onderling evenwijdige draagarmen stevig bevestigd. De hangbrug hangt daarbij met ten minste twee kabels aan een uiteinde van beide -r draagarmen die, althans tijdens bedrijf, over de rand van het object heen steken. Nabij 25 het andere uiteinden van de draagarmen omvat het onderstel een contra-gewicht om de gehele constructie onder alle omstandigheden veilig in balans te houden.

Een bezwaar van deze bekende hangbruginstallatie is dat door de relatief grote wielbasis, die voor de stabiliteit daarvan noodzakelijk is, de installatie slechts moeilijk 30 kan worden verreden. Vaak is hiervoor minimaal twee man personeel nodig om het onderstel aan beide zijden gelijkmatig te verplaatsen. Bovendien vragen de vrij hangende draagarmen waaraan de hangbrug is verbonden om een relatief zware constructie wat behalve uit kostenoogpunt ook overigens praktisch nadelig is.

NL97102S nl 10077 4 0-" -2-

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd in een hangbruginstallatie van de in 0e aanhef genoemde soort te voorzien waaraan deze bezwaren niet, althans aanmerkelijk minder kleven.

5 Om het beoogde doel te bereiken heeft een hangbruginstallatie van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de draagarm tussen het eerste uiteinde en een tweede uiteinde daarvan verticaal scharnierend met het onderstel is verbonden en dat de draagarm ter plaatse van een nabij het eerste uiteinde gelegen gedeelte steunmiddelen omvat om op een ondergrond af te steunen.

10

Dankzij de steunmiddelen kan de belasting van de draagarm bij de hangbruginstalfatie volgens de uitvinding althans voor een groot deel worden afgesteund op het object zelf zodat voor wat betreft de ophangconstructie met een aanmerkelijk lichtere constructie kan worden volstaan dan bij de bekende inrichting waarbij de draagarmen een dergelijk 15 additioneel steunpunt missen. Bovendien biedt het aldus geïntroduceerde extra steunpunt de mogelijkheid om de wielbasis van het onderstel belangrijk te verkleinen zonder afbreuk te doen aan de stabiliteit van de hangbruginstallatie. Een kleinere wielbasis maakt de hangbruginstallatie volgens de uitvinding aanmerkelijk gemakkelijker verrijdbaar. Het verplaatsen van de hangbruginstallatie volgens de 20 uitvinding blijkt in de praktijk probleemloos door slechts één persoon te kunnen worden volbracht. De scharnierende ophanging van de draagarm biedt daarbij de mogelijkheid om de steunmiddelen te ontlasten, alvorens de installatie wordt verreden. Bovendien zorgt de scharnierende draagarm ervoor dat de steunmiddelen te alle tijde deugdelijk afsteunen en nimmer vrij van de ondergrond hangen, wat anders tot onveilige situaties 25 zou kunnen leiden.

Om met name dit laatste te vergemakkelijken en overigens ook voor een verhoogde stabiliteit is een bijzondere uitvoeringsvorm van de hangbruginstallatie volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de draagarm nabij het tweede uiteinde daarvan een 30 contra-gewicht omvat. Door het gewicht van het contra-gewicht af te stemmen op het gewicht van het gedeelte van de draagarm voorbij het scharnierpunt kan, rekening 1 f! P 7 7 4 Q-i -3- houdend met het moment ten opzichte van dat punt, een evenwicht worden gezochft waarbij een uitermate geringe krachtsinspanning volstaat om de draagarm te lichten en zo de steunmiddelen te ontlasten.

5 In een verder bijzondere uitvoeringsvorm heeft de hangbruginstallatie volgens de uitvinding als kenmerk dat het onderstel een staanderconstructie omvat waarin de draagarm verticaal scharnierend wordt ontvangen en dat de staanderconstructie roterend met een overig deel van het onderstel is verbonden. Aldus kan de draagarm niet alleen in verticale richting, maar ook in horizontale richting worden geroteerd. Hierdoor kan 10 met de hangbruginstallatie door een eventuele hoek van een gebouw worden gewerkt en kunnen desgewenst de draagarmen, al of niet te zamen met de hangbrug, na gebruik worden binnengehaald zodat één en ander niet langer buiten de dakrand of anderszins buiten het object uithangt.

15 In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de hangbruginstallatie volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de steunmiddelen middelen omvatten om op een borstwering van een in hoofdzaak plat dak van een gebouw af te steunen. Met name bij hoge flatgebouwen wordt in voorkomende gevallen een relatief hoge borstwering aangetroffen die aldus nuttig kan worden gebruikt om daarop de draagarm af te steunen. 20 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de hangbruginstallatie volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de steunmiddelen een steunvlak omvatten bestemd om op de borstwering te worden ontvangen en dat tevens zekeringsmiddelen zijn voorzieri’bm de draagarm op, althans tegen de borstwering te zekeren. Met de zekeringsmiddelen wordt tegengegaan dat de draagarm met de steunmiddelen van de borstwering kan afschuiven 25 met alle gevaarlijke gevolgen van dien.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft de hangbruginstallatie volgens de uitvinding als kenmerk dat de steunmiddelen een staander omvatten om op een in hoofdzaak plat dak van een gebouw af te steunen en in het bijzonder dat de staander in 30 zijn langsrichting in lengte verstelbaar is. Door de lengteverstelling kan de staander qua 1007740- -4- lengte eenvoudig in een concrete situatie aan de hoogte boven het dak worden f aangepast.

Hoewel het verrijdbare onderstel met gewone wielen of rollen kan worden uitgevoerd, 5 heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de hangbruginstallatie volgens de uitvinding als kenmerk dat het onderstel verrijdbaar op een railsconstructie is geplaatst. Hiermee kan het onderstel volgens een volstrekt rechte lijn parallel aan de te bewerken gevel c.q. objectzijde worden verplaatst wat in de praktijk bijzonder dienstig is. Voor een snelle opbouw of afbraak heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de hangbruginstallatie 10 volgens de uitvinding daarbij verder als kenmerk dat de railsconstructie twee althans nagenoeg parallel aan elkaar verlopende rails omvat welke ieder losneembaar op efen aantal, op regelmatige afstanden van elkaar geplaatste stenen tegels zijn gemonteerd.

Thans zal de hangbruginstallatie volgens uitvinding nader worden toegelicht aan de 15 hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 in dwarsdoorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van de hangbruginstallatie volgens de uitvinding in een eerste, belaste toestand van de draagarmen; en figuur 2 in dwarsdoorsnede de hangbruginstallatie van figuur 1 in een tweede, 20 onbelaste toestand van de draagarmen.

De tekeningen zijn overigens zuiver schematisch en niet steeds op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven 'r weergegeven. Overeenkomstige delen zijn, waar mogelijk, in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

25

In figuur 1 is schematisch een dak 1 van een flatgebouw getekend met langs de rand daarvan een opstaande borstwering 2. Op het dak 1 bevindt zich een vast deel van een hangbruginstallatie in de vorm van een ophangconstructie op basis van een verrijdbaar onderstel 10 en twee onderling evenwijdig daaraan bevestigde, identieke draagarmen 30 11, waarvan er één in de dwarsdoorsnede is weergegeven en de ander buiten het vlak van tekening ligt. Voor de draagarmen 11 volstaat een stalen kokerprofiel van 80x80x3 1007740’ -5- mm. Aan een vrij uiteinde 12 verbindt een stel kabels 14 een hangbrug 15 met de I draagarmen 11. Ter bevordering van de veiligheid van op de hangbrug 15 werkzame personen is de hangbrug in dit voorbeeld voorzien van een relingconstructie 16 die de hangbrug geheel omringt.

5

Tussen het vrije eerste uiteinde 12 en een tweede uiteinde 13 zijn beide draagarmen 11 verticaal scharnierend opgehangen in een staanderconstructie 17 van het onderstel 10. Hierbij scharnieren beide draagarmen 11 om een hartlijn 18 die zich loodrecht op het vlak van de tekening uitstrekt. De staanderconstructie 17 bevindt zich op een draaikrans 10 19 waardoor de staanderconstructie 17 in een horizontaal vlak roteerbaar met het overige deel 20 van het onderstel 10 is verbonden. s

De draagarmen 11 omvatten ieder in een nabij het eerste uiteinde 12 daarvan gelegen gedeelte steunmiddelen bestemd om de draagarmen 11 daarmee op een ondergrond, in 15 dit voorbeeld de borstwering 2, af te steunen. In dit voorbeeld worden de steunmiddelen gevormd door een draagvlak 22 dat aan een onderzijde op ieder der draagarmen 11 is gemonteerd. Zekeringsmiddelen in de vorm van een aan de draagarm bevestigde steun 23 vermijden daarbij dat het steunvlak van de borstwering kan afglijden, ter verdere bevordering van de veiligheid van de op de hangbrug aanwezige personen.

20

Het onderstel 10 van de hangbruginstallatie van dit voorbeeld is verrijdbaar op een railsconstructie 30,31 geplaatst, welke railsconstructie twee onderling evenwijdige rails 30 omvat die ieder losneembaar op een serie regelmatig geplaatste betontegels 31 zijn gemonteerd. Het onderstel 10 loopt met een serie zogenaamde palletrollen 32 uitermate 25 soepel over de rails en kan met een op zichzelf bekende, buiten het vlak van tekening liggende railsklem in de gewenste positie op de rails worden gefixeerd. Een afloopbeveiliging 34 en enkele geleidewielen 33 fixeren de wagen 20 zowel in verticale als in horizontale richting op de rails 30 en voorkomen dat de wagen 20, bijvoorbeeld door het gewicht van de hangbrug, van de rails 30 zou kunnen raken.

30 10 07 7 “ - -6-

In de in figuur 1 getekende toestand is de hangbruginstallatie gereed voor gebruik.fUit voorzorg zijn de draaikrans 19 en de beide draagarmen daarbij door middel van, overigens niet getekende maar genoegzaam bekend veronderstelde borgmiddelen, bij voorbeeld in de vorm van borgpennen, in een vaste stand gefixeerd. De hangbrug 15,16 5 kan nu naar believen langs de kabels 14 zakken of stijgen om zo de volledige hoogte van het gebouw te kunnen bestrijken.

Om ook over de volledige breedterichting te kunnen werken, kan het onderstel over de rails 30 worden verreden. Hiertoe wordt de hangbrug 15,16 allereerst volledig 10 neergelaten, zoals in figuur 2 is weergegeven, opdat de kabels 14 en de steunmiddelen 22 worden ontlast. Vervolgens worden de draagarmen 11 omhoog gescharnierd, daarbij geholpen door een contragewicht 40 dat hiertoe aan het tweede uiteinde van de draagarmen 11 is bevestigd. De massa van het contra-gewicht 40 is daarbij betrekkelijk nauwkeurig afgestemd op het gewicht van de draagarmen 11 en toebehoren ter andere 15 zijde van het scharnierpunt 18 zodat, rekening houdend met respectievelijke momenten, voor het oplichten van de draagarmconstructie 11 nauwelijks enige krachtsinspanning is vereist.

Vervolgens worden de railsklemmen vrijgegeven en kan het onderstel over de gewenste 20 afstand worden verreden om op de nieuwe positie wederom te worden vergrendeld.

Mede dankzij de betrekkelijk geringe spoorbreedte en overeenkomstige wielbasis van het onderstel 20, welke in dit voorbeeld niet meer dan circa 70 cm bedraagt, kanién en ander zonder probleem door slechts één persoon worden volbracht. Door de draagarmen 11 op de nieuwe positie neer te laten en op de borstwering 2 te laten rusten is de 25 hangbruginstallatie wederom klaar voor gebruik.

Na afloop van de werkzaamheden wordt de hangbrug 15,16 volledig neergelaten en van de kabels 14 losgekoppeld om naar een volgend werk te worden getransporteerd. Tenslotte worden de kabels volledig opgetrokken en de draagarmen 11 door middel van 30 de draaikrans 19 naar de andere zijde van het onderstel 10 gedraaid om daar, buiten het zicht, tot een volgend gebruik te blijven staan. Desgewenst kan ook de hangbrug 15,16

- .-V _ »»· -J

-7- aldus met de draagarmen 11 op het dak worden geplaatst of de gehele installatie wfcrden opgebroken om te worden afgevoerd voor gebruik elders of opslag binnenshuis. Het verdient daarbij de voorkeur om de railsconstructie 30,31 achter te laten, opdat montage en demontage van de gehele installatie steeds in betrekkelijk korte tijd kan worden 5 uitgevoerd.

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter dit ene voorbeeld nader werd toegelicht, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot het gegeven voorbeeld is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman binnen het kader van de uitvinding nog 10 vele variaties mogelijk. Met name de in het voorbeeld gegeven maten en materialen zijn louter bij wijze van voorbeeld gegeven en kunnen binnen het kader van de uitvinding zondermeer worden vervangen door andere maten of materialen.

In plaats van een contragewicht kunnen ook andere middelen zoals bijvoorbeeld een 15 lier, tandrad of spindel worden toegepast om het heffen van de draagarm te verlichten.

Ook leent de uitvinding zich niet alleen voor een hangbruginstallatie waarbij de hangbrug door middel van twee kabels met de ophangconstructie is verbonden, maar in tegendeel breed inzetbaar ongeacht het aantal ophangkabels. Zo kan de uitvinding 20 bijvoorbeeld ook worden toegepast binnen een hangbruginstallatie waarbij de hangbrug aan slechts één of aan vier kabels is bevestigd. Tevens is het mogelijk om de kabels dubbel uit te voeren ter verhoging van de veiligheid.

Verder kan bij voorbeeld in plaats van een steunvlak ook anderszins vormgegeven 25 steunmiddelen worden toegepast of zelfs de draagarm zelf worden gebruikt om de draagarm op een ondergrond af te steunen. In het bijzonder indien een borstwering niet aanwezig is kunnen steunmiddelen in de vorm van een staander omvatten en in het bijzonder een staander die in lengterichting voor wat betreft zijn lengte verstelbaar is. Essentieel is dat de ophangconstructie nabij de rand van het betreffende object een extra 30 steunpunt heeft, waardoor met een betrekkelijk lichte constructie kan worden volstaan en bovendien aan extra veiligheid wordt gewonnen. De scharnierende ophanging van de __ , -X | ·?. O 1 ! Λ Ή 1 ij V-' -8- draagarm maakt het daarbij mogelijk het steunpunt te ontlasten op het moment datfhet onderstel verreden dient te worden.

r ·. ^ J L ^ ^

Claims (9)

1. Hangbruginstallatie met een ophangconstructie omvattende een verrijdbaar onderstel waarvan ten minste één draagarm uitgaat, waarbij aan een vrij eerste uiteinde 5 van de genoemde draagarm een hangbrug door middel van ten minste één kabel hangend is verbonden met het kenmerk dat de draagarm tussen het eerste uiteinde en een tweede uiteinde daarvan verticaal scharnierend met het onderstel is verbonden en dat de draagarm ter plaatse van een nabij het eerste uiteinde gelegen gedeelte steunmiddelen omvat om op een ondergrond af te steunen. 10

2. Hangbruginstallatie volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de draagarm tiabij het tweede uiteinde daarvan een contra-gewicht omvat.

3. Hangbruginstallatie volgens één of meer der conclusies 1 en 2 met het kenmerk 15 dat het onderstel een staanderconstructie omvat waarin de draagarm verticaal scharnierend wordt ontvangen en dat de staanderconstructie roterend met een overig deel van het onderstel is verbonden.

4. Hangbruginstallatie volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het 20 kenmerk dat de steunmiddelen middelen omvatten om op een borstwering van een in hoofdzaak plat dak van een gebouw af te steunen.

5. Hangbruginstallatie volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de steunmiddelen een steunvlak omvatten bestemd om op de borstwering te worden ontvangen en dat 25 tevens zekeringsmiddelen zijn voorzien om de draagarm op, althans tegen de borstwering te zekeren.

6. Hangbruginstallatie volgens een of meer der conclusies 1 tot en met 3 met het kenmerk dat de steunmiddelen een staander omvatten om op een in hoofdzaak plat dak 30 van een gebouw af te steunen. -10-

7. Hangbruginstallatie volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de staander ifi zijn langsrichting in lengte verstelbaar is.

8. Hangbruginstallatie volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het 5 kenmerk dat het onderstel verrijdbaar op een railsconstructie is geplaatst.

9. Hangbruginstallatie volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de railsconstructie twee althans nagenoeg parallel aan elkaar verlopende rails omvat welke ieder losneembaar op een aantal, op regelmatige afstanden van elkaar geplaatste stenen tegels 10 zijn gemonteerd. « / 'f·· '