Skip to main content

    P. Meininger

    Kustbroedvogels (Kluut, Bontbekplevier en Strandplevier, vier soorten sterns, zeven soorten meeuwen) zijn karakteristieke bewoners van de Nederlandse kustzone. Met uitzondering van de meeuwen betreft het pioniersoorten die van nature... more
    Kustbroedvogels (Kluut, Bontbekplevier en Strandplevier, vier soorten sterns, zeven soorten meeuwen) zijn karakteristieke bewoners van de Nederlandse kustzone. Met uitzondering van de meeuwen betreft het pioniersoorten die van nature voorkomen in schaars begroeide gebieden in een dynamische omgeving (getij, verstuiving, zoute invloed). Door waterstaatkundige ingrepen zoals de Deltawerken is de dynamiek in de kustzone sterk afgenomen. Daardoor zijn steeds meer gebieden als gevolg van vegetatiesuccessie ongeschikt geworden als broedgebied, en kunnen nieuwe broedgebieden niet meer van nature ontstaan. Havenuitbreiding, industriele ontwikkeling en recreatie leggen ook een steeds groter beslag op de beschikbare ruimte en rust. Het areaal geschikt broedgebied is de laatste decennia dan ook sterk afgenomen. De Kluut, de plevieren en de sterns staan ondertussen alle op de Rode Lijst van bedreigde soorten. De afgelopen twintig jaar hebben veel soorten in het kielzog van de Deltawerken kunnen...
    In dit rapport worden resultaten gepresenteerd van watervogeltellingen in de zoute en brakke wateren van het Deltagebied van Zuidwest-Nederland (figuur 1) in de periode juli 2001-juni 2002 (verder aangeduid als 2001/2002). De ‘Zoute... more
    In dit rapport worden resultaten gepresenteerd van watervogeltellingen in de zoute en brakke wateren van het Deltagebied van Zuidwest-Nederland (figuur 1) in de periode juli 2001-juni 2002 (verder aangeduid als 2001/2002). De ‘Zoute Delta' omvat de Voordelta, het Grevelingenmeer, de Oosterschelde, het Veerse Meer en de Westerschelde. Dit rapport dient te worden beschouwd als aanvulling op eerdere rapportages. In voorliggend rapport worden de meest opmerkelijke recente ontwikkelingen in de watervogelpopulaties van de Zoute Delta beknopt toegelicht. De maandelijkse tellingen worden verricht in het kader van het Biologisch Monitoringprogramma van de zoute Rijkswateren, uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) in nauwe samenwerking met andere organisaties en vrijwilligers. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat voortdurend veranderingen optreden in aard en omvang van watervogelpopulaties in de zoute wateren van Zuidwest-Nederland. Geconstateerde aantalsvera...
    ABSTRACT
    Het voor u liggende MOVE Hypothesendocument 2003 is door RIKZ in opdracht van directie Zeeland van Rijkswaterstaat opgesteld. Aan de basis van dit rapport staan zeer vele gegevens die in de loop van soms al tientallen jaren in de... more
    Het voor u liggende MOVE Hypothesendocument 2003 is door RIKZ in opdracht van directie Zeeland van Rijkswaterstaat opgesteld. Aan de basis van dit rapport staan zeer vele gegevens die in de loop van soms al tientallen jaren in de Westerschelde verzameld zijn en nog verzameld worden. Het betreft fysische, biologische en chemische informatie, met vele tientallen parameters. De kern van het rapport vormen de hoofdstukken 2, 3 en 4 waarin getoond wordt welke resultaten en conclusies de meetgegevens uit de Westerschelde opleveren. Dat is gedaan aan de hand van de lijst MOVE-hypothesen. Hierbij komen velerlei disciplines aan bod. De MOVE evaluatie 2003 heeft de volgende doelstellingen: 1) Het signaleren van ontwikkelingen in de Westerschelde en daarmee de effecten van de tweede verruiming in kaart te brengen. 2) Het evalueren van het bagger-, stort- en zandwinstrategie.
    In het Deltagebied komen van diverse soorten kustbroedvogels nationaal en internationaal belangrijke populaties tot broeden. In Noordwest-Europees verband zijn vooral Zwartkopmeeuw (50% van de Noordwest-Europese populatie), Strandplevier... more
    In het Deltagebied komen van diverse soorten kustbroedvogels nationaal en internationaal belangrijke populaties tot broeden. In Noordwest-Europees verband zijn vooral Zwartkopmeeuw (50% van de Noordwest-Europese populatie), Strandplevier (23%), Kluut (13%), Kleine Mantelmeeuw (11%), Grote Stern (10%), Visdief (6%) en Dwergstern (6%) van belang. Van de Nederlandse populatie herbergt het Deltagebied meer dan 90% van de Zwartkopmeeuwen, driekwart van de Strandplevieren en Dwergsterns, de helft van de Kleine Mantelmeeuwen, Zilvermeeuwen en Grote Sterns en een derde van de Kluten, Bontbekplevieren en Visdieven. Populatieveranderingen van kustbroedvogels in het Deltagebied hebben daarmee gevolgen voor de totale populatie van sommige soorten op nationale of internationale schaal. De afgelopen zes jaren zijn de veranderingen van deze populaties in het Deltagebied relatief gering geweest. Van de 14 soorten die jaarlijks tot broeden komen zijn er acht stabiel over de periode 1993-99. Alleen S...
    Dit rapport presenteert resultaten van watervogeltellingen in de zoute en brakke wateren van het Deltagebied van Zuidwest-Nederland (figuur 1) in de periode juli 1998-juni 1999 (verder aangeduid als 1998/99). De 'Zoute Delta'... more
    Dit rapport presenteert resultaten van watervogeltellingen in de zoute en brakke wateren van het Deltagebied van Zuidwest-Nederland (figuur 1) in de periode juli 1998-juni 1999 (verder aangeduid als 1998/99). De 'Zoute Delta' omvat de Voordelta, het Grevelingenmeer, de Oosterschelde, het Veerse Meer en de Westerschelde. Uit de resultaten van het monitoringprogramma van watervogels kan worden geconcludeerd dat voortdurend veranderingen optreden in aard en omvang van watervogelpopulaties in de zoute wateren van Zuidwest-Nederland. Geconstateerde aantalsveranderingen zijn vaak signalen uit het systeem, dat er (mogelijk) conflicten optreden tussen de functie voor vogels en andere functies, zoals toenemend recreatief medegebruik en schelpdiervisserij. Deze signalen kunnen aanleiding zijn voor nader onderzoek, waarvan de resultaten kunnen bijdragen aan een duurzaam beheer en gebruik van deze Deltawateren. ______________________________________________________ This report presents ...
    Dit rapport biedt een overzicht van de resultaten van onderzoek naar het broedsucces van kustbroedvogels (Kluut, plevieren, meeuwen en sterns) in het Deltagebied in 2001. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Kust en... more
    Dit rapport biedt een overzicht van de resultaten van onderzoek naar het broedsucces van kustbroedvogels (Kluut, plevieren, meeuwen en sterns) in het Deltagebied in 2001. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Kust en Zee in opdracht van de regionale directies Zuid-Holland en Zeeland van Rijkswaterstaat. Daarnaast zijn relevante gegevens verwerkt die zijn verzameld in het kader van andere projecten. Het doel van het onderzoek is het kunnen geven van gefundeerde adviezen over aanleg, inrichting en beheer van broedgebieden voor kustbroedvogels en het evalueren hiervan. Om dit te bereiken wordt informatie verzameld over het functioneren van broedgebieden van kustbroedvogels in het Deltagebied: het broedsucces wordt bepaald. Dit gebeurt als aanvulling op het monitoringprogramma waarin jaarlijks informatie wordt verzameld over aantallen van kustbroedvogels. In overleg met de opdrachtgevers ligt het accent van het onderzoek op het noordelijk Deltagebied (Maasvlakte, Ha...
    Na een sterke daling van het aantal broedparen van de Visdief in de kolonie op het sluizencomplex bij Terneuzen in de periode van 1994 t/m 1999, is in 2000 weer een toename van het aantal broedparen waargenomen. In 1998-2000 bedroeg het... more
    Na een sterke daling van het aantal broedparen van de Visdief in de kolonie op het sluizencomplex bij Terneuzen in de periode van 1994 t/m 1999, is in 2000 weer een toename van het aantal broedparen waargenomen. In 1998-2000 bedroeg het aantal broedparen respectievelijk 58, 24 en 127. In 2000 kwamen de eieren na een normale broedduur uit, de uitgekomen jongen vertoonden geen ziekteverschijnselen, zoals waargenomen in voorgaande jaren en de oudervogels vertoonden in tegenstelling tot de periode 1997 t/m 1999 behoorlijk agressief gedrag. Predatie door kokmeeuwen, eksters en onvolwassen zilvermeeuwen was gering en de kolonie was veel sterker begroeid dan in voorgaande jaren (voornamelijk kleverig kruiskruid, kleefkruid, kleine klaproos en akkerdistel). Het broedsucces was in 2000 wederom slecht. Veel jongen stierven op het moment dat ze uit zouden moeten vliegen, waarschijnlijk doordat het voedselaanbod als gevolg van slechte weersomstandigheden niet voldoende is geweest. Chemische ana...
    ABSTRACT
    ABSTRACT This paper reports on ultra-scaled single-crystal Si NEMS resonators (25–40nm thick) operating in the 10–100MHz frequency range. Their first monolithic integration at the front-end level with CMOS enables to extract the signal... more
    ABSTRACT This paper reports on ultra-scaled single-crystal Si NEMS resonators (25–40nm thick) operating in the 10–100MHz frequency range. Their first monolithic integration at the front-end level with CMOS enables to extract the signal from background leading to possible implementation of direct/homodyne measurement, for high sensitivity sensing applications and portable systems.
    ABSTRACT The contaminated Scheldt estuary is a wetland of international importance for waterbirds. In eggs of Common Terns (Sterna hirundo) from the brackish zone, concentrations of Hg, Cr, Cu, Cd, Zn, and PAHs did not exceed no-observed... more
    ABSTRACT The contaminated Scheldt estuary is a wetland of international importance for waterbirds. In eggs of Common Terns (Sterna hirundo) from the brackish zone, concentrations of Hg, Cr, Cu, Cd, Zn, and PAHs did not exceed no-observed effect levels reported in the literature. Eggshell thickness did not differ from the pre-DDT period. However, concentrations of PCB-118 (0.1–0.7 μg g−1 WW) may indicate adverse effects on reproductive success. In terns' eggs from the marine zone, PCB-118 did not exceed the no-observed effect concentration.In eggs of Black-headed Gulls (Larus ridibundus) concentrations of HCB, lindane, DDT and dieldrin are low and showed no spatial gradient. PCB levels, on the other hand, are high in the brackish zone where adults forage on intertidal flats and eight times lower in eggs from the North Sea coast where adults feed mainly inland. No adverse effect on breeding success of Black-headed Gulls was observed in the field. The estimated biomagnification factor for PCB-153 for Oystercatcher (Haematopus ostralegus) is higher than for terns and gulls.
    The need to reduce RC delay and cross talk in Cu interconnects means that ultra low-k dielectrics such as porous SiCOH are being integrated into microelectronic devices. Unfortunately porous materials lead to integration issues such as... more
    The need to reduce RC delay and cross talk in Cu interconnects means that ultra low-k dielectrics such as porous SiCOH are being integrated into microelectronic devices. Unfortunately porous materials lead to integration issues such as metal diffusion into the porosity of the dielectric, especially when chemical vapour deposition (CVD) methods are used for metal deposition. In our case, the