NL9500008A

NL9500008A - Control installation for electrical equipment

Info

Publication number: NL9500008A
Application number: NL9500008A
Authority: NL
Inventors: Bernardus De Roos
Original assignee: N E W Marketing Ag
Priority date: 1995-01-03
Filing date: 1995-01-03
Publication date: 1996-08-01
Also published as: NL193096B; NL193096C

Abstract

The invention relates to a control installation for electrical equipment, with a connection point for a local control and an energizing part connected to that connection point for the electrical equipment. The control installation is provided with a first coupling point, which is directly connected to the connection point, and a second coupling point which is connected via a switch to the connection point for the local control. The switch can interrupt or establish a connection between the connection point and the coupling point. Furthermore, a second energizing part may be used, which is connected via a second switch to the connection point for the local control.

Description

Stuurinstallatie voor elektrische apparatuurControl system for electrical equipment

De uitvinding heeft betrekking op een stuurinstalla-tie voor elektrische apparatuur, met een aansluitpunt voor een lokale sturing en een met dit aansluitpunt verbonden bekrachtigingsdeel voor de elektrische apparatuur.The invention relates to a control system for electrical equipment, with a connection point for local control and an energizing part for the electrical equipment connected to this connection point.

Een bekend voorbeeld van de toepassing van een dergelijke stuurinstallatie vindt men in moderne kantoorgebouwen, waarvan de vertrekken zijn voorzien van zonneschermen. Met behulp van de stuurinstallatie worden de aandrijfmotoren van de zonneschermen bestuurd. Op het aansluitpunt van de stuurinstallatie is in een dergelijk geval een meerstanden-scha-kelaar aangesloten (ruststand, omhoogbewegen en omlaagbewe-gen van het zonnescherm), terwijl het bekrachtigingsdeel een relais is, waarop de elektromotoren (elektrische apparatuur) van een zonnescherm is aangesloten. Door het bedienen van de meerstanden-schakelaar wordt het relais bestuurd, hetgeen leidt tot het bekrachtigen van de elektromotoren.A well-known example of the application of such a steering system can be found in modern office buildings, the rooms of which are fitted with awnings. The drive motors of the awnings are controlled using the steering system. In such a case, a multi-position switch (rest position, upward and downward movement of the sunshade) is connected to the connection point of the steering system, while the energizing part is a relay to which the electric motors (electrical equipment) of a sunshade are connected. . By operating the multi-position switch, the relay is controlled, which leads to energizing the electric motors.

Bij moderne kantoorgebouwen is in het algemeen de inwendige indeling van de vertrekken vrij kiesbaar. De betekent, dat vertrekken kunnen worden vergroot of verkleind door het verplaatsen van scheidingswanden. Wanneer een vertrek wordt vergroot, wordt tevens in het algemeen vereist, dat, in het bovengenoemde voorbeeld, alle tot het nieuwe vertrek behorende zonneschermen gelijktijdig kunnen worden aangestuurd. Dit betekent, dat via één meerstanden-schakelaar alle elektromotoren, die de betreffende zonneschermen aandrijven, gelijktijdig moeten kunnen worden bestuurd. Hiertoe is het vereist, dat stuurinstallaties met elkaar worden gekoppeld. Bij de bekende systemen leidt dit tot aanzienlijke installatietechnische ingrepen.In modern office buildings, the interior layout of the rooms is generally freely selectable. The means that rooms can be enlarged or reduced by moving partitions. When a room is enlarged, it is also generally required that, in the above example, all the awnings belonging to the new room can be controlled simultaneously. This means that all electric motors driving the respective awnings must be controlled simultaneously via one multi-position switch. For this it is required that control systems are linked together. In the known systems this leads to considerable installation technical interventions.

De uitvinding beoogt thans een stuurinstallatie van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die het mogelijk maakt om op snelle en eenvoudige wijze een koppeling met andere stuurinstallaties te realiseren.The object of the invention is now to provide a steering installation of the type mentioned in the preamble, which makes it possible to realize a coupling with other steering installations in a quick and simple manner.

Hiertoe wordt de stuurinstallatie volgens de uitvinding gekenmerkt door een eerste koppelpunt, dat rechtstreeks is verbonden met het aansluitpunt alsmede een tweede koppelpunt, dat met het aansluitpunt voor de lokale sturing in verbinding staat via een schakelaar, die in een eerste positie de verbinding tussen het aansluitpunt en het koppelpunt onderbreekt en deze verbinding in een tweede positie tot stand brengt.To this end, the control system according to the invention is characterized by a first coupling point, which is directly connected to the connection point and a second coupling point, which is connected to the connection point for local control via a switch, which in a first position connects the connection between the connection point and interrupts the coupling point and establishes this connection in a second position.

Aangrenzende stuurinstallaties volgens de uitvinding kunnen reeds vanaf het begin (bijvoorbeeld vanaf de oplevering van een kantoorgebouw) onderling zijn gekoppeld, doordat een eerste koppelpunt van een eerste stuurinstallatie door een verbindingsleiding is verbonden met het tweede koppelpunt van een aangrenzende stuurinstallatie. Wanneer thans beide stuurinstallaties in besturingstechnische zin moeten worden gekoppeld volstaat het, om de schakelaar in de positie te brengen, waarbij de verbinding tussen het aansluitpunt en het tweede koppelpunt tot stand is gebracht. In een dergelijke positie van de schakelaar leidt het aansturen van het aansluitpunt van de ene stuurinstallatie automatisch tot het aansturen van de tweede stuurinstallatie. Wanneer een aantal stuurinstallaties door betreffende verbindingsleidin-gen tussen de respectievelijke eerste koppelpunten en tweede koppelpunten zijn verbonden, kan elk gewenst aantal stuurinstallaties onderling worden gekoppeld door het bedienen van de betreffende schakelaars. Dit betekent dat, in het eerder genoemde voorbeeld, een vergroting of verkleining van ruimten in een kantoorgebouw slechts vereist, dat de betreffende schakelaars worden bediend, zodat de telkens tot één ruimte behorende zonneschermen gelijktijdig kunnen worden aangestuurd.Adjacent control systems according to the invention can be interconnected from the start (for example from the delivery of an office building), because a first coupling point of a first control installation is connected by a connecting line to the second coupling point of an adjacent control installation. If now both control systems are to be coupled in a control-technical sense, it is sufficient to move the switch to the position whereby the connection between the connection point and the second coupling point is established. In such a position of the switch, controlling the connection point of the one control installation automatically leads to the control of the second control installation. When a number of control installations are connected by respective connection lines between the respective first coupling points and second coupling points, any desired number of control installations can be mutually coupled by operating the respective switches. This means that, in the aforementioned example, an enlargement or reduction of rooms in an office building only requires that the relevant switches be actuated, so that the sun screens belonging to one room can be controlled simultaneously.

In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de stuurinstallatie volgens de uitvinding is deze gekenmerkt door een tweede bekrachtigingsdeel, dat met het aansluitpunt voor de lokale sturing in verbinding staat via een tweede schakelaar. Bij een dergelijke stuurinstallatie is met behulp van de oorspronkelijke stuurinstallatie reeds de mogelijkheid verschaft, om twee bekrachtigingsdelen aan te sturen, zodat in het eerder genoemde voorbeeld twee elektromotoren bedienbaar zijn. Met behulp van de tweede schakelaar kan echter ook het tweede bekrachtigingsdeel worden uitgeschakeld, zodat een stuurinstallatie voor slechts één bekrachtigingsdeel wordt verkregen.In a preferred embodiment of the control system according to the invention, it is characterized by a second actuation part, which is connected to the connection point for local control via a second switch. With such a steering installation, the possibility has already been provided with the aid of the original steering installation to control two excitation parts, so that in the aforementioned example two electric motors can be operated. However, the second actuating part can also be switched off by means of the second switch, so that a control system for only one actuating part is obtained.

In het laatstgenoemde uitvoeringsvoorbeeld bestaan twee mogelijkheden. Een eerste mogelijkheid is, dat de beide schakelaars in serie zijn geschakeld, waarbij het tweede bekrachtigingsdeel tussen beide schakelaars is aangesloten. Bij deze specifieke uitvoeringsvorm geldt, dat met behulp van de schakelaar, die het dichtst bij het aansluitpunt is gelegen het tweede bekrachtigingsdeel kan worden aangesloten. Indien deze eerste schakelaar inderdaad is ingeschakeld, verschaft de tweede schakelaar de mogelijkheid, om vervolgens een verbinding tot stand te brengen met een aangrenzende stuurinstallatie. In dit voorbeeld geldt derhalve, dat een verbinding met een aangrenzende stuurinstallatie slechts kan worden gerealiseerd, indien beide schakelaars zijn gesloten en derhalve tevens reeds het tweede bekrachtigingsdeel is aangesloten op het aansluitpunt.In the latter embodiment, two possibilities exist. A first possibility is that the two switches are connected in series, the second energizing part being connected between the two switches. In this specific embodiment it holds that the second energizing part can be connected by means of the switch closest to the connection point. If this first switch is indeed switched on, the second switch provides the option of subsequently establishing a connection with an adjacent control installation. In this example it therefore holds that a connection to an adjacent control system can only be realized if both switches are closed and the second energizing part is therefore already connected to the connection point.

Een alternatieve uitvoeringsvorm kenmerkt zich door het feit, dat de beide schakelaar parallel zijn geschakeld. In dit geval kan met de ene schakelaar het bekrachtigingsdeel op het aansluitpunt worden aangesloten, terwijl met de tweede schakelaar, onafhankelijk van de positie van de eerste schakelaar, een verbinding met een aangrenzende stuurinstallatie kan worden gerealiseerd. Derhalve is het in dit geval niet noodzakelijk, dat voor het tot stand brengen van een verbinding met een aangrenzende stuurinstallatie tevens het tweede bekrachtigingsdeel is aangesloten.An alternative embodiment is characterized by the fact that both switches are connected in parallel. In this case, the one switch can be used to connect the energizing part to the connection point, while the second switch, independently of the position of the first switch, allows connection to an adjacent control system. It is therefore not necessary in this case that the second energizing part is also connected in order to establish a connection with an adjacent control system.

Momenteel is het gebruikelijk dat, in het eerder genoemde voorbeeld van de besturing van de motoren van zonnewering, de stuurinstallatie met sterkstroom werkt.Currently, it is customary that, in the aforementioned example of the control of the sun shading motors, the control system operates with strong current.

Dit betekent, dat verbindingen tussen stuurinstallaties eveneens uit sterkstroomleidingen bestaan. Installatietech-nisch is dit gecompliceerd. Overeenkomstig de uitvinding wordt thans echter voorgesteld, dat de bekrachtigingsdelen door zwakstroom aangestuurde sterkstroomrelais zijn. De elektrische apparatuur kan op deze wijze, zoals bekend, nog steeds door sterkstroom worden bekrachtigd, doch het bestu-ringsgedeelte van de stuurinstallatie werkt op zwakstroom. Hierdoor zijn ook verbindingsleidingen tussen aangrenzende stuurinstallaties zwakstroomleidingen, hetgeen de installa-tietechnische complexiteit aanzienlijk vermindert.This means that connections between control systems also consist of high-voltage power lines. This is complicated installation wise. In accordance with the invention, however, it is now proposed that the energizing parts are low current driven high current relays. The electrical equipment can still be energized in this way, as is known, but the control section of the control system operates on weak current. As a result, connecting lines between adjacent control installations are also weak current lines, which considerably reduces the installation complexity.

Verder wordt een speciale uitvoeringsvorm van de stuurinstallatie volgens de uitvinding genoemd, waarbij ten minste een extra tweede koppelpunt is toegepast, dat parallel aan het oorspronkelijke tweede koppelpunt is geschakeld. Met behulp van een dergelijk extra tweede koppelpunt, dat op gelijke wijze, als in het voorgaande beschreven, is voorzien van een daartoe behorende schakelaar, is het mogelijk om op één stuurinstallatie meer dan één andere stuurinstallatie rechtstreeks aan te sluiten, bijvoorbeeld in een sterconfi-guratie.Furthermore, a special embodiment of the control system according to the invention is mentioned, in which at least one additional second coupling point is used, which is connected in parallel with the original second coupling point. With the aid of such an additional second coupling point, which, in the same manner as described above, is provided with an associated switch, it is possible to connect more than one other control installation directly to one control installation, for example in a star confi guration.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een stuurin-stallatiesamenstel, bestaande uit ten minste twee op elkaar aangesloten stuurinstallaties volgens een der voorgaande conclusies. Volgens de uitvinding is een dergelijke stuurin-stallatiesamenstel gekenmerkt door zich telkens tussen het eerste koppelpunt van de ene stuurinstallatie en het tweede koppelpunt van een naastliggende stuurinstallatie uitstrekkende verbindingsleiding. Een dergelijk stuurinstallatiesa-menstel kan reeds vanaf het begin, dus bijvoorbeeld vanaf de oplevering van een kantoorgebouw, zijn aangebracht, waarbij de verbindingsleidingen reeds in het gebouw zijn geïntegreerd. Door het bedienen van de diverse schakelaars kan vervolgens eenvoudig een koppeling tussen aangrenzende stuurinstallaties worden gerealiseerd, in afhankelijkheid van de gekozen indeling van de ruimten.The invention also relates to a steering installation assembly, consisting of at least two connected steering installations according to one of the preceding claims. According to the invention, such a steering system assembly is characterized by a connecting line extending between the first coupling point of one steering installation and the second coupling point of an adjacent steering installation. Such a control system assembly can already be installed from the beginning, i.e. for example from the delivery of an office building, with the connecting pipes already integrated in the building. By operating the various switches, it is then easy to realize a link between adjacent control systems, depending on the layout of the rooms chosen.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvoorbeel-den van de stuurinstallatie volgens de uitvinding is weergegeven.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, in which a number of exemplary embodiments of the control system according to the invention are shown.

Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de stuurinstallatie volgens de uitvinding in een eerste configuratie;Fig. 1 shows a first embodiment of the control system according to the invention in a first configuration;

Fig. 2 toont dezelfde stuurinstallatie in een tweede configuratie;Fig. 2 shows the same control system in a second configuration;

Fig. 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van de stuurinstallatie volgens de uitvinding in een eerste configuratie;Fig. 3 shows a second embodiment of the control system according to the invention in a first configuration;

Fig. 4 toont deze stuurinstallatie in een tweede con-f iquratie;Fig. 4 shows this control installation in a second configuration;

Fig. 5 toont een stuurinstallatie volgens de uitvinding in een derde uitvoeringsvorm, enFig. 5 shows a control system according to the invention in a third embodiment, and

Fig. 6 toont een stuurinstallatie volgens de uitvinding in een vierde uitvoeringsvorm.Fig. 6 shows a control installation according to the invention in a fourth embodiment.

In fig. 1 is schematisch een gedeelte van een kantoorgebouw weergegeven, met drie naast elkaar gelegen kamers A, B en C. In elke kamer is een stuurinstallatie I3, I2 en I3 aanwezig. Deze stuurinstallaties dienen voor het besturen van motoren Mlf M2 en M3, bijvoorbeeld voor zonneschermen.Fig. 1 schematically shows a part of an office building, with three adjacent rooms A, B and C. In each room there is a control system I3, I2 and I3. These steering systems are used to drive motors Mlf M2 and M3, for example for awnings.

Thans zal de tot kamer A behorende stuurinstallatie in detail worden besproken. Deze stuurinstallatie bezit een aansluitpunt A3 voor een lokale sturing (bijvoorbeeld een meerstanden-schakelaar), een rechtstreeks met dit aansluitpunt A3 verbonden bekrachtigingsdeel B3 (in dit geval een relais), een eerste rechtstreeks met het aansluitpunt A3 verbonden koppelpunt K3 en een tweede, via een schakelaar S3 met het aansluitpunt A3 verbonden koppelpunt K2. De verbin-dingsleidingen tussen het aansluitpunt A3 en de beide kop-pelpunten K3, K2 en het bekrachtigingsdeel B3 bestaan uit zwakstroomleidingen (weergegeven door een enkele lijn), terwijl het bekrachtigingsdeel B3 zich in een sterkstroomlei-ding (schematisch aangeduid door een dubbele lijn) naar de motor M3 bevindt. De stuurinstallaties I2 en I3 zijn op identieke wijze opgebouwd, zodat een nadere toelichting hiervan overbodig is.The control system belonging to room A will now be discussed in detail. This control installation has a connection point A3 for local control (for example a multi-position switch), an excitation part B3 directly connected to this connection point A3 (in this case a relay), a first coupling point K3 connected directly to connection point A3 and a second a switch S3 connected to coupling point K2 connected to terminal A3. The connecting lines between the connection point A3 and the two coupling points K3, K2 and the excitation part B3 consist of weak current lines (represented by a single line), while the excitation part B3 is located in a high current line (schematically indicated by a double line) to the motor M3. The control systems I2 and I3 are constructed identically, so that no further explanation is necessary.

Aangrenzende stuurinstallaties zijn onderling verbonden door verbindingsleidingen (schematisch aangeduid door stippellijnen) die zich telkens uitstrekken tussen een tweede koppelpunt (bijvoorbeeld K2) van een eerste stuurinstallatie (bijvoorbeeld I3) en een eerste koppelpunt (bijvoorbeeld K3) van een tweede stuurinstallatie (bijvoorbeeld I2).Adjoining steering systems are interconnected by connecting lines (schematically indicated by dotted lines) which in each case extend between a second coupling point (for example K2) of a first steering installation (for example I3) and a first coupling point (for example K3) of a second steering installation (for example I2).

In de in fig. 1 weergegeven situatie zijn de schakelaars S3, S2 en S3 elk geopend, zodat geen verbinding tussen de aangrenzende stuurinstallaties bestaat. Wanneer bijvoorbeeld de middelste stuurinstallatie I2 via het aansluitpunt A2 wordt aangestuurd heeft dit geen consequenties voor de beide aangrenzende stuurinstallaties 12 en I3.In the situation shown in Fig. 1, the switches S3, S2 and S3 are each open, so that no connection exists between the adjacent control installations. If, for example, the middle control installation I2 is controlled via connection point A2, this has no consequences for the two adjacent control installations 12 and I3.

Fig. 2 toont een situatie, waarin de indeling van de ruimten van het kantoorgebouw is gewijzigd. De scheidings- wand tussen de kamers A en B is thans verwijderd. In de praktijk betekent dit, dat de elektromotoren Ma en M2 gelijktijdig moeten kunnen worden bekrachtigd. Hiertoe wordt de schakelaar S3 gesloten, zodat via de verbindingsleiding tussen de koppelpunten K2 en K3 de stuurinstallaties Ij en I2 met elkaar zijn verbonden. Door thans een der stuurinstallaties via zijn aansluitpunt (A3 resp. A2) aan te sturen worden beide stuurinstallaties bediend, en worden beide motoren M2 en M2 door hun betreffende bekrachtigingsdelen Bj en B2 bekrachtigd. Wanneer tevens de scheidingswand tussen de ruimten B en C zou worden verwijderd, kan ook stuurinstallatie I3 worden aangesloten door tevens de schakelaar S2 te sluiten.Fig. 2 shows a situation in which the layout of the spaces of the office building has been changed. The partition between chambers A and B has now been removed. In practice, this means that the electric motors Ma and M2 must be capable of being energized simultaneously. To this end, the switch S3 is closed, so that the control systems Ij and I2 are connected to each other via the connecting line between the coupling points K2 and K3. By now controlling one of the steering systems via its connection point (A3 or A2), both steering systems are operated, and both motors M2 and M2 are energized by their respective energizing parts Bj and B2. If the dividing wall between spaces B and C would also be removed, control system I3 can also be connected by also closing switch S2.

In fig. 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de stuurinstallatie volgens de uitvinding weergegeven. Onder verwijzing naar de stuurinstallatie, die in kamer A is aangebracht, geldt dat elke stuurinstallatie is voorzien van een aansluitpunt (A3), een rechtstreeks hiermee verbonden eerste koppelpunt (1^), een rechtstreeks met het aansluitpunt verbonden eerste bekrachtigingsdeel (B3), een tweede bekrachtigingsdeel (B2), dat via een eerste schakelaar (Sj) met het aansluitpunt is verbonden, en een in serie met de eerste schakelaar geplaatste tweede schakelaar (S2) waarachter het tweede koppelpunt (K2) is gelegen. Tussen aangrenzende eerste en tweede koppelpunten van aangrenzende stuurinstallaties zijn opnieuw verbindingsleidingen (weergegeven door stippellijnen) aangebracht. Op de bekrachtigingsdelen van een stuurinstallatie zijn twee elektromotoren (Mx en M2) aangesloten.Fig. 3 shows an alternative embodiment of the control system according to the invention. With reference to the steering system, which is arranged in chamber A, it applies that each steering system is provided with a connection point (A3), a first connecting point directly connected to it (1 ^), a first power unit (B3) connected directly to the connection point, a second energizing part (B2), which is connected to the terminal via a first switch (Sj), and a second switch (S2) placed in series with the first switch, behind which the second coupling point (K2) is located. Connecting lines (shown by dotted lines) have been re-installed between adjacent first and second coupling points of adjacent control systems. Two electric motors (Mx and M2) are connected to the power steering parts of a steering system.

In de in fig. 3 getoonde situatie, waarin de kamers zijn gescheiden door scheidingswanden, is in elke stpurin-stallatie Ilf I2 en I3 de eerste schakelaar (S3, S3 respectievelijk S5) gesloten. Hierdoor leidt aan aansturing van de aansluitpunten A3, A2 of A3 tot een bekrachtiging van de motoren M3 en M2, M3 en M4, respectievelijk M5 en M6. Het openen van één van deze eerste schakelaren zou als gevolg hebben, dat in de betreffende kamer slechts de het meest links weergegeven motor (M3, M3 of M5) werkzaam zou worden.In the situation shown in Fig. 3, in which the chambers are separated by partitions, the first switch (S3, S3 and S5) is closed in each plant installation Ilf I2 and I3. As a result, actuation of the terminals A3, A2 or A3 results in the motors of motors M3 and M2, M3 and M4, M5 and M6 respectively. Opening one of these first switches would result in only the engine on the left (M3, M3 or M5) shown in the room in question being active.

De tweede schakelaars (S2, S4, S6) zijn geopend. Hier door zijn de stuurinstallaties niet gekoppeld.The second switches (S2, S4, S6) are open. The steering systems are not linked to this.

Thans wordt de scheidingswand tussen de kamers B en C weggenomen, zodat de situatie volgens fig. 4 ontstaat. In deze situatie moeten de motoren M3, M4, M5 en M6 gelijktijdig worden bekrachtigd. Hiertoe wordt de schakelaar S4 in de stuurinstallatie I2 gesloten, waardoor de verbinding tussen de koppelpunten K4 en K5 tot stand wordt gebracht. Hierdoor zijn de stuurinstallaties I2 en I3 met elkaar gekoppeld en leidt een bekrachtiging van één van hun aansluitpunten A2 of A3 tot een bekrachtiging van beide stuurinstallaties. Opgemerkt wordt, dat het tot stand brengen van een koppeling via de verbindingsleiding tussen K4 en K5 niet alleen vereist, dat de schakelaar S4 wordt gesloten, doch tevens dat de schakelaar S3 is gesloten.The partition between the chambers B and C is now removed, so that the situation according to fig. 4 arises. In this situation, motors M3, M4, M5 and M6 must be energized simultaneously. To this end, the switch S4 in the control system I2 is closed, so that the connection between the coupling points K4 and K5 is established. The steering systems I2 and I3 are hereby coupled to each other and energizing one of their terminals A2 or A3 results in energizing both steering systems. It is noted that establishing a coupling via the connecting line between K4 and K5 requires not only that the switch S4 is closed, but also that the switch S3 is closed.

Op overeenkomstige wijze kan een groot aantal naast elkaar liggende stuurinstallaties onderling worden gekoppeld .A large number of adjacent control systems can be mutually coupled in a corresponding manner.

In fig. 5 is een variant van de vorige uitvoeringsvorm getoond. Opnieuw verwijzend naar de stuurinstallatie, die is aangebracht in kamer A, geldt thans, dat de beide schakelaars S3 en S2 niet in serie, doch parallel zijn geschakeld. Dit betekent, dat het sluiten van schakelaar S2 reeds leidt tot het stand brengen van een koppeling tussen de stuurinstallaties I1 en I2, zonder dat hiertoe vereist is dat schakelaar S3 eveneens is gesloten. Dit is bijvoorbeeld getoond aan de hand van de samen een grote ruimte vormende oorspronkelijke kamers B en C, waarvan de stuurinstallaties l2 en I3 met elkaar zijn gekoppeld. Hiertoe is schakelaar S4 gesloten. Aangezien in dit voorbeeld schakelaar S3 geopend is, en schakelaar S5 gesloten is, geldt, dat een bekrachtiging van een der aansluitpunten A2 of A3 leidt tot het bekrachtigen van de motoren M3, M5 en M6, doch niet tot het bekrachtigen van motor M4. Hiertoe zou ook schakelaar S3 gesloten moeten zijn.Fig. 5 shows a variant of the previous embodiment. Referring again to the control system, which is arranged in chamber A, it now holds that the two switches S3 and S2 are not connected in series, but in parallel. This means that closing switch S2 already leads to the establishment of a coupling between the control installations I1 and I2, without this requiring that switch S3 also be closed. This is shown, for example, on the basis of the original rooms B and C, which form a large space, of which the control systems 12 and 13 are coupled to each other. Switch S4 is closed for this purpose. Since in this example switch S3 is open and switch S5 is closed, it applies that energizing one of the terminals A2 or A3 leads to energizing the motors M3, M5 and M6, but not to energizing the motor M4. For this purpose switch S3 should also be closed.

De variant volgens fig. 5 bezit ten opzichte van de variant van fig. 3 en fig. 4 het voordeel, dat een grotere keuzemogelijkheid bestaat ten aanzien van de wel of niet te besturen motoren.The variant according to Fig. 5 has the advantage over the variant of Fig. 3 and Fig. 4 that there is a greater choice with regard to the motors to be controlled or not to be controlled.

Ten slotte is in fig. 6 een uitvoeringsvariant ge- toond, die in principe lijkt op die, welke is getoond in de fig. 3 en 4. Evenwel is thans een verdubbeling uitgevoerd van het tweede koppelpunt, zodat thans twee tweede koppel-punten K2 en K3 aanwezig zijn. Hierdoor is het mogelijk, om op de eerste stuurinstallatie I1 twee stuurinstallaties I2 en I3 aan te sluiten volgens een sterconfiguratie. Doordat schakelaar S3 is gesloten, is in het getoonde voorbeeld stuurinstallatie I3 met stuurinstallatie Ij verbonden. Deze aangesloten stuurinstallaties I2 en I3 zijn in het getoonde voorbeeld uitgevoerd als de stuurinstallaties in de fig. 3 en 4; evenwel kunnen ze op hun beurt eveneens volgens elke getoonde variant zijn uitgevoerd.Finally, an embodiment variant is shown in Fig. 6, which in principle resembles that shown in Figs. 3 and 4. However, a doubling of the second coupling point has now been carried out, so that now two second coupling points K2 and K3 are present. This makes it possible to connect two control systems I2 and I3 to the first control system I1 according to a star configuration. Because switch S3 is closed, control system I3 is connected to control system Ij in the example shown. In the example shown, these connected control systems I2 and I3 are designed as the control systems in Figures 3 and 4; however, they can in turn also be designed according to any variant shown.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het door de conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.The invention is not limited to the embodiments described above, which can be varied in many ways within the scope of the invention as defined by the claims.

Claims

Control system for electrical equipment, with a connection point for local control and an excitation part for the electrical equipment connected to this connection point, characterized by a first coupling point, which is directly connected to the connection point and a second coupling point, which is connected to the connection point for local control is connected via a switch which interrupts the connection between the connection point and the coupling point in a first position and establishes this connection in a second position.

Control installation according to claim 1, characterized by a second actuation part, which is connected to the connection point for local control via a second switch.

Control installation according to claim 2, characterized in that the two switches are connected in series, the second actuating part being connected between the two switches.

Control installation according to claim 2, characterized in that the two switches are connected in parallel.

Control installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the energizing parts are low-current driven high-current relays.

Steering installation according to one of the preceding claims, characterized by at least one additional second coupling point, which is connected parallel to the original second coupling point.

Steering installation assembly, consisting of at least two mutually connected steering installations according to any one of the preceding claims, characterized in each time a connecting line extending between the first coupling point of one steering installation and the second coupling point of an adjacent steering installation.