[go: up one dir, main page]

NL9400353A - Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken. Download PDF

Info

Publication number
NL9400353A
NL9400353A NL9400353A NL9400353A NL9400353A NL 9400353 A NL9400353 A NL 9400353A NL 9400353 A NL9400353 A NL 9400353A NL 9400353 A NL9400353 A NL 9400353A NL 9400353 A NL9400353 A NL 9400353A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
baking
mold
baking mold
parts
closing
Prior art date
Application number
NL9400353A
Other languages
English (en)
Inventor
Wiebe Kloppenburg
Johan Hendrik Adolf Arentsen
Original Assignee
Suntray Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Suntray Bv filed Critical Suntray Bv
Priority to NL9400353A priority Critical patent/NL9400353A/nl
Priority to EP95910011A priority patent/EP0700250B1/en
Priority to AU18251/95A priority patent/AU1825195A/en
Priority to PCT/NL1995/000083 priority patent/WO1995024128A1/en
Priority to US08/549,738 priority patent/US5820907A/en
Priority to DE69517479T priority patent/DE69517479T2/de
Priority to AT95910011T priority patent/ATE193801T1/de
Publication of NL9400353A publication Critical patent/NL9400353A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21BBAKERS' OVENS; MACHINES OR EQUIPMENT FOR BAKING
    • A21B5/00Baking apparatus for special goods; Other baking apparatus
    • A21B5/02Apparatus for baking hollow articles, waffles, pastry, biscuits, or the like
    • A21B5/023Hinged moulds for baking waffles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Baking, Grill, Roasting (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
  • Seeds, Soups, And Other Foods (AREA)
  • Press-Shaping Or Shaping Using Conveyers (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken.
De uitvinding heeft betrekking op een bakmatrijs voor de vervaardiging van vormstukken, voorzien van een aan een onderarm bevestigd onderste bakdeel en een aan een bovenarm bevestigd bovenste bakdeel, waarbij de bakdelen bij de bakmatrijs in sluitstand in op elkaar geplaatste toestand althans één bakvorm bepalen.
Voor de vervaardiging van gebakken vormstukken, zoals bijvoorbeeld wafels of dergelijke deegwaren worden gebruikelijk bak,matrijzen toegepast voorzien van twee op elkaar passende bakplaten of dergelijke bakdelen. De bakplaten zijn elk vast met een sluitarm verbonden, waardoor de bakmatrijs eenvoudig kan worden gesloten door het naar elkaar toe bewegen van de sluitarmen. Tussen de bakplaten wordt een hoeveelheid deeg aangebracht, waarna de bakplaten op elkaar worden gedrukt en in een wafelbakoven worden gevoerd. Nadat de wafels zijn gebakken worden ze tussen de bakplaten uitgenomen en wordt de bakmatrijs opnieuw met deeg gevuld. Tijdens het bakken van de vormstukken treedt, met name als gevolg van uit het deeg tredend vocht, een drukverhoging tussen de bakplaten op, waardoor de bakplaten enigszins uit elkaar worden gedrukt. Bovendien treedt als gevolg van de verhitting van de matrijsdelen vervorming van de bakplaten en de sluitarmen op, waardoor eveneens meer ruimte tussen de sluitvlakken van de bakplaten ontstaat.
Het gebruik van bakmatrijzen heeft het voordeel dat wafels in een semi-continu of continu proces kunnen worden gebakken, waardoor een hoge productie met een constante kwaliteit kan worden verkregen. Bij het bakken van wafels zijn de tussen de bakplaten optredende drukken en de voor het bakken van de wafels noodzakelijke temperaturen van dien aard dat de voor de bakmatrijs benodigde sluitkracht' relatief laag is. Bovendien kan het deeg tijdens het bakken van de wafels enigszins tussen de bakplaten wegvloeien, zodat eventuele overdruk wordt verhinderd. De wafels worden na het bakken bijvoorbeeld door snijden, het aanbrengen van een coating en stapeling nabewerkt, waarbij het overtollige materiaal wordt weggesneden, met als gevolg dat ten minste aan de zijden van de wafels de bakhuid wordt beschadigd. Bij het op deze wijze vervaardigen van wafels is een relatief grote ruimte tussen de sluitvlakken van de bakplaten toelaatbaar, en veelal zelfs gewenst.
Bij het bakken van vormstukken waarbij deze direct bij het uit de bakmatrijs nemen daarvan gereed dienen te zijn, dat wil zeggen waarbij nabewerking van de vormstukken achterwege moet blijven, dient de sluiting van de bakmatrijs zodanig te zijn dat de bakdelen een gesloten bakvorm bepalen. Het deeg mag niet tussen de sluitvlakken van de bakdelen vloeien of worden gedrukt. Met name bij gebruik van deeg dat als een suspensie met lage viscositeit in de bakmatrijs wordt gebracht, zoals deeg op basis van zetmeel met (vanwege de noodzakelijke vloeieigenschappen) een hoog vochtgehalte dient de maximale afstand tussen de sluitvlakken derhalve minimaal te worden gehouden. Een eventuele ruimte tussen de sluitvlakken dient slechts voor het laten ontsnappen van tijdens het bakken binnen de bakmatrijs ontwikkelde stoom.
Met name bij het bakken van biologisch afbreekbare vormstukken, zoals bijvoorbeeld vormstukken vervaardigd op basis van een zetmeelproduct is het van bijzonder belang dat de gesloten bakhuid van het vormstuk na het bakken niet door nabewerking beschadigd wordt. Immers, een geheel gesloten, gave bakhuid verhindert dat het biologische afbraakproces prematuur inzet en zorgt er daarmee voor dat de gewenste mechanische sterkte van het vormstuk gedurende lange tijd behouden blijft. Bovendien wordt daarmee op eenvoudige en voordelige wijze direct een hygiënisch vormstuk met een visueel en tactiel aangenaam uiterlijk verkregen.
Bij de bekende bakmatrijs zijn de sluitarmen voorzien van verstijvingsribben die de optredende drukken opvangen en vervormingen althans deels verhinderen, waardoor de bakmatrijs tijdens het bakproces in principe gesloten blijft. Bij gebruik van de bekende bakmatrijs bij relatief hoge temperaturen en drukken dienen deze verstijvingsribben, ten einde voldoende sluitkracht te kunnen leveren, zodanig zwaar en stijf uitgevoerd te worden dat de in de bakmatrijs optredende spanningen onaanvaardbaar hoog-worden, een grote kans op breuk bestaat en de matrijssluiting veel kracht vergt. Bovendien is een op deze wijze uitgevoerde bakmatrijs zwaar en moeilijk hanteerbaar en dient de verdere voor het bakproces noodzakelijke inrichting navenant zwaar te worden uitgevoerd. Voorts vergt een zware bakmatrijs relatief veel energie voor de verwarming daarvan.
Ten einde de genoemde nadelen te vermijden, met behoud van de voordelen van de bekende bakmatrijs wordt de bakmatrijs volgens de uitvinding gekenmerkt doordat ten minste één der bakdelen beweegbaar met de betreffende arm is verbonden, waarbij drukmiddelen zijn opgenomen voor het in gesloten toestand van de bakmatrijs onder voorspanning aandrukken van de bakdelen en aldus althans tijdens normaal gebruik sluiten van de bakvorm.
Doordat ten minste één bakdeel beweegbaar met de nabijgelegen arm is verbonden, terwijl de bakdelen in sluitrichting zijn voorgespannen zijn bij de bakmatrijs volgens de uitvinding in gesloten toestand tijdens normaal gebruik sluitvlakken van de bakdelen passend in de sluitstand gedrukt, ook indien één of beide sluitarmen of andere matrijsdelen als gevolg van de gebruikstemperatuur en de in de bakmatrijs optredende drukken enigszins is of zijn vervormd. Bovendien worden als gevolg van de voorspanning en de beweegbaarheid van ten minste één bakdeel verschillen in dikte en andere afwijkingen van de bakdelen, bijvoorbeeld ontstaan door slijtage, eenvoudig gecompenseerd, waardoor tijdens gebruik steeds een geschikte stand van de sluitvlakken van de bakdelen ten opzichte van elkaar wordt verkregen.
Als gevolg van de beweeglijkheid van een bakdeel ten opzichte van de betreffende arm en de aangebrachte voorspanning kunnen vervormingen in de bakmatrijs optreden zonder dat daardoor de sluiting van de bakmatrijs wordt beïnvloed. Dit betekent dat met name de sluitarmen maar ook de bakdelen lichter kunnen worden uitgevoerd dan bij de bekende bakmatrijs, waardoor de spanningen die tijdens gebruik optreden in de verschillende matrijsdelen aanzienlijk zijn beperkt en de kans op breuk nagenoeg is weggenomen. Bovendien kan de bakmatrijs volgens de uitvinding in zijn geheel aanzienlijk lichter worden uitgevoerd, waardoor tevens de te gebruiken oven lichter kan worden uitgevoerd en de bakmatrijs eenvoudiger hanteerbaar is, met de daarbij behorende voordelen.
In nadere uitwerking van de uitvinding is de voorspanning instelbaar met behulp van de drukmiddelen, welke instelling bij voorkeur ten minste bij kamertemperatuur mogelijk is. Als gevolg van de instelbaarheid van de voorspanning is het mogelijk de sluitkracht die op de bakdelen wordt uitgeoefend te regelen afhankelijk van onder andere de althans bij normale bedrijfsomstandigheden te verwachten maximale deegmassa in de bakvorm, de maximale temperatuur en druk tijdens het bakproces, de daarbij te verwachten vervormingen van de matrijsdelen zoals de sluitarmen en bakdelen, en de maximaal toelaatbare ruimte tussen de sluitvlakken van de bakdelen. Derhalve kan bijvoorbeeld bij de productie van verschillende vormstukken en bij gebruik van bakdelen met verschillende afmetingen en bij verschillende gebruikstemperaturen telkens de optimale sluitkracht worden ingesteld. Instelling van de voorspanning bij kamertemperatuur heeft daarbij als belangrijk voordeel dat geen speciale voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de bescherming van de personen die de instelling dienen uit te voeren.
Volgens een voorkeursuitvoering van de bakmatrijs volgens de uitvinding omvat elk drukmiddel een aantal op elkaar geplaatste schotelveren en een drukorgaan, waarbij elk drukorgaan met behulp van de veren tegen het betreffende bakdeel kan worden gedrukt. Daarbij omvat elk drukmiddel een stelring en een stelbus, waarbij de stelbus vast met één van de sluitarmen is verbonden, het drukorgaan is voorzien van een steel die zich door de stelring heen uitstrekt en de veren om de steel heen tussen het drukorgaan en de stelring zijn opgesloten, waarbij het drukorgaan ten opzichte van de stelbus zodanig verplaatsbaar is dat daarmee de door de veren ingenomen ruimte kan worden vergroot of verkleind en waarbij de stelring binnen de stelbus verplaatsbaar is, zodanig dat daarmee de afstand tussen het betreffende bakdeel en de stelring kan worden vergroot of verkleind.
Met deze uitvoeringsvorm van de bakmatrijs volgens de uitvinding kan althans een deel van de voorspanning op het betreffende bakdeel worden ingesteld door verplaatsing van de stelring binnen de stelbus terwijl het drukorgaan aanligt tegen het bakdeel. Daarbij worden de gestapelde schotelveren in meer of mindere mate samengedrukt tussen het aandrukorgaan en de stelring. Dit levert de zogenaamde instelspanning.
Indien op het bakdeel in de richting van de betreffende arm een grotere druk wordt uitgeoefend dan door de veren in de aandrukmiddelen dan wordt het bakdeel in de richting van de arm verplaatst, waardoor de veren verder worden samengedrukt. Daardoor wordt bij een geschikte instelling van de voorspanning een optimale sluitkracht verkregen.
In nadere uitwerking van deze uitvoeringsvorm is de stelring aan de bovenzijde voorzien van een concentrisch ten opzichte van de steel aangebrachte opstaande kraag, en is de steel zo lang dat het boveneinde daarvan bij het betreffende aantal veren in ontspannen stand ongeveer gelijk ligt met de bovenzijde van de stelring. Op de kraag is een sluitring geplaatst waar doorheen een stelhout is gestoken die met de bovenzijde van de steel kan worden verbonden. Binnen de kraag kan tussen de stelring en de sluitring een vulring worden opgenomen met een centrale opening die kleiner is dan de doorsnede van de steel maar welke de stelhout kan doorlaten.
Bij aandraaien van de stelhout wordt de steel in de richting van de sluitring getrokken, zover tot de vulring klem zit tussen de sluitring en het einde van de steel. Tegelijkertijd worden de veren enigszins samengetrokken waardoor een voormontagespanning in het aandrukmiddel wordt aangebracht. Het verschil tussen de hoogte van de kraag en de dikte van de vulring is bepalend voor deze voormontagespanning: heeft de vulring een dikte die overeenkomt met de hoogte van de kraag dan is de voormontagespanning minimaal, wordt de vulring weggelaten dan is de voormontagespanning maximaal. De voormontagespanning heeft het voordeel dat deze eenvoudig is aan te brengen en eenvoudig instelbaar is, ook wanneer het aandrukmiddel nog niet is aangebracht in de matrijs. Bovendien blijft de voormontagespanning in het aandrukmiddel aanwezig, ook na herhaald openen van de matrijs.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de bakmatrijs volgens de uitvinding omvatten de drukmiddelen ten minste één elastisch vervormbare veerarm die tijdens gebruik met althans één einde met de onder- en/of bovenarm is verbonden, waarbij een middendeel van de veerarm aanligt tegen een van de bakvorm afgekeerde zijde van een bakdeel en waarbij de veerarm enigszins is vervormd, zodanig dat door de veerarm een voorspanning wordt aangebracht op het bakdeel in de sluitrichting van de bakmatrijs. Deze uitvoeringsvorm van de bakmatrijs volgens de uitvinding is constructief bijzonder eenvoudig. De voorspanning wordt bepaald door de mate van vervorming van de veerarm.
Bij de bekende bakmatrijs worden de bakdelen die de bakvorm bepalen in een vaste stand ten opzichte van elkaar gebracht en gehouden met behulp van de sluitarmen en een de sluitarmen in een gesloten stand fixerend matrijssluit-mechanisme. Bij een overmatige druk tussen de beide bakdelen, bijvoorbeeld als gevolg van het inbrengen van deeg in een niet geleegde bakvorm, zal de bekende bakmatrijs open springen door verbreking van het matrijssluitmechanisme of er zal breuk optreden van één van de matrijsdelen. Bij vervuiling van één van de sluitvlakken kan de matrijs bovendien niet gesloten worden. Met name bij gebruik van een doorloopoven, een carrouseloven of een vergelijkbaar type oven waarbij achter elkaar een groot aantal bakmatrijzen door de oven wordt gevoerd is dit bijzonder onvoordelig omdat, afgezien van eventuele beschadiging van de bakmatrijs daardoor de bakmatrijzen in de oven zullen vastlopen. Als gevolg daarvan zullen de vormstukken in de bakmatrijzen die zich in de oven bevinden aanbranden, waardoor alle betreffende bakmatrijzen gereinigd dienen te worden alvorens deze weer gebruikt kunnen worden. Bovendien zullen voorafgaand aan reparatie, vervanging en/of reiniging de oven en de bakmatrijzen eerst zover moeten afkoelen dat de bakmatrijzen hanteerbaar zijn. Dit heeft grote economische schade tot gevolg.
Het is daarom bijzonder voordelig wanneer de bakmatrijs volgens de uitvinding is voorzien van een overdrukbeveiliging die zodanig is ingericht dat, indien bij gesloten bakmatrijs de druk tussen de bakdelen een vooraf ingestelde waarde overtreft de bakdelen van elkaar worden gedrukt zonder dat de bakmatrijs daarbij wordt geopend.
Doordat ten minste één bakdeel beweegbaar is verbonden kunnen, mits de voorspanning goed is ingesteld de bakdelen bij overdruk uit elkaar worden gedrukt, zonder dat daarbij de matrijsdelen van elkaar worden gedrukt. Bij vervuiling van een sluitvlak kan de matrijs bovendien toch worden gesloten. Derhalve kan de desbetreffende bakmatrijs normaal verder door de oven worden geleid tot in een uitneemstation. Bij openen van de bakmatrijs voor het uitnemen van de gebakken vormstukken kan ook de overvulde of vervuilde bakmatrijs worden geleegd, alvorens deze wederom met deeg wordt gevuld en wordt teruggevoerd in de oven. Noch de oven noch het bakproces hoeft daarbij op enig moment te worden stopgezet.
Het verdient de voorkeur dat bij de bakmatrijs volgens de uitvinding de beweeglijkheid van elk bakdeel ten opzichte van de nabijgelegen arm ten minste in de sluitrichting wordt beperkt door een slagbegrenzer die zodanig is ingericht dat ook bij geopende matrijs door de drukmiddelen een deel van de voorspanning op het betreffende bakdeel wordt overgebracht.
Bij een geopende stand van de bakmatrijs zal elk beweeglijk bakdeel maximaal bewegen in de van de betreffende arm afgekeerde richting ten einde een minimale spanning in de drukmiddelen te verkrijgen. Bij het sluiten van de matrijs maakt elk beweeglijk bakdeel een sluitslag voor het bereiken van de gewenste sluitspanning. Door begrenzing van deze slag met behulp van een slagbegrenzer, zodanig dat elk beweeglijk bakdeel niet maximaal kan wegbewegen van de betreffende arm blijft een deel van de ingestelde voorspanning in de drukmiddelen aanwezig waardoor-voor het sluiten van de matrijs althans minder lang veel kracht hoeft te worden geleverd en bovendien de levensduur van de verschillende matrijs- en ovendelen wordt verlengd door in grootte minder wisselende belastingen, hetgeen met name bij de gebruikelijke werktemperaturen van groot belang is. Het gebruik van een dergelijke slagbegrenzer heeft bovendien het voordeel dat de positionering van de beide bakdelen ten opzichte van elkaar eenvoudiger mogelijk wordt, bijvoorbeeld met behulp van centreerpennen. Immers, de slagbegrenzer maakt het mogelijk de bakdelen ook in het vlak haaks op de sluitrichting enigszins beweeglijk op te hangen, waardoor overmatige slijtage van de centreerpennen en de bakdelen bovendien wordt vermeden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vormstukken op basis van een zetmeelproduct met behulp van een bakmatrijs volgens de uitvinding, waarbij in een ten minste semi-continu proces een deeg op basis van een zetmeelproduct wordt bereid en in een geopende bakmatrijs wordt gebracht, de bakmatrijs wordt gesloten en in of door een oven wordt gevoerd zodat het vormstuk wordt gebakken, waarna aansluitend het gebakken vormstuk uit de bakvorm wordt genomen en de bakmatrijs opnieuw wordt gevuld. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt voor het sluiten van de bakmatrijs op ten minste één van de bakdelen een voorspanning in de sluitrichting aangebracht.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt in nadere uitwerking bij voorkeur voorafgaand aan gebruik de tijdens gebruik bij het sluiten van de bakmatrijs gewenste voorspanning ingesteld, zodanig dat ten minste bij overschrijding van een maximaal toelaatbare druk tussen de bakdelen deze zonder beschadiging van de bakmatrijs en/of ovendelen zodanig van elkaar worden gedrukt dat in de bakmatrijs geen overdruk optreedt en de bakmatrijs niet voortijdig wordt geopend.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een bakmatrijs en een werkwijze voor het vervaardigen van vormstukken op basis van een zetmeelproduct met behulp van een bakmatrijs volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven.
Fig. 1 toont in zij-aanzicht een bakmatrijs volgens de uitvinding, in gesloten stand; fig. 2 toont de bakmatrijs volgens fig. 1, in geopende stand; fig. 3 toont een drukmiddel volgens de uitvinding in gedeeltelijke doorsnede, bij de bakmatrijs in geopende stand; fig. 4 toont een drukmiddel volgens de uitvinding in gedeeltelijke doorsnede, bij de bakmatrijs in gesloten stand; fig. 5 toont in middenlangs doorsnede-aanzicht in alternatieve uitvoering een bakmatrijs volgens de uitvinding, in gesloten stand; fig. 6 toont de bakmatrijs volgens fig. 5, in geopende stand; en fig. 7, 8 en 9 tonen een slagbegrenzer bij drie opeenvolgende sluitstadia van de bakdelen.
Bij het gebruik van bakmatrijzen voor (semi) continue vervaardiging van gebakken vormstukken, zoals wafels en schaaldelen wordt een hoeveelheid deeg in de bakmatrijs gebracht, waarna de bakmatrijs in een oven wordt gevoerd ten einde het deeg in de gewenste vorm gaar te bakken. Vervolgens wordt de bakmatrijs uit de oven geleid en wordt het gebakken vormstuk uit de matrijs genomen, waarna in een nieuwe cyclus het gehele proces wordt herhaald.
De bakmatrijs 1 zoals getoond in de fign. 1 en 2 omvat een onderarm 2 en een bovenarm 3, een onderste bakdeel 4 en een bovenste bakdeel 5. De bovenarm 3 kan om een zwenkas 6 ten opzichte van de onderarm 2 verzwenkt worden vanuit de in fig. 1 getoonde gesloten stand naar de in fig. 2 getoonde geopende stand vice versa. Het bovenste bakdeel 5 is met behulp van een aantal, bijvoorbeeld een zestal drukmiddelen 7 beweegbaar verbonden met de bovenarm 3, en het onderste bakdeel 4 is in de in de fign. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm vast verbonden met de onderarm 2, maar kan ook via drukmiddelen 7 daarmee verbonden zijn. In de in fig. 1 getoonde gesloten stand van de-bakmatrijs 1 wordt door de drukmiddelen 7 op het bakdeel 5 een zodanige kracht uitgeoefend dat de door de beide bakdelen 5, 6 gevormde bakvorm gesloten is en althans tijdens normaal gebruik gesloten blijft.
Fign. 3 en 4 tonen in gedeeltelijk doorgesneden aanzicht een drukmiddel 7, dat een stelbus 8, een stelring 9, een aandrukorgaan 10 en een aantal schotelveren 11 omvat. De stelbus 8 is vast verbonden met een arm 3 van de bakmatrijs 1, en is voorzien van binnenschroefdraad 12. De stelring 9 is voorzien van buitenschroefdraad 13 dat kan samenwerken met de binnenschroefdraad 12 van de stelbus 8. Daardoor kan de stelring 9 binnen de stelbus 8 zodanig worden verdraaid dat het naar het bakdeel 5 gekeerde eindvlak 14 van de stelring 9 in de richting van het betreffende bakdeel 5 kan worden bewogen, zowel als in tegengestelde richting. De stelring 9 is voorzien van een borgsleuf 31 die zich dwars op de lengterichting van de stelring 9 uitstrekt en bij voorkeur een grotere diepte heeft dan de straal van de stelbus 9. Vanaf de bovenzijde van de stelbus 9 is een borgschroef 27 aangebracht waarmee de hoogte van de borgsleuf 31 kan worden aangepast.
Het aandrukorgaan 10 omvat een drukplaat 15 en een steel 16 die zich vanaf de drukplaat 15 door de stelring 9 heen uitstrekt langs de hartlijn L van de stelbus 8 en stelring 9. Tussen de drukplaat 15 en het naar de drukplaat gekeerde eindvlak 14 van de stelring 9 is een passend aantal gestapelde schotelveren 11 over de steel 16 aangebracht. De steel 16 heeft een zodanige lengte dat bij het gegeven aantal gemonteerde, spanningsvrije schotelveren 11 en in de stelring 9 geschoven steel 16 het van de drukplaat 15 afgekeerde einde 17 van de steel 16 ongeveer gelijk ligt met het boveneinde 21 van de stelring 9. Op het betreffende boveneinde 21 is de stelring 9 voorzien van een opstaande kraag 28 die aan de buitenzijde een vierkant bepaalt en aan de binnenzijde is voorzien van een concentrisch ten opzichte van de steel aangebrachte doordieping 29. In die doordieping 29 is een vulring 30 plaatsbaar die een centrale opening heeft die kleiner is dan de doorsnede van- het einde 17 van de steel 16 maar een stelhout 18 kan doorlaten. Met behulp van de stelhout 18 is een sluitring 19 op de steel 16 bevestigd, zodanig dat de steel 16 niet zonder verwijdering van de sluitring 19 of de drukplaat 15 uit de stelring 9 kan worden genomen. De vulring 30 is binnen de kraag 28 opgesloten tussen de steel 16 en de sluitring 19, en de sluitring 19 heeft een zodanige doorsnede dat deze in gemonteerde toestand aan kan liggen tegen de bovenzijde van de kraag 28.
Bij het aandraaien van de stelhout 18 wordt het einde 17 van de steel 16 in de richting van de sluitring 19 getrokken, zover tot de vulring 30 daartussen is ingeklemd. Daarmee worden tegelijkertijd de schotelveren 11 samengedrukt tussen de stelring 9 en de drukplaat 15, waardoor een voormontagespanning in het drukmiddel wordt verkregen die steeds behouden blijft. Het verschil in de diepte van de doordieping 29 en de dikte van de vulring 30 is een directe maat voor deze voormontagespanning. Wordt bijvoorbeeld een verenpakket gebruikt met een veerconstante van 500 N/mm en is de doordieping 29 10 mm diep dan kan de voormontagespanning variëren tussen 0 N (bij weglating van de vulring 30) en 5000 N (bij montage van een vulring 30 met een dikte van 10 mm).
De drukplaat 15 is opgesloten in een vast met het bakdeel 5 verbonden sluitlegering 20. De sluitlegering 20 kan eventueel rotatie van de drukplaat 15 om de hartlijn L van de steel 16 toelaten, maar verhindert translerende bewegingen van de drukplaat 15 ten opzichte van het bakdeel 5.
De bakmatrijs is voorzien van ten minste twee sets rollen 26 waarmee de bakmatrijs over een zich bijvoorbeeld door een oven uitstrekkend stel geleiderails kan worden bewogen, waarbij aan de zijde van het in de tekening sterk vereenvoudigd weergegeven sluitmechanisme 24 aan de bovenzijde een sluitrol 25 is aangebracht waarmee de bakmatrijs langs een Q Λ Π Ω 3 Fi 3 vast in de oven opgestelde sluitrail kan worden geleid voor het openen en sluiten van de bakmatrijs.
Bij de bekende bakmatrijzen worden de beide bakdelen tijdens gebruik vast tegen elkaar gedrukt, altijd met gelijke sluitkracht. Doordat de bakdelen vast met de de sluitkracht leverende matrijsdelen zijn verbonden zullen vervormingen van deze matrijsdelen, bijvoorbeeld als gevolg van verhitting, te grote drukken in de matrijs, slijtage van matrijsonderdelen of andersoortige afwijkingen direct van invloed zijn op de sluiting van de beide bakdelen, dat wil zeggen op de ligging van de sluitvlakken van de bakdelen ten opzichte van elkaar en daarmee op de kwaliteit van het eindproduct.
Indien de uit de matrijs genomen vormstukken nog nabewerkt mogen worden behoeven afwijkingen in de matrijssluiting niet steeds tot problemen te leiden, hoewel nabewerkingen de eindproducten over het algemeen kostbaarder zullen maken en veelal afbreuk doen aan het uiterlijk van het product. Bij producten die niet mogen worden nabewerkt, zoals bijvoorbeeld biologisch afbreekbare vormstukken, dient de matrijssluiting echter binnen bijzonder kleine toleranties gegarandeerd te zijn. Bij biologisch afbreekbare producten is het noodzakelijk dat de bakhuid tot aan het gebruik of bij voorkeur zelfs tot na gebruik heel en gesloten blijft, aangezien de bakhuid het product beschermt tegen (premature) desintegratie en daarmee tegen verval van de mechanische sterkte. Bij dergelijke bijvoorbeeld op basis van een zetmeelproduct vervaardigde vormstukken wordt een belangrijke bijdrage aan de mechanische sterkte van het vormstuk verkregen door een tijdens het bakken optredende vernetting. Door beschadiging van de huid tijdens of na gebruik krijgen vocht en daarmee bacteriën de mogelijkheid in het product te dringen en het materiaal waarvan het product is vervaardigd, zoals bijvoorbeeld zetmeel af te breken, zodat het product composteerbaar is.
Ter illustratie van mogelijke procesomstandigheden; bij gebruik van een vlakke bakvorm van 30 cm bij 40 cm voor de vervaardiging van een vormstuk uit een deeg op basis van een zetmeelproduct, dat in een suspensie-vorm met ongeveer 50% water in de matrijs wordt gebracht, waarbij het eindproduct na vervaardiging nog slechts ongeveer 8% water bevat en gebakken dient te worden bij een matrijstemperatuur van ongeveer 300 °C dient een sluitkracht van ongeveer 20.000 N te worden aangebracht en mag de afstand tussen de sluitvlakken van de bakmatrijs maximaal 0.1 mm bedragen, maar bij voorkeur minder. Via in de tekening niet weergegeven kleine overloopopeningen is wel voldoende ruimte aanwezig om stoom te laten ontsnappen.
Bij gebruik van bakmatrijzen voor de vervaardiging van wafels worden bij levering van de bakmatrijzen toleranties in de dikte van de wafels opgegeven van enkele tiende van millimeters, terwijl de baktemperaturen voor deze wafels aanzienlijk lager liggen, de ruimte tussen de sluitvlakken aanzienlijk groter is en derhalve de optredende drukken vele malen lager zijn dan bij het vervaardigen van biodegradeerbare producten. De genoemde toleranties worden bij de bekende bakmatrijzen bereikt door op de armen aangebrachte verstijvingsruggen die vervormingen van de matrijsdelen tegen dienen te gaan en worden tijdens gebruik nadelig beïnvloed door bijvoorbeeld slijtage van de matrijsarmen, sluitmechanismen en bakdelen. Door aanwezigheid van de verstijvingsribben en de zware, stijve constructie van de overige matrijsdelen is de bekende matrijs bijzonder zwaar, zeker indien de genoemde hoge temperaturen en drukken dienen te worden weerstaan en treden onaanvaardbaar hoge spanningen op in de matrijsdelen waardoor de kans op breuk met de daaraan verbonden nadelen bijzonder groot is. De toleranties die normaliter met bakmatrijzen worden bereikt zijn derhalve niet toereikend voor de vervaardiging van niet na te bewerken vormstukken, zoals biologisch afbreekbare schaaltjes en dergelijke.
Bij de bakmatrijs volgens de uitvinding is er daarom voor gekozen de bakmatrijs 1, 101, 201 ten minste ten dele opzettelijk niet zo stijf uit te voeren dat vervormingen altijd worden tegengegaan. De voor de sluiting van de bakvorm noodzakelijke kracht wordt althans in hoofdzaak geleverd door de aandrukmiddelen die in de sluitrichting zijn voorgespannen. Ten minste één van de bakdelen 4, 5, 104, 105, 204, 205 is daarbij in de sluitrichting beweegbaar ten opzichte van de bijbehorende arm 2, 3, 102, 103, 203 waardoor eventuele vervorming van bijvoorbeeld één van de armen 2, 3, 102, 103, 203 eenvoudig wordt gecompenseerd zonder dat de bakdelen 4, 5, 104, 105, 204, 205 verder uit elkaar worden gedrukt.
De bakmatrijs 1 zoals getoond in de fign. 1 en 2 kan als volgt worden gebruikt, bijvoorbeeld in een doorloopoven, een carrouseloven of een dergelijke oven voor het bakken van wafels en andere vormstukken.
Voorafgaand aan het bakken van de vormstukken worden de procesomstandigheden bepaald. Zo wordt bijvoorbeeld berekend hoeveel deeg per cyclus in de matrijs dient te worden gebracht, hoeveel vocht het deeg dient te bevatten voor het gewenste vloeipatroon, wat de noodzakelijke baktemperatuur en -tijd zijn, welke drukken daarbij tussen de bakdelen zullen optreden als gevolg van met name stoomvorming die ontstaat door uit het deeg verdampend water en welke vervormingen zullen optreden als gevolg van de verhitting van de bakmatrijs. Op basis van de procesgegevens wordt vastgesteld met welke druk de bakdelen dienen te worden gesloten ten einde een eindproduct te verkrijgen met de gewenste eigenschappen.
De bakmatrijs wordt, bij voorkeur in koude toestand, ingesteld voor gebruik. Daarbij wordt de voorspanning ingesteld, opgebouwd uit een voormontagespanning en een instelspanning.
De voormontagespanning wordt als volgt ingesteld.
Bij elk aandrukorgaan 10 wordt een geschikt aantal schotelveren 11 over de steel 16 geschoven en wordt vervolgens de steel 16 door de stelring 9 gestoken. Aan het boveneinde 17 van de steel 16 wordt een vulring 30 met een geschikte dikte in de doordieping 29 gelegd en wordt vervolgens de sluitring 19 met behulp van de stelhout 18 vastgezet, waarbij de vulring 30 wordt ingeklemd tussen de steel 16 en de sluitring 19 en de veren worden samengedrukt zodat de voormontagespanning wordt verkregen. Zoals reeds gesteld, hoe dikker de vulring 30, hoe lager de voormontagespanning. Door de sluitring 19 wordt tevens verhinderd dat de steel 16 bij opening van de matrijs uit de stelring 9 valt.
De instelspanning wordt- als volgt ingesteld.
Elk aandrukorgaan 10, voorzien van de gewenste voormontagespanning wordt met de betreffende arm 2, 3 verbonden door indraaien van de stelring 9 in de stelbus 8. De matrijs 1 wordt gesloten en de stelring 9 wordt zover in de stelbus 8 geschroefd tot de drukplaat 15 net aanligt tegen het betreffende bakdeel 4, 5. Dit geeft een verbinding tussen het bakdeel en de arm zonder instelspanning. Vervolgens wordt de stelring 9 verder in de richting van het bakdeel 5 geschroefd. Daarbij wordt, indien de bakdelen geheel op elkaar zijn gedrukt, het aandrukorgaan 10 teruggedrukt, waardoor de sluitring 19 los komt van de kraag 28 en de schotelveren 11 verder worden samengedrukt. Aldus wordt de gewenste instelspanning verkregen. Na instelling van de instelspanning wordt de borgschroef 27 aangedraaid waardoor de stelring 9 zodanig wordt vervormd dat deze niet meer kan verdraaien ten opzichte van de stelbus 8.
Aan de hand van de fign. 3 en 4 kan de instelling van de instelspanning duidelijk worden begrepen. Door de stelring 9 binnen de stelbus 8 vanuit de instelspanningsloze toestand verder in de richting van het betreffende bakdeel 4, 5 te schroeven, terwijl het bakdeel 4 aanligt tegen het bakdeel 5 worden de schotelveren 11 in elkaar gedrukt waardoor in het aandrukorgaan 7 een instelspanning wordt verkregen. De steel 16 wordt daarbij verder door de stelring 9 gedrukt, waardoor de afstand i tussen het van het eindvlak 14 van de stelring 9 afgekeerde boveneinde 21 daarvan en de naar dat boveneinde 21 gekeerde onderzijde 22 van de sluitring 19 ontstaat (fig. 4). De grootte van de afstand ΐ is een directe maat voor de mate van samendrukking van de schotelveren 11 en daarmee voor de grootte van de instelspanning in het betreffende aandrukmiddel 7.
Het aandrukmiddel volgens de uitvinding, waarvan in de fign. 3 en 4 een voorbeeld is gegeven, heeft een aantal bijzondere voordelen. Naast de voorgaand beschreven instelbaarheid bestaat het voordeel dat de instelspanningsmaat ï onafhankelijk is van bijvoorbeeld de dikte van de bakdelen 4 resp. 5, eventueel opgetreden s-lijtage en dergelijke factoren. Immers, de instelmaat i is onafhankelijk van de afstand tussen de arm 2 resp. 3 en het bakdeel 4 resp. 5; indien het betreffende bakdeel bijvoorbeeld dunner is dan gebruikelijk dan betekent dit slechts dat de stelring 9 verder in de stelbus 8 zal zijn gedraaid voordat de stand wordt bereikt waarbij de schotelveren 11 zonder instelspanning tussen de drukplaat 15 en de stelring 9 zijn opgesloten. Verdraaiing van de stelring tot de gewenste instelspanning levert de gebruikelijke standverandering op (afstand i) en derhalve levert de gewenste instelspanning wederom de bekende afstand ΐ op. Daar ook de gewenste voormontagespanning eenduidig instelbaar is kan de voorspanning, als optelsom van de voormontagespanning en de instelspanning, altijd juist worden ingesteld.
Een verder voordeel van de aandrukmiddelen 7 volgens de uitvinding is dat indien de bakvorm ongelukkigerwijs niet is geleegd na afloop van een cyclus, en derhalve bij aanvang van een volgende cyclus een nieuwe hoeveelheid deeg in de nog gevulde bakmatrijs 1 wordt gebracht, dit geen bijzonder nadelige gevolgen heeft voor het gehele bakproces, zoals dat bij de bekende bakmatrijzen het geval is.
Indien een bakvorm van een dubbele hoeveelheid deeg wordt voorzien, in al dan niet deels gebakken toestand, dan loopt de druk in de bakvorm bij de bekende bakmatrijzen ontoelaatbaar hoog op. Dit betekent dat als de bakmatrijs dan kan worden gesloten breuk van matrijsdelen zal optreden en/of de bakmatrijs zal openspringen en anders zal de bakmatrijs open blijven staan. In alle gevallen komt de bakoven tot stilstand waardoor de vormstukken in de bakmatrijzen in de oven zullen aanbakken en dien ten gevolge gereinigd dienen te worden. Voorafgaand daaraan moet de oven eerst afkoelen met alle gevolgen van productie- en energieverlies als resultaat.
Bij de bakmatrijs volgens de uitvinding worden, indien een dubbele hoeveelheid deeg wordt ingebracht de beide bakdelen 4, 5 verder uit elkaar gedrukt, tegen de door de veren geleverde voorspanning in-, waardoor de tussenruimte tussen de sluitvlakken van de bakdelen 4, 5 groter wordt en derhalve overdruk wordt verhinderd. Daardoor wordt voorkomen dat breuk van matrijsdelen optreedt en bovendien gaat de bakmatrijs daardoor niet voortijdig open. Bij het gebruikelijke uitnemen van de gebakken vormstukken aan het einde van een cyclus wordt ook de dubbel gevulde bakvorm op de gebruikelijke wijze geleegd en wederom met een enkele lading deeg gevuld. De oven hoeft derhalve op geen enkel moment te worden stilgezet, zodat slechts de inhoud van één bakmatrijs over twee cycli verloren gaat, inplaats van de productie van alle bakmatrijzen gedurende de tijd waarin een groot aantal cycli afgewerkt had kunnen worden. Met name bij bakovens met een groot aantal bakmatrijzen is dit van bijzonder groot belang.
Ook bij vervuiling van de sluitvlakken, bijvoorbeeld door daartussen achtergebleven productresten kan de bakmatrijs toch worden gesloten, zodat het productieproces niet voor de reiniging van de bakmatrijs behoeft te worden stilgezet.
Als gevolg van de bevestiging van de bakdelen met behulp van de drukmiddelen 7 kan de bakmatrijs 1 volgens de uitvinding, en met name de armen 2, 3 lichter en eenvoudiger worden uitgevoerd, waardoor tevens de te gebruiken oven lichter kan worden uitgevoerd. Bovendien is voor de verhitting van deze bakmatrijs minder energie nodig dan voor de bekende bakmatrijzen. Daardoor wordt een aanzienlijke kostenbesparing in zowel de aanschaf als het gebruik van een wafelbakoven volgens de uitvinding bereikt.
In de fign. 5 en 6 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de bakmatrijs 101 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij ten opzichte van de voorgaand beschreven bakmatrijs 1 (fign. 1 en 2) de bovenste aandrukmiddelen 7 zijn vervangen door een elastisch vervormbare veerarm 107 en het onderste bakdeel 105 met behulp van eerder beschreven aandrukmiddelen 7 met de onderarm 102 is verbonden. De veerarm 107 is zwenkbaar bevestigd aan de zwenkas 106 die de onderarm 102 beweegbaar met de bovenarm 103 verbindt. Bij het sluiten van de bakmatrijs 101 wordt de bovenarm 103 in de sluitstand gebracht, waarna de veerarm 107 eveneens in de sluitstand wordt gedrukt en het sluitmechanisme 124 wordt dichtgezet. Daarbij komt het middendeel 123 aan te liggen tegen de achterzijde van het bovenste bakdeel 105. Bij het dichtdrukken van de bakmatrijs 101 wordt de veerarm 107, en met name het middendeel 123 enigszins elastisch vervormd, waardoor op het bovenste bakdeel 105 een aandrukkracht wordt uitgeoefend in de sluitrichting van de bakmatrijs 101. Deze uitvoeringsvorm van een bakmatrijs volgens de uitvinding heeft het voordeel dat deze bijzonder eenvoudig van constructie is, waarbij toch de genoemde overdrukbeveiliging blijft gehandhaafd. Doordat het onderste bakdeel 104 met behulp van de eerder beschreven aandrukmiddelen 7 is bevestigd aan de onderarm 102 kan de voorspanning worden ingesteld. Overigens is het uiteraard ook mogelijk een instelmogelijkheid voor de voorspanning of althans de instelspanning aan te brengen bijvoorbeeld door de zwenkas van de veerarm 107 onafhankelijk van de zwenkas van de onder- en bovenarm 102, 103 verplaatsbaar te maken in in hoofdzaak verticale richting of door aanpassing van de vervormingskarakteristiek van de veerarm 107.
De fig. 7, 8 en 9 tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van de bakmatrijs 201 volgens de uitvinding, waarbij het bovenste bakdeel 205 zwevend is opgehangen aan de bovenarm 203 met behulp van een voorzien van een slagbegrenzer 232, bij drie opeenvolgende sluitstadia van de bakdelen 204, 205. Door de zwevende ophanging is de centrering van de beide bakdelen eenvoudig te bewerkstelligen, zonder dat daarbij overmatige belasting en slijtage van de bakmatrijs optreedt.
De slagbegrenzer 232 bestaat uit een vast met de arm 203 verbonden sleufplaat 233 en een vast met het bakdeel 205 verbonden penplaat 234. De sleufplaat 233 en de penplaat 234 kunnen in een vlak evenwijdig aan de sluitrichting langs elkaar bewegen. De sleufplaat 233 is voorzien van een sleuf 235 met een enigszins gebogen contour die met de convexe zijde is gericht naar de zwenkas 206, en de penplaat 234 is voorzien van een zich vanaf de penplaat 234 haaks op de sluitrichting in de sleuf 235 uitstrekkende,-passend geleide pen 236. De contour van de sleuf 235 is zodanig dat de zwenkbeweging van de matrijsarm 203 om de zwenkas 206 wordt omgezet in een (verticale) translatie van het bakdeel 205, zodat de bakdelen 204 en 205 bij het sluiten en openen van de bakmatrijs 201 ten opzichte van elkaar zodanig worden bewogen dat de beide bakdelen exact op elkaar aansluiten. Dit is met name van groot belang bij de vervaardiging van produkten die direkt bij uitname uit de bakmatrijs, dus zonder verdere nabewerking gereed dienen te zijn voor gebruik. De sleuf 235 is aan de onderzijde voorzien van een eindholte 237 waarin de pen 236 bij geopende matrijs is opgenomen. Daarbij wordt door de drukmiddelen 7, 107 nog een deel van de voorspanning op het bakdeel 205 overgebracht. Deze slagbegrenzer 232 verbindt te allen tijde het beweegbare bakdeel met de betreffende arm en heeft bovendien het voordeel dat de maximale slag van het bakdeel ten opzichte van de arm beperkt blijft. Daardoor worden de veren in de aandrukmiddelen bij het openen van de matrijs niet maximaal, maar slechts ten dele ontlast. Door deze verlaging in de verandering in belasting van de veren wordt de mechanische belasting van de matrijs en met name van de aandrukmiddelen aanzienlijk verminderd en daarmee de levensduur daarvan verlengd.
In een verdere alternatieve, in de tekening niet weergegeven uitvoeringsvorm van de bakmatrijs volgens de uitvinding is de bakmatrijs voorzien van individuele, bij voorkeur in de bakmatrijs geïntegreerde verwarmingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een electrische verwarmingsspriraal of een vorm van vloeistofverwarming. Daardoor kan de bakmatrijs tevens gebruikt worden in een andersoortige bakinrichting, bijvoorbeeld een inrichting waarbij de bakmatrijzen althans in hoofdzaak vast zijn opgesteld, waarbij een deeginjecteur en een uitneemstation langs de bakmatrijzen worden bewogen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Binnen het raam van de uitvinding zijn vele variaties mogelijk. Zo kunnen de aandrukmiddelen anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met schroef- of bladveren, kunnen meer of minder aandrukmiddelen worden gebruikt, en kunnen de sluitlegeringen en slagbegrenzers te zamen worden vervangen door zich vanaf elk beweegbaar bakdeel uitstrekkende pennen die elk in sluitrichting beweegbaar zijn opgenomen in een vast met de nabijgelegen arm verbonden geleidebus, waarbij de bewegingsmogelijkheid van de pennen ten opzichte van de arm instelbaar is begrensd. Daarmee kan zowel de slag van het bakdeel worden begrensd als een verbinding tussen de arm en het bakdeel worden verkregen.
Als overdrukbeveiliging kan een overdrukventiel zijn ingebouwd. Bovendien kan de bakmatrijs bijvoorbeeld twee of meer bovenarmen en één onderarm omvatten en meerdere bakdelen, en kunnen de armen ten opzichte van elkaar transleerbaar zijn in plaats van zwenkbaar. Voorts kunnen met de bakmatrijs volgens de uitvinding eveneens wafels en dergelijke vormstukken bij lagere temperaturen en drukken worden gebakken waarbij althans in hoofdzaak de bovengenoemde voordelen ook worden bereikt, zodat de bakmatrijs volgens de uitvinding universeel toepasbaar is, ook in reeds bestaande bakovens.

Claims (16)

1. Bakmatrijs voor de vervaardiging van vormstukken, voorzien van een aan een onderarm bevestigd onderste bakdeel en een aan een bovenarm bevestigd bovenste bakdeel, waarbij de bakdelen bij de bakmatrijs in sluitstand in op elkaar geplaatste toestand althans één bakvorm bepalen en waarbij de bovenarm tijdens gebruik vast met de onderarm kan worden verbonden, met het kenmerk, dat ten minste één der bakdelen beweegbaar met de betreffende arm is verbonden, waarbij drukmiddelen zijn opgenomen voor het in gesloten toestand van de bakmatrijs onder voorspanning aandrukken van de bakdelen en aldus althans tijdens normaal gebruik sluiten van de bakvorm.
2. Bakmatrijs volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voorspanning instelbaar is met behulp van de drukmiddelen.
3. Bakmatrijs volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat instelling van de voorspanning ten minste bij kamertemperatuur mogelijk is.
4. Bakmatrijs volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de drukmiddelen een aantal veren omvatten.
5. Bakmatrijs volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de veren schotelveren zijn, waarbij elk drukmiddel bij voorkeur een aantal op elkaar geplaatste schotelveren omvat.
6. Bakmatrijs volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat elk drukmiddel een drukorgaan omvat, waarbij elk drukorgaan met behulp van één of meer van de veren tegen het betreffende bakdeel kan worden gedrukt.
7. Bakmatrijs volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk drukmiddel een stelring en een stelbus omvat, waarbij de stelbus vast met de betreffende arm is verbonden, het drukorgaan is voorzien van een steel die zich door de stelring heen uitstrekt en de veren om de steel heen tussen het drukorgaan en de stelring zijn opgesloten, waarbij het drukorgaan ten opzichte van de stelbus zodanig verplaatsbaar is dat daarmee de door de veren ingenomen ruimte kan worden vergroot of verkleind en waarbij de stelring binnen de stelbus verplaatsbaar is, zodanig dat daarmee de afstand tussen het betreffende bakdeel en de stelring kan worden vergroot of verkleind. *
8. Bakmatrijs volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de drukmiddelen ten minste één elastisch vervormbare veerarm omvatten.
9. Bakmatrijs volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de veerarm tijdens gebruik met althans één einde met de onder-en/of bovenarm is verbonden, waarbij een middendeel van de veerarm aanligt tegen een van de bakvorm afgekeerde zijde van een bakdeel en waarbij de veerarm enigszins is vervormd, zodanig dat door de veerarm een voorspanning wordt aangebracht op het bakdeel in de sluitrichting van de bakmatrijs.
10. Bakmatrijs volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bakmatrijs is voorzien van een overdrukbeveiliging die zodanig is ingericht dat, indien bij gesloten bakmatrijs de druk tussen de bakdelen een vooraf ingestelde waarde overtreft de bakdelen van elkaar worden gedrukt zonder dat de bakmatrijs daarbij wordt geopend.
11. Bakmatrijs volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bakmatrijs is voorzien van individuele verwarmingsmiddelen, bij voorkeur opgenomen in althans één van de matrijsdelen.
12. Bakmatrijs volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweeglijkheid van elk bakdeel ten opzichte van de nabijgelegen arm ten minste in de sluitrichting wordt beperkt door een slagbegrenzer die zodanig is ingericht dat bij geopende matrijs door de drukmiddelen een deel van de voorspanning op het betreffende bakdeel wordt overgebracht.
13. Bakmatrijs volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk beweegbaar bakdeel zodanig is bevestigd dat het tijdens het openen en sluiten van de bakmatrijs enigszins kan bewegen in een richting haaks op de sluitrichting van de bakmatrijs, en is voorzien van middelen voor het tijdens het openen en sluiten geleiden van de bakdelen ten opzichte van elkaar.
14. Doorloopoven, in het bijzonder wafelbakoven, voorzien van een aantal bakmatrijzen volgens één der voorgaande conclusies.
15. Werkwijze voor het vervaardigen van vormstukken op basis van een zetmeelproduct met behulp van een bakmatrijs volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in een ten minste semi-continu proces een deeg op basis van een zetmeelproduct wordt bereid en in een geopende bakmatrijs wordt gebracht, de bakmatrijs wordt gesloten en in of door een oven wordt gevoerd zodat het vormstuk wordt gebakken, waarna aansluitend het gebakken vormstuk uit de bakvorm wordt genomen en de bakmatrijs opnieuw wordt gevuld, met het kenmerk, dat bij het sluiten van de bakmatrijs op ten minste één van de bakdelen een voorspanning in de sluitrichting wordt aangebracht.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat voorafgaand aan gebruik de tijdens gebruik bij het sluiten van de bakmatrijs gewenste voorspanning wordt ingesteld, zodanig dat ten minste bij overschrijding van een maximaal toelaatbare druk tussen de bakdelen deze zonder beschadiging van de bakmatrijs of ovendelen zodanig van elkaar worden gedrukt dat in de bakmatrijs geen overdruk optreedt en de bakmatrijs niet voortijdig wordt geopend.
NL9400353A 1994-03-07 1994-03-07 Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken. NL9400353A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400353A NL9400353A (nl) 1994-03-07 1994-03-07 Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken.
EP95910011A EP0700250B1 (en) 1994-03-07 1995-03-06 An apparatus and a method for manufacturing baked molded products
AU18251/95A AU1825195A (en) 1994-03-07 1995-03-06 An apparatus and a method for manufacturing baked molded products
PCT/NL1995/000083 WO1995024128A1 (en) 1994-03-07 1995-03-06 An apparatus and a method for manufacturing baked molded products
US08/549,738 US5820907A (en) 1994-03-07 1995-03-06 Apparatus and a method for manufacturing baked molded products
DE69517479T DE69517479T2 (de) 1994-03-07 1995-03-06 Verfahren und vorrichtung zum herstellen von gebackenen formprodukten
AT95910011T ATE193801T1 (de) 1994-03-07 1995-03-06 Verfahren und vorrichtung zum herstellen von gebackenen formprodukten

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400353 1994-03-07
NL9400353A NL9400353A (nl) 1994-03-07 1994-03-07 Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400353A true NL9400353A (nl) 1995-10-02

Family

ID=19863914

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400353A NL9400353A (nl) 1994-03-07 1994-03-07 Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US5820907A (nl)
EP (1) EP0700250B1 (nl)
AT (1) ATE193801T1 (nl)
AU (1) AU1825195A (nl)
DE (1) DE69517479T2 (nl)
NL (1) NL9400353A (nl)
WO (1) WO1995024128A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19905221A1 (de) * 1999-02-09 2000-08-10 Hebenstreit Gmbh Backzange für einen Backofen
DE19942806A1 (de) * 1999-09-08 2001-03-15 Hebenstreit Gmbh Waffelbackofen mit umlaufender Backzangenkette
US6136361A (en) * 1999-12-09 2000-10-24 Sbjr Restaurants Inc. Method and apparatus for molding and baking food
CA2401536A1 (en) * 2001-09-06 2003-03-06 Colborne Corporation Pie top forming apparatus and method
EP1902620A1 (en) * 2006-09-01 2008-03-26 Nestec S.A. An induction wafer baking system
FR2987232A1 (fr) 2012-02-29 2013-08-30 Mecatherm Dispositif de plaque support de produits de boulangerie.
DE102013101180A1 (de) * 2013-02-06 2014-08-07 Hebenstreit Gmbh Backplattenanordnung für einen Waffelbackautomaten
AU2021202440A1 (en) * 2021-03-29 2022-10-13 James Gordon Cashmore Biodegradable and/or edible tableware

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7312832A (nl) * 1972-09-19 1974-03-21
DE3233519A1 (de) * 1981-09-10 1983-03-24 Haas jun., Franz, Ing., 2100 Leobendorf Backplatte, insbesondere selbsttragende backplatte, fuer die backzangen eines waffelbackofens
US4586428A (en) * 1985-08-22 1986-05-06 Special Equipment Companies, Inc., Taylor Freezer Division Cooking apparatus for two-sided cooking

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3461823A (en) * 1967-02-27 1969-08-19 Joseph Greco Machine for producing ice cream cones,bakers' cups or like edible containers
US3978238A (en) * 1973-01-05 1976-08-31 Frey Irwin K Methods of warming food between moveable spring biased heater means
US4364308A (en) * 1976-06-07 1982-12-21 Engineering Inventions, Inc. Apparatus for preparing food
US4973240A (en) * 1989-12-26 1990-11-27 Comtec Industries, Ltd. Multiple die pastry crust press and crust pan handling arrangement
US5336511A (en) * 1992-06-08 1994-08-09 Der Beek Daniel V Edible cone and apparatus and method for making same
AT400208B (de) * 1993-10-04 1995-11-27 Haas Franz Waffelmasch Scharniergelenk für backzangen

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7312832A (nl) * 1972-09-19 1974-03-21
DE3233519A1 (de) * 1981-09-10 1983-03-24 Haas jun., Franz, Ing., 2100 Leobendorf Backplatte, insbesondere selbsttragende backplatte, fuer die backzangen eines waffelbackofens
US4586428A (en) * 1985-08-22 1986-05-06 Special Equipment Companies, Inc., Taylor Freezer Division Cooking apparatus for two-sided cooking

Also Published As

Publication number Publication date
DE69517479D1 (de) 2000-07-20
AU1825195A (en) 1995-09-25
ATE193801T1 (de) 2000-06-15
WO1995024128A1 (en) 1995-09-14
DE69517479T2 (de) 2001-03-08
US5820907A (en) 1998-10-13
EP0700250A1 (en) 1996-03-13
EP0700250B1 (en) 2000-06-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9400353A (nl) Inrichting en werkwijze voor de vervaardiging van gebakken vormstukken.
BE1000311A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor de bereiding van onder druk gebakken en geexpandeerde voedingsprodukten.
JP5064238B2 (ja) ガラス素子の成形用金型
US4503759A (en) Baking plate
EP0648712B1 (en) Press moulding method for forming an optical element
EP0572301A1 (fr) Dispositif d'emboutissage de matériaux en feuille sur une matrice de formage en matériau élastique
US5817161A (en) Optical element forming method
US6270699B1 (en) Production method for molding optical components
WO2006102773A1 (de) Vorrichtung zur herstellung schalenartig geformter verzehrgüter
FR2624849A1 (fr) Dispositif de reglage de l'espace entre deux plaques, en particulier un moule de profilage ajustable pour la fabrication de pare-brise
FR2490140A1 (fr) Procede de moulage de pieces par compression et dispositif pour sa mise en oeuvre
BE904631A (fr) Procede et dispositif de preparation de produits alimentaires a base de cereales cuites et expansees et produits obtenus.
EP0241972A2 (fr) Procédé et dispositif de préparation de produits alimentaires à base de céréales cuites et expansées
WO2010032678A1 (ja) 圧縮成形方法及び装置
WO2000047050A1 (de) Backzange für einen backofen
DE69228202T2 (de) Verfahren zur Herstellung von Glasrohlingen
FR2690434A1 (fr) Procédé et machine pour le formage de lentilles optiques asphériques en verre dont l'une des surfaces est convexe et l'autre concave.
EP0067800A2 (en) Process for pressing products within a cooking container, particularly foodstuff, and a container carrying out such process
JPH02133133A (ja) 熱間精密型鍛造方法
US452710A (en) Brick-machine
JPS61136927A (ja) 光学素子の成形方法
JP2618527B2 (ja) 光学部品の製造法
JP6836517B2 (ja) 軽合金又は類似のもので作られた物品を製造する装置に関する改良
JP2593243B2 (ja) 光学素子のプレス成形装置および成形方法
US663606A (en) Brick-press.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed