[go: up one dir, main page]

NL9400113A - Steunorgaan voor gewassen. - Google Patents

Steunorgaan voor gewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL9400113A
NL9400113A NL9400113A NL9400113A NL9400113A NL 9400113 A NL9400113 A NL 9400113A NL 9400113 A NL9400113 A NL 9400113A NL 9400113 A NL9400113 A NL 9400113A NL 9400113 A NL9400113 A NL 9400113A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support member
support
annular body
protrusion
crop
Prior art date
Application number
NL9400113A
Other languages
English (en)
Inventor
Fransiscus Gerardus Ma Keijzer
Aloysius Leonardus Mar Keijzer
Original Assignee
Emperor Plastics B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Emperor Plastics B V filed Critical Emperor Plastics B V
Priority to NL9400113A priority Critical patent/NL9400113A/nl
Publication of NL9400113A publication Critical patent/NL9400113A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/128Fixing of plants to supports, e.g. by means of clips

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

.tel: Steunorgaan voor gewassen
De uitvinding heeft betrekking op een steunorgaan voor swassen, omvattende een in hoofdzaak ringvormig lichaam dat :n steunruimte omsluit, in welk lichaam zich een onderbreking svindt die dient als toegang tot de steunruimte.
Een dergelijk steunorgaan is in de praktijk welbekend, en .ent voor het steunen en geleiden van gewassen waarvan de tengels niet althans niet goed in staat zijn om zelfstandig m gewenste, doorgaans verticale oriëntatie te handhaven. Bij .jze van voorbeeld worden hier genoemd tomatenplanten, waarin de ranken ondersteund moeten worden, en orchideeën zoals rmbidium en phalaenopsis, waarvan de bloeiwijzen ondersteund >eten worden. Voor de ondersteuning dient een verticaal ‘spannen draad of een verticaal in de grond gestoken stok, en ;t steunorgaan wordt aangebracht om die draad of stok en het ; ondersteunen gewas heen, waardoor dat gewas wordt gekoppeld in die draad of stok, in het hiernavolgende kortweg aangeduid Ls steunstaaf.
Het is gewenst, dat het aanbrengen van het steunorgaan om ï staaf en het gewas enerzijds met de nodige voorzichtigheid in plaatsvinden teneinde beschadiging van het gewas te 2rmijden, en anderszins snel en met zekerheid kan plaats-Lnden. Wat betreft dit tijd-aspect moet worden bedacht, dat en dergelijk steunorgaan niet alleen wordt toegepast door onsumenten bij het verzorgen van individuele planten, maar eer in het bijzonder door kwekers, die derhalve de steun-rganen in grote getalen moeten aanbrengen bij hun gekweekte Lanten.
Voorts is het gewenst dat, wanneer een steunorgaan enmaal is aangebracht, het gewas ook met zekerheid ndersteund wordt.
Ook is het gewenst dat de vervaardigingskosten van de betekent dat zo veel mogelijk bezuinigd moet worden op materiaal.
Bekende steunorganen zijn alle behept met één of meerdere nadelen op de bovengenoemde gebieden.
Zo is bijvoorbeeld een steunorgaan bekend, waarvan het ringvormig lichaam de vorm heeft van een cirkelboog van ongeveer 300°. Weliswaar zijn van dit bekende steunorgaan de vervaardigingskosten relatief laag vanwege de eenvoudige vorm daarvan, maar een belangrijk nadeel is dat bij het aanbrengen twee handen gebruikt moeten worden om de ring open te buigen teneinde beschadiging van het gewas te voorkomen. Dit nadeel speelt in het bijzonder bij kwetsbare planten zoals tomaten. Wanneer het steunorgaan wordt toegepast bij gewassen die niet erg kwetsbaar zijn, kan het aanbrengen geschieden met één hand doordat de onderbreking van het ringvormig lichaam tegen het gewas worden gedrukt. De uiteinden van het lichaam aan weerszijden van die onderbreking zijn gericht naar het centrum van de ring, waardoor zij door het gewas naar buiten worden gedrukt en daardoor de onderbreking openen. Het steunorgaan wordt daarbij tussen duim en wijsvinger beetgepakt bi3 het midden van het ringvormig lichaam Vanwege de geringe dwars-afmet inyen van het ringvormig lichaam is deze greep echter weinig stabiel en komt het veel ·/.* i.dig voor dat, wanneer men tegen her steunorgaan drukt om dit om het gewas en/of om de sternstaaf aan te brengen.· het steunorgaan wegscharniert, waarbij hei tussen de vingers vastgehouden middengedeelte van het ringvormig lichaam a.l s rotat Leas fungeert.
Ook is een steunocgaar bekend dat bedoeld is om met één hand t··;: worden aangebracht zonde- hot gewas te beschadigen.
Ook ''<3r. dit steunorgaan neeft ae: ringvormig lichaam een vrv h/ai volledige cirkelvorm ma*r aan weerszijden van het middr-n zijn grepen aangebrachr. ito naar buiten wijzen. Door de gi'.ep-en vast te pakken tussen Ju.1 m er wijsvinger, en te kni jpen, trekt men do eirkel.vorm open en bewegen de uiteinden vv her ringvormig lichaam zich uit oIkaar. Toch zijn ook aan dit steunorgaan enkele nadelen verbonden.
Een eerste nadeel hiervan is, dat bij het openbuigen alleen het tussen de grepen gelegen gedeelte van het ringvormig lichaam verbogen wordt. Dit gedeelte wordt derhalve veel zwaarder belast dan bij het eerstgenoemde steunorgaan, en de kans op het optreden van plastische vervorming in dit gedeelte is vrij groot. Wanneer inderdaad plastische vervorming optreedt, is een consequentie daarvan dat de uiteinden van het ringvormig lichaam niet meer naar hun uitgangspositie kunnen terugkeren en dus de steunruimte niet volledig zullen sluiten, waardoor het mogelijk. is dat het gewas of de steunstaaf de steunruimte verlaat. Het steuneffect is dan geheel verloren.
Een andere consequentie van het niet volledig gesloten zijn van het ringvormig lichaam is, dat de steunorganen de neiging hebben om in elkaar te grijpen wanneer zij in een grote hoeveelheid worden samengevoegd, bijvoorbeeld in een verpakking. Wanneer een gebruiker dan één exemplaar uit die hoeveelheid wil gebruiken, zal hij met dat ene exemplaar een hele keten van steunorganen uit de verpakking trekken, en het is lastig en vergt tijd om dat ene exemplaar vrij te maken van die keten.
Een tweede nadeel is, dat ook dit steunorgaan de neiging heeft om te zwikken, en wel om de symmetrieas die tussen de twee grepen verloopt, wanneer de beide grepen naar elkaar toe worden geknepen. Om dit effect tegen te werken, en tevens om de grepen de benodigde stugheid te geven, is het bekend om de grepen een betrekkelijk grote dikte te geven, dat wil zeggen een betrekkelijk grote afmeting loodrecht op het vlak van de cirkel. Hoewel de zwik-kans hierdoor wordt verminderd, wordt deze kans echter niet geheel geëlimineerd. Het zal duidelijk zijn dat wanneer het steunorgaan inderdaad zwikt juist terwijl het wordt aangebracht bij een plant, de plant daardoor beschadigd zal worden.
Voorts zijn met het verdikken van de grepen enkele belangrijke nadelen verbonden. Enerzijds is dan voor het vervaardigen van de grepen relatief veel materiaal benodigd, soms wel net zoveel als voor het ringvormig lichaam zelf, waardoor dit bekende steunorgaan relatief duur is. Anderzijds zal, wanneer het steunorgaan door spuitgieten wordt vervaardigd uit kunststof, de in de grepen optredende krimp-spanning de neiging hebben om het ringvormig lichaam open te trekken waardoor de uiteinden van de strook de steunruimte niet meer volledig afsluiten, met de in het voorgaande beschreven consequenties.
Een verder nadeel van bekende steunorganen is, dat zij niet zijn voorzien van middelen om een bepaalde hoogtepositie ten opzichte van de steunstaaf en/of het gewas te handhaven.
Dit leidt er in de praktijk toe, dat de steunorganen langs het gewas omlaag glijden tot zij steun vinden om een zijtak, een blad of een bloem van het gewas. Enerzijds kan hierdoor beschadiging ontstaan van dat blad of die bloem, anderzijds kan het onmogelijk blijken te zijn om de ondersteuning van het gewas op een gewenste hoogte te laten plaatsvinden. Ook kan het uit esthetisch oogpunt gewenst zijn om het steunorgaan min of meer "onzichtbaar" aan te brengen onder een blad in plaats van zichtbaar boven een blad.
Het is een doel van de uitvinding een steunorgaan van de bovengenoemde soort te verschaffen dat de genoemde nadelen niet heeft. In het bijzonder beoogt de uitvinding een steun-orgaan te verschaffen dat goedkoop vervaardigd kan worden, stabiel en met zekerheid hanteerbaar is met één hand, bij het aanbrengen geen beschadigingen zal toebrengen aan het gewas, en dat gewas met zekerheid zal ondersteunen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijk steunorgaan dat met zekerheid op een bepaalde hoogte kan worden aangebraeht
Daartoe heeft een steunocyaan van de bovengenoemde soort volgens de uitvinding het kenmerk, dat het ringvormig lichaam nabij het midden daarvan is voorzien van een extra, in hef vlak van het ringvormig lichaam gelegen uitstulping.
Hierdoor worden meerdere effecten bereikt. In de eerste plaats definieert de uitstulping een handgreep die tussen twee vingers kan worden beetgepakt in een stevige en stabiele rrrppn. λλπσ^7.ιρη rt*5 p. hrinHarppn rplahipf mi mp afmpf inrrpn in twee dimensies. In de tweede plaats zal het openbuigen van het ringvormig lichaam minder kracht vergen, omdat de effectieve lengte daarvan is vergroot en omdat, het midden van die uitstulping kan fungeren als verend scharnier. Dit verende scharnier zal niet zo snel plastisch vervormen, aangezien het ringvormig lichaam over zijn gehele lengte kan verbuigen, welke lengte daarenboven effectief is vergroot. Voorts zal dit verende scharnier de uiteinden van het ringvormig lichaam met een vergrote zekerheid dichtknijpen tot in de gesloten stand.
Een belangrijk voordeel van het steunorgaan volgens de uitvinding is, dat deze in het bijzonder geschikt is om te worden beetgepakt tussen duim en middelvinger van één hand, waarbij de wijsvinger van die hand wordt gebruikt om één van de uiteinden van het ringvormig lichaam weg te buigen van de doorlaatopening in een richting die een component heeft loodrecht op het genoemde lichaamsvlak. Hierdoor is het met één hand aanbrengen van het steunorgaan bijzonder eenvoudig, snel en trefzeker.
Een verder voordeel van de uitstulping is, dat dit een zekere klemwerking kan uitoefenen op de steunstaaf waardoor het naar beneden glijden van het steunorgaan wordt tegengegaan. .Die klemwerking hoeft niet bijzonder groot te zijn, aangezien het steunorgaan slechts een gering gewicht heeft.
Om diktevariaties van de steunstaaf op te vangen, of zelfs om het steunorgaan geschikt te maken voor toepassing bij steunstaven van verschillende lengte en dikte, is de uitstulping bij voorkeur aan de binnenzijde voorzien van klemorganen, zoals een velvormig en/of meerdere vingervormige uitsteeksels. Daarbij verdient het de voorkeur, dat de uitstulping zich uitstrekt over meer dan 180°.
De genoemde velvormige of vingervormige uitsteeksels kunnen op eenvoudige en goedkope wijze gerealiseerd worden, wanneer het steunorgaan wordt vervaardigd van kunststof, omdat dan slechts geringe en niet-kritische aanpassingen van de mal nodig zijn.
De uitstulping kan zich bevinden aan de buitenzijde van het ringvormig lichaam. Dit biedt het voordeel, dat de steunruimte effectief wordt vergroot, en dat de handgreep zich relatief ver van de doorlaatopening van de steunruimte bevindt.
De uitstulping kan zich echter ook bevinden aan de binnenzijde van het ringvormig lichaam. Dit biedt het voordeel, dat de totale buitenwerkse afmeting van het steunorgaan niet verandert. Een ander voordeel is, dat het gewas en de steunstaaf niet door dezelfde doorlaatopening in de steunruimte geraken, en dat een klemmend in de uitstulping geplaatste steunstaaf de neiging heeft om de uiteinden van het ringvormig lichaam naar elkaar toe te drukken, dat wil zeggen de doorlaatopening dicht te drukken.
In het hiernavolgende zal de uitvinding nader worden verduidelijkt door beschrijving van'voorkeursuitvoeringsvormen van het steunorgaan volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont resp. tonen: figuur 1 een perspectiefaanzicht van een toepassingsvoorbeeld van een steunorgaan; figuur 2A-D aanzichten van bekende steunorganen; figuur 3A-B een aanzicht van voorkeursuitvoeringsvormen van een steunorgaan volgens de uitvinding; figuur 4A-B een aanzicht van een tussen twee vingers vastgehouden steunorgaan volgen? de uitvinding, gedeeltelijk in doorsnede; figuur 5 een perspectiefaanzicht van een tussen twee vingers vastgehouden, en met een derde vinger opengebogen steunorgaan volgens de uitvinding; en* figuur 6A-D aanzichten van andere uitvoeringsvormen van steunorganen volgens de o.itv Lading.
In figuur 1 is bij wijze van voorbeeld een orchidee 1 geschetst, met bladeren 2 en een bloemstengel 3 met bloemen 4. Om de bloemstengel 3 Lu oe* opgerichte stand te steunen, is in de bloempot 5 een steunstaaf gestoken. De bloemstengel 3 is aan deze steunstaaf β gekoppeld door middel van een steunorgaan 10.
De figuren 2A en 2C tonen meer gedetailleerd bekende steunorganen 10 en 10' Elk steunorgaan 10, 10' heeft een in hoofdzaak ringvormig lichaam 11 dat een steunruimte 15 omsluit. Het lichaam 11 heeft een onderbreking 14 die dient als toegang tot de steunruimte 15. Zoals in de figuren is weergegeven, zijn de uiteinden 12, 13 van het ringvormig lichaam 11 niet alleen naar elkaar toe gericht maar zijn zij ook ten opzichte van dat lichaam 11 naar binnen gebogen, teneinde het door de toegang 14 binnentreden van de steunruimte 15 te vergemakkelijken en het via dezelfde weg verlaten van de steunruimte 15 te bemoeilijken.
Om van het in figuur 2Ά weergegeven bekende steunorgaan 10 de toegang 14 te openen, dient de gebruiker de uiteinden 12, 13 van het ringvormig lichaam 11 beet te pakken en naar buiten te trekken, zoals in figuur 2B is aangeduid met de pijlen F1. Hiervoor zijn twee handen nodig.
Het in figuur 2C weergegeven bekende steunorgaan 10' is voorzien van vingergrepen 16, 17 die aan weerszijden van het midden 18 van het ringvormig lichaam 11 zijn aangebracht en die naar buiten wijzen. De dikte van de vingergrepen 16, 17, gemeten in de richting loodrecht op het door het het ringvormig lichaam 11 gedefinieerde vlak, dat wil zeggen het vlak van tekening, is bijna twee keer zo groot als de dikte van het . ringvormig lichaam 11. Duidelijk is in figuur 2C getoond, dat in een rusttoestand de uiteinden 12 en 13 elkaar niet raken zodat de toegang 14 gedeeltelijk open is, en wel dusdanig dat meerdere lichamen 11 gemakkelijk in ingrijping raken.
Om van dit bekende steunorgaan 10' de toegang 14 verder te openen, dient de gebruiker de vingergrepen 16, 17 naar elkaar toe te knijpen, zoals in figuur 2D is aangeduid met de pijlen F2. Duidelijk blijkt uit figuur 2D, dat het ringvormig lichaam 11 van dit bekende steunorgaan 10' alleen vervormt bij het midden 18 daarvan, en dat de daarbij optredende vervorming van dat-midden 18 bijzonder groot is.
De in de figuren 2A-D weergegeven steunorganen hebben de in de inleiding genoemde nadelen.
Figuur 3A toont een steunorgaan 20 volgens de uitvinding. Gelijke of vergelijkbare onderdelen als in figuur 2A zijn aangeduid met verwijzingscijfers die ten opzichte van de verwijzingscijfers van figuur 2A met 10 zijn verhoogd.
Ook dit steunorgaan 20 heeft een lichaam 21 dat in zijn algemeenheid de vorm heeft van een ring. Volgens de uitvinding heeft dat ringvormig lichaam 21 nabij het midden 28 daarvan een extra, in het vlak van het ringvormig lichaam 21 gelegen uitstulping 30.
Een geschikt materiaal voor het vervaardigen van het ringvormig lichaam 21 is kunststof, zoals bijvoorbeeld polypropyleen of hostaform.
Figuur 3B illustreert, dat de uitvinding niet is beperkt tot steunorganen waarvan het lichaam 21 een cirkelronde ring definieert, maar dat dat lichaam 21 ook rechte gedeelten kan hebben. Het is zelfs zo, dat het lichaam 21 in zijn geheel kan zijn opgebouwd uit rechte lichaamsgedeelten. Eveneens kan de uitstulping 30 zijn opgebouwd uit rechte gedeelten. Wel is het zo, dat het lichaam 21 in zijn algemeen een langwerpige vorm heeft en in één vlak, het vlak van tekening, eer. bepaald oppervlak (steunruimte) 25 omsluit. Het lichaam 21 is, gaande van het ene uiteinde 22 langs dat lichaam 21 naar het andere uiteinde 23, voor het grootste deel concaaf aan de zijde van de steunruimte 25. De uitstulping 30 kenmerkt zich door het bezit van ten minste één convex gedeelte aan de zijde van de steun ruimte 25. 'En de in de figuren 3A-B weergegeven uitvoeringsvormen is de uitstulpIng 30 gericht naar buiten, duf wil zeggen dat het door hei' lichaam 21 omsloten oppervlak Is vergroot, Hierbij heeft de uitstulping 30 een concaaf centraal gedeelte 31 dat:, via twee convexe gedeelten 32, 33 overgaaf ir. concave buitengedee.1 :.en 34, 35 van het ringvormig tichaam 21,
En de weergegeven uit voeriojsvorm hebben het centrale gedeelte 31, de convexe gedeelte·: 32, 33 en de buitengedeelten 3·,. 35 van het ringvormig lichaam 21 onderling gelijke dwarsa fmet:.legen, Het ringvormig lichaam 21 kan een cirkelvormige. dwarsdoorsnede hebben maar die dwarsdoorsnede kan ook bi.jvoorbeeld rechthoekig zijn In het algemeen zal de grootte var, die dwarsdoorsnede gekozen worden in relatie tot de binnendiameter van het ringvormig lichaam 21. Bij typen waarvan de binnendiameter van het ringvormig lichaam 21 varieert van ca. 11 mm tot ca. 25 mm, varieert een karakteristieke doorsnede-afmeting van ca. 1 mm tot ca. 2,5 mm. In een uitvoeringsvorm met een binnendiameter van ca. 16 mm kan het ringvormig lichaam 21 een breedte (in het vlak van tekening) van ongeveer 1,5 mm en een hoogte (loodrecht op het vlak van tekening) van eveneens ongeveer 1,5 mm hebben.
In de in figuur 3A weergegeven uitvoeringsvorm heeft het ringvormig lichaam 21 hoofdzakelijk de vorm van een gedeelte van een cirkel met een inwendige kromtestraal van ongeveer 8 mm, en heeft het centrale gedeelte 31 hoofdzakelijk de vorm van een halve cirkel met een inwendige kromtestraal van ongeveer 2,5 mm.
Door de uitstulping 30 van het ringvormig lichaam 21 vergt het naar buiten buigen van de uiteinden 22, 23 daarvan minder kracht, omdat de lengte van het lichaam 21 is vergroot. Dit effect kan men vergroten door aan weerszijden van dat centrale gedeelte 31 rechte verlengstukken 36, 37 van het ringvormig lichaam 21 op te nemen, tussen dat centrale gedeelte 31 en de convexe gedeelten 32, 33, zoals geïllustreerd in figuur 3A-B. In de weergegeven uitvoeringsvorm bedraagt de lengte van die rechte verlengstukken 36, 37 ongeveer 2,5 mm.
Een belangrijk voordeel dat geboden wordt door de uitstulping 30 is, dat deze kan fungeren als een handgreep die tussen twee vingers kan worden beetgepakt in een stevige en stabiele greep, zoals is geïllustreerd in figuur 4A-B. Hoe groter de lengte van de rechte verlengstukken 36, 37, des te steviger en stabieler is die greep. Het is dan mogelijk om het steunorgaan aan te brengen om een steunstaaf 40 door de uiteinden 22, 23 daartegen aan te drukken, zoals aangeduid met de pijl F3 in figuur 4A. Hierbij wijken de uiteinden 22, 23 uiteen, zoals weergegeven in figuur 4A. Omdat de lusvormige uitstulping 30 over zijn gehele lengte zich bevindt tussen de vingers, en die lusvormige uitstulping in de richting van de pijl F3 een relatief grote afmeting heeft, is het goed mogelijk om met de vingers een eventuele zwikneiging (aangeduid met de pijlen F4 in figuur 4B) tegen te gaan. Dit is niet mogelijk bij het bekende steunorgaan 10 zoals afgebeeld in figuur 2A.
Ook bij kwetsbare gewassen, die niet geschikt zijn om de uiteinden van het steunorgaan open te drukken op de in figuur 4A-B weergegeven wijze, kan het steunorgaan 20, 20' volgens de uitvinding met één hand worden gehanteerd. Op zeer eenvoudige wijze kan men namelijk het steunorgaan 20, 20' beetpakken tussen duim en middelvinger van één hand, en kan men met de wijsvinger van die hand één van de uiteinden van het ringvormig lichaam wegbuigen van de doorlaatopening in een richting die een component heeft loodrecht op het door de gebogen strook gedetineerde vlak, zoals weergegeven in figuur 5. Vervolgens brengt men het steunorgaan aan op de gewenste plaats, en de wijsvinger laat het betreffende uiteinde los, waardoor de doorlaatopening zich sluit. De genoemde handelingen kunnen bijzonder eenvoudig, snel en trefzeker worden uitgevoerd.
Het steunorgaan volgens de uitvinding biedt nog een verder voordeel. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 3A-B, omsluit de uitstulping 30 een oppervlak dat, bij naar buiten gerichte uitstulping 30, een zijkamer 38 voor de steunruimte 25 «ormc. Wanneer de binneoafmei. uig van die zijkamer 38 is afgeüemd op een dwarsatinet inq je steunstaaf 40, kan die steur staar 40 in die zijkamer 38 worden geplaatst. Hierdoor wc·:·/: een klew-effect bereikt weerdoor voorkomen wordt, dat he' eunotgaan 20, 20' naar bei: o dn·· glijdt. Daardoor is het nie·. teer nodig dat het steen.-tguar 20, 20' zelf steunt op onaerdelen van de te ondersteunen plant 1, zoals op een bloem 4, zo al $ geïllustreerd in figuur ..
Het klemeftect wordt. wanneer het centrale geüe .li c- 31 van de uxtstuxpiug 30 zich uitstrekt over meer dan 180: bij voorbeeld ongeveer 2>0° -300°, zoals bij de in figuur 5A .-.eetgegeven uitvoeringsva- idn·
Vanwege het geringe gewicht van het steunorgaan 20, 20’ is zelfs een geringe klemwerking voldoende om het beoogde effect te bereiken. In de praktijk zijn echter de toegepaste steunstaven 40 geen precisie-onderdelen maar kunnen zij aanzienlijke dikte-toleranties hebben. Daarenboven bestaan de steunstaven 40 in verschillende uitvoeringen met sterk verschillende dikten. In het algemeen is het zo, dat de dikte van de steunstaven 40 toeneemt met toenemende lengte. Om nu toch in staat te zijn eenzelfde exemplaar van het steunorgaan 20, 20' volgens de uitvinding toe te passen bij al die verschillende steunstaven, waardoor het aantal te vervaardigen typen (grootten) van het steunorgaan 20, 20' klein kan zijn, is de uitstulping 30 bij voorkeur aan de binnenzijde voorzien van klemorganen 50. Dit is geïllustreerd in de figuren 6B en 6C. In de in figuur 6B getoonde uitvoeringsvorm is het steunorgaan 20' aan de binnenzijde van de uitstulping 30 voorzien van een velvormig uitsteeksel 51; in de in figuur 6C geroonde uitvoeringsvorm is het steunorgaan 20' aan de binnenzijde van de uitstulping 30 voorzien van meerdere vingervormige uitsteeksels 52. Bij het aanbrengen van een steunstaaf 40 in de uitstulping 30 zal het velvormig uitsteeksel 51 respectievelijk zullen de vingervormige uitsteeksels 52 elastisch vervormen om zich aan te passen aan de vorm en afmetingen van de steunstaaf 40 en aldus een klemmende werking op die steunstaaf 40 uitoefenen.
De genoemde velvormige of vingervormige uitsteeksels 51, 52 kunnen op eenvoudige en goedkope wijze gerealiseerd worden, wanneer het steunorgaan 20, 20' wordt vervaardigd van kunststof, omdat dan slechts geringe en niet-kritische aanpassingen van de voor het vormen gebruikte mal nodig zijn.
Figuur 6D toont een andere uitvoeringsvariant 20" van het steunorgaan. Daarbij is de uitstulping 30 naar binnen gericht, dat wil zeggen dat het door het lichaam 21 omsloten oppervlak is verkleind. Hierbij heeft de uitstulping 30 een (vanuit de steunruimte 25 beschouwd) convex centraal gedeelte 31 dat via twee concave gedeelten 32, 33 overgaat in concave buiten- gedeelten 34, 35 van het ringvormig lichaam 21. Ook van deze uitvoeringsvorm 20" kan de uitstulping 30 aan de binnenzijde daarvan, dat wil zeggen de concave zijde daarvan ofwel de buitenzijde van het steunorgaan 20", zijn voorzien van klemorganen 50 vergelijkbaar met die welke in figuur 6B-C zijn getoond.
Ook in dit geval omsluit de uitstulping 30 een kamer 38 waarin een steunstaaf 40 kan worden opgenomen. Deze kamer 38 is echter gescheiden van de kamer 25. Een voordeel van deze constructie is dat, wanneer een steunstaaf 40 klemmend wordt opgenomen in de kamer 38, ten gevolge van de klemkracht de uiteinden 22, 23 naar elkaar toe gedrukt worden.
De in het voorgaande genoemde belangrijke voordelen van het steunorgaan 20, 20' en 20" ten opzichte van het in figuur 2A afgebeelde bekende steunorgaan 10 worden bereikt door een eenvoudige constructiewijziging, waarbij slechts een zeer geringe hoeveelheid extra materiaal benodigd is. Ten opzichte van het in figuur 2C afgebeelde bekende steunorgaan 10' wordt bovendien een aanzienlijke materiaalwinst geboekt.
Her. zal voor een deskundige duidelijk zijn dat het mogelijk is de weergegeven uitvoeringsvormen van het steunorgaan volgens de uitvinding te veranderen of te modificeren, zonder de uitvindingsgedachte of de beschermingsomvang van de conclusies te verlaten. Zo is het oijvoorbeeld niet nodig dat de uitstulping de vorm heeft van een cirkelboog; bij wijze van alternatief kan de uitstulping bijvoorbeeld de vorm hebben van een ellips of een veelhoek

Claims (6)

1. Steunorgaan (20, 20', 20") voor gewassen, omvattende een in hoofdzaak ringvormig lichaam (21) dat een steunruimte (25) omsluit, in welk lichaam (21) zich een onderbreking (24) bevindt die dient als toegang tot de steunruimte (25); met het kenmerk, dat het ringvormig lichaam (21) nabij het midden (28) daarvan is voorzien van een extra, in het vlak van het ringvormig lichaam (21) gelegen uitstulping (30).
2. Steunorgaan (20, 20', 20") volgens conclusie 1, waarbij de uitstulping (30) aan de binnenzijde daarvan is voorzien van klemorganen (50), zoals bijvoorbeeld een velvormig uitsteeksel (51) en/of meerdere vingervormige uitsteeksels (52).
3. Steunorgaan (20, 20', 20") volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitstulping (30) zich uitstrekt over meer dan 180°.
4. Steunorgaan (20, 20') volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de uitstulping (30) zich' bevindt aan de buitenzijde van het ringvormig lichaam (21) en een in de richting van de steunruimte (25) concaaf centraal gedeelte (31) heeft.
5. Steunorgaan (20") volgens een willekeurige der conclusies 1-3, waarbij de uitstulping (30) zich bevindt aan de binnenzijde van het ringvormig lichaam (21) en een in de richting van de steunruimte (25) convex centraal gedeelte (31) heeft.
6. Steunorgaan (20, 20', 20") volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij het steunorgaan is vervaardigd van kunststof.
NL9400113A 1994-01-25 1994-01-25 Steunorgaan voor gewassen. NL9400113A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400113A NL9400113A (nl) 1994-01-25 1994-01-25 Steunorgaan voor gewassen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400113 1994-01-25
NL9400113A NL9400113A (nl) 1994-01-25 1994-01-25 Steunorgaan voor gewassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400113A true NL9400113A (nl) 1995-09-01

Family

ID=19863741

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400113A NL9400113A (nl) 1994-01-25 1994-01-25 Steunorgaan voor gewassen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9400113A (nl)

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000067556A1 (fr) * 1999-05-11 2000-11-16 Bernadette Delozanne Agrafe de palissage autocassante
WO2006077269A1 (es) * 2005-01-18 2006-07-27 Simes-Senco, S.A. Grapa para atar tallos o ramas de plantas a una cuerda, palo u otro elemento guía
NL1029575C2 (nl) 2005-07-21 2007-01-23 Peter Geurts Holding B V Steunorgaan voor het langs een geleiding ondersteunen van een langstelig gewas alsmede een inrichting voor het om een langstelig gewas en een geleiding aanbrengen van dergelijke steunorganen.
NL1032209C2 (nl) * 2006-07-19 2008-01-22 Fleur Cd B V Klemdraad en werkwijze voor het bevestigen van een plant- of bloemstengel aan een steunelement.
NL2006060C2 (nl) * 2011-01-25 2012-07-26 N C M B V Plantensteunring.
NL2010329C2 (nl) * 2013-02-19 2014-08-21 Wilbu Holding B V Planthouder voor het aangrijpen van een tak of stam van een plant.
NL2011254C2 (nl) * 2013-08-02 2015-02-04 Fleur Cd B V Klemelement en werkwijze.
AT17643U1 (de) * 2021-03-03 2022-10-15 Witasek Pflanzenschutz Gmbh Pflanzenschutzhülle

Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL293182A (nl) *
GB123922A (en) * 1918-08-09 1919-03-13 George Henry Tonks A Device for Training or Supporting Plants, Creepers, or the like in Horticulture.
GB357570A (en) * 1930-06-24 1931-09-24 Charles Edward West A clip for supporting flowers, plants and the like
US2174955A (en) * 1936-11-19 1939-10-03 Carl R Hausner Plant support
US2249567A (en) * 1938-08-25 1941-07-15 Reichelt Frederick William Device for stemming leaves and flowers
DE802114C (de) * 1947-09-30 1951-02-01 E Gregor Frisch Fa Vorrichtung zum Befestigen von Pflanzenteilen an Stuetzvorrichtungen
CH313324A (de) * 1953-07-25 1956-04-15 Waldis Albert Pflanzenhalteeinrichtung
GB752211A (en) * 1953-05-15 1956-07-04 Richard William Read Adjustable supports
GB950226A (en) * 1961-10-05 1964-02-19 George Colin Lawder Bertram Plant tie
DE1165335B (de) * 1961-10-26 1964-03-12 Otto Bucher Klammer zum Verbinden eines Stuetzteiles mit einem zu stuetzenden Teil, insbesondere einem Pflanzenstengel
FR1520902A (fr) * 1966-03-31 1968-04-12 Agrafe pour la fixation de plantes à des barreaux, des fils de fer
NL7903750A (nl) * 1979-05-11 1980-11-13 Simon Gijsbertus Van Der Weijd Hartvormige ring voor het vastzetten van bloemen en planten.
NL9200352A (nl) * 1992-02-26 1993-09-16 Bernardus Gerardus Antonius Bu Plantensteunring.

Patent Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL293182A (nl) *
GB123922A (en) * 1918-08-09 1919-03-13 George Henry Tonks A Device for Training or Supporting Plants, Creepers, or the like in Horticulture.
GB357570A (en) * 1930-06-24 1931-09-24 Charles Edward West A clip for supporting flowers, plants and the like
US2174955A (en) * 1936-11-19 1939-10-03 Carl R Hausner Plant support
US2249567A (en) * 1938-08-25 1941-07-15 Reichelt Frederick William Device for stemming leaves and flowers
DE802114C (de) * 1947-09-30 1951-02-01 E Gregor Frisch Fa Vorrichtung zum Befestigen von Pflanzenteilen an Stuetzvorrichtungen
GB752211A (en) * 1953-05-15 1956-07-04 Richard William Read Adjustable supports
CH313324A (de) * 1953-07-25 1956-04-15 Waldis Albert Pflanzenhalteeinrichtung
GB950226A (en) * 1961-10-05 1964-02-19 George Colin Lawder Bertram Plant tie
DE1165335B (de) * 1961-10-26 1964-03-12 Otto Bucher Klammer zum Verbinden eines Stuetzteiles mit einem zu stuetzenden Teil, insbesondere einem Pflanzenstengel
FR1520902A (fr) * 1966-03-31 1968-04-12 Agrafe pour la fixation de plantes à des barreaux, des fils de fer
NL7903750A (nl) * 1979-05-11 1980-11-13 Simon Gijsbertus Van Der Weijd Hartvormige ring voor het vastzetten van bloemen en planten.
NL9200352A (nl) * 1992-02-26 1993-09-16 Bernardus Gerardus Antonius Bu Plantensteunring.

Cited By (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000067556A1 (fr) * 1999-05-11 2000-11-16 Bernadette Delozanne Agrafe de palissage autocassante
FR2793385A1 (fr) * 1999-05-11 2000-11-17 Bernadette Delozanne Agrafe de palissage autocassante
WO2006077269A1 (es) * 2005-01-18 2006-07-27 Simes-Senco, S.A. Grapa para atar tallos o ramas de plantas a una cuerda, palo u otro elemento guía
NL1029575C2 (nl) 2005-07-21 2007-01-23 Peter Geurts Holding B V Steunorgaan voor het langs een geleiding ondersteunen van een langstelig gewas alsmede een inrichting voor het om een langstelig gewas en een geleiding aanbrengen van dergelijke steunorganen.
NL1032209C2 (nl) * 2006-07-19 2008-01-22 Fleur Cd B V Klemdraad en werkwijze voor het bevestigen van een plant- of bloemstengel aan een steunelement.
WO2008010714A1 (en) * 2006-07-19 2008-01-24 Fleur-Cd B.V. Clamping wire and method for attaching a plant or flower stem to a support element
NL2006060C2 (nl) * 2011-01-25 2012-07-26 N C M B V Plantensteunring.
NL2010329C2 (nl) * 2013-02-19 2014-08-21 Wilbu Holding B V Planthouder voor het aangrijpen van een tak of stam van een plant.
NL2011254C2 (nl) * 2013-08-02 2015-02-04 Fleur Cd B V Klemelement en werkwijze.
AT17643U1 (de) * 2021-03-03 2022-10-15 Witasek Pflanzenschutz Gmbh Pflanzenschutzhülle

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4914789A (en) Closure clip member for flexible bags and the like
US4839947A (en) Clamp mechanism
NL9400113A (nl) Steunorgaan voor gewassen.
EP0402404A1 (en) ANIMAL TRAP.
EP1028618B1 (en) Clip, as well as wire/clip assembly
US5356190A (en) Plastic bag handguard
US6505438B1 (en) Protection cages and components for growing fruits
US5417005A (en) Minnow pickup device
EP0843977A1 (fr) Fermoir à boucle déployante
EP1283816B1 (fr) Decapsuleur de bouchon couronne
AU642569B2 (en) Pincette for an ocular lens
NL1043625B1 (nl) Plantensteunbeugel
EP1702855A2 (en) Container with displaceable handle
FR2801364A1 (fr) Collier de serrage et de fixation pour tube ou analogue
GB2124880A (en) Insect catching device
CH636498A5 (en) Tie for holding a plant on a stake
US10647505B2 (en) Bin lid closing device
NL1016998C2 (nl) Haak voor het bevestigen van een plant aan een steunelement.
US20050044776A1 (en) Flexible clamp device with insect bait station
NL1036475C2 (nl) Orchideeënknijper.
FR2758604A1 (fr) Collier de serrage
NL2028091B1 (nl) Bloembindinrichting en werkwijze voor het binden van bloemen
CN217336684U (zh) 一种具有弧形夹持部分的花园夹
FR2805725A1 (fr) Dispositif de retenue d&#39;un instrument sur un recipient
US4579472A (en) Devices for holding sheets

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed