NL9100448A - Gereedschapskist met -bak. - Google Patents

Description

UITTREKSEL

De onderhavige uitvinding omvat een gereedschapsbak met boven- en onderoppervlakken, en met zijwanden die zich naarboven uitstrekken vanaf het bodemvlak naar het bovenvlak. Een daartussen opgesteld handvat strekt zich naarboven uit tussen de zijwanden van de bak, en heeft een horizontaal grijpgedeelte en ondersteunende eindgedeelten. Ook is een geprofileerde doorgang verschaft die zich uitstrekt door het bodemvlak van de bak en in verbinding staat met de handopening, waardoor in de opeengestapelde stand van het ondervlak van een van de bakken bovenop het bovenvlak van een in hoofdzaak op gelijke wijze uitgevoerde tweede bak, het handvat-aangrijpgedeelte van de tweede bak uitsteekt door de geprofileerde doorgang van de eerste bak tot dicht onder en in de nabijheidliggend van het handvat-aangrijpgedeelte van de eerste bak. Aldus gepositioneerd, zijn de handvat-aangri jpgedeelt en als het ware in elkaar genesteld en kunnen zij tegelijkertijd uit de begrenzingen van de gereedschapskist worden getild in een enkele handeling.

Titel: Gereedschapskist met -bak.

De uitvinding heeft algemeen betrekking op gereedschapskisten van de soort met een daarvan los te nemen gereedschapsbak voor transporteren van gereedschappen uit de gereedschapskist naar het werk en in het bijzonder een gereedschapskist met meer dan één van dergelijke bakken.

Gereedschapskisten voorzien van een daarvan los te nemen gereedschapsbak zijn in de industrie wel bekend. Typerend voor dergelijke kisten is dat zij worden gevormd door houders met vier zijwanden met een daar scharnierbaar aan bevestigd deksel, en een binnenwaarts gerichte randlijst voor het ondersteunen van een rechthoekige gereedschapsbak. Die gereedschapsbak heeft de algemene vorm van een rechthoekige doos met vier zijden en bevat een handvat dat zich omhoog van de einden van die bak uitstrekt. De bak kan in de gereedschapskist worden neergelaten en daar worden ondersteund door de binnenwaarts gerichte randlijst van de gereedschapskist. Verschillende handgreedschappen kunnen binnen de begrenzingen van de gereedschapsbak worden opgeborgen. Een gebruiker neemt de bak op door die met de hand op te lichten aan het handvat en kan vervolgens die bak met de inhoud daarvan naar een verwijderd gelegen werk meevoeren.

Terwijl de bovengenoemde configuratie, zoals bekend in de industrie, goed funktioneert en goed ontvangen wordt, zijn er toch bepaalde tekortkomingen welke er de oorzaak van zijn, dat dat gereedschapskisttype niet de optimale gebruikswaarde bereikt. Een van de bezwaren bestaat hierin dat de betrekkelijk geringe opberginhoud van de bak het aantal gereedschappen dat van de gereedschapskist uit naar de plaats van het werk kan worden meegevoerd, beperkt is. Een tweede bezwaar bestaat hierin dat de bak in het algemeen bovenaan blootligt en daardoor gereedschappen uit die bak kunnen vallen bij verplaatsing van die bak van de gereedschapskist naar het werk. Ook kunnen, als gevolg van dit risico kleine voorwerpen zoals spijkers, of schroeven niet in de bak worden bewaard wegens het risico dat deze op weg naar het werk verloren raken uit de bak.

Overeenkomstig de overhavige uitvinding wordt nu een stapelbare, vierzijden bevattende gereedschapsbak verschaft, voorzien van bodem- en bovenoppervlakken, met zij- en eindwanden welke zich omhoog van het bodemoppervlak uitstrekken naar het bovenoppervlak. Een in het middenbereik aangebracht, geprofileerd handvat reikt omhoog tussen de zijwanden van de bak welk handvat is voorzien van een bovenste, horizontaal aangrijpgedeelte en ondersteunende eindgedeelten. Onder het aangrijpgedeelte bevindt zich een opening voor de hand tussen de eindgedeelten van het handvat. Verder is een geprofileerde doorgang aangebracht welke zich uitstrekt door het bodemoppervlak van de bak en in verbinding staat met de handopening, waardoor in de opeengestapelde stand van het onderoppervlak van de eerste bak op het bovenoppervlak van een in hoofdzaak op gelijke wijze uitgevoerde tweede bak, het handgrijpgedeelte van de tweede bak uitsteekt dóór de geprofileerde doorgang van de eerste bak dich onder en in de nabijheid liggend van het handvat-aangrijpgedeelte van de eerste bak. De handvat-aangrijpgedeelten van de bovenste en de onderste bak in deze gestapelde toestand zijn dus als het ware in elkaar genesteld en kunnen tegelijkertijd uit de begrenzingen van de gereedschapskist éénhandig eruit worden genomen. Verder kunnen, aangezien de onderste bak volledig wordt bedekt door de bovenste bak en zowel in de opbergtoestand als bij het vervoer, kleine voorwerpen welke zich in de onderste bak bevinden niet verloren raken, wanneer de bovenste en de onderste bakken gezamenlijk worden verplaatst. Overeenkomstig een verder aspect van de onderhavige uitvinding hebben de handvat-aangrijpgedeelten een zodanige configuratie, dat zij ten opzichte van elkaar versprongen staan met een opening daar tussenin, zodat de gebruiker zijn vingers daar tussenin kan steken om de bakken met de hand van elkander te scheiden. Dientengevolge kan een gebruiker hetzij beide bakken tegelijkertijd oplichten, danwel alternatief ten opzichte daarvan, afzonderlijk de eerste bak van de tweede aflichten door het scheiden van de handvatgedeelten.

Dienovereenkomstig bestaat een oogmerk van de onderhavige uitvinding in het verschaffen van een gereedschapskist en -bak-samenstel bestaande uit bovenste en onderste bakken welke in in elkaar genestelde toestand met een hand tezamen kunnen worden opgenomen.

Een verder met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van een gereedschapskist-met-baksamenstel met bovenste en onderste bakken welke met elkaar in ingrijping zijn om te voorkomen dat die bakken van elkaar losraken wanneer deze van de ene plaats naar de andere worden getransporteerd.

Nog een ander met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van een gereedschapskist-met-baksamenstel met stapelbare bakken welke een assortiment van opbergcompartimenten bieden geschikt voor het opnemen van kleine voorwerpen en gereedschappen.

Nog weer een ander met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van een gereedschapskist-met-baksamenstel met bakken welke in elkaar genesteld kunnen worden door middel van hun handvatten en welk samenstel wordt gekenmerkt door een verspringing in de uitlijning van de handvatten waardoor een opening wordt gevormd, zodat een gebruiker de bakken gemakkelijk van elkander kan scheiden.

Nog weer een ander met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van een gereedschapskist-met-baksamenstel omvattende op elkaar stapelbare bakken welke binnen de begrenzingen van een gereedschapskist kunnen worden opgeborgen en niettemin tegelijkertijd met een hand kunnen worden getransporteerd naar een verwijderde plaats waar werk moet worden verricht.

Nog weer een ander met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van een gereedschapskist-met-baksamenstel met stapelbare bakken welke, in gestapelde toestand vrij kunnen staan en in die gestapelde configuratie ook kunnen worden opgenomen in een gereedschapskist.

Nog weer een ander met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van een gereedschapskist-met-bak-samenstel, dat gemakkelijk te vervaardigen is uit voordelig kunststofmateriaal en door de gebruiker gemakkelijk kan worden geassembleerd.

Een verder met de uitvinding beoogd doel bestaat in het verschaffen van ene gereedschapskist-met-bak-samenstel met stapelbare bakken, waarbij de bovenste bak behalve te funktioneren als opberghouder, tevens funktioneert als deksel voor de onderliggende bak.

De bovenvermelde en verdere oogmerken welke voor een deskundige op het onderhavige gebied duidelijke zullen zijn worden bereikt met een voorkeursuitvoeringsvorm welke hieronder nader gedetailleerd zal worden beschreven en in de tekening is afgebeeld.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht met een lege plaats te delen van de bovenste en onderste gereedschapsbakken volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van de bovenste en onderste bakken in samengestelde toestand volgens de onderhavige uitvinding; fig. 3 is een dwarsdoorsnede van het samenstel van de op elkaar gestapelde bovenste en onderste bakken binnenin een gereedschapskist, uitgevoerd overeenkomstig de leer van de onderhavige uitvinding; fig. 4 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van een lege gereedschapskist welke zodanig is uitgevoerd dat deze bovenste en onderste gereedschapsbakken, uitgevoerd volgens de onderhavige uitvinding opneemt; fig. 5 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van de gereedschapskist met de onderste gereedschapsbak in de opbergpositie; fig. 6 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van de gereedschapskist met de bovenste bak in de opbergpositie in de gereedschapskist, en fig. 7 is een langsdoorsnede-met-aanzicht van het onderwerpelijke gereedschapskist-met-baksamenstel en laat het aangepast zijn van de bovenste en de onderste bakken in de gereedschapskist in de opbergpositie zien.

Thans allereerst verwijzende naar de figuren 1 en 3 zijn daarin een eerste gereedschapsbak 2 en een tweede gereedschapsbak 4 afgebeeld, welke op gelijke wijze gevormd zijn uit kunststofmateriaal. De eerste gereedschapsbak 2 heeft de gedaante van een in hoofdzaak rechthoekige houder met vier zijden met een bovenoppervlak 6, een onderoppervlak 8 en vertikale zijwanden 10, welke van het bodemoppervlak 8 naar het bodemoppervlak 6 omhoog reiken. Een aantal opbergcompartimenten 12 is gevormd binnen de begrenzingen van de gereedschapsbak 2 en worden gescheiden door scheidingswanden 13. Hoewel de compartimenten 12 langwerpig en onderling evenwijdig zijn weergegeven zijn uiteraard, desgewenst ook andere compartimentconfiguraties- en indelingen mogelijk en toe te passen.

Onderling evenwijdige eindwanden 14 omsluiten de bovenste gereedschapsbak 2 en een omlaagreikende lipflens 16 verlengt de omtrek van de zijwanden 10 en eindwanden 14 langs de bovenrand van de bak 2. Blijkens fig. 1 reikt een tweetal uiteengelegen nokken 17 tot in de gedeelten van de omlaagreikende lipflens 16 welke zich langs de eindwanden 14 uitstrekt.

Zoals blijkt uit de figuren 1 en 3 strekt zich een handvat 18 omhoog uit vanuit het bereik tussen de zijwanden 10 en de eindwanden 14. Het handvat 18 bestaat uit een horizontaal aangrijpgedeelte 20 waarin een langwerpig U-vormige groef 22 is gevormd. Eindwanden 24 ondersteunen tegenover elkaar gelegen einden van het horizontale aangrijpgedeelte 20 en reiken omhoog vanuit het onderoppervlak 8 van de bak naar het bovenste aangrijpgedeelte 20. Blijkens fig. 1 steekt het handvat 18, bij de voorkeursuitvoeringsvorm, omhoog uit tot voorbij het bovenoppervlak 6 van de bak 2. Desgewenst kan echter de hoogte van het handvat 18 ook verlaagd zijn uit gevoerd tot onder het bovenoppervlak 6 van de bak zonder dat daardoor de funktie overeenkomstig de onderhavige uitvinding op nadelige wijze verandert.

Het handvat 18 is verder voorzien van een omlaagreikende rand 26 welke het best te zien is in fig. 3. Opgemerkt wordt, dat de omlaagreikende rand 26 langs een buitenoppervlak is afgerond voor een hieronder nog nader uiteen te zetten doel. Omhoog dóór het bodemoppervlak 8 van de bak 2 strekt zich eèn geprofileerde doorgang 28 uit. Opgemerkt wordt dat het horizontale aangrijpgedeelte 20 en de steungevende eindbanden 24 tussen elkaar in een handopening 29 bepalen. De doorgang 28 staat in verbinding met de handopening 29 zoals weergegeven in fig. 1.

De onderste bak 4 is in hoofdzaak van gelijke configuratie als de bovenste bak 2. Die onderste bak 4 wordt bepaald door een bovenoppervlak 30, een onderoppervlak 32 en zijwanden 34, welke zich vertikaal omhoog vanuit een bodemoppervlak 32 naar bovenoppervlak 30 uitstrekken. Een aantal compartimenten 36 is bepaald in het inwendige van de bak 4 welke compartimenten van elkander worden gescheiden door scheidingswanden 38. Enkele compartimenten hebben, zoals weergegeven, concave onderoppervlakken welke zijn bestemd voor het opnemen van kleine voorwerpen, zoals nagels of spijkers. Voor het omsluiten van de onderste bak 4 is voorzien in eindwanden 40 terwijl een omlaagreikende lipflens 42 zich uitstrekt langs de bovenrand van de eindwanden 40 en de zijwanden 34. Verdiept gelegen tot in eindgedeelten van de lipflens 42 en zich uitstrekkend langs de eindwanden 40 zijn tussen gelegen eindverdiepingen 44 aangebracht. Een viertal hoekuitsteeksels 46 strekt zich buitenwaarts uit van de hoeken van de bak 4 voor een hieronder nog nader uiteen te zetten doel.

Evenals het geval is met de bovenste bak 2, is de onderste bak 4 ook voorzien van een handvat 48, dat zich omhoog uitstrekt van de ruimte tussen de zijwanden 34, welk handvat gedeeltelijk wordt bepaald door een horizontaal aangrijpgedeelte 50. Het horizontaal aangrijpgedeelte 50 is voorzien van randflenzen 56, welke zich omhoog uitstrekken onder het aldus vormen van een ü-vormige groef 52. Het horizontale aangrijpgedeelte 50 wordt aan zijn einde ondersteund door eindwanden 54, welke zich omhoog uitstrekken vanuit het onderoppervlak 32.

Thans verwijzende naar de fig. 3 en 4, zijn daarbij de bakken 2 en 4 bestemd om te worden opgenomen in een vier zijden bevattende gereedschapskist 60, welke bovenaan open is en is voorzien van een sluitdeksel 62. Zoals het beste blijkt uit fig. 4 bevat de lege gereedschapskist een centrale kamer 64, welke zich van het bovenste gedeelte omlaag uitstrekt tussen de zijwanden ervan. Aan weerseinden van de gereedschapskist 60 worden rechthoekige compartimenten bepaald door een vertikale langswand 65 en vertikale eindwanden 66. De bovenranden van de één geheelvormend gevormde wanden 65 en 66 liggen in één vlak. Grenzend aan de eindwanden 66 zijn één geheelvormend, hellende oppervlakken 67 gevormd, welke zich omlaag uitstrekken onder een hoek van vijfenveertig graden tot in de kamer 64. Aan het ondereinde van de oppervlakken 67 en zich in buitenwaarts horizontaal daar vandaan uitstrekkend zijn naafvormige uitsteeksels 68 gevormd van ü-vormige gedaante.

Het gebruik van de onderwerpelijke stapelbare bakken met gereedschapskist zal nader blijken uit hetgeen thans volgt. Allereerst verwijzende naar de fig. 3, 4 en 5 kan de onderste bak 4 binnen de begrenzingen van de centrale kamer 64 van een gereedschapskist 60 worden geplaatst, zodanig dat de hoekuitsteeksels 46 van de bak 4 worden ondersteund door de naafvormige uitsteeksels 68. Uit 4 en 5 blijkt, dat het door de verdieping 64 mogelijk is dat de odnerste bak 4 vrij is van de vertikale wanden 65, 66, waardoor de onderste begrenzingen van de kamer 64 worden bereikt en aangrijping wordt verkregen op het uitsteeksel 68. Aldus ondersteund bevindt zich de onderste bak 4 in een horizontale stationaire positie op betrekkelijk laag niveau in de centrale kamer 64.

De wijze waarop de bovenste bak 2 in de gereedschapskist wordt opgenomen is weergegeven in fig. 6. Zoals uit die figuur blijkt wordt de bovenste bak ondersteund opgenomen in de gereedschapskist 60 wanneer de inkepingen 17 in de omlaag-reikende randflens 16 de eindbanden 66 van de gereedschapskist 60 opnemen. De bovenste bak 2 wordt aldus ondersteund door de eindwanden 66 van de gereedschapskist en wordt in een horizontale stand in het inwendige van de inwendige kamer 64 gehouden. De positionering van de bovenste en onderste bakken in hun gestapelde opbergstanden is weergegeven in de fig. 3 en 7.

Zoals in het voorgaande kan worden opgemaakt zijn dus de bovenste en onderste bakken 2 en 4 bestemd om op elkaar gestapeld te kunnen worden. Blijkens de fig. 1 en 2 steekt, wanneer de bakken bijeen worden gebracht, het handvat 48 van de onderste bak 4 uit dóór de geprofileerde doorgang 28 van de bovenste bak 2 totdat dat handvat het handvat 18 van de bovenste bak 2 in elkaar nestelend opneemt. Het U-vormige dwarsdoorsnede profiel van de handvatten 18, 48 vergemakkelijkt het in elkaar nestelen van het bovenste handvat 18 in het onderste handvat 48 zoals nader blijkt uit fig. 3.

Het zal duidelijk zijn, dat de omlaagreikende rand 26 van het handvat 18 versprongen ligt ten opzichte van het verbogen onderoppervlak 70 van het handvat 48 ten bedrage van een spelingruimte 72.

Door het steken van de vingers van een gebruiker in de spelingruimte 72 kan die gebruiker de handvatten van elkaar scheiden en de bovenste bak onafhankelijk van de onderste bak oplichten. Alternatief is het echter, desgewenst, door de in elkaar genestelde relatie tussen de ü-vormige handvatten 18, 48 ook op gemakkelijke wijze mogelijk met één hand beide bakken op te tillen.

Zijn het buitenoppervlak van de omlaagreikende lipflens 26 en het gebogen oppervlak 70 van het onderste handvat complementair gebogen en werken samen voor het vormen van een handvat waardoor één hand gemakkelijk de beide oppervlakken tegelijkertijd kan aangrijpen.

Zoals hierboven uiteengezet, worden echter de oppervlakken door een spelingruimte 62 van elkaar gescheiden, zodat desgewenst scheiding van de handvatten gemakkelijk en snel op simpele wijze mogelijk is.

Uit fig. 2 blijkt, dat de op elkaar gestapelde bakken vanuit de opgeborgen toestand in de gereedschapskist volgens fig. 3 kunnen worden getransporteerd naar een verwijderd gelegen gebruiksplaats. De op elkaar gestapelde bakken staan vrij in de configuratie welke in fig. 2 is weergegeven waarbij het onderoppervlak 8 van de bovenste bak 2 rust op het bovenoppervlak 30 van de onderste bak 4. Verder omsluit het onderoppervlak 8 van de bovenste bak 2 volledig de onderste bak 4, zodat de inhoud in de compartimenten van de bak 4 er bij transport niet uit kan vallen of vermenging van het ene compartiment in het andere compartiment terecht kan komen. Als resultaat verricht dus de bovenste bak 2 een dubbele funktie enwel in de eerste plaats als deksel voor de bak 2 en in de tweede plaats als een onafhankelijke, eigen opbergbak.

Terwijl in het voorgaande een voorkeursuitvindingsvorm volgens de uitvinding is beschreven zal het duidelijk zijn dat het kader van de uitvinding daartoe niet is beperkt. Andere uitvoeringsvormen welke na het voorgaande voor een deskundige op het onderhavige gebied voor de hand zijn komen te liggen en waarbij de leer welke in het voorgaande uiteengezet is wordt toegepast, vallen mede onder het bereik en de bedoeling van de onderhavige uitvinding.

Claims (13)

1. Gereedschapsbak omvattende: een boven- en een onderoppervlak en zijwanden, welke zich van dat genoemde onderoppervlak omhoog totaan het bovenoppervlak uitstrekken; een daartussen in aangebracht, geprofileerd handvat dat zich omhoog uitstrekt tussen genoemde zijwanden, welk handvat is voorzien van een bovenste aangrijpgedeelte en van ondersteunende eindgedeelten, en welk handvat een handopening onder het genoemde aangrijpgedeelte bepaalt tussen de genoemde eindgedeelten; waarbij een geprofileerde doorgang reikt dóór het genoemde bovenoppervlak en in verbinding staat met de genoemde handvat-handopening.

2. Gereedschapsbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde gereedschapsbak-aangrijphandvatgedeelte een in dwarsdoorsnede U-vormige heeft.

3. Gereedschapsbak volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het genoemde onder-bakoppervlak in hoofdzaak vlak is, zodat die bak vrij kan staan.

4. Gereedschapsbak volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat die gereedschapsbak ingericht is om te worden opgenomen binnen de zijwanden van een houder en is voorzien van zich aan de omtrek bevindende middelen voor aangrijping op de genoemde houderzijwanden en vrij verwijderbaar is vanuit de ruimte tussen die zijwanden door het met de hand oplichten van die bak aan het genoemde handvat.

5. Stapelbare gereedschapsbak omvattende: een onder- en een bovenoppervlak alsmede zijwanden welke zich vanuit het genoemde onderoppervlak tot aan het genoemde bovenoppervlak uitstrekken, een tussengelegen geprofileerd handvat dat zich omhoog uitstrekt tussen genoemde zijwanden van die bak, welk handvat een aangrijpgedeelte bevat alsmede ondersteunende eindgedeelten, alsmede een handopening welke zich bevindt onder het aangrijpgedeelte en tussen de handvateindgedeelten; waarbij zich een geprofileerde doorgang uitstrekt dóór het genoemde bodemopper vlak en in verbinding staat met de genoemde handvatopening, e.e.a. zodanig dat bij opeenstapeling van het onderoppervlak op het genoemde bovenoppervlak van een in hoofdzaak op gelijke wijze uitgevoerde tweede bak, het handvat-aangrijpgedeelte van die tweede bak uitsteekt dóór genoemde geprofileerde doorgang van de eerstgenoemde bak tot in een stand welke dicht onder het genoemde handaangrijpgedeelte van de eerstgenoemde bak ligt.

6. Gereedschapsbak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het eerstgenoemde bakhandvat-aangrijpgedeelte is voorzien van omlaaggerichte middelen voor het in elkaar nestelend komen te zitten ten opzichte van complementaire middelen van het handvat-aangrijpgedeelte van de genoemde tweede bak.

7. Gereedschapsbak volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerstgenoemde en de tweede handvat-aangrijpgedeelten respectievelijk gedimensioneerde U-vormige dwarsdoorsnede-configuraties hebben, waarbij het handvat-aangrijpgedeelte van de eerstgenoemde bak kan worden opgenomen binnen het handvat-aangrijpgedeelte van de genoemde tweede bak.

8. Gereedschapsbak volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de genoemde ondersteunende eindgedeelten van het geprofileerde handvat buitenwaarts omlaag divergeren.

9. Gereedschapsbak volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de genoemde eerste en tweede handvat-aangrijpgedeelten in de in elkaar genestelde positie ten opzichte van elkander versprongen oppervlakmiddelen hebben voor het daartussenin bepalen van een opening, e.e.a. zodanig dat de vingers van een gebruiker de mogelijkheid hebben om met de hand die handvat-aangri jpgedeelten van elkaar te scheiden.

10. Gereedschapsbak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het genoemde onderste bakoppervlak in hoofdzaak vlak is zodanig, dat de eerstgenoemde en de tweede bakken in gestapelde conditie vrij overeind staan.

11. Gereedschapsbak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de genoemde gestapelde eerste en tweede bakken kunnen worden opgenomen binnenin een opslaghouder met vertikale zijwanden waarbij die bakken zijn voorzien van zich aan de omtrek bevindende middelen voor aangrijping op de genoemde oude zijwanden zodanig, dat beide bakken tegelijkertijd of, alternatief, afzonderlijk kunnen worden genomen uit die houder door het met de hand optillen van de genoemde gereedschapsbakken aan de genoemde handvatten.

12. Gereedschapsbak volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de genoemde gelijktijdige verwijdering van die bakken geschiedt door het met de hand oplichten van het genoemde, ondergelegen handvat-aangrijpgedeelte van de genoemde tweede gereedschapsbak.

13. Gereedschapsbak volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het genoemde onderoppervlak van de eerstgenoemde gereedschapsbak in hoofdzaak de tweede gereedschapsbak in de gestapelde conditie bedekt.