NL9100041A - Profiel voor het vervaardigen van metalen deur- en raambevestigingen, met in een aantal vensters verdeelde ramen. - Google Patents

Description

UITTREKSEL

Bij een profiel (l) voor de ramen van metalen deur¬en raambevestigingen bestaat het basisprofiel in hoofdzaak uiteen centraal lijf (8) dat de twee, aan weerszijden in de ven¬sters (2) geplaatste glaspanelen (9) van elkaar scheidt, endat een zich over zijn gehele lengte uitstrekkende langgerekteholte (10) bezit, terwijl zich vanaf de twee langsranden vanhet lijf (8) flenzen (12, 13) uitstrekken, door welke de be¬treffende rand van het glaspaneel (9) aan weerszijden wordtopgesloten. Het profiel wordt in het raamkozijn (3) bevestigddoor middel van een zich door de holte (10) uitstrekkendespanstaaf en door middel van deze tegen de kozijndelen gespan¬nen.

Profiel voor het vervaardigen van metalen deur- en raambeves-tigingen, met in een aantal vensters verdeelde ramen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op eenprofiel voor het vervaardigen van metalen deur- en raambeves-tigingen, met in een aantal vensters verdeelde ramen, van hettype met een kozijn met vierhoekige vormgeving, met ten minsteéén tussenstijl en ten minste één tussendorpel, die onderrechte hoeken ten opzichte van de dorpels en stijlen van hetvierhoekige kozijn zijn geplaatst en de ramen verdelen.

Een momenteel gebruikte werkwijze voor het samen¬stellen van bevestigingen van dit type bestaat uit het op hetbuitenvlak van een enkel glaspaneel aanbrengen van horizontaleen verticale lijsten, zodanig dat het uiterlijk van een aantalafzonderlijke ruiten wordt verschaft zonder daadwerkelijkglaslijsten toe te passen.

Het bereikte visuele effekt is uitsluitend beperkttot de buitenzijde, terwijl vanaf de binnenzijde het uiterlijkeenvoudig een geheel glaspaneel vormt met de suggestie vanverdelingen, die door het glas zichtbaar zijn.

Teneinde een meer tevredenstellend resultaat metbetrekking tot het uiterlijk te verkrijgen, waarbij de karak¬teristieke verdelingen tussen aangrenzende ruiten bestaan uitechte glaslijstelementen en niet slechts uit lijsten, die opeen enkelvoudig paneel, of in het geval van dubbele beglazin¬gen met afgedichte eenheden tussen de panelen, zijn geplaatst,maken sommige fabrikanten gebruik van een standaard T-profiel,dat wordt aangebracht samen met een vastsnapbare beglazings-lijst, en met afdichtingen voor het opvullen van de spelingtussen de ruit en het metalen kanaal. Alhoewel inderdaad eenverdeling van het enkele venster van een normaal raam in klei¬nere vensters wordt verkregen, die worden ingenomen door cor¬responderende afzonderlijke glaspanelen, bestaan het T-profielen de beglazingslijsten in feite uit ordinaire metaaldelen,zoals veelvuldig worden toegepast voor de dorpels en stijlenvan vaste of beweegbare ramen bij deur- en/of raambevestigin-gen en derhalve niet specifiek ontworpen zijn voor de toepas¬sing als beglazingslijsten; derhalve vertoont het eindresul¬taat een complexiteit qua constructie en samenstelling, en is qua uiterlijk nog steeds onvoldoende.

Derhalve vertoont een op deze wijze samengesteldraam, in plaats van de positieve aspekten van een van panelenvoorziene beglazing, qua uiterlijk en qua constructie, de con¬structieve kenmerken van een normaal raam en, verhoudingsge¬wijs, een armzalig uiterlijk.

Derhalve beoogt de onderhavige uitvinding een pro¬fiel te verschaffen, dat het mogelijk maakt om een inwendigeconstructie te vervaardigen voor het raamkozijn van een deurof raam, met onvervalst verdeelde ruiten, welk profiel zoweleen stevige constructie bezit, alsmede eenvoudig kan wordensamengesteld.

Hiertoe geldt overeenkomstig de uitvinding, dat hetprofiel bestaat uit een deel voor het vormen van ten minste detussenstijlen en de tussendorpels die worden ingesloten doorhet raamkozijn, en is voorzien van: - ten minste een, de functie van een scheidingselement uit¬oefenend, lijf dat in hoofdzaak loodrecht op en tussen twee,aangrenzende vensters opvullende, glaspanelen is geplaatst, enis voorzien van een over zijn gehele lengte lopende opening ofholte voor het opnemen van een spanstaaf, door middel waarvande tussenstijl of tussendorpel wordt bevestigd aan het raamko¬zijn; en - organen met een flensvormige vormgeving die zijn aangebrachtaan weerszijden van en in hoofdzaak verbonden met de tweelangsranden van het lijf, met behulp van welke organen de be¬treffende rand van een glaspaneel aan weerszijden wordt vast¬gehouden.

De uitvinding wordt thans beschreven aan de hand vande tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het profielvolgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een raam in eendeur- of raambevestiging, dat is vervaardigd met behulp vaneen profiel volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 toont een perspectivisch aanzicht van twee opelkaar aangesloten profieldelen volgens de onderhavige uitvin¬ding, en figuren 3 en 4 tonen dwarsdoorsneden volgens de lijnIII-III in fig. 1, waarbij alternatieve uitvoeringsvormen vaneen profiel volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Verwijzend naar de tekening bezit een profiel 1 vol¬gens de uitvinding een lijf 8 dat fungeert als scheidingswanden is bedoeld om in hoofdzaak loodrecht op en tussen tweeglaspanelen 9 te worden geplaatst, die twee aangrenzende rui¬ten 2 van een raam, zoals getoond in fig. 3, opvullen.

Een langgerekte opening of holte 10 strekt zich overde gehele lengte van het lijf 8 uit en dient voor het opnemenvan een spanstaaf 11 door middel waarvan het profiel 1 aan hethoofdkozijn 3 van het raam wordt bevestigd.

Organen 12 en 13 zijn toegepast, die aan weerszijdenvan het lijf zijn geplaatst en zich in hoofdzaak langs de tweelangsranden daarvan uitstrekken, met behulp van welke organende betreffende rand van een glaspaneel 9 aan weerszijden wordtvastgegrepen.

In de in de tekening getoonde uitvoeringsvorm be¬staan de organen 12 en 13 uit twee flenzen, waarvan elke inhoofdzaak onder rechte hoeken aan weerszijden van de betref¬fende langsrand van het lijf 8 uitsteekt. De uitstekendelangsranden 12a en 13a van de flenzen zijn convergerend, name¬lijk op zodanige wijze dat de twee randen 12a en 13a, die elkglaspaneel 9 flankeren, naar elkaar zijn gekeerd en op ver¬schillende afstanden van het lijf 8 zijn geplaatst, dus, zoalsin de fig. 2 en 3 is getoond, onderling zijn versprongen. Infeite zijn de uitstekende randen 12a en 13a gelegen in vlakkendie zich evenwijdig aan en op verschillende afstanden van hetlijf 8 uitstrekken.

Zoals zichtbaar is in de fig. 2 en 3 verschaffen debetreffende uitstekende wanden 12a en 13a een zitting 12c meteen C-vormige doorsnede voor het opnemen van een flexibeleweersbestendige aanslaglijst 20, respectievelijk een lip 13cwaarover een vasthoudafdichting 21 past.

Na te zijn ingebracht in de zitting 12c vormt deaanslaglijst 20 een vlak oppervlak tegen welke het glaspaneelwordt geplaatst. De vasthoudafdichting 21 bezit een in hoofd¬zaak vlak profiel met aan één zijde een groef 21s, die nabijéén van de twee langsranden is geplaatst en de lip 13c kanopnemen, en aan de andere zijde, nabij de andere langsrand,een aantal ribben 211, die in aangrijping kunnen komen met hetglaspaneel 9. De ribben 211 zijn ten opzichte van het lijf vande afdichting 21 schuin geplaatst, waarbij ze elk een hoek vormen waarvan de punt is gericht naar de groef 2ls, zoalsduidelijk is getoond in fig. 4. Wanneer het paneel 9 een dub¬bel glaspaneel vormt, zoals in fig. 4, is de vasthoudafdich-ting 21 binnenwaarts voorbij de groef 2ls verlengd teneindei een been 2lp te vormen, met zodanige afmetingen dat dit inaanraking komt met het lijf 8, alsmede met de de langgerekteholte 10 omsluitende wand.

De mogelijkheid bestaat om het profiel te voorzienvan een langgerekte opening of holte 14, die wordt gevormdi door ten minste één zijde van het lijf 8, en dient voor hetopnemen van extra bevestigingsorganen 15, zoals zelftappendeschroeven, die vrij in het kozijn kunnen worden aangebracht enin de holte 14 worden geplaatst (zie fig. 2).

In de praktijk vormen het lijf 8 en de flenzen 12 eni 13 een kanaal 30 met in hoofdzaak een C-vormige doorsnede, datrechtstreeks in het profiel 1 is gevormd en fungeert voor hetopnemen van een rand van het betreffende glaspaneel 9.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de tussenstijl 4ééndelig uitgevoerd, terwijl elke tussendorpel twee elementeni 5 bezit, dia axiaal op één lijn zijn gelegen aan weerszijdenvan de tussenstijl 4. Elke tussendorpel is dienovereenkomstigsamengesteld met een in de op één lijn gelegen holten 10 vande twee elementen 5 geplaatste stang 11, die door in de tus¬senstijl 4 gevormde dwarsgaten passeert, en is gespannen ini gaten in de stijlen 7 van het kozijn door middel van instel¬bare schroefbevestigingen 16.

De tussenstijl 4 kan aan de dorpels 6 van het kozijnzijn bevestigd met behulp van zelftappende schroeven 15, diedoor de dorpels passeren en in de gaten 14 dringen, die wor-i den gevormd door het betreffende lijf 8.

Zoals de tekening duidelijk toont bezit een met hetprofiel 1 volgens de onderhavige uitvinding vervaardigd glas¬kozijn een gezonde constructie en kan eenvoudig worden samen¬gesteld.

i Bovendien is, door de flenzen 12 en 13 van het pro¬ fiel te voorzien van uitstekende randen, die in ten opzichtevan het lijf 8 versprongen vlakken zijn geplaatst, het eindre¬sultaat qua uiterlijk vanuit elk gezichtspunt uitermate aan¬trekkelijk.

i Een verder voordeel tengevolge van de versprongen plaatsing van de uitstekende randen 12a en 13a wordt terugge¬vonden in het aanzienlijke gemak en snelheid waarmee afzonder¬lijke panelen 9 kunnen worden vervangen, zonder aangrenzendepanelen te beïnvloeden.

Niet het geringste voordeel van de uitvinding be¬staat uit de aan het raamkozijn 3 verschafte sterkte door dewerking van de tussendorpels 5 en de spanstaven 11.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor¬gaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader deruitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

Claims (8)

1. Profiel voor het vervaardigen van metalen deur¬en raambevestigingen, met in een aantal vensters verdeelderamen, van het type met een kozijn met vierhoekige vormgeving,met ten minste één tussenstijl en ten minste één tussendorpel,die onder rechte hoeken ten opzichte van de dorpels en stijlenvan het vierhoekige kozijn zijn geplaatst en de ruiten verde¬len, met het kenmerk, dat het profiel bestaat uit een deelvoor het vormen van ten minste de tussenstijlen (4) en de tus-sendorpels (5) die worden ingesloten door het raamkozijn (3),en is voorzien van: - ten minste een, de functie van een scheidingselement uit¬oefenend, lijf (8) dat in hoofdzaak loodrecht op en tussentwee, aangrenzende vensters (2) opvullende, glaspanelen (9) isgeplaatst, en is voorzien van een over zijn gehele lengte lo¬pende opening of holte (10) voor het opnemen van een spanstaaf(11), door middel waarvan de tussenstijl of tussendorpel wordtbevestigd aan het raamkozijn (3); en - organen (12, 13) met een flensvormige vormgeving die zijnaangebracht aan weerszijden van en in hoofdzaak verbonden metde twee langsranden van het lijf (8), met behulp van welkeorganen de betreffende rand van een glaspaneel (9) aan weers¬zijden wordt vastgehouden.

2. Profiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, datten minste één van de tegenover elkaar gelegen zijden van hetlijf (8) een langgerekte opening of gat (14) bezit waarin ex¬tra organen (15) aanbrengbaar en verankerbaar zijn voor hetaan het raamkozijn (3) bevestigen van het profiel.

3. Profiel volgens conclusie 1 of 2, met het ken¬merk, dat een enkele tussenstijl (4) of tussendorpel (5) deafstand tussen de dorpels (6) respectievelijk tussen de stij¬len (7) van het raamkozijn (3) in zijn geheel overspant, ter¬wijl een tussendorpel (5) of tussenstijl (4) is uitgevoerd ineen aantal afzonderlijke delen die aan weerszijden van de tus-sengelegen tussenstijl (4) respectievelijk tussendorpel (5)axiaal in eikaars verlengde zijn gelegen, zodanig dat de span¬staaf (11) aanbrengbaar is door de langgerekte holten (10) vande axiaal op één lijn met elkaar gelegen delen van het, de tussendorpel (5) of tussenstijl (4) vormende, profiel, en aanelk uiteinde verankerbaar is aan de stijlen (7) respectieve¬lijk de dorpels (6) van het kozijn (3) met behulp van beves-tigingsorganen (16), die instelbaar zijn teneinde een geschik¬te drukkracht op de aldus samengestelde profielen (1, 6 of 7)uit te oefenen.

4. Profiel volgens één der conclusies 1 tot 3, methet kenmerk, dat de rand van een glaspaneel (9) is opgenomenin een langgerekt kanaal (3) met een in hoofdzaak C-vormigedoorsnede, dat ter plaatse van zijn bodem samenvalt met hetlijf (8) en aan weerszijden is omsloten door tegenover elkaargelegen en onderling versprongen randen die uitsteken van devasthoudflenzen (12, 13) en vlakken innemen die evenwijdig aanen op verschillende afstanden van het lijf (8) zijn geplaatst,waarbij de op een grotere afstand van het lijf (8) geplaatsterand een zitting (12c) vormt voor het opnemen van een flexibe¬le aanslaglijst die vlak aanligt tegen het oppervlak van hetrespectievelijke glaspaneel (9), terwijl de dichter bij hetlijf (8) gelegen rand (13a) een orgaan (13c) vormt, waardooreen flexibele vasthoudafdichting (21) wordt verankerd, die ineen in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak van het glaspaneel(9) gelegen vlak is gelegen en een dikte bezit, die minder isdan de ruimte tussen de langsrand (13a) en een tegen de be¬treffende aanslaglijst (20) geplaatst glaspaneel (9), zodanigdat de vasthoudafdichting (9) in het kanaal (30) kan wordengeforceerd in aangrijping met het verankeringsorgaan (8).

5. Profiel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dathet orgaan (13c) waaraan de vasthoudafdichting (21) is veran¬kerd, bestaat uit een van de langsrand (13a) van de betreffen¬de vasthoudflens (13) uitgaande lip, die stabiel aanbrengbaaris in een langsgroef (2ls), die wordt verschaft door de af¬dichting (21).

6. Profiel volgens conclusie 5, voor toepassing bijdeur- of raamkozijnen die zijn voorzien van zware glaspanelen,met het kenmerk, dat de vasthoudafdichting (21) zodanig isgedimensioneerd, dat deze in aanraking komt met het lijf (8)en met de de langsopening of -holte (10) omsluitende wand.

7. Profiel volgens één der conclusies 4 tot 6, methet kenmerk, dat de vasthoudafdichting (21) is voorzien vaneen aantal langsafdichtribben (211), welke aan de naar het glaspaneel (9) toegekeerde zijde zijn aangebracht.

8. Profiel volgens één der conclusies 4 tot 7, methet kenmerk, dat het langgerekte kanaal (30) centraal op éénlijn ligt met de middellijn van het profiel (1).