NL9002706A - Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormige stoffen. - Google Patents
Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormige stoffen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9002706A NL9002706A NL9002706A NL9002706A NL9002706A NL 9002706 A NL9002706 A NL 9002706A NL 9002706 A NL9002706 A NL 9002706A NL 9002706 A NL9002706 A NL 9002706A NL 9002706 A NL9002706 A NL 9002706A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- nozzle
- capsule
- mixing chamber
- receiving cavity
- closed
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
- A61M15/0028—Inhalators using prepacked dosages, one for each application, e.g. capsules to be perforated or broken-up
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
- A61M15/0028—Inhalators using prepacked dosages, one for each application, e.g. capsules to be perforated or broken-up
- A61M15/003—Inhalators using prepacked dosages, one for each application, e.g. capsules to be perforated or broken-up using capsules, e.g. to be perforated or broken-up
- A61M15/0033—Details of the piercing or cutting means
- A61M15/0041—Details of the piercing or cutting means with movable piercing or cutting means
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M2202/00—Special media to be introduced, removed or treated
- A61M2202/06—Solids
- A61M2202/064—Powder
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Anesthesiology (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Hematology (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
- Pulmonology (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)
- Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
- Medicinal Preparation (AREA)
- Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
- Fodder In General (AREA)
- Nozzles (AREA)
- Sink And Installation For Waste Water (AREA)
Description
Korte aanduiding: Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van instaafvormige capsules verpakte poedervormige stof¬fen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting ten gebruikebij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormigestoffen, bestaande uit twee ten opzichte van elkaar draaibare delen envoorzien van een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak cilindrische mengkamermet tangentiaal gerichte luchtinlaatopeningen, welke mengkamer aan hetene kopse einde aansluit op een mondstuk en aan het andere kopse eindein verbinding staat met een aan de langsdoorsnedevorm van een capsuleaangepaste, diametraal ten opzichte van de mengkamer gerichte capsule-opneemholte, van welke holte tenminste één langseinde een doorlaatope-ning heeft voor een in dwarsrichting (= langsrichting van de capsule-opneemholte) heen en weer beweegbare doorpriknaald, en waarbij het hetmondstuk bevattende deel ten opzichte van het de capsule-opneemholtebevattend deel van de inrichting draaibaar is tussen een gesloten ge-bruiksstand en een het inbrengen van een capsule toelatende geopendestand.
Een inhaleer inrichting van dit type is bekend uit het Nederland¬se octrooischrift 179345.
Bij deze bekende inrichting is het mondstuk om een excentrischten opzichte van zijn langsas gelegen as draaibaar gemonteerd ten op¬zichte van het andere deel van de inrichting, waarin de mengkamer, decapsule-opneemholte en de doorpriknaald(en) zijn ondergebracht.
Het inbrengen van een capsule in de daarvoor dienende opneemhol-te is betrekkelijk lastig, daar dit dient te geschieden via het aan dezijde van het mondstuk gelegen kopse einde van de mengkamer.
Volgens de uitvinding nu is dit nadeel opgeheven, doordat hetmondstuk één geheel vormt met de mengkamer en de capsule-opneemholteis aangebracht in een de mengkamer in de gesloten gebruiksstand af¬sluitende, van het andere deel van de inrichting deeluitmakende bodem-sectie. De opneemholte is hierdoor beter toegankelijk geworden, waar¬door een capsule gemakkelijker in zijn ligplaats is te drukken. Boven¬dien is het reinigen vergemakkelijkt.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de schamierastussen de beide delen van de inrichting in een middenlangsvlak van hetmondstuk, dwars op de lengteas daarvan gelegen en wel aan de van hetvrije mondstukeinde af gekeerde zijde van de mengkamer. De inrichtingheeft hierdoor in principe het karakter van een eenvoudig open en dicht te klappen doos verkregen. Het gébruik van de inhaleerinrichtingvolgens de uitvinding is hierdoor niet alleen eenvoudiger geworden,doch heeft bovendien een meer "natuurlijk" karakter verkregen.
In een bij voorkeur toegepaste en praktische uitvoeringsvorm isde doorpriknaald in het de schamieras bevattende middenlangsvlak vanhet mondstuk gelegen en ondergebracht in het het mondstuk en de meng¬kamer bevattende deel van de inrichting, terwijl het mondstuk uit¬schuifbaar is uitgevoerd en een geleidébaan voor de doorpriknaalddraagt, een en ander zodanig, dat bij het uitschuiven van het mondstukvanuit de ingeschoven positie, de naald eerst van buiten naar binnenen vervolgens weer naar buiten wordt bewogen.
Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel, dat het mondstuk bijniet gébruik kan worden ingeschoven, hetgeen de compactheid van deinrichting in de niet-gebruikspositie verhoogt, terwijl bij het uit¬schuiven in de gébruiksstand - nadat de inrichting eerst met een cap¬sule is "geladen" - automatisch het doorprikken van de capsule plaats¬vindt.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inhaleerinrichting volgensde uitvinding wordt verkregen, wanneer het uitschuifbare gedeelte vanhet mondstuk daarnaast nog een uitwerpgedeelte draagt, dat in het ge¬noemde middenlangsvlak is gelegen en bij ingeschoven mondstuk engesloten inrichting op enige afstand achter een corresponderendespleet in de de capsule-opneemholte bevattende bodemsectie ligt en inde eindfase van de uitschuifbeweging van het mondstuk door deze spleetheen in de opneemholte treedt.
Het voordeel van deze bijzondere uitvoering is, dat de doorge¬prikte capsule aan het einde van de uitschuifbeweging van het mondstukuit zijn opneemholte wordt geworpen en voorts, dat de inrichting al¬leen bij ingeschoven mondstuk kan worden geopend en gevuld en dat hetniet kan voorkomen, dat zich in de gébruiksstand van het mondstuk eenniet-doorgeprikte capsule in de mengkamer bevindt. Het uitwerpgedeeltebiedt voorts de mogelijkheid de capsule-opneemholte "klemmend" te di¬mensioneren, zodat een in zijn holte gedrukte capsule steeds nauwkeu¬rig volgens zijn lengteas zal worden doorgeprikt en als gevolg daar¬van, bij het rondslingeren in de mengkamer, geen resten van het poe¬dervormige materiaal in de capsule zullen kunnen achterblijven.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening meteen uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de inhaleerinrichting volgens de uitvinding in opengeklapte toestand en bij ingeschovenmondstuk; fig. 2 is een aanzicht als weergegeven in fig. 1 doch in gede¬monteerde toestand van de samenstellende onderdelen; fig. 3 is een doorsnede door de inrichting in gesloten toestand,volgens het vertikale middenlangsvlak; fig. 4 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3; fig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in fig. 3; fig. 6 is een doorsnede door een detail; en fig. 7 is een vooraaanzicht op ongeveer ware grootte van de in¬haleer inrichting in gesloten toestand.
De in de tekening weergegeven inhaleerinrichting bestaat uittwee om een as 1 schamerende delen A en B. Deze beide delen kunnenvanuit de in fig. 1 weergegeven opengeklapte toestand in de pijlrich-ting tot een betrekkelijk plat doosvormig lichaam worden samengeklapt.
De delen A en B bestaan elk uit een cirkelvormige schaal 2 res¬pectievelijk 3 met daarin een vulling a respectievelijk b.
De beide vullingen a en b vormen tezamen de eigenlijke inhaleer¬inrichting en worden hieronder, onder verwijzing naar de overige figu¬ren van de tekening, nader beschreven.
De vulling a wordt gevormd door een in gemonteerde toestandjuist binnen de rand van de schaal 2 vallende cirkelvormige draagplaat4 met een één geheel daarmede vormende mondstuksectie 6 en een op dezelaatste aansluitende, in hoofdzaak plat-cilindrisch uitgevoerde meng¬en wervelkamer 7.
De as van de mondstuksectie 6 en van de daarop aansluitende ka¬mer 7 valt samen met een in het bovenvlak van de draagplaat 4 gelegenen loodrecht op de schamieras 1 staande middellijn, terwijl het bo¬venste gedeelte van de van de mondstuksectie 6 afgekeerde eindrand 8van de kamer 7 is gelegen in een vlak, dat door het middelpunt van dedraagplaat gaat en loodrecht op die middellijn staat.
Het onder de draagplaat 4 gelegen gedeelte van de eindrand 8loopt over enige afstand in de richting van de schamieras 1 door tervorming van een cirkelboogvormig oplegdeel 8a (zie fig. 3) voor de nognader te beschrijven, tot de vulling b van het deel B behorende bodem-sectie.
Tussen de mondstuksectie 6 en de kamer 7 bevindt zich een geper¬foreerde scheidingswand 9. In de omtrekswand van de kamer zijn op tweediametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen ongeveer tangentiaal ge¬ richte luchtaanzuigkanalen 30 aanwezig, die samenwerken met in deschalen 2 en 3 aanwezige achterentreeopeningen 31 (zie fig.5, 2 en 7).De draagplaat 4 is voorts achter de kamer 7 tot nabij de amtreksrandvan de plaat, bij 10, uitgespaard. Langs de beide langsranden van deuitsparing 10 en wel loodrecht daarop gericht, strekken zich de met 11aangegeven leibanen uit, die dienen voor het opnemen en in dwarsrich-ting geleiden van de blokvormige naalddragers 12 (zie fig. 2). De lei¬banen 11 worden gevormd door naar boven gerichte uitstulpingen van dedraagplaat 4.
Op de vast met de draagplaat 4 verbonden binnenste mondstuksec-tie 6 bevindt zich een buitenste mondstuksectie 14, die over de mond¬stuksectie 6 kan worden verschoven tussen een ingeschoven stand (fig.1 en 3) en een uitgeschoven of gebruiksstand. Daartoe is aan weerszij¬den van de vaste mondstuksectie 6 een sleuf 13 in de draagplaat 4 uit¬gespaard, terwijl de buitenste mondstuksectie 14 met zijn onderstegedeelte door een passende uitsparing 15 in de schaal 2 steekt. Debuitenste mondstuksectie is daarbij voorzien van naar achteren uitste¬kende onderste en bovenste vingergreeplippen 32 en 33 (fig. 3 en 5),die in de ingeschoven stand van de mondstuksectie 14 aanliggen tegenrespectievelijk de dwarsbegrenzingsrand van de uitsparing 15 in deschaal 2 en tegen de dwarsbegrenz ingsrand van een soortgelijke, nog tebeschrijven uitsparing in de schaal 3 (fig. 3). In de ingeschovenstand liggen de buitenste eindranden van de binnenste en buitenstemondstuksecties 6 en 14 in één vlak en geheel binnen de buitenbegren¬zing van de schaal 2.
Met de buitenste mondstuksectie 14 is een uitwerptong 16 verbon¬den (zie fig. 2) die bij ingeschoven mondstuk (fig. 1 en 3) in hetachterste (nabij de schamieras 1 gelegen) deel van de uitsparing 10van de draagplaat 4 ligt en bij uitschuiven van de buitenste mondstuk¬sectie 14 door de sleuf 10 heen naar voren wordt meegenomen. De uit¬werptong 16 is aan de buitenste mondstuksectie 14 bevestigd door mid¬del van een verbindingsjuk 17 (zie fig. 2), dat in gemonteerde toe¬stand onder de draagplaat 4 ligt en daarom een weinig onder het hori¬zontale middenlangsvlak van de mondstuksectie 14 is aangebracht. Bijvervaardiging uit kunststof kan het verbindingsjuk 17 voldoende tenopzichte van de mondstuksectie 14 uitbuigen om met de draagplaat 4 teworden samengevoegd.
Zoals in het bijzonder in fig. 2 is te zien, zijn in de boven¬vlakken van de benen 18 van het verbindingsjuk 17 geleidingsgroeven 19 aangebracht, waarin geleidingstappen 20 reiken, die uitsteken vanaf deonderzijde van de naalddragers 12.
De vulling b van het deel B bestaat uit een in hoofdzaak cirkel¬vormige draagplaat 5, die in gemonteerde toestand binnen de rand vande schaal 3 valt en die voorzien is van een met een sleuf 21 in deschaal 3 corresponderende sleuf 22 voor het doorlaten respectievelijkopnemen van het boven de draagplaat 4 van het deel A uitstekende ge¬deelte van de buitenste mondstuksectie 14. De draagplaat 5 heeftvoorts een met de sleuf 10 in de draagplaat 4 corresponderende sleuf23, alsmede uitsparingen 24 voor het opnemen van de de leibanen 11voor de naalddragers bevattende uitstulpingen van de draagplaat 4.
De draagplaat 5 vormt één geheel met een bodemsectie 25, diedient om in gesloten toestand van de inrichting de achterzijde van demengkamer 7 in het deel A af te sluiten. Het van de schamieras 1 af¬gekeerd liggende kopvlak van de bodemsectie 25 is daartoe gelegen ineen vlak, dat in gesloten toestand van de inrichting aansluit tegendat door de achterste eindrand van de kamer 7. Het betreft hier eengedeelte van een cilinderoppervlak rond de schamieras 1. In geslotentoestand van de inrichting ligt de bodemsectie 25 voorts aan op hetnaar achteren uitstékende oplegdeel 8a van de meng- en wervelkamer 7.In de bodemsectie 25 is een in het genoemde kopvlak uitmondende holte26 aangebracht, waarvan de vorm is aangepast aan die van de langsdoor-snede van een staafvormige capsule met afgeronde einden. In de wandvan de holte 26 zijn plaatselijk "knelpunten'· geformeerd in de vormvan in de inbrengrichting verlopende ribben 35 (fig. 3 en 4), die eenlicht klemmende zitting van de capsule C in de holte 26 bewerkstelli¬gen. De langsas van de holte 26 verloopt volgens een diameter van debodemsectie 25 en evenwijdig aan de schamieras 1. Bij gesloten in¬richting valt deze as samen met de gemeenschappelijke as van de doorde blokjes 12 in de leibanen 11 gedragen doorpriknaalden. In de sferi-sche eindwanden van de holte 26 bevinden zich op deze langsas gelegendoorlaatopeningen 27 voor de doorpriknaalden 28.
De holte 26 loopt naar achteren toe uit in een doorlaatspleet 40van de eerdergenoemde uitwerptong 16.
De beschreven inrichting is voorts geschikt voor het opnemen vaneen voorraad capsules. In principe is daarvoor al die ruimte binnentezamen geklapte schalen 2 en 3 beschikbaar, die niet reeds door demondstuksecties, de mengkamer, de bodemsectie en de naalddragers wordtingenomen. In de buiten deze onderdelen gelegen zones van de in geslo¬ ten toestand op elkaar liggende draagplaten 4 en 5 kunnen daartoe aande langsdoorsnede vorm van de capsules aangepaste uitsparingen wordenaangebracht. Een detail hiervan is te zien in fig. 4, waar een voor¬raad capsule C' is opgenomen in een ruim gedimensioneerde uitsparing36 van de draagplaat 4 en daarin klemmend wordt vastgehouden door vande randen van die uitsparing uitstekende ribben 37. De capsule ligtdaarbij op een aan de binnenzijde van de schaal 2 aangebrachte dwars-ribbe 38, die bij het uitnemen van de capsule, na openen van het deelB, als kantelrihbe kan dienen en aldus het uitnemen vergemakkelijkt(zie fig. 6)
De in de tekening als voorkeursuitvoering weergegeven inhaleer-inrichting vormt in gesloten en ingeschoven toestand een compact enbetrekkelijk plat voorwerp, waarvan de omvang nauwelijks uitgaat bovendie van een klassiek zakhorloge of poederdoos, zodat het comfortabelin de kleding kan worden meegedragen. De voor het gebruik van de inha¬leer inrichting te verrichten handelingen behoeven nauwelijks aanwij¬zing. Het openen van het "doosje" en het inleggen van een capsule zijnvanzelfsprekende handelingen, evenals het tussen duim en wijsvingernemen van de vingergreeplippen 32 en 33 om het mondstuk uit te trekkenen in de mond te kunnen nemen.
Het uitschuiven van het mondstuk gaat daarbij gepaard met hetdoorprikken van de capsuleeinden. Onder verwijzing naar fig. 2 zal hetduidelijk zijn, dat ongeveer halverwege de uitschuifbeweging, wanneerde geleidetappen 20 van de naalddragers 12 zich in de naar binnen ge¬keerde bochten van de geleidebanen 19 bevinden, de naalden 28 geheelzijn ingestoken en dat zij daarna, bij het verder uitschuiven, weerworden teruggetrokken. In de laatste fase van de uitschuifbeweging,wanneer de naalden reeds uit de capsule zijn teruggetrokken, steekt deuitwerptong 16 door de doorlaatspleet 40 in de bodemsectie 25 om dedoorgeprikte capsule vanuit de bodemsectie 25 in de mengkamer 7 tewerpen.
De betrekkelijk platte vorm vergemakkelijkt het hanteren tijdenshet inhaleren, waarbij de opzij van het uitgeschoven mondstuk gelegenwanddelen een een optimaal gébruik bevorderend aanslagvlak voor delippen vormen.
De werking bij het inhaleren komt voor het overige overeen metdie van de bekende inrichting. Door de tangentiale luchtkanalen in dekamer 7 gezogen omgevingslucht doet de capsule in de kamer ronddraai¬en, waarbij het poedervormige materiaal uit de capsule wordt geslin¬ gerd en zich met de lucht in de kamer 7 mengt, zodat een lucht-poeder-mengsel wordt ingeademd.
De beschreven inrichting leent zich voorts in het bijzonder vooruitvoering in een geschikte kunststof.
Claims (7)
1. Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormigecapsules verpakte poedervormige stoffen, bestaande uit twee ten op¬zichte van elkaar draaibare delen en voorzien van een in dwarsdoorsne¬de in hoofdzaak cilindrische mengkamer met tangentiaal gerichte lucht-inlaatopeningen, welke mengkamer aan het ene kopse einde aansluit opeen mondstuk en aan het andere kopse einde in verbinding staat met eenaan de langsdoorsnedevorm van een capsule aangepaste, diametraal tenopzichte van de mengkamer gerichte capsule-opneemholte, van welke hol¬te tenminste één langseinde een doorlaatopening heeft voor een indwarsrichting (= langsrichting van de capsule-opneemholte) heen enweer beweegbare doorpriknaald, en waarbij het het mondstuk bevattendedeel ten opzichte van het de capsule-opneemholte bevattend deel van deinrichting draaibaar is tussen een gesloten gébruiksstand en een hetinbrengen van een capsule toelatende geopende stand, met het kenmerk,dat het mondstuk één geheel vormt met de mengkamer en de capsule-op¬neemholte is aangebracht in een de mengkamer in de gesloten gébruiks¬stand afsluitende, van het andere deel van de inrichting deeluitmaken¬de bodemsectie.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schar-nieras tussen de beide delen van de inrichting in een middenlangsvlakvan het mondstuk, dwars op de lengteas daarvan is gelegen en wel aande van het vrije mondstukeinde afgekeerde zijde van de mengkamer.
3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de door-priknaald in het de schamieras bevattende middenlangsvlak van hetmondstuk is gelegen en is ondergebracht in het het mondstuk en demengkamer bevattende deel van de inrichting, terwijl het mondstuk uit¬schuifbaar is uitgevoerd en een geleidebaan voor de doorpriknaalddraagt, een en ander zodanig, dat bij het uitschuiven van het mondstukvanuit de ingeschoven positie, de naald eerst van buiten naar binnenen vervolgens weer naar buiten wordt bewogen.
4. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het uit-schuifbare gedeelte van het mondstuk daarnaast nog een uitwerpgedeeltedraagt, dat in het genoemde middenlangsvlak is gelegen en bij inge-schoven mondstuk en gesloten inrichting op enige afstand achter eencorresponderende spleet in de de capsule-opneemholte bevattende bodem¬sectie ligt en in de eindfase van de uitschuifbeweging van het mond¬stuk door deze spleet heen in de opneemholte treedt.
5. Inrichting volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het mondstuk met de mengkamer deel uit maken van een nagenoeg via hun mid-denlangsvlak gelegen draagplaat, die valt binnen de omtreksrand vaneen schaalvormig doosdeel, terwijl de bodemsectie deel uit maakt vaneen tweede, nagenoeg in zijn middenlangsvlak gelegen draagplaat, dievalt binnen de omtreksrand van een tweede schaalvormig doosdeel, datdoor de opzij gelegen schamieras met het eerste schaalvormige deel isverbonden, zodanig, dat bij gesloten doos de beide draagplaten op el¬kaar sluiten.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat in de beideschaaldelen uitsparingen zijn aangebracht, waardoor de aan weerszijdenvan het middenlangsvlak gelegen wannddelen van het verschuifbare mond-stukdeel naar buiten steken.
7. Inrichting volgens conclusies 5-6, met het kenmerk dat in debuiten de mondstuk- en bodemsecties gelegen zones van de draagplatenuitsparingen aanwezig zijn voor het opnemen van voorraad-capsules.
Priority Applications (15)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9002706A NL9002706A (nl) | 1990-12-10 | 1990-12-10 | Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormige stoffen. |
CA002075501A CA2075501A1 (en) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | Device for use with the inhalation of powdered materials contained in rod-shaped capsules |
US07/924,020 US5320095A (en) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | Device for use with the inhalation of powdered materials contained in rod-shaped capsules |
AT91203235T ATE151649T1 (de) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | Vorrichtung zur inhalation von in kapseln enthaltenen pulverförmigen produkten |
KR1019920701919A KR920703142A (ko) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | 봉형 캡슐에 포함되어 있는 분말 재료의 흡입에 사용되는 장치 |
DE69125695T DE69125695T2 (de) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | Vorrichtung zur Inhalation von in Kapseln enthaltenen pulverförmigen Produkten |
ES91203235T ES2102993T3 (es) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | Dispositivo para uso con la inhalacion de materiales pulverizados contenidos en capsulas con forma de varilla. |
PCT/NL1991/000259 WO1992010230A1 (en) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | A device for use with the inhalation of powdered materials contained in rod-shaped capsules |
EP91203235A EP0491426B1 (en) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | A device for use with the inhalation of powdered materials contained in rod-shaped capsules |
JP4501482A JPH05504707A (ja) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | ロッド状カプセルに入った粉末状物質の吸入用装置 |
AU91112/91A AU655792B2 (en) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | A device for use with the inhalation of powdered materials contained in rod-shaped capsules |
DK91203235.6T DK0491426T3 (da) | 1990-12-10 | 1991-12-10 | Indretning til brug ved inhalering af pulverformet materiale indeholdt i stavformede kapsler. |
FI923551A FI923551A (fi) | 1990-12-10 | 1992-08-07 | Anordning foer anvaendning med andning av pulverformiga material bevarat i staongformiga kapslar. |
NO923106A NO302930B1 (no) | 1990-12-10 | 1992-08-07 | Anordning til benyttelse ved inhalasjon av pulverformede materialer inneholdt i stavformede kapsler |
GR970400795T GR3023168T3 (en) | 1990-12-10 | 1997-04-17 | A device for use with the inhalation of powdered materials contained in rod-shaped capsules |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9002706A NL9002706A (nl) | 1990-12-10 | 1990-12-10 | Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormige stoffen. |
NL9002706 | 1990-12-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9002706A true NL9002706A (nl) | 1992-07-01 |
Family
ID=19858115
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9002706A NL9002706A (nl) | 1990-12-10 | 1990-12-10 | Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormige stoffen. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5320095A (nl) |
EP (1) | EP0491426B1 (nl) |
JP (1) | JPH05504707A (nl) |
KR (1) | KR920703142A (nl) |
AT (1) | ATE151649T1 (nl) |
AU (1) | AU655792B2 (nl) |
CA (1) | CA2075501A1 (nl) |
DE (1) | DE69125695T2 (nl) |
DK (1) | DK0491426T3 (nl) |
ES (1) | ES2102993T3 (nl) |
FI (1) | FI923551A (nl) |
GR (1) | GR3023168T3 (nl) |
NL (1) | NL9002706A (nl) |
NO (1) | NO302930B1 (nl) |
WO (1) | WO1992010230A1 (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
TW197380B (nl) * | 1990-03-02 | 1993-01-01 | Glaxo Group Ltd | |
SK280967B6 (sk) * | 1990-03-02 | 2000-10-09 | Glaxo Group Limited | Inhalačný prístroj |
BR9106690A (pt) * | 1991-04-15 | 1993-06-29 | Huhtamaeki Yhthymae Oy | Disposicao para medir uma dose de medicamentos pulverulento para inalacao e aparelho de inalacao dotado do mesmo |
AUPM411494A0 (en) * | 1994-02-25 | 1994-03-24 | Central Sydney Area Health Service | Method and device for the provocation of upper or lower airway narrowing and/or the induction of sputum |
US6672304B1 (en) | 1995-06-08 | 2004-01-06 | Innovative Devices, Llc | Inhalation actuated device for use with metered dose inhalers (MDIs) |
US5669378A (en) * | 1995-12-21 | 1997-09-23 | Pera; Ivo | Inhaling device |
SE9801114D0 (sv) * | 1998-03-30 | 1998-03-30 | Astra Ab | Inhalation device |
DE19942080A1 (de) * | 1999-09-03 | 2001-03-08 | Inamed Gmbh | Inhaliergerät |
SE517229C2 (sv) * | 2000-09-25 | 2002-05-14 | Microdrug Ag | Kontinuerlig inhalator för torrt pulver |
WO2002092154A1 (en) | 2001-04-26 | 2002-11-21 | New England Pharmaceuticals, Inc. | Metered dose delivery device for liquid and powder agents |
GR1004350B (el) | 2002-03-29 | 2003-09-26 | Συσκευη εισπνοων ξηρης σκονης | |
ES2564165T3 (es) * | 2003-04-09 | 2016-03-18 | Novartis Ag | Aparato de aerosolización con guía de alineación para la perforación de la cápsula |
GB0317374D0 (en) | 2003-07-24 | 2003-08-27 | Glaxo Group Ltd | Medicament dispenser |
GB0418278D0 (en) * | 2004-08-16 | 2004-09-15 | Glaxo Group Ltd | Medicament dispenser |
MX2007005522A (es) † | 2004-11-10 | 2007-07-05 | Cipla Ltd | Inhalador. |
GB0507711D0 (en) | 2005-04-15 | 2005-05-25 | Vectura Group Plc | Improved blister piercing |
GB0515584D0 (en) * | 2005-07-28 | 2005-09-07 | Glaxo Group Ltd | Medicament dispenser |
DE102006010089A1 (de) * | 2006-02-24 | 2007-10-18 | Aha-Kunststofftechnik Gmbh | Trockenpulver-Inhalator |
GB0622827D0 (en) * | 2006-11-15 | 2006-12-27 | Glaxo Group Ltd | Sheet driver for use in a drug dispenser |
DE102007040366A1 (de) | 2007-08-17 | 2009-02-19 | Aha Kunststofftechnik Gmbh | Trockenpulver-Inhalator |
WO2009046215A2 (en) * | 2007-10-02 | 2009-04-09 | Lab International Srl | Safety and abuse deterrent improved device |
EP2230934B8 (en) | 2007-12-14 | 2012-10-24 | AeroDesigns, Inc | Delivering aerosolizable food products |
TR200803525A2 (tr) * | 2008-05-16 | 2009-12-21 | Bi̇lgi̇ç Mahmut | Toz ilaç soluma cihazı. |
GB0901520D0 (en) * | 2009-01-30 | 2009-03-11 | Vectura Delivery Devices Ltd | Inhaler |
WO2013016784A1 (en) | 2011-08-04 | 2013-02-07 | Victor Esteve | Dry powder inhaler |
GB201301192D0 (en) | 2013-01-23 | 2013-03-06 | Vectura Delivery Devices Ltd | A blister piercing element for a dry powder inhaler |
RU2629241C2 (ru) | 2013-07-16 | 2017-08-28 | Эмпасиш Импортадора Эшпортадора И Дистрибуидора Ди Эмбалахенс Лтда | Порошковый ингалятор |
PL2944205T3 (pl) * | 2014-05-15 | 2019-10-31 | Fontem Holdings 1 Bv | Elektroniczne urządzenie dla palaczy oraz ustnik |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2517482A (en) * | 1949-04-09 | 1950-08-01 | Sharp & Dohme Inc | Inhaler |
DE2346914C3 (de) * | 1973-09-18 | 1980-10-16 | Paul Ritzau Pari-Werk, Gmbh & Co, 8130 Starnberg | Inhalator für pulverförmige Substanzen |
IT1016489B (it) * | 1974-03-18 | 1977-05-30 | Isf Spa | Inalatore |
GB1562732A (en) * | 1976-02-10 | 1980-03-12 | Allen & Hanburys Ltd | Device for dispensing medicaments |
DE2960616D1 (en) * | 1978-05-03 | 1981-11-12 | Fisons Plc | Inhalation device |
GB2061735B (en) * | 1979-10-30 | 1983-11-30 | Riker Laboratories Inc | Breath actuated device for administration of powdered medicaments by inhalation |
DE3167567D1 (en) * | 1980-06-06 | 1985-01-17 | Fisons Plc | Inhalation device for powdered medicaments |
IN160851B (nl) * | 1982-10-08 | 1987-08-08 | Glaxo Group Ltd | |
NL8601949A (nl) * | 1985-07-30 | 1987-02-16 | Glaxo Group Ltd | Inrichtingen voor het toedienen van medicamenten aan patienten. |
IT1222509B (it) * | 1987-08-17 | 1990-09-05 | Miat Spa | Insufflatore per la somministrazione di farmaci sotto forma di polvere predosata in opercoli |
GB8804069D0 (en) * | 1988-02-22 | 1988-03-23 | Britains Petite Ltd | Dispensers for powdered medication |
-
1990
- 1990-12-10 NL NL9002706A patent/NL9002706A/nl not_active Application Discontinuation
-
1991
- 1991-12-10 ES ES91203235T patent/ES2102993T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1991-12-10 US US07/924,020 patent/US5320095A/en not_active Expired - Fee Related
- 1991-12-10 AT AT91203235T patent/ATE151649T1/de not_active IP Right Cessation
- 1991-12-10 DK DK91203235.6T patent/DK0491426T3/da active
- 1991-12-10 WO PCT/NL1991/000259 patent/WO1992010230A1/en active Application Filing
- 1991-12-10 JP JP4501482A patent/JPH05504707A/ja active Pending
- 1991-12-10 KR KR1019920701919A patent/KR920703142A/ko active IP Right Grant
- 1991-12-10 AU AU91112/91A patent/AU655792B2/en not_active Ceased
- 1991-12-10 DE DE69125695T patent/DE69125695T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1991-12-10 CA CA002075501A patent/CA2075501A1/en not_active Abandoned
- 1991-12-10 EP EP91203235A patent/EP0491426B1/en not_active Expired - Lifetime
-
1992
- 1992-08-07 FI FI923551A patent/FI923551A/fi not_active Application Discontinuation
- 1992-08-07 NO NO923106A patent/NO302930B1/no unknown
-
1997
- 1997-04-17 GR GR970400795T patent/GR3023168T3/el unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU9111291A (en) | 1992-07-08 |
DE69125695T2 (de) | 1997-11-13 |
NO302930B1 (no) | 1998-05-11 |
ATE151649T1 (de) | 1997-05-15 |
AU655792B2 (en) | 1995-01-12 |
KR920703142A (ko) | 1992-12-17 |
NO923106L (no) | 1992-10-07 |
DK0491426T3 (da) | 1997-10-27 |
NO923106D0 (no) | 1992-08-07 |
US5320095A (en) | 1994-06-14 |
EP0491426B1 (en) | 1997-04-16 |
JPH05504707A (ja) | 1993-07-22 |
EP0491426A1 (en) | 1992-06-24 |
FI923551A0 (fi) | 1992-08-07 |
ES2102993T3 (es) | 1997-08-16 |
CA2075501A1 (en) | 1992-06-11 |
DE69125695D1 (de) | 1997-05-22 |
WO1992010230A1 (en) | 1992-06-25 |
GR3023168T3 (en) | 1997-07-30 |
FI923551A (fi) | 1992-08-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9002706A (nl) | Inrichting ten gebruike bij het inhaleren van in staafvormige capsules verpakte poedervormige stoffen. | |
FI71488C (fi) | Inhalationsanordning foer pulverartade laekemedel. | |
RU2097069C1 (ru) | Устройство для ингаляции | |
CZ282478B6 (cs) | Inhalátor | |
US4210140A (en) | Device for dispensing medicaments | |
US4064878A (en) | Inhalation device | |
NL8006631A (nl) | Toestel voor het afgeven van medicamenten. | |
JPH05192404A (ja) | 脱着可能に密閉された容器から微細分割物質を口または鼻に吸入する装置 | |
US7275537B2 (en) | Device for delivering physiologically active agent in powdered form | |
HU214476B (hu) | Aerosol inhaláló eszköz | |
RU98101190A (ru) | Кассета для фармацевтического порошкового препарата, в частности, для порошковых ингаляторов и ингалятор для его использования | |
HU225186B1 (hu) | Porinhaláló eszköz és eljárás | |
HU220472B1 (hu) | Eljárás és készülék por aeroszolosítására, valamint a készülékben alkalmazott adagolócső-egység | |
JP2002541988A (ja) | 粉末吸入器 | |
EP0506292A1 (en) | Inhaler | |
NL1013387C2 (nl) | Inrichting voor het toedienen van medicament. | |
CN119486776A (zh) | 吸入器 | |
JP2005007020A (ja) | 粉状物振出容器 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |