NL9001758A

NL9001758A - Stelsel voor het afdekken van een onderdorpel.

Info

Publication number: NL9001758A
Application number: NL9001758A
Authority: NL
Original assignee: Teha Ter Huurne Elementenbouw
Priority date: 1990-08-02
Filing date: 1990-08-02
Publication date: 1992-03-02
Also published as: DE4124992A1

Description

Stelsel voor het afdekken van een onderdorpel.

De uitvinding heeft betrekking op een stelsel bestaande uit een tussen een onderdorpel en een evenwijdig daarmee verlopend profielstuk aan te brengen afdekprofiel.

Kozijnen, en met name houten kozijnen, hebben veel te lijden van de weersomstandigheden. Vooral vocht maar ook zonlicht kan het verfwerk en vervolgens het hout aantasten.

De onderdorpels van een kozijn zijn daar bijzonder gevoelig voor aangezien het water er niet afloopt, zoals bij de stijlen van een kozijn, maar erop blijft staan. Daarnaast schijnt ook de zon er vaak op, waardoor de verflaag eveneens aangetast wordt. De punten waarop dorpels en stijlen op elkaar aansluiten zijn kwetsbaar, omdat water op deze punten tussen stijl en dorpel kan lopen en van binnenuit het hout kan aantasten. Om dergelijke problemen te voorkomen worden met name onderdorpels vaak afgedekt met een metalen, bij voorkeur aluminium, profiel. Dit lost het probleem weliswaar gedeeltelijk op, maar wanneer vocht tussen het afdekprofiel en de dorpel geraakt, bijvoorbeeld door een slechte aansluiting tussen afdekprofiel en stijl worden de verflagen en het hout alsnog aangetast.

De uitvinding beoogt een oplossing voor het bovengenoemde probleem te verschaffen.

Dit wordt door de uitvinding bereikt door een stelsel van het in de aanhef genoemde type voorzien van voor het tot stand brengen van een klikverbinding samenwerkende bevestigingsmiddelen, omvattende met de onderdorpel verbonden buigzame klikorganen en middelen voor het opwekken van een voorspanning tussen het afdekprofiel en het profielstuk. De klikorganen hebben een tweeledige funktie. Enerzijds vereenvoudigen zij de bevestiging van het afdekprofiel aan de onderdorpel. Daarnaast ontstaat door de klikorganen een spieetvormige opening tussen afdekprofiel en onderdorpel voor het enerzijds afvoeren van eventueel daartussen geraakt water en het anderzijds doorlaten van een luchtstroom voor het drogen van de onderdorpel. De middelen voor het opwekken van een voorspanning vormen bij voorkeur tevens de eindafdichting van het afdekprofiel ten opzichte van de stijl van het kozijn.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin:

Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een vastglaskozijn voorzien van een stelsel volgens de uitvinding is, waarin het klikorgaan zichtbaar is;

Figuur 2 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht is van een vastglaskozijn voorzien van een stelsel volgens de uitvinding is, waarin de eindafdichting zichtbaar is;

Figuur 3 een perspectivisch aanzicht is van een voorbeeld van een afdekprofiel met bijbehorende eindafdichting;

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht is van een bevestigd afdekprofiel met de bijbehorende eindafdichting;

Figuur 5 een perspectivisch aanzicht is van een raamkozijn dat geopend kan worden;

Figuur 6 een dwarsdoorsnede is van een afdekprofiel op het vaste deel van het raamkozijn uit figuur 5; en

Figuur 7 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een afdekprofiel op het bewegende deel van het raamkozijn uit figuur 5 is.

Overeenkomstige verwijzingscijfers verwijzen naar overeenkomstige onderdelen.

Figuur 1 toont een onderdorpel 1 van een vastglaskozijn. Het afdekprofiel 2 is vastgeklikt op een klikorgaan 3, dat door middel van een schroef 4 bevestigd is op de onderdorpel l. Een opstaande rand 5 valt achter het uitsteeksel 6 van een profielstuk 7. In het profielstuk 7 is een sleufvormige uitsparing 8 aangebracht voor het doorlaten van een luchtstroom 9 naar de ruimte 10 tussen het profielstuk 7 en de ruit. Doordat het afdekprofiel 2 vrijligt van de onderdorpel 1 kan een luchtstroom 12 de ruimte 13 tussen het afdekprofiel 2 en het profielstuk 7 bereiken. Het profielstuk 7 is tevens voorzien van uitsparingen 11 voor het doorlaten van de luchtstroom 12 naar de ruimte 14, die ingesloten wordt door de onderdorpel 1 en het profielstuk 7. De luchtstromen 9 en 12 zorgen voor het drogen van de ruimten 10, 13 en 14 in het geval van daarin geraakt vocht. Het profielstuk doet bij een dergelijk vastglaskozijn dienst als glasprofiel.

Figuur 2 toont hetzelfde stelsel als in figuur 1 ter plaatse van de aansluiting van de onderdorpel 1 op de stijl 15 van het kozijn. De middelen 16 voor het opwekken van een voorspanning tussen het afdekprofiel 2 en het profielstuk i 7 doen tevens dienst als eindafdichting van het afdekprofiel 2 ten opzichte van een stijl 15. De eindafdichting 16 omvat een het afdekprofiel 2 opnemend gedeelte 17, waarin een sleufvormige uitsparing 18 voorzien is, waarin passend het afdekprofiel 2 valt. Blok 19 is het de voorspanning opwekkend i deel van de eindafdichting 16. Blok '20 steunt af op de onderdorpel 1 en ondersteunt het afdekprofiel 2. Een lip 21 ten slotte, verzorgt de afdichting van het afdekprofiel 2 ten opzichte van de stijl 15. Het profielstuk 7 wordt t.o.v. de stijl 15 afgedicht door middel van een afdichting 45. i Figuur 3 toont het afdekprofiel 2 en de eindafdichting 16 vanaf de onderzijde. Zichtbaar zijn het de voorspanning opwekkend blok 19, de het afdekprofiel opnemende deel 17 met daarin de uitsparing 18 en het het afdekprofiel 2 ondersteunende blok 20.

t i Figuur 4 laat de eindafdichting 16 in perspectief zien. Zichtbaar is.hoe het blok 19 tussen afdekprofiel 2 en profiel 7 valt. Het deel 17 omvat het afdekprofiel 2. De lip 21 verzorgt de daadwerkelijke afdichting.

Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van de i buitenzijde van een raamkozijn dat naar binnen geopend kan worden. Het kozijn bestaat uit een vast deel 33 en een bewegend deel 34. De onderdorpel 28 van het vaste deel 33 is afgedekt door een afdekprofiel 22, dat achter profielstuk 26 gehaakt is. De uiteinden van het afdekprofiel 22 zijn voor-i zien van eindafdichtingen 35 welke een lip 32 bevatten voor het afdichten van het afdekprofiel 22 ten opzichte van de stijl 36. Het bewegende deel 34 is eveneens voorzien van een over de onderdorpel daarvan aangebracht afdekprofiel 37, wel ke ten opzichte van de stijl 38 afgedicht wordt door eindaf-dichtingen 39.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede van het afdek-profiel 22 van de vaste onderdorpel 28. Een afdekprofiel 22 zit vastgeklikt op een klikorgaan 23 en haakt met zijn opstaande deel 24 achter een uitsteeksel 25 van een profielstuk 26. Een luchtstroom 27 stroomt door een opening tussen het afdekprofiel 22 en de onderdorpel 28 langs het klikorgaan 23 onder het afdekprofiel 22 door. Luchtstroom 29 stroomt de ruimte welke ingesloten wordt tussen het profielstuk 26 en kozijndeel 30 binnen. Het einddeel van het afdekprofiel 22 wordt passend opgenomen in een eindafdichting 31, welke voorzien is van een afdichtende lip 32.

Figuur 7 is een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van het afdekprofiel 37, dat is aangebracht over de bewegende onderdorpel 40 van het bewegende deel 34 van het raamkozijn uit figuur 5. Het afdekprofiel 37 is bevestigd op klikorganen 41. Het glasprofiel 42 is een buigzaam profielstuk, waarin het afdekprofiel met zijn lange zijde is opgenomen. De eindafdichting van het afdekprofiel 37 ten opzichte van de stijl 38 vertoont een afdichtende lip 44 en is voorzien van een groef 43 voor het daarin opnemen van het afdekprofiel 37.

Claims

1. Stelsel bestaande uit een tussen een onderdorpel en een evenwijdig daarmee verlopend profielstuk (7, 26) aan te brengen afdekprofiel (2, 31) en voor het tot stand brengen van een klikverbinding samenwerkende bevestigingsmiddelen, omvattende met de onderdorpel verbonden buigzame klikorganen (3, 23) en middelen voor het opwekken van een voorspanning (19) tussen het afdekprofiel (2, 31) en het profielstuk (7, 26).

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klikorganen (3, 23) de vorm van een hoekprofiel hebben.

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van de voorspanning bestaan uit een blok van veerkrachtig materiaal.

4. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het blok tevens de eindafdichting (16) vormt van het afdekprofiel (2, 31) ten opzichte van de stijl (15) van het kozijn.

5. Stelsel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk. dat het blok de vorm heeft van een tweemaal omgezet hoekprofiel.

6. Stelsel volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de klikorganen.(3, 23) voorzien zijn voor een schroefgat voor het op de onderdorpel vastzetten daarvan.

7. Kozijn voorzien van een stelsel volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het afdekprofiel door tussenkomst van de klikorganen (3, 23) onder vrijlating van een spieetvormige opening met onderdorpel verbonden is.

8. Raamkozijn voorzien van een stelsel volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het profielstuk (7, 26) dienst doet als glasprofiel.