[go: up one dir, main page]

NL9000153A - Behandelingswerkwijze. - Google Patents

Behandelingswerkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL9000153A
NL9000153A NL9000153A NL9000153A NL9000153A NL 9000153 A NL9000153 A NL 9000153A NL 9000153 A NL9000153 A NL 9000153A NL 9000153 A NL9000153 A NL 9000153A NL 9000153 A NL9000153 A NL 9000153A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
monomer
inorganic powder
powder
amount
process according
Prior art date
Application number
NL9000153A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tioxide Group Plc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tioxide Group Plc filed Critical Tioxide Group Plc
Publication of NL9000153A publication Critical patent/NL9000153A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08KUse of inorganic or non-macromolecular organic substances as compounding ingredients
    • C08K9/00Use of pretreated ingredients
    • C08K9/08Ingredients agglomerated by treatment with a binding agent

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Pigments, Carbon Blacks, Or Wood Stains (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Polymerisation Methods In General (AREA)
  • Manufacturing Of Micro-Capsules (AREA)
  • Compounds Of Alkaline-Earth Elements, Aluminum Or Rare-Earth Metals (AREA)

Description

Behandelingswerkwijze.
Deze uitvinding heeft betrekking op een behandelingswerkwijze en in het bijzonder op de behandeling van een anorganisch poeder met een organisch materiaal.
Volgens de onderhavige uitvinding omvat een werkwijze voor de behandeling van een anorganisch poeder het polymeriseren van een reactiemengsel van een ethenisch onverzadigd monomeer bij aanwezigheid van een gedispergeerd anorganisch poeder met een kationische lading aan het oppervlak van de deeltjes ervan, waarbij het monomeer aanwezig is in een hoeveelheid van niet 'meer dan 200% op het gewicht van het poeder, en onderwerpen van het genoemde monomeer en het poeder aan de inwerking van ultrasone trillingen gedurende tenminste een deel van de polymerisatie van dat monomeer zodat de deeltjes met gepolymeri-seerd monomeer worden bekleed.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bekleden van deeltjes van een anorganisch polymeer met een organisch polymeer. Deze werkwijze vermindert de eventuele hoeveelheid gevormd vrij polymeer die geen deel uitmaakt van een bekleding tot een minimum en ogenschijnlijk is de verkregen bekleding dikker dan die welke wordt verkregen met een werkwijze waarbij geen ultrasone trillingen worden gebruikt. De produkten zijn goed gedispergeerd en aggregatie is minimaal.
Algemeen gesproken omvat de werkwijze het eerst bereiden van een dispersie, gewoonlijk een waterige dispersie, van het te bekleden anorganische poeder en, zonodig, het modificeren van de deeltjes ervan zodat het oppervlak daarvan een kationische lading draagt. Gewoonlijk wordt dan een ethenisch onverzadigd monomeer aan de dispersie van het anorganische poeder toegevoegd en wordt de polymerisatie op gang gebracht met een daarvoor geschikte techniek. Gedurende tenminste een deel van de polymerisatie wordt de dispersie van het anorganische poeder onderworpen aan ultrasone trillingen die de hiervoor genoemde gunstige effecten hebben. Om de vorming van vrij polymeer verder tot een minimum te beperken, moet de hoeveelheid monomeer niet groter zijn dan 200 gew.% van het anorganische poeder.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt voor het bekleden van de deeltjes van elk willekeurig anorga nisch poeder, maar die welke het belangrijkst zijn, zijn de anorganische pigmenten, versnijmiddelen en vulstoffen. In het bijzonder anorganische pigmenten blijken het best bruikbaar te zijn bij de werkwijze en dergelijke pigmenten zijn titaandioxydepigmenten, aluminium-oxydepigmenten, antimoonoxyden, bariumpigmenten, calciumpigmenten, zirkoonpigmenten, chroompigmenten, ijzerpigmenten en magnesiumpigmen-ten. Versnijmiddelen en/of vulstoffen, zoals siliciumdioxyde, silicaten, aluminaten en in het bijzonder de verschillende kleisoorten kunnen eveneens met de werkwijze volgens de uitvinding worden behandeld. Mengsels van pigmenten en versnijmiddelen kunnen eveneens worden behandeld, evenals niet als pigment bruikbare vormen van de anorganische poeders die als pigmenten zijn genoemd. Bij de het meest bij voorkeur toegepaste werkwijze is het anorganische poeder titaandioxydepigment, bij voorkeur rutiel-titaandioxyde. Het anorganische poeder is bij voorkeur in fijnverdeelde vorm voordat het wordt bekleed en kan, zonodig, met geschikte middelen worden gemalen om die toestand te bereiken.
Bij de polymerisatie hebben de gedispergeerde anorganische poederdeeltjes een kationische lading op hun oppervlak. Gewoonlijk zal het anorganische poeder een echte behandeling vereisen met een geschikte verbinding om een dergelijke kationische lading tot stand te brengen, maar bij sommige typen poeders kan een kationische lading worden gevormd door de pH van een waterige dispersie van het poeder te verlagen tot een waarde beneden pH 7 door toevoegen van een zuur. Voor vele van de anorganische poeders is echter een echte behandeling met een middel voor het modificeren van de oppervlaktelading nodig.
In het algemeen wordt een dispersie van het anorganische poeder behandeld met een geschikt kation (kationen) en voorbeelden 3+ 2+ 4+ 2+ 2+ van dergelijke kationen zijn Al , Zn , Th , U-0 en Pd . Aan het gebruik van aluminiumzouten wordt echter de voorkeur gegeven vanwege hun kostprijs en de afmetingen van de ionen die klein is. Bij voorkeur is het middel voor het modificeren van de oppervlaktelading een alu-miniumzout van een anorganisch zuur, bijvoorbeeld aluminiumsulfaat of aluminiumchloride, maar bij voorkeur is het zout aluminiumnitraat. Desgewenst kan het anorganische middel voor het modificeren van de oppervlaktelading ten dele worden vervangen door of aangevuld door toepassing van een organische verbinding die in de betreffende dispersie kationisch is. Desgewenst kan de organische verbinding zelf een polymeriseerbaar monomeer zijn, maar niet-polymeriseerbare kat- ionische verbindingen kunnen (ook) worden gebruikt. Bij voorkeur is de organische verbinding een polyelektrolyt en geschikte verbindingen zijn proteïnecolloïden, kationische guargom, bepaalde polymeren van methacrylaten, vinylamine en vinylpyridine. Methacrylzuur kan desge-wenst/^aan de poederdispersie worden toegevoegd, gewoonlijk voorafgaand aan het middel voor het modificeren van het oppervlak.
De hoeveelheid oppervlaktelading modificerend middel behoeft slechts voldoende te zijn om de gewenste dichtheid aan kationische ladingen te bereiken en kan gemakkelijk worden bepaald door elektroforetische of andere methoden. In het algemeen zal de hoeveelheid middel voor het modificeren van de oppervlaktelading 2,5 tot 7,5 gew.% van bijvoorbeeld een aluminiumzout zijn, berekend op het gewicht aan anorganisch poeder, afhankelijk van het betreffende anorganische poeder dat moet worden behandeld en van de gewenste kationische lading.
Zoals vermeld wordt bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding een ethenisch onverzadigd monomeer gepolymeriseerd om de anorganische poederdeeltjes te bekleden met een polymeer of copoly-meer al naar gewenst is. Elk ethenisch onverzadigd monomeer dat in een emulsiepolymerisatiesysteem polymeriseerbaar is kan bij de onderhavige uitvinding worden gebruikt. Gewoonlijk is het gevormde polymeer bij voorkeur onoplosbaar in water en, zonodig kan het worden verknoopt met een geschikt verknopingsmiddel. Typische ethenisch onverzadigde monomeren zijn alifatische of aromatische verbindingen die een poly-meriseerbare onverzadigde groep bevatten, zoals de onverzadigde car-bonzuren of onverzadigde carbonzuuresters. Eén van de koolstofatomen die de dubbele binding vormt kan bij voorkeur twee waterstofatomen dragen en dergelijke verbindingen zullen vinylmonomeren worden genoemd. Typische monomeren die bruikbaar zijn, zijn zure monomeren zoals acryl-zuur, methacrylzuur, itaconzuur, maleïnezuur of het anhydride daarvan, fumaarzuur, crotonzuur. Esters van zure monomeren kunnen ook worden gebruikt, zoals methylacrylaat, ethylacrylaat, methylmethacrylaat, butylacrylaat en ethylmethacrylaat. Andere monomeren die gepolymeriseerd kunnen worden onder vorming van bekledingen zijn styreen, vi-nyltolueen, ö(-methylstyreen, etheen, vinylacetaat, vinylchloride, acrylonitrile en dergelijke.
Desgewenst kunnen twee of meer van de polymeriseerbare monomeren worden gecopolymeriseerd. Ook kan een verknopingsmiddel aanwezig zijn en typische (verknopings)middelen zijn di- of polyfunktionele ethenisch onverzadigde monomeren, bijvoorbeeld ethyleenglycoldimetha-crylaat, ethyleenglycoldiacrylaat, allylmethacrylaat, allylacrylaat, 1.3-butaandioldiacrylaat, divinylbenzeen of 1.3-butaandioldimethacry-laat. De hoeveelheid van een dergelijk verknopingsmiddel kan liggen in het traject van 10 tot 50 gew.% van dat middel op het totale gewicht aan gebruikt monomeer.
Zoals hiervoor vermeld is de hoeveelheid van het polymeri-seerbare ethenisch onverzadigd monomeer niet groter dan 200 gew.% van het anorganische poeder en bij voorkeur is die hoeveelheid niet groter dan 100 gew.%. Bij de werkwijze waaraan het meest de voorkeur wordt gegeven ligt de hoeveelheid van het polymeriseerbare ethenisch onverzadigde monomeer in het traject van 2 tot 25 gew.% van het anorganische poeder.
Het anorganische poeder zal gewoonlijk in het begin tot een waterige dispersie worden gevormd, zonodig met behulp van een disper-geermiddel. Deze dispersie kan desgewenst worden gemalen en daarna wordt aan de dispersie een eventueel noodzakelijk oppervlaktemodifice-rend^middel toegevoegd, gevolgd door, of voorafgegaan door, een wille-keurigegewenste organische polyelektrolyt of ander toevoegsel. Als het toevoegsel een organisch zuur is zoals methacrylzuur, kan ook een hoeveelheid van een verknopingsmiddel, zoals ethyleenglycoldimethacry-laat worden toegevoegd.
In de werkwijze volgens de uitvinding wordt het gekozen monomeer gewoonlijk, voorafgaand aan mengen met het anorganische poeder, tot een waterige emulsie gevormd door, zonodig, toepassen van een niet-ionisch of anionisch emulgeermiddel of mengsels daarvan om te helpen bij het emulgeren. Typische emulgeermiddelen zijn natriumdodecylben-zeensulfonaat en geëthoxyleerde alkylfenolen, zoals die waarin de alky lgroep een nonyl-, octyl- of decylgroep is. Andere bekende emulgeermiddelen kunnen ook worden gebruikt. Als de polymerisatie moet worden uitgevoerd bij aanwezigheid van een verknopingsmiddel voor het gekozen ethenisch onverzadigde monomeer of de monomeren, zal dit gewoonlijk, maar niet altijd afzonderlijk van de emulsie van het monomeer aan het anorganische poeder worden toegevoegd. Gewoonlijk wordt de polymeri satie op gang gebracht met een in water oplosbare initiator, bijvoor beeld een peroxyverbinding, een persulfaat, een peracetaat of een redoxinititator, bijvoorbeeld een zout van een persulfonzuur of een organisch hydroperoxyde of peroxyde in combinatie met een sulfiet, bisulfiet, hydrosulfiet of metaalformaldehydesulfoxylaat. De initiator wordt op een willekeurig geschikt tijdstip toegevoegd, bijvoorbeeld voorafgaand aan de toevoeging van het monomeer aan het anorganische poeder. Slechts een deel van de vereiste hoeveelheid inititator kan in het begin worden toegevoegd, gevolgd door de resterende noodzakelijke hoeveelheid of hoeveelheden op één of meer latere tijdstippen.
De polymerisatie van de toegevoegde monomeren wordt gewoonlijk uitgevoerd bij een verhoogde temperatuur en, afhankelijk van de omgevingstemperatuur in het traject van 25°C tot 80°C en gewoonlijk o o van 30 C tot 50 C. De polymerisatie wordt normaliter maar niet altijd uitgevoerd in een inerte atmosfeer, bijvoorbeeld onder een beschermende atmosfeer van een inert gas, bijvoorbeeld stikstof.
In de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt tenminste een deel van de polymerisatie uitgevoerd terwijl het mengsel van het monomeer en het anorganische poeder wordt onderworpen aan de inwerking van ultrasone trillingen. Gewoonlijk wordt dit bereikt door een ultrasone vibrator in het waterige mengsel te dompelen dat wordt gepolymeriseerd en bij voorkeur wordt het mengsel behandeld met de trillingen vanaf het begin van de polymerisatie. De ultrasone trillingen zijn die welke bekend staan als krachtige (met hoge energie opgewekte) ultrageluidtrillingen, waarvoor gewoonlijk frequenties worden gebruikt in het traject van 20 tot 50 kHz. Het werkelijke vermogen dat aan het mengsel wordt toegevoerd hangt af van de energietoevoer die gewenst is en van het volume van het mengsel dat wordt behandeld en gevonden werd dat de gunstigste resultaten worden verkregen door ultrasone trillingen met een betrekkelijk lage energie toe te passen. Bij voorkeur ligt de energie die aan het polymerisatie-mengsel wordt toegevoerd in het traject van 15 tot 60 watt per liter mengsel en liefst van 20 tot 30 watt per liter. In het algemeen ligt de hoeveelheid anorganisch poeder in het mengsel in het traject van 150 tot 300 g per liter en bij voorkeur van 200 tot 240 g per liter.
Het gebruik van lagere hoeveelheden energie in de vorm van ultrasone trillingen levert een meer gelijkmatige bekleding op voor zover het de bedekkingsgraad betreft. Grotere hoeveelheden energie geven een betere dispersie van de deeltjes van het anorganische poeder. Het gebruik van lage concentraties aan anorganisch poeder in de waterige dispersie verbetert ook de dikte en gelijkmatigheid van de bedekkende bekleding.
De beklede deeltjes die met de werkwijze volgens de uitvinding worden verkregen kunnen worden gebruikt als opaakmakende middelen in verven en andere media zoals in kunststoffen en inkten. De bekle ding levert een verbetering op van het dispergeren van het anorganische materiaal in organische media en vermindert in het algemeen ook de slijtende werking van het poeder op de apparatuur die dient voor het bereiden van kunststoffen die de poeders bevatten.
De uitvinding wordt toegelicht in de volgende voorbeelden.
Voorbeeld 1
De algemene werkwijze voor de bereiding van beklede anorganische poeders wordt in de hierna volgende genummerde trappen beschreven gedurende welke in het reactievat een atmosfeer van droge stikstof werd gehandhaafd.
Trap 1
Anorganisch poeder (190 g) werd afgewogen in een ketel van 1 1 en er werden 750 ml gedestilleerd water dat was doorgeblazen met N (30-60 min doorblazen met droge N ) aan toegevoegd. De suspensie 2 . werd 5-10 minuten bij 20 C geroerd.
Trap 2
Methacrylzuur (MA) (1,9 g) werd toegevoegd en het roeren werd 15 min bij 20°C voortgezet.
Trap 3
Al(NO^)2 (2,8 g) (A1N) werd toegevoegd en het roeren werd 10 minuten voortgezet.
Trap 4
Er werd ethyleenglycoldimethacrylaat {EDMA, 0,525 g) toegevoegd en de temperatuur werd verhoogd tot 40 C (20-30 min). Het roeren werd 15 min bij 40°C voortgezet.
Trap 5
Er werden verse oplossingen van 1% kaliumpersulfaat (0,25 g/25 ml, oplossing A) en 1% natriumbisulfiet (0,25 g/25 ml, oplossing B) bereid. Er werden 1,8 g oplossing A en 0,9 g oplossing B aan de ketel toegevoegd en het roeren werd 15 min voortgezet.
Trap 6
Methylmethacrylaat (MMA, 7,5 g) werd in water (100 ml) geëmulgeerd met behulp van een emulgeermiddel (EA) (0,38 g) onder toepassing van een ultrasone trilling/gevende sonde (5 min). De emulsie werd, onder roeren, in een periode van 15 min toegevoegd (in porties van 5 ml).
Trap 7
Er werd ethyleenglycoldimethacrylaat (0,41 g) toegevoegd o en de temperatuur werd tot 70 C verhoogd (45-65 min).
Trap 8
Er werden verdere porties van oplossing A (7,2 g) en oplossing B (3,6 g) toegevoegd en men liet het polymerisatiemengsel 4 uur bij 70°C staan.
Trap 9
Na 4 uur werd het produkt afgefiltreerd, uitgewassen met o water en 's nachts bij 70 C gedroogd.
Het emulgeermiddel was isooctylfenoxypolyethoxyethanol en was verkrijgbaar onder de handelsnaam "Triton-X".
Bij het uitvoeren van specifieke experimenten zoals in detail hierna vermeld werd ultrasoon geluid aan het reactievat dat in experiment 2 werd toegepast, toegevoerd door middel van een ultrage-luidbad (10-15/watt/cm2) en in de overige experimenten werd ultrageluid toegevoerd door middel van ultrasone sondes die verschillende basisenergieopbrengsten hadden, namelijk een met een maximale standaardenergieopbrengst van 225 watt (sonde X) en een met een maximale energieopbrengst van 375 watt (sonde Y). Het ultrageluid werd toegepast volgens drie verschillende schema's namelijk
Schema I - gedurende de trappen 1 tot en met 5 E - gedurende de trappen 1 tot en met 7 P - gedurende de trappen 5 tot en met 7.
Er werden zesentwintig experimenten uitgevoerd zoals hierna beschreven onder de omstandigheden die zijn vermeld in tabel 1. De hoeveelheid energie in watt die is vermeld was de werkelijke hoeveelheid energie die gedurende de werking van de sonde aan de reagentia werd afgegeven. In de experimenten 3 tot 8, 11 tot 18 en 21 tot 26 werkte de gekozen sonde bij 30% van de maximale energieopbrengst en bij de andere experimenten met 60% van de maximale energieopbrengst.
De vermelde hoeveelheden reagentia zijn evenredig met die vermeld in de algemene beschrijving (dat wil zeggen 1 = gelijk aan de in de algemene beschrijving vermelde; h = de helft van de in de algemene beschrijving vermelde, enzovoort).
TABEL· 1
Exp. Ultrageluid" Poeder MA AlN EDMA EA MMA
sonde/watt/ tijdsduur 1 geen 1 Ba^SO^ 1 1 1 1 2 BAD/WATT/E 1 Ba2S04 1 111 1 3 Y/47/P 1 Ti02 1 1 1 1 1 4 X/28/P 1 Ti02 1 1 1 1 1 5 Y/47/E 1 T102 1 1 lil 6 X/28/E 1 Ti02 1 11 1 1 7 X/28/I 1 Ti02 11 11 1 8 Y/47/I 1 Ti02 111 11 9 X/55/E 1 Ti02 1 1 1 11 10 Y/41/E 1 Ti02 11 1 1 1 11 Y/22/E 1 Ti-0 11 1 ½ 1 12 X/28/E 1 Ti02 1 1 1 ^ 1 13 Y/22/I ½ Ti02 h h h ½ h 14 . X/28/I Tio2 % H _ h ' ' h' h 15 Y/22/I h Ti02 1 1 1 h 1 16 X/28/I ½ TiC>2 1 1 1 Λ λ 17 Y/22/I 1 Ti02 11 1 11 18 X/28/I 1 Ti02 1 11 1 1 ' 19 Y/41/I % Ti02 1 1 1 h 1 20 X/55/I ½ Ti02 1 1 1 h 1 21 Y/22/I 1 Ti°2 2 2 212 22 X/28/I 1 Ti02 2 22 1 2 23 Y/22/I 1 Ti02 1 11 1 2 24 X/28/I 1 Ti02 1 11 12 25 Y/22/I 1 Ti02 2 1 l(DVB) h 1 26 X/28/I 1 Ti°2 2 1 l(DVB) Η 1
DVB = divinylbenzeen in plaats van EDMA
De verkregen produkten werden elektronenmicroscopisch onderzocht en microfoto's werden visueel beoordeeld. Algemeen gesproken leerde het onderzoek dat het toepassen van ultrasone trillingen de mate van bedekking van het produkt uit experiment 2 verbeterde in vergelijking met {het resultaat) in experiment 1.
Het bleek dat het gunstigste effect werd verkregen wanneer ultrasone trillingen alleen in het beginstadium van de reactie werden gebruikt, dat wil zeggen I was beter dan P dat weer beter was dan E.
Ook het gebruik van lagere energieniveaus verbeterde de bedekkingsgraad in vergelijking met een hoge energietoevoer, maar hogere energieniveaus gaven een betere dispergering van de beklede deeltjes.
Een verhoging van de verhouding van emulgeermiddel/poeder verbeterde de bedekkingsgraad. Een verlaging van het gehalte aan TiO^ verminderde in geringe mate de dikte en gelijkmatigheid van de bekleding. Ook verhoging van de monomeerconcentratie gaf een verhoging van de bedekkingsgraad en gelijkmatigheid van de bekleding.
In de experimenten was het gebruikte titaandioxyde het pro-dukt dat uit de reactor werd verkregen bij de oxydatie in de dampfase van titaantetrachloride.
Voorbeeld 2
De algemene werkwijze waarvan details zijn vermeld in voorbeeld 1, werd herhaald met bepaalde variaties zoals zijn vermeld in de hierna gegeven beschrijving van de experimenten. De sonde was sonde Y en energietoevoer vond plaats met 22 watt gedurende de trappen 1 tot en met 5, tenzij anders is vermeld. Het gebruikte poeder was hetzelfde titaandioxyde als werd gebruikt in de experimenten 3 tot en met 26.
Experiment 27
In trap 2 werd 1,9 g acrylzuur gebruikt in plaats van het methacrylzuur. Het produkt was met polymeer bekleed titaandioxyde.
Experiment 28
Er werden drie verschillende hoeveelheden van het emulgeer-middel (EA) gebruikt, equivalent met 5 gew.%, 3 gew.% en 12 gew.% mo-nomeer.
In alle drie gevallen werd een zelfde mate van bedekking van het poeder verkregen maar de optimale hoeveelheid was ongeveer 10 gew.% monomeer.
Experiment 29
Hierin werd butylacrylaat gebruikt in plaats van methyl-methacrylaat. Het poeder werd met polymeer bekleed.
Experiment 30
Hierin werd styreen gebruikt in plaats van methylmethacry-laat. Het produkt had een gelijkmatige bekleding van polymeer.
Experiment 31
Hierin werd een mengsel van gelijke gewichtshoeveelheden methylmethacrylaat en butylacrylaat gebruikt in plaats van alleen methylmethacrylaat. Het produkt werd gelijkmatig bekleed met polymeer.
Experiment 32
Hierin werd het methylmethacrylaat vervangen door butyl-methacrylaat. Er werd een ingekapseld produkt verkregen.
Experiment 33
Het gebruikte emulgeermiddel (EA) was natriumdodecylbenzeen-sulfonaat. Er werd een bekleed produkt verkregen, maar de bekleding was niet zo dik als werd verkregen met het emulgeermiddel dat werd gebruikt in de experimenten 1 tot en met 24.
Experiment 34
Hierin werd cetyltrimethylammoniumbromide gebruikt als het emulgeermiddel. Er werd een produkt verkregen dat soortgelijk was aan dat uit experiment 33.
Experiment 35
Het gebruikte emulgeermiddel was natriumdodecylbenzeensul-fonaat en in plaats van methylmethacrylaat werd butylacrylaat gebruikt. Er werd een gelijkmatig bekleed produkt verkregen.
Experiment 36
De hoeveelheden methylmethacrylaat werden zo gekozen dat ze equivalent waren met 1%, 3%, 5%, 7%, 9%, 11%, 13%, 15%, 17%, 19%, 21%, 23% en 25% polymeer op het gewicht van het poeder. Alle mengsels gaven beklede produkten.
Experiment 37
Er werden hoeveelheden kaliumpersulfaat op basis van het gewicht aan poeder gebruikt van 1%, 2%, 3%, 4%, 5%, 6% en 6,5% en hoeveelheden natriummetabisulfiet gebruikt gebaseerd op het poeder van 1%, 2%, 3% en 3,25% in de trappen 5 en 8. In alle gevallen werden met polymeer beklede produkten verkregen met een optimale bekleding onder toepassing van kaliumpersulfaat in hoeveelheden van 1,44% en 6,5% in trap 5 respectievelijk trap 8 en van natriummetabisulfiet in hoeveelheden van 0,72% respectievelijk 3,25% in trap 5 respectievelijk 8.
Experiment 38
Er werd een mengsel van 2 gewichtsdelen styreen en 1 ge-wichtsdeel methylmethacrylaat gebruikt in plaats van methylmethacrylaat. Het produkt was een met polymeer bekleed poeder.
Experiment 39
De geluidstrillingen werden toegevoerd gedurende alle stadia van de reactie maar pulserend, (trillingsstoten met tussenpozen van 30 seconden) in plaats van continu. Ook nu werd een met polymeer bekleed produkt verkregen.
Experiment 40
De werkwijze van voorbeeld 1 werd uitgevoerd, behalve dat de energieinvoer in trap 1 50 watt bedroeg. Er werd een met polymeer bekleed poeder gevormd.
In de experimenten 27 tot 40 werd, wanneer een reagens (of mengsel) een ander in voorbeeld 1 beschreven reagens verving, een gelijke gewichtshoeveelheid van het vervangingsmiddel gebruikt, tenzij anders is vermeld.
Alle produkten werden visueel geanalyseerd door middel van transmissieelektronenmicrofoto's.

Claims (17)

1. Werkwijze voor de behandeling van een anorganisch poeder waarbij een reactiemengsel van een ethenisch onverzadigd monomeer wordt gepolymeriseerd bij aanwezigheid van een gedispergeerd anorganisch poeder met een kationische lading op het oppervlak van de deeltjes daarvan (van dit poeder), met het kenmerk dat het monomeer aanwezig is in een hoeveelheid van niet meer dan 200% van het gewicht van het poeder en het reactiemengsel wordt onderworpen aan de invloed van ultrasone trillingen gedurende tenminste een deel van de polymerisatie van dat monomeer, zodat de deeltjes worden bekleed met gepo lymeriseerd monomeer.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid van het monomeer niet groter is dan 100 gew.% van het poeder.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ultrasone trillingen een frequentie hebben van 20 tot 50 kHz.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de energie die door de ultrasone trillingen aan het reactiemengsel wordt toegevoerd, 15 tot 60 watt per liter bedraagt.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het anorganische poeder titaandioxyde is.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het anorganische poeder aanwezig is in de vorm van een waterige dispersie.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de hoeveelheid van het anorganische poeder 150 tot 300 g/1 bedraagt.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het anorganische poeder wordt behandeld met een oppervlak-telading modificerend middel.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 3+ oppervlaktelading modificerende middel bestaat uit een bron van Al , 2+ 4+ 2+ .2+ . Zn , Th , U02 of Pd -ionen.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de hoeveelheid oppervlaktemodificerend middel 2,5 tot 7,5 gew.% bedraagt van het gewicht van het anorganische poeder.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het monomeer een onverzadigd carbonzuur of ester daarvan is.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat twee of meer monomeren worden gecopolymeriseerd.
13. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat het monomeer bestaat uit acrylzuur, methacrylzuur, ita-conzuur, maleinezuur, maleïnezuuranhydride, fumaarzuur, crotonzuur, methylacrylaat, ethylacrylaat, methylmethacrylaat, butylacrylaat, ethylmethacrylaat, styreen, vinyltolueen, (X-methylstyreen, etheen, vinylacetaat, vinylchloride of acrylonitrile.
14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reactiemengsel een verknopingsmiddel voor gepoly-meriseerd monomeer bevat.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de hoeveelheid verknopingsmiddel 10 tot 50% van het totale gewicht van de te polymeriseren monomeren bedraagt.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een emulsie van het monomeer wordt gevormd voordat dit wordt gemengd met het anorganische poeder.
17. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 16, met het kenmerk, dat de polymerisatie op gang wordt gebracht met een mengsel van een persulfaat en een meta.bisulfiet. o-o-o-o-o-o-o-o
NL9000153A 1989-02-02 1990-01-22 Behandelingswerkwijze. NL9000153A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8902293 1989-02-02
GB898902293A GB8902293D0 (en) 1989-02-02 1989-02-02 Treatment process

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000153A true NL9000153A (nl) 1990-09-03

Family

ID=10651006

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000153A NL9000153A (nl) 1989-02-02 1990-01-22 Behandelingswerkwijze.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US5032425A (nl)
JP (1) JP2927485B2 (nl)
AU (1) AU616091B2 (nl)
BE (1) BE1002795A3 (nl)
CA (1) CA2007503C (nl)
DE (1) DE4001870A1 (nl)
DK (1) DK171953B1 (nl)
ES (1) ES2019035A6 (nl)
FI (1) FI97140C (nl)
FR (1) FR2642432B1 (nl)
GB (2) GB8902293D0 (nl)
IT (1) IT1240078B (nl)
MY (1) MY106267A (nl)
NL (1) NL9000153A (nl)
NO (1) NO301128B1 (nl)
SE (1) SE508764C2 (nl)
ZA (1) ZA90297B (nl)

Families Citing this family (35)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4019252C2 (de) * 1990-06-15 1994-05-19 Chemson Polymer Additive Verfahren zur Herstellung von Füllstoffen aus anorganischen Trägermaterialien mit einer Polymerbeschichtung
GB2250020B (en) * 1990-11-26 1994-12-07 Tioxide Group Services Ltd Process for preparing pigments
US5177395A (en) * 1991-03-15 1993-01-05 General Electric Company Cadmium free bug lamp with rutile TiO2 coating containing chromium and antimony in the rutile lattice
EP0572128B1 (en) * 1992-05-29 1998-07-08 Tioxide Group Services Limited A method of producing coated inorganic particles
US5426136A (en) * 1993-03-24 1995-06-20 Ppg Industries, Inc. Particulate amorphous silica associated with thin polymeric film
US5410212A (en) * 1993-04-01 1995-04-25 General Electric Company Soft white reflector lamp
GB9310438D0 (en) * 1993-05-20 1993-07-07 Ecc Int Ltd Pigmenting fillers for polymeric compositions
JPH06329948A (ja) * 1993-05-21 1994-11-29 Nara Kikai Seisakusho:Kk 粉体の表面改質方法
US5549590A (en) * 1994-08-01 1996-08-27 Leonard Pearlstein High performance absorbent particles and methods of preparation
US5849816A (en) * 1994-08-01 1998-12-15 Leonard Pearlstein Method of making high performance superabsorbent material
DK1216262T3 (da) 1999-09-08 2005-02-07 Basf Ag Fremgangsmåde til fremstilling af en vandig dispersion af partikler af polymerisat og findelt uorganisk faststof
US6833401B1 (en) 1999-10-20 2004-12-21 Basf Aktiengesellschaft Method for producing an aqueous dispersion of particles that are made up of polymers and inorganic solid matter which consists of fine particles
DE10012783A1 (de) * 2000-03-16 2001-10-18 Degussa Ruß
DE10129537A1 (de) 2001-06-21 2003-01-09 Basf Ag Verfahren zur Herstellung einer wässrigen Dispersion von aus Polymerisat und feinteiligem anorganischem Feststoff aufgebauten Partikeln
DE102004010155A1 (de) 2004-02-27 2005-09-15 Basf Ag Verfahren zur Verbesserung der Lagerstabilität von Kompositpartikel-Dispersionen
US9731321B2 (en) * 2004-10-04 2017-08-15 The University Of Sydney Polymerisation process and polymer product
DE102005000918A1 (de) 2005-01-06 2006-07-20 Basf Ag Verfahren zur Herstellung wässriger Kompositpartikel-Dispersionen
US20060162612A1 (en) * 2005-01-25 2006-07-27 Kabalnov Alexey S Pigments modified with surface counter-ions
US7741384B2 (en) * 2006-05-11 2010-06-22 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Encapsulation of pigment particles by polymerization
US20070299158A1 (en) * 2006-06-23 2007-12-27 Hiu Liu Inkjet inks with encapsulated colorants
US20080145647A1 (en) * 2006-12-13 2008-06-19 Rahul Ganguli Metal impregnated composites and methods of making
ATE505490T1 (de) 2007-05-04 2011-04-15 Basf Se Verfahren zur herstellung einer wässrigen kompositpartikel-dispersion
GB2449306A (en) * 2007-05-18 2008-11-19 Univ Sheffield Composite particles
ATE520719T1 (de) 2007-10-24 2011-09-15 Basf Se Verfahren zur herstellung einer wässrigen kompositpartikel-dispersion
CN102056998A (zh) 2008-04-25 2011-05-11 巴斯夫欧洲公司 改善复合颗粒水性分散体储藏稳定性的方法
US8399579B2 (en) 2009-04-15 2013-03-19 Basf Se Process for preparing an aqueous composite-particle dispersion
CN102471667A (zh) * 2009-07-30 2012-05-23 惠普开发有限公司 包含交联剂的包覆型颜料
KR20120035217A (ko) * 2009-09-18 2012-04-13 아사히 가세이 케미칼즈 가부시키가이샤 수지 피복 금속 안료 및 그의 제조 방법
CN102812096B (zh) 2010-01-27 2015-06-03 巴斯夫欧洲公司 包含复合颗粒的涂层剂
EP2605853B1 (de) 2010-08-16 2017-04-19 Basf Se Verfahren zur verbesserung der lagerstabilität von wässrigen kompositpartikel-dispersionen
JP5188635B2 (ja) * 2012-04-24 2013-04-24 旭化成ケミカルズ株式会社 樹脂被覆金属顔料、およびその製造方法
EP2855580B1 (de) 2012-05-31 2016-07-13 Basf Se Bindemittel
US9926398B2 (en) 2013-03-20 2018-03-27 Cabot Corporation Composite particles and a process for making the same
US9725621B2 (en) 2013-05-03 2017-08-08 Cabot Corporation Chemical mechanical planarization slurry composition comprising composite particles, process for removing material using said composition, CMP polishing pad and process for preparing said composition
JP6363202B2 (ja) 2013-12-20 2018-07-25 キャボット コーポレイションCabot Corporation 化学機械平坦化用金属酸化物‐ポリマー複合粒子

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB696799A (en) * 1951-03-03 1953-09-09 Joseph Lecher Improvements in or relating to processing materials
GB927761A (en) * 1960-06-22 1963-06-06 Sun Oil Co Improvements in or relating to the preparation of solid polymers of alpha-olefins
GB864178A (en) * 1959-01-09 1961-03-29 Malcolm Stewart Burgess Treatment of mineral substances and product obtained thereby
DE1181160B (de) * 1961-07-29 1964-11-12 Bayer Ag Verfahren zur Herstellung feindisperser Farbstoffe oder Pigmente
US3714102A (en) * 1970-12-02 1973-01-30 Gulf Oil Canada Ltd Polymer encapsulation of finely divided solids
CA899723A (en) * 1970-12-03 1972-05-09 Gulf Oil Canada Limited Polymer encapsulation of finely divided solids
ZA711442B (en) * 1971-04-19 1972-02-23 Laporte Industries Ltd Improvements in and relating to the treatment of titanium dioxide pigments
US4071225A (en) * 1976-03-04 1978-01-31 Holl Research Corporation Apparatus and processes for the treatment of materials by ultrasonic longitudinal pressure oscillations
US4421660A (en) * 1980-12-15 1983-12-20 The Dow Chemical Company Colloidal size hydrophobic polymers particulate having discrete particles of an inorganic material dispersed therein
JPS5982633A (ja) * 1982-11-02 1984-05-12 Sumitomo Chem Co Ltd 親油性表面を有する磁気記録用研磨剤
JPS5991162A (ja) * 1982-11-15 1984-05-25 Fuji Photo Film Co Ltd カーボンブラックの水性分散体の製造方法
JPS59224102A (ja) * 1983-06-03 1984-12-17 Ricoh Co Ltd 磁性粉の表面処理方法
US4724161A (en) * 1986-09-15 1988-02-09 Rca Corporation Method for making deaggregated phosphors
JPH02274772A (ja) * 1989-04-14 1990-11-08 Union Carbide Corp マイクロ複合系及び該系の製造方法

Also Published As

Publication number Publication date
GB2227739B (en) 1992-04-22
IT1240078B (it) 1993-11-27
FI900522A0 (fi) 1990-02-01
JPH02233770A (ja) 1990-09-17
AU616091B2 (en) 1991-10-17
FR2642432B1 (fr) 1997-12-05
IT9047580A1 (it) 1990-08-03
DE4001870A1 (de) 1990-08-09
AU4784490A (en) 1990-08-09
CA2007503A1 (en) 1990-08-02
CA2007503C (en) 1997-01-21
NO301128B1 (no) 1997-09-15
NO900439D0 (no) 1990-01-31
GB2227739A (en) 1990-08-08
ZA90297B (en) 1990-10-31
FI97140B (fi) 1996-07-15
US5032425A (en) 1991-07-16
SE508764C2 (sv) 1998-11-02
ES2019035A6 (es) 1991-05-16
FI97140C (fi) 1996-10-25
JP2927485B2 (ja) 1999-07-28
NO900439L (no) 1990-08-03
MY106267A (en) 1995-04-29
FR2642432A1 (fr) 1990-08-03
SE9000315D0 (sv) 1990-01-30
SE9000315L (sv) 1990-08-03
GB9000345D0 (en) 1990-03-07
DK26690A (da) 1990-08-03
DK171953B1 (da) 1997-08-25
IT9047580A0 (it) 1990-01-29
BE1002795A3 (fr) 1991-06-11
GB8902293D0 (en) 1989-03-22
DK26690D0 (da) 1990-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9000153A (nl) Behandelingswerkwijze.
JP2909518B2 (ja) 水性重合体分散液の製造方法
EP0342944B1 (en) Multi-stage opacifying polymer particles containing non-polymeric acid absorbed therein
US3897586A (en) Polymer coated pigment particles and a process for their preparation
JPS6222801A (ja) コロイドの寸法を有する疎水性ポリマ−粒状物およびその製法
JPH0649109A (ja) ポリマー物質で被覆された無機粒状粉末
JPH04224803A (ja) ポリマー粒子の調製
Du et al. Characteristics and advantages of surface-initiated graft-polymerization as a way of “grafting from” method for graft-polymerization of functional monomers on solid particles
CA1078982A (en) Process for preparing polymer resins of high impact resistance
JPS60181173A (ja) ポリマー微粒子含有被覆組成物
US5292660A (en) Removal of residual monomers from polymers using peroxide-generating enzyme
Xanthos et al. Polymer encapsulation of colloidal asbestos fibrils
MXPA00010748A (es) Polimeros en emulsion.
Zhao et al. Grafting mechanism in SBR–St–MMA core–shell emulsion copolymerization
JPH0374440A (ja) カチオン性中空重合体粒子、その製造方法及び該粒子を用いた充填紙
JPH02300203A (ja) 高架橋ミクロゲルの製造方法
JP2722661B2 (ja) 反応性ポリマー粒子の水性分散体の製造方法
GB2250020A (en) Preparing pigments by coating inorganic particles with monomers polymerised in the presence of a dye
JPS6333764B2 (nl)
JP2774300B2 (ja) 発泡性重合体エマルジョン組成物
JPH0453803A (ja) ポリマーエマルジョンの製造方法
JP2001089689A (ja) 印刷インキ用艶消し剤およびそれよりなる印刷インキ組成物、並びにその用途
WO1992003481A1 (en) Polymerisation processes
US6639048B1 (en) Method for reducing the quantity of residual monomers in aqueous polymerisate dispersions
JPH04503224A (ja) 立体的に安定化された水性ポリマー分散液

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed