NL8920493A - Inklapbare scharnierstang voor het dragen van een werkplatform. - Google Patents

Description

Inklapbare scharnierstang voor het dragen van een werkplatform.

De uitvinding heeft betrekking op een inklapbaar scharnierstangensysteem voor plaatsing op een rijdend gestel, omvattend zwenkbaar opgehangen scharnierstangen om een werkplatform op te heffen en omlaag te brengen, welk systeem omvat een draaiende zitting op het werkplatform te zwenken in een in hoofdzaak horizontaal bewegingsvlak.

Gedurende de laatste jaren worden scharnierstang-systemen van deze soort op veel verschillende gebieden gebruikt, onder andere voor de bouw en het onderhoud van de gebouwen en installaties. Een speciale taak is het ijsvrij maken van vliegtuigen. In dat geval is het scharnierstangensysteem geplaatst op een wagen die voorzien is van een ontdooii'ngsinrichting en gebruikt wordt voor het manoeuvreren van een spuitmondstuk om een ontdooii'ngsmiddel te verstuiven .

Het doel van de onderhavige uitvinding is een scharnierstangensysteem te verschaffen dat wordt gekenmerkt door een bijzondere grote manoeuvreerbaarheid, die het mogelijk maakt het met voordeel te gebruiken voor taken die een grote mobiliteit vragen, gecombineerd met een bijzonder snelle uitvoering van de taak, bijvoorbeeld het ijsvrij maken van vliegtuigen onmiddellijk voordat zij starten.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door het feit dat de draaiende zitting de verbinding vormt tussen twee scharnierstangen die in eikaars verlengde zijn geplaatst, doordat het ene deel van de draaiende zitting scharnierend is aan het vrije einde van de eerste scharnierstang die in hoofdzaak geplaatst is boven een middenlijn van het rijdËnde gestel en die aan zijn andere einde in een in hoofdzaak vertikaal vlak zwenkbaar verbonden is met een zwaaistangensysteem dat georiënteerd is in het zwaaivlak van het zwaaistangensysteem, en de tweede scharnierstang, ook om in een in hoofdzaak vertikaal vlak te zwaaien, verbonden -is met het andere deel van de draaiende zitting en aan zijn andere einde verbonden is met het werkplatform, en dat de twee scharnierstangen zwenkbaar zijn door middel van elk van hun zwaai-inrichtingen die gedragen worden op het rijdende gestel respektievelijk de draaiende zitting, en dat het zwaaistangensysteem bestemd is om een zwaaibewe-ging over te brengen naar de genoemde eerste scharnier-stang waar het genoemde vrije einde van de scharnierstang een loodlijn die dat einde snijdt in één van de eindstanden van de scharnierstang volgt of daar dichtbij ligt, en dat tegelijk de draaiende zitting van het scharnierstangen-systeem in een in hoofdzaak horizontale stand wordt gehouden.

In tegenstelling tot bekende scharnierstangsystemen van de beschreven soort vormt de draaiende zitting niet langer het laagste verankeringsdeel van de struktuur die bijvoorbeeld de twee genoemde scharnierstangen dient te dragen, maar een tussenschakel die de genoemde tweede scharnierstang verbindt met de genoemde eerste scharnierstang. Dit betekent dat de eerste scharnierstang alleen naar boven en naar beneden behoeft te zwenken, maar niet ook draaibaar verankerd behoeft te zijn met bijvoorbeeld het rijdende gestel. Dit leidt tot een vermindering van de massa die verplaatst moet worden wanneer het werkplatform opzij moet worden bewogen. De zijdelingse beweging kan worden bereikt door slechts de zwenkbare zitting te draaien die geplaatst is aan het vrije einde van de eerste scharnierstang, waardoor de tweede scharnierstang zijdelings wordt gezwaaid.

Het is mogelijk de zwaaiende beweging van de tweede scharnierstang naar boven en naar beneden op eenvoudiger wijze te besturen, zonder afhankelijk te zijn van de zwaaii'ng op een neer van de genoemde eerste scharnierstang. Dit betekent in de praktijk dat het systeem, wanneer het wordt gebruikt voor het snel ontdooien van vliegtuigen, kan worden aangepast aan verschillende maten van vliegtuigen door instelling van de hoogte en tegelijk de benodigde werkafstand vanaf de machine wordt aangehouden. De voorzijde van het werkplatform kan op elk moment gericht gehouden worden naar het te behandelen objekt zonder daartoe genoodzaakt te zijn een zware massa te bewegen.

Omdat de eerste scharnierstang in hoofdzaak geplaatst zal zijn rond de middenlijn van het rijdende gestel, is een goede stabiliteit gewaarborgd omdat de zwaardere elementen van het scharnierstangensysteem boven die middenlijn worden gehouden. Tijdens het werk zullen alleen de kleine massa's van de tweede scharnierstang en het werkplatform over de wielbasis van het voertuig worden verplaatst.

Met het oog op het ijsvrij maken van vliegtuigen brengt het systeem volgens de uitvinding het specifieke substantiële voordeel mee dat de toevoerleidingen die nodig zijn voor de afgifte van de spuitmiddelen met het oog op het ontdooien, vanuit het rijdende gestel naar het werkplat-form een eenvoudige en dus betrouwbare struktuur kunnen krijgen omdat het funktioneren van het scharnierstangensysteem niet gebaseerd is op een lengteverandering van de scharnier-stangen van het systeem.

Een uitvoeringsvorm van een inklapbaar scharnierstangensysteem volgens de uitvinding zal toegelicht worden in de volgende gedetailleerde beschrijving, waarbij wordt verwezen naar de bijgaande tekening waarin fig. 1 een uitvoeringsvorm toont van het scharnierstangensysteem volgens de uitvinding, bevestigd op een rijdend gestel en gedeeltelijk in transportstand en gedeeltelijk in werkstand; fig. 2 toont hetzelfde, van bovenaf gezien en in werkstand; fig. 3 toont op vergrote schaal de draaiende zitting met kettingaandrijver van het systeem, van opzij gezien; en fig. 4 toont de zitting volgens fig. 3 van boven gezien.

De uitvinding zal worden beschreven in verband met een voertuig dat bestemd is voor het ijsvrij maken van vliegtuigen. In het algemeen wordt dat ijsvrij maken uitgevoerd onmiddellijk vóór de start van het vliegtuig.

Het voertuig 10 omvat een motorhuis 12. dat een niet gespecificeerd systeem bevat voor het verspuiten van een ontdooiïngsmiddel. Het verspuiten wordt uitgevoerd vanaf een werkplatform 14. Het is mogelijk dat platform ook voor andere taken te gebruiken, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van reparaties.

Het scharnierstangensysteem omvat twee scharnierstangen 16 en 18, die in eikaars verlengde zijn geplaatst en door middel van een draaiende zitting 20 met elkaar verbonden zijn, doordat het eerste deel 22 van de zitting scharnierend is aan het vrije uiteinde van de onderste scharnierstang 16 en het tweede deel 24 ervan scharnierend is aan het ondereinde van de tweede scharnierstang 18.

De onderste scharnierstang 16 is zwenkbaar verankerd aan een vertikaal vlak met een zwaaistangensysteem, bestaande uit een paar parallelstangen 26 en 28 en een besturings-hefboom 30, dat zodanig op het dak van het motorhuis 12 is bevestigd dat het systeem en de scharnierstang 16 in hoofdzaak boven de middenlijn van het voertuig 10 zijn geplaatst.

De verankering omvat een twee-armige zwaaiarm 32 die door middel van een tap 34 zwenkbaar verbonden is zowel met het ondereinde van de scharnierstang 16 als het uitstekende einde van de parallelstang 26. De zwenkbare verankering van de parallelstang 26 met het motorhuis 12 is aangeduid door 36. Aan het ene einde 38 is de parallelstang 28 zwenkbaar verbonden met de linkerarm van de zwaaiarm 32, en aan zijn andere einde 40 is hij zwenkbaar verankerd met het motorhuis 12. De besturingshefboom 30 van de verankering is aan zijn ene einde 42 zwenkbaar verbonden met de scharnierstang 16 op een afstand vanaf het ondereinde van dat genoemde, en door een bed 44 verankerd met het motorhuis 12.

Door middel van een bed 46 is de draaiende zitting 20 in het vlak van tekening van fig. 1 zwenkbaar verbonden met het buitenste einde van de scharnierstang 16. Door middel van een bed 50 is een bedieningshefboom 48 aan zijn ene einde zwenkbaar verbonden met de draaiende zitting 20, en aan het andere einde is hij door middel van een bed 52 scharnierend verbonden met de rechterarm van de zwaaiarm 32.

De scharnierstang 16 kan op en neer gezwaaid worden door middel van een hydraulische zuigeraandrijving 54 die ook op het dak van het motorhuis 12 is geplaatst. Door middel van de bedden 56 en 58 is de aandrijving 54 verbonden met de scharnierstang 16 respektievelijk het dak van het motorhuis 12.

Zoals verder blijkt uit de tekening zijn de lengteverhoudingen van de stangen 26,28,30 van het zwaaistangen- systeem en de plaatsing van hun scharnierende verbindingen met de scharnierstang 16 respektievelijk het motorhuis 12 zodanig gekozen dat een bovenwaartse zwaai van de schar-nierstang 16 door het in werking stellen van de hydraulische zuigeraandrijving 54 resulteert in een bijna vertikale opheffing van de draaiende zitting 20 vanuit de links onderin de figuur getekende transportstand, waar de scharnierstang 16 gezwaaid is naar een liggende stand langs het dak van het motorhuis 12, naar een boven in de figuur getekende werkstand. In deze stand liggen alle zwaardere elementen van het systeem, d.w.z. het zwaaistangensysteem 26,28,30 en de scharnierstang 16 en de draaiende zitting 20, nog steeds boven de middenlijn van het voertuig 20, wat een goede balans geeft, en dus een goede manoeuvreerbaarheid van het voertuig 10.

Het feit is dat de opstelling teweeg brengt dat de hydraulische zuigeraandrijving 54 wanneer hij ontlast wordt, de onderste verankering 26,28,30 van de scharnierstang 16 door een zwaaibeweging iets naar links trekt. De zwaaiarm 32 draait tegelijk linksom en houdt dus, via de besturings-hefboom en het bed 46, de draaiende zitting 20 in horizontale stand.

De draaiende zitting 20 omvat een deel 22 dat zwenkbaar verbonden is met de scharnierstang 16 en een deel 24 dat ten opzichte van het deel 22 scharnierend is en evenwijdig daaraan, en waarbij het nabij gelegen einde van de scharnierstang 18 zwenkbaar is verbonden. Het werkplatform 14 is scharnierend ten opzichte van dat uiteinde van die scharnierstang.

Al deze verbindingen zijn zodanig gevormd dat de scharnierstang 18 met het werkplatform 14 vanuit de bovengenoemde transportstand naar de werkstand kan worden gezwaaid en omgekeerd. In de werkstand kan het werkplatform 14 verder in een horizontaal vlak worden gezwaaid, zoals aangeduid in fig. 2.

Om in staat te zijn in het horizontale vlak te zwaaien, is de draaiende zitting 20, in zijn getekende uitvoeringsvorm, voorzien van een kettingaandrijving die gevormd is als een eindloze dubbele ketting 60, gevoerd om een ketting- wiel 62 dat ingebed is in het zittingdeel 22, en een ketting-wiel 64 dat geplaatst is op een aandrijfas 66 waarop ook het zittingdeel 24 geplaatst is. De kettingaandrijving wordt aangedreven door middel van een dubbele zuigeraan-drijving, bestaande uit twee zuigercilinders 66 en 68 die geplaatst zijn op het deel 22 en met hun respektieve delen van de dubbele ketting 60 zijn gekoppeld. Door middel van een gemeenschappelijke klep, die niet getekend is en die bij voorkeur geplaatst is op het werkplatform 14, worden de cilinders 66 en 68 bestuurd teneinde in de tegengestelde richting te werken. De slaglengte van de cilinders vormt een beperking voor de grootte van de zwaaibeweging.

Uit het bovenstaande blijkt dat de instelling van de werkhoogte, die bijvoorbeeld wordt bepaald door de hoogte van het vliegtuig, wordt uitgevoerd door opheffen van de scharnierstang 16. Meestal zal het voldoende zijn de scharnier-stang 16 op te heffen tot een enkele beginstand en vanuit die stand kan het werkplatform 14 tenslotte, door middel van de draaiende zitting 20 en de scharnierstang 18, worden aangedreven naar de juiste werkstanden omdat de scharnierstang 18 ook scharnierend is in het vertikale vlak door middel van een hydraulische zuigeraandrijving 70, die door middel van de verbindingsstangen 77 ingebed is in het deel 24 van de draaiende zitting. Vergeleken met het andere deel van het hele scharnierstangensysteem, hebben deze elementen een kleine massa. Een scharnierveründing 24 tussen het werkplatform 14 en de scharnierstang 18 zorgt ervoor dat het platform zich op elk moment op de juiste werkstand bevindt.

In plaats van een aandrijfsysteem met ketting en zuiger kan een tandwielsysteem worden gebruikt.

Claims (2)

1. Inklapbaar scharnierstangensysteem voor plaatsing op een rijdend gestel, omvattend zwenkbaar opgehangen schar-nierstangen (16,18) om een werkplatform (14) op te heffen en omlaag te brengen, welk systeem omvat een draaiende zitting (20) op het werkplatform (14) te zwenken in een in hoofdzaak horizontaal bewegingsvlak, met het kenmerk, dat de draaiende zitting (20) de verbinding vormt tussen twee scharnierstangen (16 en 18) die in eikaars verlengde zijn geplaatst, doordat het ene deel van de draaiende zitting (20) scharnierend is aan het vrije einde van de eerste scharnierstang (16) die in hoofdzaak geplaatst is boven een middenlijn van het rijdende gestel (10,12) en die aan zijn andere einde in een in hoofdzaak vertikaal vlak zwenkbaar verbonden is met een zwaaistangensysteem dat georiënteerd is in het zwaaivlak van het zwaaistangen-systeem (26,28,30,32), en de tweede scharnierstang (18), ook om in een in hoofdzaak vertikaal vlak te zwaaien, verbonden is met het andere deel van de draaiende zitting en aan zijn andere einde verbonden is met het werkplatform (14), en dat de twee scharnierstangen zwenkbaar zijn door middel van elk van hun zwaai-inrichtingen (54,70) die gedragen worden op het rijdende gestel (10,12) respektie-velijk de draaiende zitting (20), en dat het zwaaistangen-systeem (26,28,30,32) bestemd is om een zwaaibeweging over te brengen naar de genoemde eerste scharnierstang (16) waar het genoemde vrije einde van de scharnierstang (16) een loodlijn die dat einde snijdt in één van de eindstanden van de scharnierstang volgt of daar dichtbij ligt, en dat tegelijk de draaiende zitting (20) van het s'charnierstangen-systeem (26,28,30,32) in een in hoofdzaak horizontale stand wordt gehouden.

2. Systeem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het scharnierenstangensysteem bestaat·* uit twee parallelstangen (26 en 28) die verbonden zijn met een twee-armige zwaaiarm (32) die aan het andere einde van de genoemde eerste verbindingsstang (16) zwenkbaar geplaatst is op het draaiende bed ervan respektievelijk het ene vrije einde, terwijl de tweede arm van de zwaaiarm (32) een scharnierverbinding heeft met de draaiende zitting (20), en uit een andere scharnierstang (30) die met de scharnierstang (16) verbonden is op een afstand vanaf de zwaaiarm (32) en die, ten opzichte van de parallelstangen, een zodanige lengte heeft dat hij, tijdens het zwaaien van de scharnierstang, aan het vrije einde van die scharnierstang de genoemde in hoofdzaak vertikale bovenwaartse zwaai-beweging overbrengt.