NL8702668A - Inrichting voor het verzamelen van eieren. - Google Patents

Description

« i £

Hw/Mv/1 Vd.(Ven NL 8702668

Inrichting voor het verzamelen van eieren

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verzamelen van eieren van pluimvee, in hoofdzaak bestaande uit tenminst één door een bodem, dak en drie wanden begrensde ruimte voor het althans opnemen van één specimen, aan 5 welke ruimte aan de staande open zijde nabij de bodem een af-voertransporteur is aangebracht.

Er bestaan reeds vele uitvoeringsvormen van legnesten, hokken of batterijen welke allen ervoor dienen om een ei in al of niet bevruchte toestand van het beest af te zonderen en 10 te verzamelen voor verder gebruik. De vinding heeft in het bijzonder betrekking op die inrichtingen welke bedoeld zijn voor het verzamelen van bevruchte eieren, waarbij het vrouw-tjesdier broedse neigingen vertoont. Dit betekent dat het dier op het ei wil gaan zitten om het uit te broeden, hetgeen 15 moet worden voorkomen. De bestaande inrichtingen zijn met middelen uitgerust welke minder diervriendelijk kunnen worden genoemd.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen welke naast een eenvoudige opbouw van konstruktie een ongestoord 20 afzonderen van bevruchte eieren zonder noemenswaardige schade daaraan bewerkstelligt, waarbij het broedse dier een geringe hinder ondervindt.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de bodem van de ruimte om een bij de onderrand van de 25 open zijde daarvan liggende aslijn zwenkbaar is aangebracht, zodanig dat de bodem vanuit een minder hellende legstand naar een meer hellende sluitstand kan worden gebracht voor het afsluiten van de open zijde van de ruimte.

De zwenkbeweging kan op passende tijden, afhankelijk van 30 het soort pluimvee in de sluitstand worden gebracht, zodat het voordeel ontstaat dat de op de bodem gelegde eieren automatisch op de transportband voor de open zijde van de ruimte rollen. Dankzij de geleidelijk beweging van de bodem zal dit zonder schade plaatsvinden en is een 100% afvoer van de eie- 35 ren verzekerd. Het broetse dier krijgt geen gelegenheidtot 8702638.' * t -2- uitbroeden, omdat deze uit de ruimte wordt verwijderd. Dit leidt niet alleen tot een scheiding tussen dier en gelegd ei maar tevens dat de ruimte regelmatig wordt vrij gemaakt, teneinde na het terugvoeren van de bodem andere dieren de gele-5 genheid geven van de legruimte gebruik te maken.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen volgen uit de hiernavolgende figuurbeschrijving van een tweetal uitvoe-ringsvoorbeelden.

In de tekening toont: 10 Fig. 1 een perspektivisch vooraanzicht van een inrich ting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding,

Fig. 2 een staand zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de inrichting uit fig. 1,

Fig. 3 een met fig. 2 overeenkomend aanzicht van een al-15 ternatieve uitvoeringsvorm.

De in de fig. 1 en 2 getoonde leginrichting vertoont een tweetal naast elkaar gelegen ruimten alsmede een niet in fig. 1 getoonde spiegelsymmetrische groep ruimten daarachter. Elke ruimte is begrensd door een bodemdeel 1, een drie-20 tal staande wanden 2, 3 resp. 4 alsmede een dakdeel 5. De achterwand 4 en dakdeel 5 is voor elke ruimte gefvormd uit eenzelfde plaat materiaal, bijv. van hout of houtvezelmate-riaal. Ook de kopwanden 2 resp. tussenwand (EN) 3 zijn van doorgaand materiaal voor de spiegelsymmetrische ruimten, zie 25 fig. 2.Ook dit materiaal kan van hout resp. houtvezel zijn.

Langs de open voorzijde van elke ruimte loopt een gemeenschappelijke transportband 6, welke door een niet getoonde aandrijfmotor in de richting van de pijl P1 wordt aangedreven.

30 In de getoonde uitvoeringsvorm heeft elke ruimte boven dien een gewelfde achterplaat 7, zie links in fig. 1, welke gewelfde achterplaat in de rechter ruimte in fig. 1 voor de duidelijkheid is weggelaten. Deze achterplaat kan van willekeurig materiaal, bijv. metaal zijn.

35 Volgens een hoofdkenmerk van de uitvinding is de bodem 1 zwenkbaar in de ruimte geplaatst, welke bodem daartoe aan de onderrand van de open voorzijde is bevestigd aan een gemeenschappelijke draaiingsas 8, die op elke passende wijze in de 87 02 66 8.1 ' 4' * -3- wanden 2, 3 kan zijn gelagerd. De zwenkbeweging kan tot stand worden gebracht door een hefsysteem, dat bestaat uit een takel 9, welke door een gemeenschappelijke hefboom 10 aan de buitenzijde van de leginrichting zich bevindt, kan worden be-5 diend. De takel 9 grijpt aan op de buitenste rechter bodem in fig. 1, die bij het omhoogbewegen eveneens de naastliggende bodems via de gemeenschappelijke zwenkas 8 meeneemt in opwaartse zin ·

Elke bodem kan bestaan uit een steunplaat, welke is be-10 dekt door een mat 11 van passend materiaal, bijv. kunststof-mat, in het bijzonder kunststofgrasmat.

Een kenmerk van de uitvinding is dat de kunststofgrasmat . zich voorbij de onderrand, resp. voorbij de zwenkas 8 uit strekt, zodanig dat de onderrand daarvan zich tot boven het 15 bovenpart van de transporteur 6 bevindt. De mat 11 is bij voorkeur slechts aan de bovenzijde door middel van hechtna-gels 12 aan de steunplaat van bodem 1 bevestigd.

De open voorzijde van elke ruimte kan meer of minder gedeeltelijk zijn afgesloten door een gordijn 13, dat aan de 20 bovenzijde is bevestigd aan de leginrichting en aan de onderzijde vrij hangt.

Tenslotte is de transporteur 6 aan de bovenkant afgesloten door een dekplaat 14, voorzien van een daarop aangebrachte springbalk 15 voor de dieren, zodat deze over de trans-25 portband 6 heen in de legruimten terecht kunnen. De plaat 14 is langs de bovenrand scharnierend aan een ligger 16 verbonden zodat bij het opklappen van plaat 14 het bovenpart van transporteur 6 bereikbaar wordt. De afstand van de ligger 16 tot de kunststofgrasmat 11 van bodem 1 is zodanig dat een 30 doorvoer van eieren mogelijk is.

Tenslotte zij opgemerkt dat aan de voorzijde op een lager niveau dan de transporteur 6 een springplank 17 aan een onder de leginrichting aanwezig gestel 18 is aangebracht.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt: 35 Het pluimvee kan alleen of met meer tegelijk in de ruim te toegang vinden via de springplank 17, springbalk 15 tot op de meer of minder hellende bodem 1 met kunststofgrasmatbedek- king. Nadat het dier een ei gelegd heeft zal door de hellende 8 7 0 £ e C D ,i * -4- stand en door het gescharrel van het dier het ei wellicht al op de transportband 6 kunnen rollen. Echter vanwege de rela-tief ruwe oppervlakte van de kunststofgrasmat bestaat de kans dat het ei blijft liggen.

5 Dit bezwaar wordt ondervangen doordat na enige tijd de bodemplaten 1 omhoog worden gebracht door aan de zich aan de buitenzijde van de legkast bevindende handgreep 10 te draaien, waardoor het koord 9 van de takel rond een met de handgreep 10 verbonden spoel wordt gewikkeld, en de bodem in 10 de richting van de pijl P2 omhoog wordt gezwenkt, zie fig.

2. Het dier wordt vanwege de opwaartse stand van de bodem uit de ruimte 1 geduwd, waarbij gelijktijdig achterblijvende eieren door de meer hellende stand omlaag rollen tot op de transportband 6. Opgemerkt wordt dat het dier zich hierbij 15 niet kan vastklemmen vanwege het gordijn 13 dat bij het wegdrukken van het dier meegeeft naar buiten.

Na enige tijd kan de bodem weer worden terugbewogen, zodat de ruimtes weer worden vrijgegeven voor het pluimvee voor de volgende broedgang.

20 Zoals uit fig. 2 blijkt kan de leginrichting spiegelsym- metrisch zijn uitgevoerd waarbij de bodemdelen 1 met dezelfde handgreepslinger 10 kunnen worden omhooggebracht.

Voorts is het duidelijk dat de handgreep 10 door middel van een aandrijfmotor met bijv. tijdklok kan zijn vervangen. 25 Voorts zij opgemerkt dat de konstruktie van de legin richting uit houtplaten of houtvezelplaten zich bijv. goed leent voor een bouwpakketkonstruktie. De eindwanden 2 alsmede tussenwanden 3 kunnen door middel van liggers 18, 19, 20 en de daarbij behorende pen-gatverbindingen bijzonder eenvoudig 30 tot de ruimtelijke konstruktie worden samengesteld, waarbij slechts de dakplaten 5 voor de vereiste stabiliteit behoeven zorg te dragen. Het onderliggende gestel 18 kan op elke willekeurige wijze worden samengesteld, terwijl de bodemplatten 1 met de gemeenschappelijke as 8 een lagering ondervinden in 35 de kop- en tussenwanden 2, 3.

Met betrekking tot fig. 3 wordt opgemerkt dat niet alleen spiegelsymmetrische uitvoeringen mogelijk zijn, maar dat de legruimten ook boven elkaar volgens een voillièresysteem 8 / 0 L ü ö S s * * i -5- kunnen zijn gerangschikt. Elke ruimte is weer voorzien van een bodem die om de gemeenschappelijke as 8 zwenkbaar zijn.

De boven elkaar liggende assen 8 van elke étage kunnen zo nodig met een passend kettingmechanisme worden bewogen, waar-5 door ook hier met één enkele aandrijfmotor en bijv. tijdklok een automatische gelijktijdige bewreging van de bodemplatten 1 kan plaatsvinden. Elke étage is voorts voorzien van een eigen afvoertransporteur 6.

De afvoer van de eieren die van de transporteurs 6 ko-10 men, kan op elke bekende en passende wijze plaatsvinden,

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

8 7 0 i: 6 6 8 , *

Claims (1)

1. Inrichting voor het verzamelen van eieren van pluimvee, in hoofdzaak bestaande uit tenminste één door een bodem, dak en drie wanden begrensde ruimte voor het althans opnemen van één specimen, aan welke ruimte aan de staande 5 open zijde nabij de bodem een afvoertransporteur is aangebracht, met het kenmerk, datde bodem van de ruimte om een bij de onderrand van de open zijde daarvan liggende aslijn zwenkbaar is aangebracht, zodanig dat de bodem vanuit een minder hellende legstand naar een meer hellende sluit-10 stand kan worden gebracht voor het afsluiten van de open zijde van de ruimte. 87 02 6 8 8 7*