NL2009780C2 - Legnest met uitdrijfsysteem. - Google Patents

Description

Titel: Legnest met uitdrijfsysteem

Veld van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een legnest met uitdrijfsysteem. Een uitdrijfsysteem zorgt ervoor dat de hennen ’s avonds uit de legnesten worden verwijderd zodat ze er ’s nachts niet in kunnen slapen.

5

Achtergrond van de uitvinding

Op dit moment zijn er twee uitdrijfsystemen namelijk het torsi-systeem en het tandheugel systeem. Beide principes zijn al tientallen jaren op de markt.

10 Het tandheugel-systeem is een systeem voorzien van een op een vaste positie opgestelde aandrijfas 1 met die op diverse posities over is voorzien van vast met de aandrijfas verbonden tandwielen 2. De tandwielen grijpen aan op daarmee geassocieerde tandheugels 3. De tandheugels zijn met een uiteinde verbonden met de bodem 4 van het hok van het legnest 6. 15 De bodem is verzwenkbaar opgesteld en kan door de tandheugel van een in hoofdzaak horizontale stand naar een in hoofdzaak verticale stand worden geduwd wanneer de aandrijfas wordt geroteerd. Als gevolg daarvan kunnen de kippen er niet meer in het hok blijven zitten. Figuren 1 en 2 tonen respectievelijk een perpectief- en een zij-aanzicht van een voorbeeld van een 20 legnest met tandheugeluitdrijfsysteem.

Het torsi-systeem is een principe dat een uitdrijfplaat 7 vast aan een buis 8 is bevestigd. De buis bevindt zich in een vaste positie en is roteerbaar rond zijn hartlijn. Zodra de buis wordt geroteerd, zwenkt de uitdrijfplaat mee en duwt de hennen uit het systeem. Fig. 3 toont een 25 zijaanzicht van een voorbeeld van het torsiesysteem. In dat voorbeeld is de uitdrijfplaat in twee delen 7a, 7b uitgevoerd zie in één richting ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn. Door deze constructie wordt een opening via 2 welke de eieren vanuit een hok naar de eiertransporteur rollen niet geblokkeerd door de uitdrijfplaat 7 wanneer deze zich in een, tegen een achterwand van het hok bewogen stand bevindt (zie hnker hok in figuur 3). In het rechterhok van figuur 3 is de uitdrijfplaat in een tussengelegen 5 positie en een eindpositie getoond.

Samenvatting van de uitvinding

Een probleem van het tandheugeluitdrijfsysteem is dat daarmee het volle gewicht van alle kippen de de bodems moet worden op getild om de 10 hennen uit het de hokken van de legnesten te drijven. Dit vereist een zware aandrijving, hetgeen uit kostenoogpunt ongunstig is. Bovendien moeten de bodems en de tandheugels relatief zwaar worden uitgevoerd om de kracht die optreden bij het omhoog zwenken van de bodems en de zich daarop bevindende kippen te kunnen weerstand.

15 Een probleem van het torsiesysteem is dat een onderrand van de uitdrijfplaat zich gedurende de zwenkbeweging op een dermate grote afstand van de bodem van het hok bevindt, dat niet kan worden uitgesloten dat er kippen onder rand door bewegen en dan in het hok achterblijven. Ook komt het voor dat dode kippen niet uit het hok worden verwijderd.

20 De uitvinding beoogt een legnest met een alternatief uitdrijfsysteem. Meer beoogt de uitvinding een legnest dat de hierboven beschreven problemen althans ten dele oplost.

Hiertoe verschaft de uitvinding een legnest dat is voorzien van: • hokken met ten minste een bodem, zijwanden, een achterwand 25 en een dak; • een uitdrijfsysteem dat is voorzien van o een as die is voorzien van ten minste één tandwiel dat vast met de as is verbonden; 3 o een uitdrijfplaat die roteerbaar is verbonden met de as en die via een steunas verzwenkbaar en verschuifbaar is verbonden met het hok; o een tandheugel die vast is opgesteld in het hok en die 5 is geconfigureerd voor samenwerking met het genoemde tandwiel, zodanig dat bij rotatie van de as, deze as zich langs de tandheugel verplaatst onder meename van de uitdrijfplaat.

Een legnest met een dergelijk uitcLrijfsysteem biedt het voordeel 10 dat een onderrand van de uitdrijfplaat nauwkeurig en dicht langs de bodem kan worden bewogen. Immers, de beweging van de uitdrijfplaat is niet beperkt tot een eenvoudige verzwenking langs een vast opgestelde as. Doordat de as een traject doorloopt langs de tandheugel en doordat de steunas verschuifbaar en verzwenkbaar is verbonden met het hok, kan het 15 traject dat de onderrand van de uitdrijiplaat nauwkeurig worden bepaald door een geschikte keuze van de het traject waarlangs de tandheugel zich uitstrekt.

In een nadere uitwerking strekt de tandheugel zich uit langs een gekromd traject. De kromming van het traject kan worden aangepast aan de 20 vorm van de bodem van het hok, zodanig dat de onderrand van de uitdrijfplaat zich in elke zwenkstand dicht bij de bodem bevindt.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. De uitvinding en de nadere uitwerkingen zullen aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijziging naar de figuren, nader 25 worden verduidelijkt.

Korte aanduiding van de figuren

Fig. 1 toont in perspectief-aanzicht een legnest volgens de stand der techniek met een tandheugel-uitdrijfsysteem; 30 Fig. 2 toont het legnest uit figuur 1 in zij-aanzicht; 4

Fig. 3 toont een zij-aanzicht van een legnest volgens de stand der techniek met een torsie-uitdrijfsysteem.

Fig. 4 toont in perspectief een voorbeeld van een uitdrijfsysteem volgens de uitvinding; 5 Fig. 5 toont detail V uit figuur 4;

Fig. 6 toont detial VI uit figuur 4;

Fig. 7 toont een zij-aanzicht van het voorbeeld uit figuur 4 waarbij een zijwand van het rechterhok voor de duidelijkheid weggenomen;

Fig. 8 toont detail VIII uit figuur 7 met de uitdrijfplaat in een 10 eerste eindstand;

Fig. 9 toont een soortgelijk aanzicht als detail VIII uit figuur 7 waarbij de uitdrijfplaat in een tussenstand is getoond; en

Fig. 10 toont een soortgelijk aanzicht als detail VIII uit figuur 7 waarbij de uitdrijfplaat in een tweede eindstand is getoond.

15

Gedetailleerde beschrijving

Voor een beschrijving van figuren 1-3 wordt verwezen naar de beschrijving van de achtergrond van de uitvinding hiervoor.

Fig. 4 toont een perspectief-aanzicht van een voorbeeld van een 20 uitvoering van een legnest volgens de uitvinding. Het legnest 10 is voorzien van hokken 12 met ten minste een bodem 24, zijwanden 18, een achterwand 22 en een dak 20. De bodems 24 van de hokken 12 zijn in enigszins hellend opgesteld, zodat gelegde eieren automatisch naar het laagste punt van de bodem 24 en uit het betreffende hok 12 worden afgevoerd naar een 25 verzamelruimte 16. In het algemeen is een dergelijke verzamelruimte 16 voorzien van een transportband of kettingtransporteur met behulp waarvan de eieren naar een uiteinde van het legnest kunnen worden getransporteerd voor verdere verwerking. De verzamelruimte 16 is niet toegankelijk voor de hennen. In figuur 1 is een zijwand van de verzamelruimte weggelaten om 30 iets meer detail van het legnest zichtbaar te maken. In het getoonde 5 voorbeeld is er sprake van twee series hokken 12 die elk aansluiten op een enkele verzamelruimte 16. De uitvinding heeft echt ook betrekking op een legnest enkele serie hokken 12. Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een legnest met verschillende etages van hokken 12. Het legnest 10 is 5 voorzien van een uitdrijfsysteem voor het uit de hokken verdrijven van de hennen. Dit is bijvoorbeeld ’s nachts gewenst om vervuihng van de hokken 12 te verhinderen.

Het uitdrijfsysteem, is in meer detail getoond in figuren 5-10 is voorzien van ten minste één as 26 die is voorzien van ten minste één 10 tandwiel 28 dat vast met de as 26 is verbonden. Verder omvat het uitdrijfsysteem ten minste één uitdrijfplaat 30 die roteerbaar is verbonden met de as 26. De uitdrijfplaat 30 is verder via een steunas 32 verzwenkbaar en verschuifbaar verbonden met het hok 12. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de zijwanden 18 daartoe voorzien van een 15 verticale sleuf 36 waarin de steunas 32 is opgenomen. Het is echter tevens mogelijk dat een dergelijke sleuf is opgenomen in een framedeel van het legnest in plaats van in een zijwand. Het uitdrijfsysteem omvat tevens ten minste één tandheugel 34 die vast is opgesteld in het hok 12 en die is geconfigureerd voor samenwerking met het genoemde tandwiel 28, zodanig 20 dat bij rotatie van de as 26, deze as 26 zich langs de tandheugel 34 verplaatst onder meename van de uitdrijfplaat 30. In het getoonde voorbeeld zijn de tandheugels 34 elk verbonden met een daarmee geassocieerd zijwand 18. Het is echter tevens mogelijk dat de tandheugels 34 zijn verbonden met een framedeel van het legnest 10.

25 Figuur 7 toont een zijaanzicht van het voorbeeld van het legnest 10 dat is weergegeven in figuur 4 onder weglating van zijwand van de rechter serie hokken 12. Duidelijk zichtbaar is de uitdrijfplaat 30 die zich in een eerste eindpositie bevindt. In deze eerste eindpositie kunnen de hennen de bodem 24 van de hokken 12 betreden.

6

Figuur 8 toont detail VIII uit figuur 7, waarbij de uitdrijfplaat 30 zich in de eerste eindpositie bevindt.

Figuur 9 toont een soortgelijk detail als detail VIII, echter, in deze figuur bevindt de uitdrijfplaat 30 zich in een soort tussenstand. Duidelijk 5 zichtbaar is dat de as 26 zich langs de tandheugel 34 heeft verplaatst naar rechts. Bovendien is duidelijk zichtbaar dat de steunas 32 in de sleuf 36 omhoog is bewogen. Verder is duidelijk dat een onderrand 30a van de uitdrijfplaat zich dicht boven de bodem 24 bevindt. De hennen kunnen niet tussen de onderrand 30a en de bodem 24 doorglippen. Ook dode hennen 10 zullen door de uitdrijfplaat 30 van de bodem 24 worden weggeschoven.

Figuur 10 toont dat de uitdrijfplaat 30 zich in een tweede eindpositie bevindt. De onderrand 30a van de uitdrijfplaat sluit nu aan op een bovenrand 38 van een voorwand 40 van het hok 12 die een toegangsopening 42 voor de hennen naar het hok 12 begrenst. De hennen 15 kunnen nu de bodem 24 niet meer bereiken en zijn uit het hok 12 gedreven. Duidelijk zichtbaar is dat de as 26 met het tandwiel 28 in de tweede eindstand helemaal naar rechts is bewogen. De steunas 32 bevindt zich nu weer onderin de sleuf 36.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de bodem 24 uitgevoerd als 20 een soort borstelbodem. Dit is een type oppervlak waarop de hennen graag staan. De uitdrijfplaat 30 kan zijn uitgevoerd als een gaasmat. Een gaasmat bestaat uit metalen staven die onderling verbonden zijn. Zo kunnen de staven zich bijvoorbeeld loodrecht op elkaar uitstrekken en onderling door lassen met elkaar zijn verbonden. De onderlinge afstand tussen de parallelle 25 staven kan bijvoorbeeld in het bereik van 5-10 cm liggen, zodat de openingen tussen de staven niet door de kippen kunnen worden gepasseerd. In plaats van een gaasmat kun de uitdrijfplaat ook zijn gevormd door een plank met kunststof of hout. De uitdrijfplaat 30 behoeft niet noodzakelijkerwijs vlak te zijn uitgevoerd. Het is tevens mogelijk dat de 7 uitdrijfplaat 30 gekromd is uitgevoerd of niet overal een uniforme dikte heeft.

Alhoewel de uitvinding in detail is weergegeven en beschreven onder verwijzing naar de tekening, dienen deze tekening en deze 5 beschrijving slechts te worden beschouwd als voorbeeld. De uitvinding is niet beperkt tot de beschrijven uitvoeringsvormen. Kenmerken die worden beschreven in voorgaande conclusies kunnen met elkaar worden gecombineerd. De verwijzingscijfers in de conclusies moeten niet worden uitgelegd als beperkingen van de conclusies maar dienen slechts ter 10 verduidelijking. Verschillende varianten zijn mogelijk.

Claims (4)

1. Een leanest (10) dat is voorzien van: • hokken (12) met ten minste een bodem (24), zijwanden (18), een achterwand (22) en een dak (20); • een uitdrijfsysteem dat is voorzien van 5. ten minste één as (26) die is voorzien van ten minste één tandwiel (28) dat vast met de as (26) is verbonden; o ten minste één uitdrijfplaat (30) die roteerbaar is verbonden met de as (26) en die via een steunas (32) verzwenkbaar en verschuifbaar is verbonden met het 10 hok (12); o ten minste één tandheugel (34) die vast is opgesteld in het hok (12) en die is geconfigureerd voor samenwerking met het genoemde tandwiel (28), zodanig dat bij rotatie van de as (26), deze as (26) zich 15 langs de tandheugel (34) verplaatst onder meename van de uitdrijfplaat (30).

2. Het legnest volgens conclusie 1, waarbij de tandheugel (34) zich uitstrekt langs een gekromd traject. 20

3. Het legnest volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitdrijfplaat (30) is uitgevoerd als een gaasmat.

4. Het legnest volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 25 steunas (32) verschuifbaar en verzwenkbaar is opgenomen in een sleuf (36) die in een met de steunas (32) geassocieerde zijwand (18) is voorzien.