NL8700164A - Werkstation, voorzien van een brailleleesregel. - Google Patents

Description

ï -i VO 9025

Titel; Werkstation, voorzien van een brailleleesregel._

De uitvinding heeft betrekking op een werkstation omvattend een toetsenbord voor het in een geheugen invoeren van informatie, welk toetsenbord cursorbesturingstoetsen omvat, waarbij het werkstation is voorzien van een braille-5 leesregel.

Een brailleleesregel is een strookvormige configuratie van in cellen gerangschikte tastorganen, bijvoorbeeld pennetjes, die op en neer bewogen kunnen worden, en die brailletekens kunnen vormen.

Dergelijke brailleleesregels worden gebruikt om 10 visueel gehandicapten van informatie te voorzien, die op een voor visueel gehandicapten niet of moeilijk toegankelijke wijze is opgeslagen, zoals bijvoorbeeld op een beeldscherm weergegeven informatie.

Een van een brailleleesregel voorzien werkstation 15 kan bijvoorbeeld een computerterminal of een tekstverwer-kingsinrichting zijn, die op gebruikelijke wijze is voorzien van een toetsenbord en een beeldscherm. Öpgemerkt wordt, dat de aanwezigheid van een beeldscherm niet strikt noodzakelijk is indien het werkstation uitsluitend 20 door visueel gehandicapten gebruikt wordt. In de praktijk is echter normaliter toch een beeldscherm aanwezig, waarop de middels het toetsenbord in te voeren of te modificeren informatie zichtbaar kan worden gemaakt» zodat het werkstation ook voor niet visueel gehandicapten, die het 25 brailleschrift niet beheersen, geschikt blijft.

Een werkstation van de boven beschreven soort is uit de praktijk bekend. Als voorbeeld kan genoemd worden de draagbare braillecomputer RS 501 van de firma Resus, die een van een gebruikelijk toetsenbord voorziene draag- ï; ·.

' f. i -2- bare computer met beeldscherm omvat, en die voorts is voorzien van een extra balkvormigemodule, die een brailleleesregel omvat. De brailleleesregel is op enige afstand vóór en evenwijdig aan de spatiebalk van het 5 toetsenbord geplaatst.

Bij tekstbehandeling komt het regelmatig voor dat cursorbewegingen nodig zijn om veranderingen in de ingevoerde tekst aan te brengen. De besturing van de cursor vindt normaliter plaats middels bediening 10 van het toetsenbord. De braillecellen van de leesregel zijn zodanig ingericht, dat deze de plaats van de cursor aangeven. Een niet visueel gehandicapt persoon kan op het beeldscherm meteen zien waar de cursor zich bevindt en kan deze tijdens het verplaatsen ook meteen 15 visueel volgen.

Een visueel gehandicapt persoon moet echter via het toetsenbord de cursor verplaatsen, en moet tevens telkens met de handen van het toetsenbord naar de brailleleesregel bewegen om te controleren waar de cursor 20 zich precies bevindt. Dit betekent, dat tijdens het verplaatsen van de cursor de brailleleesregel een soms groot aantal malen geheel of gedeeltelijk afgetast moet worden, hetgeen relatief omslachtig is en in elk geval niet tot een optimaal bedieningsgemak leidt.

25 De uitvinding beoogt het geschetste bezwaar te ondervangen en in het algemeen een verbeterd werkstation met brailleleesregel voor visueel gehandicapten ter beschikking te stellen. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkstation van de bovenbeschreven soort gekenmerkt 30 door nabij de brailleleesregel aangebrachte extra cursor-besturingsmiddelen, die door een visueel gehandicapt persoon bediend kunnen worden, zonder dat de oriëntatie van de hand ten opzichte van de brailleregel verloren gaat.

6/0 s; ? f ...

' < « -3-

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.

Figuur 1 toont schematisch een van een brailleleesregel voorzien werkstation en illustreert het basisprincipe 5 van de uitvinding; figuur 2 toont schematisch in bovenaanzicht een brailleleesregel met een voorbeeld van een bijbehorende cursorbesturingsinrichting volgens de uitvinding; en figuur 3 en figuur 4 tonen schematisch een uitvoerings-10 voorbeeld van een schakelaarinrichting voor een cursor-besturingsinrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een werkstation voor visueel gehandicapten. Het werkstation omvat een schematisch aangegeven toetsenbord 2, dat deel uitmaakt van bijvoorbeeld 15 een personal computer of een computerterminal of een tekstverwerker. Met behulp van het toetsenbord kan tekst en andere informatie in een geheugen worden ingevoerd, of kan reeds ingediende informatie worden gewijzigd.

Het toetsenbord omvat de gebruikelijke hiervoor benodigde 20 toetsen, waarvan slechts enkele toetsen, schematisch aangegeven bij 3, zijn getoond.

De ingevoerde informatie kan op het beeldscherm 4 van een monitor 5 zichtbaar worden gemaakt.

Het toetsenbord omvat naast de gebruikelijke karakter-25 toetsen één of meer, eveneens gebruikelijke cursorbestu-ringstoetsen, die dienen om de cursor of lopende indicator K, die zich normaliter op het beeldscherm bevindt op de plaats waar het invoeren van informatie voortgezet dient te worden en automatisch met het invoeren van 30 de informatie (of het wissen daarvan) meeloopt, naar een andere plaats op het beeldscherm te brengen.

Om het teruglezen van ingevoerde informatie ook voor visueel gehandicapten mogelijk te maken, is een r - , . % *'» 5 t ·ί -4- brailleleesregel 4 aanwezig, die in dit voorbeeld op . enige afstand voor de gebruikelijke spatiebalk 5 van het toetsenbord is aangebracht.

De brailleleesregel kan direkt in de console van 5 het werkstation zijn ingebouwd, doch kan ook een afzonderlijk aankoppelbare balkvormige module 6 zijn, zoals getoond in figuur 1. De brailleleesregel omvat een aantal naast elkaar geplaatste braillecellen 4a......4n, die elk bestaan uit een groep afzonderlijk op en neer beweeg-10 bare pennetjes of dergelijke, met behulp waarvan braille-tekens kunnen worden gevormd.

Bij voorkeur komt het aantal braillecellen overeen met het aantal karakters, dat op een regel van het beeldscherm getoond kan worden.

15 De brailleleesregel kan met behulp van geschikte toetsen met een .willekeurige regel van het beeldscherm in overeenstemming worden gebracht en is zodanig met de tekstverwerker of computer gekoppeld, dat de pennetjes van de braillecellen in een stand worden gebracht, die 20 met de op het beeldscherm op de gekozen regel weergegeven informatie correspondeert.

Op deze wijze kan een visueel gehandicapte via de brailleleesregel de informatie op het beeldscherm lezen.

25 De brailleleesregel is voorts zodanig ingericht dat deze de momentane cursorlocatie aangeeft middels een vaste positie in elke braillecel. Dat wil zeggen dat alle braillecellen in dezelfde positie een pennetje hebben, dat omhoog beweegt als de cursorpositie overeenkomt 30 met de plaats van de betreffende braillecel in de op dat moment door de brailleleesregel weergegeven informatie-regel. Ook een andere representatie van de cursorpositie door de braillecellen is mogelijk, bijvoorbeeld door het gelijktijdig op en- en neer bewegen van alle pennetjes van een cel.

*\ «V Λ r. Λ ;

Cv f I) H

*··' ~ -5-.

Tussen de brailleleesregel en het toetsenbord bevindt zich noodzakelijkerwijze enige ruimte. Dit betekent, dat indien men bij het aftasten van het beeldscherm met behulp van de brailleleesregel de cursor naar een bepaalde 5 plaats wenst te dirigeren, één hand of beide handen van de leesregel naar het toetsenbord verplaatst dienen te worden om de cursorbesturingstoetsen te bedienen. Hierbij gaat het contact met de leesregel verloren, zodat ter controle van de momentane positie van de cursor de handen 10 weer naar de brailleleesregel moeten worden bewogen, die dan tenminste deels gelezen dient te worden tot de cursorpositie is gevonden. Dit proces dient in het algemeen enkele malen herhaald te worden, totdat de Cursor exact de gewenste positie heeft bereikt.

15 Volgens de uitvinding zijn nu cursorbesturingsmiddelen voorzien, die op zodanige wijze zijn gepositioneerd en ingericht, dat voor de bediening van de cursorbestur ingsmiddelen het contact met de brailleleesregel niet of nauwlijks verbroken behoeft te worden.

20 Figuur 1 illustreert het principe van de uitvinding.

Langs de brailleleesregel 4 strekt zich een schakelaar-inrichting 10 uit, die even lang is als de brailleleesregel en die middels elke naast een braillecel van de brailleleesregel liggende sectie bediend kan worden 25 om de cursor te verplaatsen.

De schakelaarinrichting 10 kan tussen de brailleleesregel 4 en de spatiebalk 5 liggen, zoals getoond, doch kan ook vóór de brailleleesregel zijn aangebracht.

Figuur 2 toont nog eens de brailleleesregel 4 van 30 figuur 1 en de zich naast de brailleleesregel uitstrekkende schakelaarinrichting 10. De schakelaarinrichting is in figuur 1 en 2 schematisch weergegeven als opgebouwd zijnde uit een aantal schakelaars 10a.....10η, waarbij ere;-::' -6- elke schakelaar tegenover een corresponderende braillecel 4a.....4n van de brailleleesregel ligt.

De schakelaarinrichting kan derhalve vanaf elke plaats van de brailleleesregel op eenvoudige wijze met 5 een geringe vingerverplaatsing bediend worden. Deze vingerverplaatsing is zeer gering en dient ook vanaf elke braillecel steeds over dezelfde afstand en in dezelfde richting uitgevoerd te worden. Als gevolg hiervan kan de vinger op eenvoudige wijze na bediening van de schakelaar-10 inrichting weer in de uitgangspositie op de braille-/ leesregel gebracht worden en gaat in de praktijk de oriëntatie van de gebruiker op de brailleleesregel niet verloren.

De schakelaarinrichting kan zodanig met de reeds 15 aanwezige cursorbesturingsorganen van het werkstation zijn gekoppeld, dat bij het bedienen van een willekeurige schakelaar de cursor eerst naar het begin van de regel, die op dat moment door de brailleleesregel wordt weergegeven, springt en vervolgens stapsgewijze langs de karakters 20 van de regel beweegt zolang een schakelaar van de schake-laarinrichting vastgehouden wordt. Zodra de gebruiker via de brailleleesregel voelt, dat de cursor de gewenste positie heeft bereikt, wordt de schakelaar losgelaten, of teruggezet indien de schakelaars twee discrete standen 25 bezitten.

In een dergelijke uitvoeringsvorm hebben alle schakelaars in feite dezelfde functie. Derhalve kunnen in dat geval alle schakelaars volledig met elkaar gekoppeld zijn en zelfs worden vervangen door een enkele gecombineerde 30 schakelaar. Een dergelijke gecombineerde schakelaar kan bijvoorbeeld een langwerpige drukschakelaar zijn, die een soortgelijke vorm heeft als de spatiebalk van het toetsenbord, en die zodanig is geplaatst, dat de schakelaar bijvoorbeeld met de duim van een op de braille- r o. * λ ‘ . ? - £ r* £ ·· · : :-· i -· -7- leesregel geplaatste hand bediend kan worden. De schakelaar-inrichting behoeft in dat geval niet noodzakelijk direkt naast de brailleleesregel te zijn geplaatst en kan zelfs in een aantal discrete, verspreid geplaatste schakelaars 5 zijn verdeeld, zodanig dat in elke positie van de hand op de brailleleesregel één der schakelaars door de duim of een andere vrije vinger van dezelfde hand bediend kan worden. Ook bediening met de andere hand is mogelijk.

Opgemerkt wordt, dat het werkstation zodanig kan 10 zijn ingericht, dat afzonderlijke middelen aanwezig zijn om de cursor naar het begin van de door de brailleleesregel weergegeven informatieregel te bewegen. In dat geval behoeft die functie niet meer door de schakelaar-inrichting 10 vervuld te worden.

15 Bij voorkeur is de schakelaarinrichting zodanig ingericht, dat elke schakelaar eenduidig correspondeert met één der braillecellen, zoals het geval is in de getoonde configuratie. De schakelaarinrichting is daarbij zodanig met de reeds aanwezige cursorbesturing 20 van het werkstation gekoppeld, dat bij het bedienen van een bepaalde schakelaar, ofwel van een bepaalde sectie van de schakelaarinrichting, de cursor direkt wordtverplaatst naar die positie op het beeldscherm, die correspondeert met de bij de bediende schakelaar 25 of sectie behorende braillecel.

Op deze wijze kan de cursor nog sneller en doeltreffender verplaatst worden, zonder dat een schakelaar vastgehouden of teruggezet behoeft te worden. In de in figuur 2 getoonde configuratie betekent dit, dat 30 bij bediening van de schakelaar of sectie 10a de cursor direkt beweegt naar de met de braillecel 4a overeenkomende plaats. Bij bedienining van schakelaar of sectie 10 s beweegt de cursor naar de met de cel 4s overeenkomende ϋ"7:: : / /

I w' 'Z

-8- plaats, enz.·

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm is een korte afstand tussen een braillecel en een bijbehorende schakelaar of sectie van de schakelaarinrichting voor een doeltreffende 5 en makkelijke bediening van groot belang en verdient een configuratie van de in figuur 2 getoonde soort de voorkeur.

In de figuren 1 en 2 is de schakelaarinrichting 10 schematisch weergegeven als een reeks discrete schakelaars. 10 Het is inderdaad mogelijk discrete (miniatuur-) schakelaars te gebruiken. Voorts kunnen zowel schakelaars met twee discrete standen als schakelaars met een enkele ruststand gebruikt worden. De schakelaars kunnen voorts van elk gebruikelijk type zijn zoals wipschakelaars, drukschakelaars, 15 capacitieve schakelaars, aanraakschakelaars enz..

Bij voorkeur is de schakelaarinrichting plat en strookvormig zodat de schakelaarinrichting op relatief eenvoudige wijze op een bestaande brailleleesregelmodule of op een bestaand werkstation met ingebouwde braillelees-20 regel aangebracht kan worden.

Een voorbeeld van een geschikte opbouw van een schakelaarinrichting is schematisch in doorsnede getoond in figuur 3. Figuur 3 toont een gelamineerd samenstel van een eerste geleidende folie 30 en een tweede geleidende 25 folie 31. Tussen de folies 30 en 31. ligt een niet geleidende, van openingen voorzien folie 32. Indien nu met een vinger op de folie 30 gedrukt wordt, zal deze met enige kracht tegen de van openingen voorzien folie 32 worden gedrukt en via één of meer openingen in de folie 32 30 een elektrisch contact tot stand brengen met de folie 31. Eén en ander zoals in figuur 4 bij de pijl 33 is aangegeven. Opgemerkt wordt, dat de folies 30, 32 en 31 in een praktische uitvoeringsvorm geen tussenruimte hebben zoals in figuur 3, doch op elkaar liggen zoals ]· ; '·. · · .··· .? *. - l- " **

* ♦. f J

3- * -9- in figuur 4. De folies zijn via een schematisch getoonde connector 34 elektrisch met een niet getoonde signaalver-werkingsinrichting verbonden. Voorts zijn de folies 30, 31 aan de boven respectievelijk de onderzijde afgedekt 5 met een elektrisch isolerende folie. Als alternatief kunnen de folies 30, 31 slechts aan één zijde geleidend zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door een daarop aangebrachte dunne laag van geleidend materiaal.

Als tenminste één der folies 30, 31 per lengte- 10 eenheid een vooraf bepaalde weerstand heeft, is de stroom door de schakelaarinrichting op elk moment evenredig met de plaats van indrukken van de schakelaarinrichting en kan de bijbehorende braillecel op eenvoudige wijze geindentificeerd worden.

15 Het is ook mogelijk op één der folies een aantal geleidende sporen, bijvoorbeeld zeven, aan te brengen, die ter hoogte van elke braillecel een aantal contacten vormen. De contacten kunnen weer door indrukken van de bovenste folie in elektrisch contact met de andere 20 folie gebracht worden. De specifieke combinatie van contacten bepaalt dan eenduidig de bijbehorende braillecel, zodat op eenvoudige wijze de benodigde cursorbesturings-signalen door de signaalverwerkingsinrichting kunnen worden gevormd.

25 Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties, in het bijzonder van de schakelaarinrichting, voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kunnen bijvoorbeeld de braillecellen zelf als schakelinrichtingen zijn uitgevoerd, doordat bij het neerdrukken van één of meer omhoog 30 staande pennetjes een elektrisch signaal wordt opgewekt. Dergelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

^ * i ; • · · \

Claims (15)

1. Werkstation omvattend een toetsenbord voor het in een geheugen invoeren van informatie, welk toetsenbord cursorbesturingstoetsen omvat, waarbij het werkstation is voorzien van een brailleleesregel, gekenmerkt 5 door in of nabij de brailleleesregel aangebrachte extra cursorbesturingsmiddelen , die door een visueel gehandicapt persoon bediend kunnen worden, zonder dat de oriëntatie van de hand ten opzichte van de brailleregel verloren gaat.

2. Werkstation volgens conclusie 1, m e t h et kenmerk, dat de cursorbesturingsmiddelen een één of meer schakelaars omvattende schakelaarinrichting omvat, die nabij de brailleleesregel is aangebracht.

3. Werkstation volgens conclusie 2, m e t het 15 k e n m e r k, dat de cursorbesturingsmiddelen zijn ingericht om bij bediening van de schakelaarinrichting de cursor althans de door de brailleleesregel weergegeven informatieregel vanaf het begin daarvan stapsgewijze te doen volgen totdat de bediening van de schakelaar-20 inrichting wordt beëindigd.

4. Werkstation volgens conclusie 2 of 3, m e t het kenmerk, dat de schakelaarinrichting bestaat uit een enkele schakelaar met een langwerpig, liggend, bedieningsorgaan.

5. Werkstation volgens conclusie 2 of 3, m e t het kenmerk, dat de schakelaarinrichting een aantal vanaf de brailleleesregel bedienbare, op afstand van elkaar geplaatste schakelaars omvat.

6. Werkstation volgens conclusie 2 of 3, m e t ff· *. ^ , « -11- het kenmerk, dat de schakelaarinrichting een langwerpige strook gelamineerd materiaal is, die twee foliestroken omvat, die gescheiden zijn door een tussenliggende foliestrook met openingen, en die althans aan 5 de naar elkaar toegekeerde zijden elektrisch geleidend zijn en door drukuitoefening via de openingen in de tussenliggende foliestrook met elkaar in contact kunnen worden gebracht.

7. Werkstation volgens conclusie 2 of 3, m e t 10 het kenmerk, dat de schakelaarinrichting een langwerpige inrichting is, die evenwijdig aan en naast de brailleleesregel is aangebracht, en die corresponderend met elke braillecel van de brailleleesregel een afzonderlijk bedienbare schakelsectie omvat.

8. Werkstation volgens conclusie 1, m et het kenmerk, dat de cursorbesturingsmiddelen een één of meer schakelaars omvattende schakelaarinrichting omvat, die nabij de brailleleesregel is aangebracht, en dat de schakelaarinrichting een langwerpige inrichting 20 is, die evenwijdig aan en naast de brailleleesregel is aangebracht, en die corresponderend met elke braillecel van de brailleleesregel een afzonderlijk bedienbare schakelsectie omvat en dat de cursorbesturingsmiddelen zijn ingericht om bij bediening van een bij een bepaalde 25 braillecel behorende schakelsectie van de schakelaarinrichting de cursor direkt naar de met die braillecel corresponderende informatiepositie te doen bewegen.

9. Werkstation volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de schakelaarinrichting een langwerpige 30 strook gelamineerd materiaal is, die twee foliestroken omvat, die gescheiden zijn door een tussenliggende foliestrook met openingen, en die althans aan de naar elkaar _ r »* T < i t. -f. -12- toegekeerde zijden elektrisch geleidend zijn en door drukuitoefening via de openingen in de tussenliggende foliestrook met elkaar in contact kunnen worden gebracht, en dat tenminste één van de twee genoemde foliestroken 5 per lengte-eenheid een vooraf bepaalde elektrische weerstand heeft.

10. Werkstation volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de schakelaarinrichting een eerste foliestrook, die op een van openingen voorziene 10 tussenliggende foliestrook ligt en een tweede foliestrook., i waarbij de eerste en tweede foliestrook door drukuitoefening via de openingen in de tussenliggende foliestrook met elkaar in contact gebracht kunnen worden, en waarbij althans één van de eerste of tweede foliestroken een 15 aantal geleidende sporen omvat, die voor het vormen van de schakelsecties op een met een braillecel corresponderende plaats telkens in een vooraf bepaalde combinatie van contacten uitmondt, welke contacten met een geleidend gedeelte van de andere foliestrook in contact gebracht 20 kunnen worden.

11. Werkstation volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat geleidende delen van de foliestroken met een signaalverwerkingsinrichting zijn verbonden, die de van de schakelaarinrichting ont-25 vangen signalen omzet in voor cursorbesturing geschikte signalen.

12. Werkstation volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de extra cursorbedieningsorganen één of meer tastorganen van elke braillecel van de braillelees- 30 regel omvatten, welke tastorganen kunnen worden ingedrukt om een elektrisch signaal te verschaffen. X- · v ύ "> h -13-

13. Brailleleesregelmodule voorzien van extra cursor-besturingsmiddelen als omschreven in één of meer der conclusies 1 t/m 12 en voorzien van middelen om de brailleleesregelmodule met althans één toetsenbord 5 voor het invoeren van informatie in een geheugen omvattend werkstation te koppelen.

14. Schakelaarinrichting geschikt voor extra cursor-besturingsmiddelen als omschreven in één of meer der conclusies 2 t/m 12.

15. Schakelaarinrichting geschikt voor extra cursor- besturingsmiddelen van een brailleleesregelmodule volgens conclusie 13. i ' ··>. ;· * ·' I ·-