NL8501505A

NL8501505A - Inrichting voor het meenemen van een vorkheftruck met een vrachtauto.

Info

Publication number: NL8501505A
Application number: NL8501505A
Authority: NL
Original assignee: Kooi Selectie Beheer Bv
Priority date: 1985-05-24
Filing date: 1985-05-24
Publication date: 1986-12-16
Also published as: EP0204363B1; DE3668874D1; EP0204363A1; ATE50231T1

Description

* —^ -ΙΌ H0/JS/Kooil2

Inrichting voor het meeneraen van een vorkheftruck met een vrachtauto.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met een vrachtauto meenemen van een inklapbare vorkheftruck .

Uit de nederlandse octrooiaanvrage 75.00711 is een mee-5 neeminrichting voor een vorkheftruck bekend. Daarbij wordt de vorkheftruck achterop de vrachtauto op een uitschuifbaar platform geplaatst.

Onder bepaalde omstandigheden kan het gewenst zijn te beschikken over een vorkheftruck waarvan de afmetingen groter 10 zijn dan die welke achterop de vrachtauto meegenomen kunnen worden. Bij een dergelijke grotere vorkheftruck wordt de uit-steekafstand achter de vrachtauto ongewenst groot. De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarmede grotere, inklapbare vorkheftrucks met de vrachtauto meegenomen kunnen 15 worden.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een dwars ten opzichte van de rijrichting rond een vrijwel horizontale pen scharnierbaar onder een vrachtauto aan te brengen oprijbaan, middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan 20 en middelen voor het in de omhooggebrachte stand vergrendelen van de oprijbaan.

Opgemerkt wordt dat opklapbare vorkheftrucks bekend zijn uit de Nederlandse octrooiaanvrage 77.08747. Voorts is het uit de Nederlandse octrooiaanvrage 78.01841 bekend een 25 dergelijke inklapbare vorkheftruck met de vrachtauto mee te nemen. De daarin beschreven middelen zijn echter bijzonder omslachtig. Het is moeilijk om de neergeklapte vorkheftruck nauwkeurig in de daartoe bestemde haak onder de vrachtauto te doen grijpen. Voorts is een ingewikkeld opduwmechanisme nood- 30 zakelijk teneinde de vorkheftruck omhoog te bewegen. Tenslot- *· .

V ^ : t " \Z) ^ W ^ *

J

- 2 - te moet nauwkeurig worden gemanipuleerd om de vorkheftruck ook in de tweede ophanghaak te brengen.

De onderhavige uitvinding verschaft daarentegen eenvoudige en bedrijfszekere middelen voor het meenemen van de 5 neerklapbare vorkheftruck.

De middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan bestaan uit een op de vorkheftruck aangebrachte plunjer, waarbij op de oprijbaan met de vorkheftruck samenwerkende ver-grendelmiddelen zijn aangebracht. De middelen voor het om-10 hoogbewegen kunnen echter ook bestaan uit een plunjer die op de oprijbaan is aangebracht.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kunnen de middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan bestaan uit een op de vrachtauto aangebrachte, de oprijbaan optrekkende plunjer.

15 De middelen voor het vergrendelen kunnen bestaan uit een ten minste op de vrachtauto aan te brengen zwenkbare, door een pal te vergrendelen ondersteuning. Ook kunnen de middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan bestaan uit een op de vrachtauto aangebrachte, de oprijbaan optrekkende 20 plunjer.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekeningen die een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding voorstellen.

In de tekeningen tonen: 25 figuur 1 tot en met 3 een achteraanzicht van een deel van een vrachtauto en de respectievelijke posities van de vorkheftruck bij het plaatsen op de meeneeminrichting, en figuur 4 een perspectivisch aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1-3.

30 Onder het chassis van de vrachtauto 1 wordt de inklap bare vorkheftruck 2 op de meeneeminrichting 3 meegenomen.

De meeneeminrichting 3 bestaat uit een rond een vrijwel horizontale as 4 draaibare oprijbaan 5, 5". De as 4 is gelagerd in verticale steunbalken 6,6" welke op hun beurt beves-35 tigd zijn aan de framebalken 7,7" en 8. De oprijbaan 5, 5" vertoont een in langsrichting van de vrachtauto gerichte ver-bindingsbalk 9. Op de verbindingsbalk 9 is een vangmuil 10 aangebracht.

'-< *, - ·’ Λ \ j A

t j *· 4/ 47 1* - 3 - . ......—— -Λ

De vorkheftruck 2 bezit een opklapbare mast 21, die door middel van een hydraulische plunjer 22 van de verticale, in figuur 1 met stippellijnen aangegeven, stand gebracht kan worden in een omlaaggeklapte stand, en omgekeerd. Met de mast 5 21 in ingeklapte toestand wordt de vorkheftruck 2 op de oprijbaan 5, 5" gereden, die daartoe in de omlaaggerichte, in figuren 3, 4 met onderbroken lijnen getekende stand is gebracht. Wanneer de vorkheftruck in de in figuur 2 getekende stand is gekomen, wordt de vijzel 23 op de vorkheftruck be-10 diend waardoor de zuigerstang 24 omlaag beweegt tot deze in contact met de bodem komt. Bij het verder uitschuiven van de plunjerstang beweegt de vorkheftruck in opwaartse richting, daarbij de oprijbaan 5 van de meeneeminrichting 3 mede orahoogbewegend doordat de schuinstaande plaat 26 onder de 15 vangmuil 10 grijpt. Nadat de vorkheftruck met de meeneeminrichting tot de in figuur 3 getekende stand omhoog is bewogen, worden de ondersteuningen 15 en 16 in de horizontale stand gebracht. De steunen 15 en 16 zijn draaibaar rond assen 11 respectievelijk 12. De assen 11 respectievelijk 12 zijn 20 gelagerd in oren 13 respectievelijk 14, die vastgelast zijn aan de balken 7” respectievelijk 7. De ondersteuningen 15,16 kunnen worden bediend met behulp van respectievelijk de grepen 17, 18. De ondersteuningen 15,16 kunnen in de horizontaal worden vergrendeld met behulp van vergrendelpennen 19 respec-25 tievelijk 20. Het zal duidelijk zijn dat de vijzel 23 in plaats van op de meeneembare vorkheftruck ook op de meeneeminrichting kan worden geplaatst. Het laden en lossen van de vorkheftruck op de meeneeminrichting blijft in principe hetzelfde.

^ ra . I mm w,

Vit,· saif w 3 W

Claims

1. Inrichting voor het met een vrachtauto meenemen van een inklapbare vorkheftruck, gekenmerkt door een dwars ten opzichte van de rijrichting rond een vrijwel horizontale pen scharnierbaar onder een vrachtauto aan te brengen oprijbaan, 5 middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan en middelen voor het in de omhooggebrachte stand vergrendelen van de oprijbaan.

2. Meeneeminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan 10 bestaan uit een op de vorkheftruck aangebrachte plunjer en dat op de oprijbaan met de vorkheftruck samenwerkende ver-grendelmiddelen zijn aangebracht.

3. Meeneeminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het omhoogbewegen van de oprijbaan 15 bestaan uit een op de vrachtauto aangebrachte, de oprijbaan optrekkende plunjer.

4. Meeneeminrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de middelen voor het vergrendelen bestaan uit tenminste één op de vrachtauto aan te brengen zwenkbare, 20 door een pal te vergrendelen ondersteuning.

5. Meeneeminrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de middelen voor het vergrendelen bestaan uit een onder de vorkheftruck brengbare ondersteuning.

6. Vrachtauto voorzien van een meeneeminrichting vol- 25 gens de conclusies 1-5. 0. tl 1 K Λ X