NL8403891A - Slot met uitwendige schootontgrendeling. - Google Patents

Description

ΐ& _ i VO 6691 -1-

Slot met uitwendige schootontgrendeling.

De uitvinding heeft betrekking op een slot,voorzien van tenminste één, tussen een uitgeschoven blokkeerstand en een ingetrokken deblok-keerstand verschuifbare schoot, waarvan een zijdelings uitstekende blokkeerpen reikt door een uitsparing in een pakket klavieren die 5 van een stand waarin genoemde blokkeerpen zowel in de blokkeerstand als in de deblokkeerstand van de schoot is gearreteerd, door rotatie van een passende sleutel en daardoor van een sleutelbaard of neus van een slotcylinder om een gemeenschappelijke pen zwenkbaar zijn naar een stand waarin de schoot verschuifbaar is.

10 Dergelijke sloten zijn voor alle mogelijke toepassingen op deuren, vensters, luiken en dergelijke bekend en wel in een uitvoering met één enkele schoot of met een nachtschoot en een dagschoot.

Door draaiing van een ingestoken sleutel drukt de sleutelbaard of de neus van een door de sleutel geroteerde cylinder de klavieren 15 uit de, de schoot arreterende stand en kan tegelijkertijd de schoot van de ene eindstand naar de andere trekken. Bij een slot met één enkele schoot wordt aldus met de sleutel het slot volledig gedeblokkeerd. Bij een slot met een nachtschoot en een dagschoot wordt veelal de nachtschoot gedeblokkeerd waarna voor het openen van de deur 20 nog de dagschoot, eventueel met een kruk wordt bediend.

Doel van de uitvinding is een voorziening bij dergelijke bekende sloten waarmee bij voorkeur van afstand, in ieder geval vanaf de buitenzijde van het slot, de arretering van de door de klavieren gecontroleerde schoot kan worden opgeheven zonder gebruikmaking 25 van een passende sleutel.

Hiertoe is het slot volgens de uitvinding voorzien van een vanaf de buitenzijde van het slot beïnvloedbare klavierlichter die zwenkbaar is tussen een stand, waarin deze de klavieren niet beïnvloedt en een stand waarin de klavieren tegen de werking van 30 klaviervoorspanveren in zijn gezwenkt naar de stand waarin de daardoor gecontroleerde schoot, ongeacht de positie daarvan in het slot, vrij beweegbaar is.

Tijdens het normale gebruik van het slot neemt de klavierlichter de eerstgenoemde stand in en het slot moet middels een passende 8403301- -2- * ί·. η sleutel worden bediend. Door beïnvloeding van buitenaf kan de klavier-lichter de klavieren naar de tweede genoemde stand zwenken voor het opheffen van de schootarretering.

Toepassing van het slot volgens de uitvinding b.v. in hotels, 5 verpleegtehuizen of psychiatrische inrichtingen heeft het voordeel dat men dan de mogelijkheid heeft in geval van brand vanuit een centraal punt alle deuren te ontgrendelen zodat de brandweer makkelijk overal toegang heeft en opgesloten personen de kans krijgen naar buiten te komen.

• Door het slot te voorzien van een veer die op de door de klavieren gecontroleerde schoot in deblokkerende zin inwerkt kan de schoot automatisch naar de deblokkeerstand schuiven zodra de klavieren door de klavierlichter naar de, de schoot vrijgevende stand zijn gezwenkt.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan de klavier lichter zijn uitgevoerd als een hefboom, waarvan een arm vanaf 9 de buitenzijde van het slot kan worden belast voor het zwenken en vasthouden van de hefboom in de stand waarin deze de klavieren niet beïnvloedt, waarbij een veer de hefboom belast in een richting 20 waarin de hefboom door zwenking van de klavieren wordt belast naar de, de schoot vrijgevende stand.

Bij het wegvallen van de uitwendige invloed op de hefboom, hetzij door afstandsbediening, hetzij doordat een verandering van de plaatselijke omstandigheden, b.v. in geval van brand het doorbranden 25 van een smeltzekering en daardoor verbreken van een belastingsketen, drukt de veer de hefboom en daardoor de klavieren naar de, de schoot vrijgevende stand.

Daarbij kan de uitwendige invloed een magnetische kracht zijn die door een elektromagneet op een uit het slot stekend deel van 3Q de hefboom inwerkt.

Nadat de klavieren in één van de geschetste situaties door de klavierlichter in de, de schoot vrijgevende stand zijn gezwenkt moet de klavierlichter zodra de uitwendige invloed weer wordt uitgeoefend, b.v. de elektromagneet weer wordt bekrachtigd, weer tegen 35 de werking van de daarop inwerkende veer naar de stand kunnen worden gebracht waarin deze de klavieren niet meer beïnvloedt.

s & n i n ö 1

V t v *' v I

SS ΐ -3-

Voor dit doel kan de klavierlichter zijn voorzien van een arm die van buitenaf beïnvloedbaar is voor het terugstellen van de klavierlichter.

Bij een slot dat op overigens bekende wijze is voorzien van 5 een door klavieren gecontroleerde nachtschoot en een door een kruk- tuimelaar bedienbare dagschoot kan volgens de uitvinding de terug-stelarm van de klavierlichter in de stand waarin de klavieren zijn gezwenkt buiten bereik en in de stand waarin de klavieren niet worden beïnvloed binnen bereik liggen van een met de dagschoot-10 kruktuimelaar verbonden deel/ zodat een beweging van de dagschoot-kruk voldoende is om de klavierlichter naar zijn onwerkzame, door de uitwendige invloed gefixeerde stand te brengen.

Daarbij kan op gunstige wijze gebruik worden gemaakt van de aanwezigheid van een beugel die de dagschootkruktuimelaar met een 15 bijbehorende krukterugstelveer verbindt. De terugstelarm van de klavierlichter kan nl. door de beugel heen reiken in een gebied waarin deze door krukbewegingen en dus beugelbewegingen niet wordt beïnvloed, terwijl in de, de klavieren lichtende zwenkstand van de klavierlichter deze zich nabij het van de tuimelaar afgekeerde 20 einde van de beugel bevindt. Bij bediening van de kruk wordt de terugstelarm meegenomen totdat het daarvoor bestemde deel van de klavierlichter binnen bereik van de uitwendige invloed, b.v. de elektromagneet komt.

Ter verduidelijking vein de uitvinding zal, onder verwijzing 25 naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van het slot met uitwendige schootontgrendeling worden beschreven.

Fig. 1 toont schematisch het interieur van een insteekslot; fig. 2 toont met weglating van voor de uitvinding niet relevante delen, het slot volgens fig. 1 tijdens normaal gebruik; en 30 fig. 3 toont het slot volgens fig. 2 met door de klavierlichter gezwenkte klavieren.

Volgens de tekening is het slot voorzien van een dagschoot 1 en een nachtschoot 2, beide afgebeeld in de van de slotplaat 3 uitstekende blokkeerstand. In het slothuis 4 is het slotmechanisme 35 aangebracht, omvattende een tuimelaar 5 voor een niet afgeheelde dagschootkruk. De tuimelaar is door een beugel 6 met een terugstel-veer 7 verbonden. Op de dagschoot 1 werkt een deze naar de uitge- 3 ί Λ ” 3 0 1 < ƒ -4- schoven blokkeerstand belastende veer 8.

De nachtschoot 2 is voorzien van een zijdelings daarvan uitstekende blokkeerpen 9 en van een uitsparing 10. Een neus 13 van een cylinder 11 met sleutelkanaal 12 kan door ingrijping in de uitsparing 5 10 de nachtschoot 2 heen en weer schuiven, waarvoor de neus 13 echter eerst op de in fig. 2 afgebeelde wijze een pakket klavieren 14 om een gemeenschappelijke pen 15 moet wegzwenken zodat de blokkeerpen 9 die door een uitsparing 16 in het klavierenpakket 14 reikt uit de in fig. 1 afgebeelde arretering achter een nok 17 is gelost.

10 Bij verdere rotatie van de neus 10 vanuit de in fig. 2 afgebeelde positie rechtsom, komt deze vrij van de klavieren die dan door klavierveren 18 worden teruggezwenkt naèr de in fig. 1 afgebeelde stand waarbij de blokkeerpen 9 wederom wordt gearreteerd, maar nu aan de andere zijde van nok 17. De nachtschoot 2 wordt dus ook 15 in de teruggetrokken, deblokkeerstand gearreteerd.

In fig. 1 zijn nog elementen 19 en 19a afgebeeld waarmee het mogelijk is bij gedeblokkeerde nachtschoot, door de sleutel nogmaals rechtsom te draaien, de dagschoot te deblokkeren. Deze elementen zijn voor de uitvinding niet relevant en derhalve in fig. 2 en 20 3 weggelaten.

Een van de in het kader van de uitvinding aan het tot dusverre beschreven, bekende slot toegevoegde elementen is een klavierlichter 20 bestaande uit een om de pen 15 zwenkbare hefboom met armen 21 en 22, waarvan de arm 21 buiten het slothuis 4 uitsteekt.

25 De armen 21 en 22 van de klavierlichter 20 liggen op een ander niveau dan de klavieren 14 zodat deze, zoals blijkt uit fig. 2, onafhankelijk van de klavierlichter 20 kunnen zwenken. De klavierlichter is echter voorzien van een zich loodrecht op het vlak van tekening, naast de klavieren 14 uitstrekkende nok 23 die bij zwenking 30 van de klavierlichter 20 het klavierenpakket 14 meeneemt. Deze situatie is afgebeeld in fig. 3.

De zwenkbewegingen van de klavierlichter 20 worden gestuurd door enerzijds een veer 24 die de klavierlichter 20 naar de in fig. 3 afgebeelde stand wil zwenken en anderzijds een uitwendige » invloed of kracht op de arm 21, in de afgebeelde uitvoering uitgeoefend 35 door een elektromagneet 25. Een enigszins kantelbaar blokje 26 op de arm 21 waarborgt een maximaal contact met de elektromagneet 8403891 •4 ••y 'ί -5- 25. De magneetkracht moet groter zijn dan de kracht van de veer 24 om de klavierlichter in de in fig. 1 en 2 afgeheelde stand te houden, waarin deze de klavieren 14 niet beïnvloedt. Bij wegvallen __ van de magneetkracht doordat hetzij de stroomtoevoer opzettelijk 5 wordt onderbroken, hetzij doordat de omstandigheden ter plaatse de magneetbekrachtiging opheffen, zwenkt de veer 24 de klavierlichter 20 naar de in fig. 3 afgeheelde stand.

Moet nu,-uitgaande van de in fig. 3 afgebeelde situatie de klavierlichter weer in de in fig. 1 en 2 afgebeelde stand worden 10 gebracht dan kan bij de afgebeelde uitvoeringsvorm niet met bekrachtiging van de magneet 25 worden volstaan maar moet de arm 21 tegen de werking van de veer 24 in naar de magneet 25 worden gebracht. Voor dit doel functioneert de andere arm 22 als terug-stelmiddel voor de klavierlichter. De arm 22 reikt door de beugel 15 6 die de dagschootkruktuimelaar 5 met de krukterugstelveer 7 ver bindt en wel zodanig dat de tuimelaar 5 de voor normale dagschoot-verplaatsingen noodzakelijke bewegingen kan uitvoeren zonder de arm 22 te beïnvloeden. In de in fig. 3 afgebeelde stand bevindt de arm 22 zich echter bij het beugeleinde aan de zijde van de kruk-20 terugstelveer 7 zodat bij beweging van de tuimelaar 5 de arm 22 door de beugel 6 wordt meegenomen naar de in fig. 1 en 2 afgebeelde stand waarin de klavierlichter door de elektromagneet kan worden gefixeerd.

Voor het vanuit de in fig. 3 afgebeelde stand terugstellen 25 van de klavierlichter 20 naar de in fig. 1 en 2 afgebeelde stand is derhalve slechts een enkele krukbediening nodig.

84 0 3.5 3 1

Claims (8)

1. Slot, voorzien van tenminste één, tussen een uitgeschoven, blokkeerstand en een ingetrokken, deblokkeerstand verschuifbare schoot waarvan een zijdelings uitstekende blokkeerpen reikt door een uitsparing in een pakket klavieren die van een stand waarin 5 genoemde blokkeerpen zowel in de blokkeerstand als in de deblokkeerstand van de schoot is gearreteerd, door rotatie van een passende sleutel en daardoor van een sleutelbaard of neus van een slotcylinder tegen de werking van voorspanveren in om een gemeenschappelijke pen zwenkbaar zijn naar een stand waarin de schoot verschuifbaar is, met het 10 kenmerk, dat het slot is voorzien van een vanaf de buitenzijde van het slot beïnvloedbare klavierlichter die zwenkbaar is tussen een stand waarin deze de klavieren niet beïnvloedt en een stand • waarin de klavieren tegen de werking van klaviervoorspanveren in zijn gezwenkt naar de stand waarin de daardoor gecontroleerde schoot, 15 ongeacht de positie daarvan in het slot, vrij beweegbaar is.

2«, Slot volgens conclusie 1, gekenmerkt door een veer die op de door de klavieren gecontroleerde schoot in deblokkerende zin inwerkt.

3. Slot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de klavierlichter 20 is uitgevoerd als een hefboom, waarvan een arm vanaf de buitenzijde van het slot kan worden belast voor het zwenken en vasthouden van de hefboom in de stand waarin deze de klavieren 'niet beinvloedt, waarbij een veer de hefboom belast in een richting waarin de hefboom door zwenking de klavieren belast naar de, de schoot vrijgevende 25 stand.

4. Slot volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor het belasten van de klavierlichter een elektromagneet is aangebracht die op een uit het slot stekend deel van de hefboom inwerkt.

5. Slot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat de klavierlichter is voorzien van een arm die van buitenaf beïnvloedbaar is voor het terugstellen van de klavierlichter.

. 6. Slot voorzien van een door klavieren gecontroleerde nachtschoot en een door een kruktuimelaar bediende dagschoot volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de terugstelarm van de klavierlichter in 8403891 -7- de stand waarin de klavieren zijn gezwenkt buiten bereik liggen en in de stand waarin de klavieren niet door de klavierlichter worden beïnvloed binnen bereik liggen van een met de dagschootkruk-tuimelaar verbonden deel, zodanig dat een beweging van de dagschoot-5 kruk voldoende is om de klavierlichter naar zijn onwerkzame, door de uitwendige invloed gefixeerde stand te brengen.

7. Slot volgens conclusie 6, voorzien van een beugel die de dag-schoottuimelaar met een bijbehorende krukterugstelveer verbindt, met het kenmerk, dat de terugstelarm van de klavierlichter door 10 de beugel heen reikt in een gebied waarin deze door krukbewegingen en dus beugelbewegingen niet wordt beinvloed, terwijl in de, de klavieren lichtende stand van de klavierlichter de arm zich nabij het van de dagschoottuimelaar afgekeerde einde van de beugel bevindt.

% 8 4 3 3 9 1