NL8202432A - Verstekhoekverbinding voor uit profielstaven samengestelde raam- of deurkozijnen of dergelijke. - Google Patents

Description

•ψ N/30.965-tM/f.

Verstekhoekverbinding voor uit profielstaven samengestelde raam- of deurkozijnen of dergelijke.

Uitvinder: Wilfried Pretzel, Ludenscheid, Bondsrepubliek . Duitsland.

De uitvinding heeft betrekking op een verstekverbinding voor uit profielstaven samengestelde raam-of deurkozijnen of dergelijke, met minstens δδη in een aan de binnenzijden'van de te verbinden profielstaven van elke 5 .verstekhoek aangebrachte geleiding opgenomen inzetstuk.

Bij een uit het Duitse Offenlegungs-schrift2.441.969 bekende verstekhoekverbinding van deze soort bestaat het inzetstuk uit-een zich over de lengte van de ver-stekkanten uitstrekkend in hoofdzaak vlak lichaam, dat aan 10 een eind een punt en aan zijn andere eind een hoekvormige insnijding heeft. Het inzetstuk wordt in een aan de binnen-zijde van twee tegen elkaar stotende profielstaven van een vensterkozijn aangebrachte geleiding geschoven, zodat het, vanaf de raambuitenzijde onzichtbaar, de verstekspleet af-15 dekt. Het de spleet afdekkende vlak van het inzetstuk wordt met een afdichtingsmassa bestreken om de verstekspleet af -\ te dichten. Een vorm- en krachtsluitende verbinding van de profielstaven is bij de bekende inrichting niet aangebracht ' en niet mogelijk. Daar de in de praktijk op een vensterkozijn 20 inwerkende krachten, bijvoorbeeld door thermische spanningen, wind-* en zuiglasten enz., aanzienlijk zijn, is het bekende inzetstuk niet geschikt om boven zijn functie als metaalaf·^ dichtstrook een voldoende mechanische krachtopname te waar-borgen. Een bij een dergelijk kozijn onvermijdelijk mechanisch 25 samenpersen van de profielstaven aan de versteksnijkanten ter vermijding van een verstekspleet is eveneens niet mogelijk.

Bij een andere verstekhoekverbinding volgens het Duitse Gebrauchsmuster 71.46378 zijn als wape-30 ning dienende metaalprofielstaven in de holle kamers van eerst los samengestelde kunststofprofielstaven geschoven en daarin onderling gefixeerd. Daartoe zijn in de holle ruimten van de wapeningprofielstaven in elke verstekhoek twee geschei-den, op zijwaartse afstand van elkaar aangebrachte inzetstuk-35 ken gezet, waartussen telkens een trekwig door een opening in 8202432 r i \ -2- het buitenste kunststofkozijn vanaf de kozijnvoegzijde inge-dreven wordt om de beide inzetstukken in de versteksnede sa-men te persen en een wrijvingssluiting tussen de wapening-profielstaven te verkrijgen. Aansluitend worden de kunststof-5 profielstaven aan de verstekhoeken aan elkaar gelast.

Met deze bekende hoekverbinding is het niet mogelijk de versteksnijkanten van de binnenste wapening-profielstaven samen te trekken en daardoor een verstekspleet te vermijden. Ook is het samentrekken van de buitenste kunst-10 stofprofielstaven niet mogelijk. Daar komt nog bij, dat een lassen van de kunststofstaven slechts door een kostbare spe-ciale lasmethode mogelijk is. De bekende spiegellasmethode is niet toepasbaar.

De uitvinding beoogt een eenvoudige en 15 economisch te vervaardigen mechanische verstekhoekverbinding te verschaffen, die zowel voor geheel uit kunststof vervaar-digde kozijnen als voor metaalkozijnen of gecombineerde metaalkunststofkozijnen universeel toepasbaar is en waardoor het ontstaan van verstekspleten verhinderd wordt.

20 Uitgaande van een verstekhoekverbinding van de bovengenoemde soort wordt dit volgens de uitvinding bereikt, doordat als geleiding telkens een zich evenwijdig aan de verstekkanten van de beide profielstaven uitstrekkende, aan de versteksnijvlakken aangrenzende materiaalribben of der-25 gelijke vasthoudorganeii bezittende insnijding en als inzet-stuk tenminste een vorm- en krachtsluitend over de materiaal-ribben grijpend klemdeel aangebracht is, dat de te verbinden profielstaven langs de versteksnijlijn tegen elkaar perst.

Volgens de uitvinding wordt een economi-30 sche en zekere verstekhoekverbinding verkregen, die het mogelijk maakt zonder dure afzonderlijke onderdelen zelf profielstaven van geheel uit kunststof vervaardigde kozijnen onder vermijding van een verstekspleet bij zo gering mogelijke mon-tagekosten mechanisch met elkaar ,te verbinden, zodat het bij 35 dergelijke kozijnverbindingen gebruikelijke lassen achterwege kan blijven. Dit voordeel is bijzonder belangrijk gebleken bij gecombineerde kunststof/metaalvensterkozijnen, waarbij op grond van de bijzondere constructie daarvan het lassen van het kunststofkozijn met de tot nu toe bekende methoden niet 40 mogelijk is. Bovendien is volgens de uitvinding een bepaalde 8202432 -3- * i ^ krachtverdeling en in elk opzicht voldoende opname van.de op de kozijnhoek inwerkende inwendige en uitwendige krachten gewaarborgd.

Een bijzonder gelijkmatige krachtverde-5 ling ontstaat, wanneer volgens een verder kenmerk van de uit-vinding de insnijdingen als zich in hoofdzaak doorlopend over de lengte van de verstekkanten uitstrekkende groeven uitgevoerd zijn. Daar met de doorlopende groeven gelijktij-dig de voorwaarden voor het ontstaan van ononderbroken 10 doorlopende materiaalribben zijn verschaft, wordt bij opge-zet klemdeel een gelijkmatig over de versteksnijkanten verdeelde vlaktedruk werkzaam.

Op doelmatige wijze grijpen de groeven ten minste de aan de kozijnbuitenzijden (zichtvlakken) toe-15 gevoegde binnenwanden van de profielstaven. Doordat de groeven en daarmede gedwongen de vasthoudribben zich in de onmiddellijke nabijheid van de buitenste versteksnijkanten bevinden, is een optimale krachtverdeling in het onmiddellijke bereik van de versteksnijkanten gewaarborgd en de 20 vorming van zichtbare verstekspleten in de kozijnhoeken praktisch uitgesloten.

Om de verstekhoekverbinding nog verder te stabiliseren, wordt voorgesteld tegenover de aan de binnenwand van de kozijnbuitenzijde aangebrachte groef even-25 wi j dig: een ,-fcweede groef aan te brengen, die in een in het inwendige van het profiel aangebrachte tussenwand gesneden is.Op doelmatige wijze bezitten de groeven een T-vormige dwarsdoorsnede. Ze kunnen echter ook een U-vorm hebben of zwaluwstaartvormig uitgevoerd zijn.

30 Volgens een verder belangrijk kenmerk van de uitvinding zijn de groeven door spaanafnemende vorm-geving vervaardigd. In een verdere uitvoering van de uitvinding kunnen de groeven zowel in het samengestelde, reeds gereed gemonteerde kozijn alsook voor de samenbouw van het 35 kozijn in de afzonderlijke profielen gevormd worden.

Op doelmatige wijze monden de groeven in de binnenste voegzijde van het kozijn uit en eindigen ze voor de tegenoverliggende buitenste vouwzijde. Als variant daarvan kunnen ze echter ook omgekeerdin de buitenste voeg-40 zijde uitmonden en voor de profielwand van de binnenste voeg- 8202432 -4- zijde eindigen. Bij meerdere groeven in een verstekhoek is ook een combinetie van deze uitvoering ' mogelijk .In de praktijk zal men de groefopeningen steeds daar aanbrengen, wear ze bij de montage hetgemakkelijkst toegankelijk zijn en/ 5 of waar ze bij het ingebouwde kozijn optisch het minste storen.

Bij voorkeur bezit het klemdeel via een ribbrug in Sen stuk verbonden, aan beide zijden van de rib-brug aangehracht , ten opzichte van de ribbrug uitstekende 10 vasthoudaanzetstukken, waarvan de dwarsdoorsnede in hoofdzaak met de dwarsdoorsnede-vorm van de groeven overeenkomt.

Hierdoor is een gedwongen gelijk indrijven van het uit SSn stuk bestaande klemdeel in de groeven mogelijk. Op doelmatige wijze bestaat het klemdeel uit een ten opzichte van het mate-15 riaal van de kozijnprofielstaven harder materiaal. Op gunstige wijze is de lengte van het klemdeel ongeveer gelijk aan de lengte van de verstekkanten. Om de vorm- en wrijvingssluiting tussen het klemdeel en de groeven te verhogen, bezitten de vasthoudaanzetstukken van het klemdeel op doelmatige wijze 20 aanvullend een tegen de indrijfrichting van het klemdeel werkende rastervormige profilering of dergelijke.

Om de voile dwarsdoorsnede van de groeven op te vullen, bezit het klemdeel op gunstige wijze aan zijn in de indrijfrichting. voorste einde een aan de groefeinden 25 aangepaste contour en aan zijn achterste einde een concave, hoekvormige insnijding.

Daar het klemdeel met een perspassing in de groeven gevoerd is, is op doelmatige wijze de tussen de vasthoudaanzetstukken gevormde inloopmonding van het klem-30 deel in zijn in de indrijfrichting voorlopende eindzone in dwarsdoorsnede verbreed. Daardoor wordt het opschuiven van het klemdeel op de materiaalribben vergemakkelijkt, terwijl bij de eigenlijke indrijfwerking van het klemdeel het klemdeel zich door de nauwkeurige en maatgetrouwe geleiding in 35 de groeven zelf centreert.

.In het bijzonder voor een verbeterde afdichting van de vers.tekvoeg is het klemdeel op gunstige wijze in de groeven aanvullend door een plakmiddel gefixeerd.

De uitvinding wordt hierna aan de hand van 4Q de tekening nader toegelicht. In de tekening tonen: 8202432 % fig. 1 een gebruikelijk vensterkozijn in -5- vooraanzicht, fig. 2 een vergrote uitsnijding "A" uit fig. 1 van een kozijnhoek in perspectivische uiteengenomen 5 afbeelding, fig. 3 de verstekhoek van fig. 2 in de samengebouwde stand, · fig. 4,5 verschillende andere dwarsdoor-snedevormen voor de insini jdingen en klemdelen volgens de 10 lijn IV-IV en V-V in fig* 3, fig. 6 een kozijnhoek op soortgelijke wij-ze uiteengenomen afgebeeld als in fig. 2, maar met twee in-snijdingen en twee klemdelen, fig. 7 de verstekhoek van fig. 6 in de 15 samengebouwde stand, gecombineerd met een binnenste door een hoekstuk verbonden versterkingsraam, fig. 8 een doorsnede volgens de lijn VIII- VIII in fig. 7, fig. 9 een perspectivisch afgebeelde 20 profieldoorsnede met twee insnijdingen, die tegengesteld aangebrachte inloopmondingen bezitten, fig. 10 het klemdeel van fig. 2 met een rastervormige profilering, fig, 11 de verstekhoek van een door een 25 hoekstuk verbonden metaalraam in de samengebouwde stand, met aan een zijde opgezet kunststofraam, fig. 12 een doorsnede volgens de lijn ΧΓΙ-ΧΙΙ in fig. 11.

In fig. 1 is een vensterkozijn afgebeeld, 30 dat uit in de hoeken met verstek tegen elkaar stotende afzonderlijke profielstaven 1-4 samengesteld is.

Uit de in fig. 2 afgebeelde vergrote perspectivische afbeelding van de uitsnijding "A” van fig.

1 is zichthaar, dat de profielstaven 1,2 elk een geleiding 35 5,6 hebben, waarin een als geheel met 7 aangeduid inzetstuk in de pijlrichting 8 schuifbaar is om een verbinding tussen de beide profielstaven te verkrijgen. Volgens de uitvinding zijn de geleidingeri 5,6 door groefinsnijdingen 5', 51* en 6’, 6M gevormd, die zich evenwijdig aan de verstekkanten 9, 10 40 van telkens twee tegenover elkaar stotende profielstaven 1,2 8202432 -6- 4 resp. 2,3 resp. 3,4 resp. 4,1 van elke verstekhoek uitstrek-ken. De groefinsnijdingen 5,6 van twee profielstaven 1,2 zijn met betrekking tot de verstekkanten 9,10 telkens spie-gelsymmetrisch aangebracht en kunnen allerlei dwarsdoorsnede-5 vormen hebben, bijvoorbeeld ϋ-vormig (fig. 4), zwaluwstaart-vormig (fig.5), T-vormig of anders uitgevoerd zijn. De groefinsnijdingen zijn bij alie getoonde uitvoeringsvoorbeelden in een spaanafnemende arbeidsgang in het materiaal van de profielstaven gevormd, bijvoorbeeld door frezen, graveren, 10 zagen enz., waarbij alnaargelang van de uitvoering van het toegepaste bewerkingsgereedschap en alnaargelang de dwars-doorsnedevorm van een profielstaaf slechts Sen binnenwand 1', 2' of meerdere binnen de profieldwarsdoorsnede tegenover el-kaar liggende binnenwanden 1', 2' en tussenwanden 1'', 2" 15 gegrepen worden. Terwijl bij de afbeelding van fig. 2,3, 5, 6, 7, 8 telkens twee wanden 1', 2' en 1", 2,f door de insnij-dingen 5,6 gegrepen worden, to'ont het voorbeeld van fig. 4 alleen een enkele groefinsnijding aan de buitenste binnen-zijde 1’, 2' van de profielstavenl,2. Zijn de groefinsnij-20 dingen slechts in SSn wand van de profielstaaf aangebracht, dan is het doelmatig daarbij die binnenwand te kiezen, die aan de buitenzijde, dat wil zeggen aan het zichtvlak van de profielstaven toegevoegd is, zodat de groefinsnijding zo dicht mogelijk bij de buitenste verstekkant 9, 10 ligt.

25 De groeven 5,6 kunnen in het reeds samengestelde kozijn gefreesd worden. Dit heeft het voordeel, dat alle groeven van de beide in de verstekhoek tegen elkaar stotende profielstaven in een arbeidsgang gemeeiischappelijk uit de profiel-wanden gevormd kunnen worden en daardoor een hoge bewerkings-30 nauwkeurigheid gewaarborgd is. Anders is echter ook het vormen van de groeven voor de samenbouw van het kozijn in de afzonderlijke profielstaven mogelijk.

Zoals uit de tekening zichtbaar is, strekken de groeven 5,6 zich in hoofdzaak doorlopend over de 35 lengte van de verstekkanten uit en zijn ze aan hun naar het versteksnijvlak toegekeerde zijden door eveneens doorlopende materiaalribberi 11, 11*, 12, 12' begrensd, die met behulp van het inzetstuk 7 een vorm- en krachtsluitende verbinding van de profielstaven in elke verstekhoek mogelijk maken.

40 Als inzetstuk 7 dient een klemdeel, dat in 8202432 -7- f de groeven 5,6 van de profielstaven geschoven wordt. Het bij voorkeur als edn stuk uitgevoerde klemdeel (fig. 2,4 ,5, 6, 10) bezit vasthoudaanzetstukken 13, 14., 15, 16 (fig. 2) respectievelijk 13’, 143. (fig. 4) resp. 15-18 (fig. 5), 5 waarvan de dwarsdoorsnedevorm in hoofdzaak. met de dwars-doorsnedecontouren van de groeven overeenkomen, en die tel-kens via een ribbrug .(19-22} met elkaar verbonden zijn.

Het klemdeel bestaat nit een harder materiaal dan het mate-riaal, waaruit de profielstaven vervaardigd zijn en is ten 10 opzichte van de groeven licht ondergetolSESSEd*1 zodat het bij het indrijven in de groeven in het materiaal van de profielstaven snijdt en daardoor een absoluut vaste en zekere verbinding waarborgt, waarbij eventuele verstekspleten aan de zichtvlakken van de profielstaven praktisch uitgesloten 15 zijn. De vasthoudaanzetstukken van het klemdeel, die voor-bij de ribbruggen uitsteken, bezitten, zoals in fig. 10 zichtbaar is, aanvullend een tegen de indrijfrichting wer-kende rastervormige profilering, bijvoorbeeld zaagtanden 23. Het inzetten van het klemdeel in de groeven wordt vergemak-20 kelijkt doordat de inloopmonding 24 in zijn in de indrijfrichting voorlopende eindzone ten opzichte van de nalopende door de vasthoudaanzetstukken begrensde geleidingsgoot 25 verbreed is, zodat de vasthoudaanzetstukken 13--16 respectieveli jk. 13’, 141.op de materiaalribben 11, 11’ resp. 12, 25 12' resp. 13’, 14’ op gedwongen wijze zacht kunnen uitlo- pen voordat ze zich daarmee vast verbinden. Bij de in fig.

10 afgebeelde uitvoering van een klemdeel bezit dit een aan de verstekhoek aangepaste punt 26, terwijl het aan zijn achtereind een hoekvormige insnijding 27 bezit. De 30 punt kan naargelang van de uitvoering van de groefeinden in de profielstaven ook afgerond of anders uitgevoerd zijn.

De contourvorming van de einden dient op de eerste plaats om bij het ingezette klemdeel de groeven van de profielstaven over hun voile lengte op te vuilen.

35 Terwijl bij het voorbeeld van fig. 2, 3, 6, 7, 8, 9, 12 de inloopmonding van de groeven 5,6 aan de kozijnvoegbinnenzijde gelegen is, zodat het klemdeel van-af de voegbinnenzijde in de groef gedreven kan worden, is het natuurlijk ook mogelijk de inloopmonding aan de tegen-40 overgestelde zijde dus aan de kozijnvoegbuitenzijde aan te 8202432 -8- brengen. De inloopmonding wordt op doelmatige wijze telkens zo mogelijk daar aangebracht, waar deze optisch niet stoort.

Ook is het mogelijk inplaats van slechts Sen groef/klemdeelverbinding aan elke kozijnhoek bijvoor-5 beeld twee, zoals uit fig. 6, 7, 8, 9 zichtbaar is, of meer verbindingsplaatsen aan te brengen, die op afstand van el-kaar aangebracht zijn en waarvan tenminste twee groef/klemdeelverbinding in de nabijheid van de kozijnbuitenvlakken aangebracht zijn om een gelijkraatige krachtverdeling te 10 waarborgen. Bij een dergeiijke aanbrenging is het ook mogelijk, zoals bij het voorbeeld van fig. 9,'de inloopmonding van de Sne groef 5 aan de voegbinnenzijde van het kozijn en die van de tweede aan de tegenoverliggende kozijnzijde aan te . brengen.

15 — Terwijl het voorbeeld van fig. 2,3 de hoek van een geheel uit kunststof gevormd kozijn moet voor-stellen, waarbij de profielstaven uitsluitend via de volgens de uitvinding uitgevoerde hoekverbinding bij elkaar worden gehouden, laat de uitvoering van fig. 7-9 zien, dat de hoek-20 verbinding volgens de uitvinding op dezelfde manier kan worden toegepast, als de kunststofprofielstaven aanvullend door inwendige versterkingsprofielen 28, 29 uit metaal versterkt worden, waarbij deze in de verstekhoeken door hoekstukken 30 op bekende wijze verbonderi kunnen zijn.

25 Een verder toepassingsvoorbeeld voor de hoekverbinding volgens de uitvinding tonen de fig. 11 en 12.

Bijdit voorbeeld zijn kunststofkozijnprofielen 31, 32 van eSn kozijnzijde af op een in de verstekhoeken door bekende hoekstukken. 30 verbonden metaalkozijn ,... 33, 34 gezet, zodat 30 een gecombineerd metaal/kunststofkozijn ontstaat. Bij deze kozijnuitvoering zijn de kunststofprofielen 31, 32 aan de versteksnijkanten uitsluitend via de hoekverbinding volgens de uitvinding bevestigd. Een aanvullend lassen van de kunst-stofprofielstaven kan daarbij achterwege blijven.

35

Samenvatting.

Verstekhoekverbinding voor raam- en deur-kozijnen en dergeiijke met langs de versteksnijkanten verlopen-de in de te verbinden profielstaven ingefreesde groefinsnijdin-4Q gen, waarin een klemdeel wordt geschoven, dat de profielstaven 8202432 * -9- samentrekt en in het verstekvlak samenperst. De verstekhoek-verbinding is zowel voor geheel uit kunststof vervaardigde kozijnen als voor metaalkozijnen of gecombineerde metaal/ kunststofkozijnen toepasbaar.

* 8202432

Claims (18)

1. Verstekhoekverbinding voor uit profiel-stayen samengestelde raam- of deurkozijnen of dergelijke met minstens een in een aan de binnenzijde van de te ver-binden profielstayen van elke verstekhoek aangebrachte ge-5 leiding opgenomen inzetstuk, m e t h e t kenmer'Jc, dat als geleiding telkens een zich evenwijdig aan de ver-stekkanten (9, IdL van de beide profielstaven [1,-2, 31, 32) uitstrekkende, aan de versteksnijvlakken aangrenzende ma-teriaalribben .:(11./ 11' resp. 12, 12')-of dergelijke vast-10 houdorganen bezittende insnijding (5,61 en als inzetstuk ten minste een vorm- en krach-tsluitend over de materiaal-ribben grijpend klemdeel (71 is. aangebracht, dat de te ver-binden profielstaven (1, 21 langs de versteksnijlijn (9, 10) tegen elkaar perst.

2. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1, m e t h. e t k e n m e r k, dat de insnijdingen (5,6) als zich. in hoofdzaak doorlopend.over de lengte van de ver-stekkanten uitstrekkende groeven iiitgevoerd zijn.

3. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 20 i of 2, m e t h. e t k e n m e r k, dat de groeven (5,61 ten minste de aan. de kozijnbuitenzijden (zichtvlakkenl toe-gevoegde hinnenwandeh (1', 2’) van de profielstaven (1,2, 31, 32i omvatten.

4. Verstekhoekverbinding volgens een der 25 conclusies 1^3, m e t he t k e n m e r k, dat tegenover de aan de binnenwand (1 ’2’I van de kozijnbuitenzijde aangebrachte groef (51, 6’1 ten minste een tweede groef (511, 6Ml evenwijdig aangebracht is, die in een in het inwendige van het profiel aangebrachte tussenwand (1'', 2'') inge-30 sneden is.

5. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1-4, met het k e n m e r k, dat de groeven (5,6) een zwaluwstaartvormige doorsnede bezitten.

6. Verstekhoekverbinding volgens conclu-35 sie 1-4, met het k e n m e r k, dat de groeven een . T-vorm bezitten.

7. Verstekhoekverbinding volgens conclusie -1—4, met het ken merk, dat de groeven een U-vorm 8202432 , ............ ' ............. ..............-u-.................................................... bezitten.

8. Verstekhoekverbinding volgens conclusie - 1-7, met het kenmerk, dat de groeven (5, 6) in de binnenste voegzijde van het kqzijn uitmonden en voor de 5 profielwand van de buitenste· voegzijde eindigen.

9. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1-7, met het kenmer k,dat de groeven in de buitenste voegzijde uitmonden en voor c^prof ielwand van de binnenste voegzijde eindigen.

10. Verstekhoekverbinding volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de groeven door spanafnemende vormgeving vervaardigd zijn.

11. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1-10, met het kenmerk, dat de groeven in het 15 samengestelde kozijn gevormd zijn.

12. Verstekhoekverbinding volgens een der conclusies 1-11, methet kenmerk, dat de groeven voor de samenbouw van het kozijn in afzonderlijke profielsta-ven gevormd zijn.

13. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1-12, met het kenmerk, dat het klemdeel (7) via een ribbrug (19-221 in ££n stuk verbonden, aan de beide zijden van de ribbrug aangebrachte en ten opzichte daarvan uitstekende vasthoudaanzetstukken (13-16, 13', 14') bezit, 25 waarvan de dwarsdoorsnede in hoofdzaak met de dwarsdoorsne-devorm van de groeven (5,61 overeenkomt.

14. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1-13, met het kenmerk, dat het klemdeel uit een ten opzichte van het materiaal van de kozijnprofielstaven 30 harder materiaal bestaat.

15. Verstekhoekverbinding volgens de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de lengte van het klemdeel ongeveer gelijk aan de lengte van de verstekkanten is.

16. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 1-15, met het kenmerk, dat de in de groeven grijpende vasthoudaanzetstukken van het klemdeel een tegen de indrijfrichting van het klemdeel werkende rastervormige profilering (231 of dergelijke bezitten.

17. Verstekhoekverbinding volgens conclusie 8202432 Η -12- * 1^16, jjl e t het k e η ία e r k, dat het klemdeel (7) aan zijn in de indri. j f richting voorste eind een aan de groef-einden aangepaste contour (261 en aan zijn achterste eind een concave hoekyormige insnijding (27} bezit.

18. Verstekhoekverhinding volgens een der conclusies 1-^17, m e t h e t kenmerk, dat de tussen de vasthoudaanzetstukkeii gevormde inloopmonding (24) van het klemdeel in zijn in de indrijfrichting voorlopende eindzone in dwarsdoorsnede verhreed is. 10 19-. Verstekhoekverhinding volgens cpnclusie 1^18, met het k e n m e r k, dat het klemdeel in de groeven aanvullehd door een plakraiddel gefixeerd is. 8202432