NL8201417A - Voertuigband met lage vermogensabsorptie. - Google Patents

Description

*r *5 VO 3203 $

Titel ï Voertuigband met lage vermogensabsorptie,

Het onderwerp van de uitvinding is een luchtband voor een motor* voertuig met een lage vermogensabsorptie. De ringvormige wapeningsstruc-tuur in de kroon omvat twee lagen van berubberd weefsel met metaalkoorden 5 waarvan de diameter niet groter is dan 0.6Q3 mm. De radiale onderlinge afstand tussen de middens van de twee naar elkaar toegekeerde koorden in radiale richting van een dwarsdoorsnede van de band is niet groter dan 1.00 mm.

De uitvinding heeft betrekking op radiaal bandenr dat wil zeggen ban* 10 den waarvan de karkaslaag ‘koorden 2ich van de ene bandhiel naar de andere uitstrekken in radiale vlakken of in vlakken die kleine hoeken met derge-lijke radiale vlakken insluiten.

In het bijzonder betreft de uitvinding voertuigluchtbanden en is toepasbaar op radiaalbanden met een lage rolweerstand en daardoor een 15 geringe absorptie van vermogen in vergelijking met bekende luchtbanden.

Het probleem dat absorptie van vermogen in luchtbanden vormt, is steeds belangrijker geworden en in de laatste tijd om twee redenen zelfs essentieel. Enerzijds heeft de verbetering die door andere structurele , eigenschappen van de band wordt verkregen tot gevolg dat voor een verdere .

20 verbetering van de kwaliteit van het gedrag van de band," het thans belangrijker is geworden ook de vermogensabsorptie te beïnvloeden terwijl anderzijds de steeds stijgende energiekosten, in het bijzonder de brandstofkosten, het nog aantrekkelijker maken een soepele afrolling van de banden te bevorderen.

25 Luchtbandfabrikanten hebben derhalve hun aandacht gericht op diverse constructieve elementen van de luchtbandstructuur in het bijzonder met betrekking tot het loopvlak dat een aanmerkelijk aandeel van de totale vermogensabsorptie van de band voor zijn rekening neemt.

Niemand heeft echter aandacht besteed aan de gordelstructuur althans met 30 praktische resultaten, terwijl de gordel van een radiaalband een structuur is met een uiterst gevoelig evenwicht van factoren die op overwegende wijze het bandgedrag op de weg en aldus de levensduur van de band bein* vloeden.

Met andere woorden, de gordel beïnvloedt de bewegingen van de blokken 35 in de met de grond in aanraking komende zone en derhalve de slijtage van 8201417 * * .

-2— de band, verder de greep op de weg tijdens het nemen van een bocht,het stuurgedrag van de band, de gevoeligheid daarvan en een snelle respons op stuurbewegingen en het rijcomfort.

Aangezien elke variatie in de gorde1structuur gericht op absorptie 5 van vermogen, onvermijdelijk een verzwakking daarvan veroorzaakt, wordt, terwijl niet is gegarandeerd dat een evenredige winst wordt gemaakt ten aanzien van de rolweerstand, aangezien de structuur immers meer vervormbaar wordt, een voorziene verslechtering wordt geïntroduceerd van alle gedragseigenschappen van de band op de weg en in het bijzonder, om de 10 meest belangrijke te noemen, verlies van progressieve response van de band bij het meegeven aan dwarskrachten in de; bocht en ook een geringere stuurresponse en een grotere gevoeligheid van de structuur voor tangential® krachten, met betrekking tot de contactzóne van de band met de grondv

Natuurlijk kan men overwegen althans ten dele de kwalitatieve eigen-15 schappen die aldus, zijn verslechterd, te herstellen door verhoging van ' de werkdruk van de band. Deze maatregel zal echter een vergroting van de specifieke belasting op de loopvlakblokken in de grondcontactzóne veroorzaken en daardoor tegelijkertijd een vergroting van de slijtage van het loopvlak en het geabsorbeerde vermogen, hetgeen tegengesteld is aan het 20 beoogde doel.

Aanvraagster heeft daarentegen gevonden dat het mogelijk is een aanzienlijke vermindering van de rolweerstand van de band te bereiken door in te grijpen in de structurele eigenschappen van de gordel zonder het globale kwalitatieve weggedrag van de band te verslechteren.

25 Derhalve is het doel van de onderhavige uitvinding een luchtband voor een wiel, in het bijzonder een voertuigwiel,voorzien van een karkas met radiale koorden, twee zijwangen waarvan de maximale onderlinge afstand in axiale zin de breedte van de banddwarsdoorsnede bepaalt, twee bandhielen die elk zijn voorzien van tenminste één hielkem waaromheen 30 van binnen naar buiten de uiteinden van de karkaskoorden zijn omgeslagen, een loopvlakstrook in de kroon van het karkas en een ringvormige structuur die in omtreksrichting niet uitrekbaar is tussen de loopvlakstrook en het karkas, welke ringvormige loopvlakstructuur een breedte heeft die in hoofdzaak gelijk is aan die van de loopvlakstrook en is voorzien van 35 twee·radiaal overlappende lagen van berubberd weefsel dat met metalen 8201417 ·..*.· a * -3- koorden is versterkt, welke koorden in elke laag onderling evenwijdig zijn en de koorden van de tegenover liggende laag kruisen en hellen onder een hoek gelegen, tussen 5° en 30° ten opzichte van het evenaarvlak van de band, welke band is gekenmerkt doordat de diameter van de metaal-5 koorden niet groter is dan 0.603 mm, de onderlinge radiale afstand tussen de middens, van twee tegenover elkaar liggende koorden in het vlak van een dwarsdoorsnede van de band niet'groter is dan 1.00 mm en bij voorkeur ligt tussen 0.5 en 1.0 mm.

Bij voorkeur zijn de metaalkoorden samengesteld uit drie, vier of 10 zelfs vijf elementair draden die in elkaar zijn getwist, waarbij elke draad een diameterwaarde heeft gelegen tussen 0.12 en 0.25 mm.

Ook kunnen de in het voorgaande genoemde metaalkoorden worden gevormd door enkele staaldraden waarvan de diameter is gelegen tussen de in het voorgaande aangegeven waarden.

15 De dichtheid van deze koorden of van de enkele draden is meer dan zestig draden per decimeter en bij voorkeur gelegen tussen 70 en 140. Bovendien draagt de waarde van H/C verhouding van de band volgens de uitvinding niet meer dan 0.8.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar 20 de tekening, enige uitvoeringvoorbeelden van de voertuigband met lage vermogensabsorptie worden beschreven.

Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een radiaalband volgens de uitvinding;·

Fig. 2, 3, 4 en 5 tonen vier verschillende - uitvoeringsvormen van 25 de ringvormige structuur van de band volgens figuur 1; en

Fig. 6 is een grafiek die de resultaten toont van vergelijkende proeven van de band volgens de. uitvinding en de corresponderende band volgens de stand van de techniek.

Verwijzend naar fig. 1 omvat de luchtband een karkas van textiel

O

30 of metaalkoorden 1, die onder in hoofdzaak 90 zijn opgesteld ten opzichte van de omtreksrichting van de band en met hun uiteinden zijn geslagen om een hielkerndraad 2 voor het versterken van de bandhiel.

Het genoemde karkas is voorzien van een kroonzöne, een loopvlakstrook 3 en, gelegen tussen de loopvlakstrook en genoemde karkaskoorden, een 35 ringvormige wapeningsstructuur 4 die in omtreksrichting niet uitrekbaar 8201417 « * -4- is en gewoonlijk een breker wordt genoemd.

Technici gebruiken gewoonlijk de uitdrukking "C" (breedte van de doorsnede in opgeblazen toestand van de luchtband, of wel de maximale onderlinge axiale afstand tussen de wangen 5 van de band) en "H" (hoogte 5 van de opgeblazen band), en vooral de H/C verhouding die het type band aanduidt.

Het is bekend, dat vanaf het verleden tot nu toe banden'progressief zijn gewijzigd voor wat de H/C waarde betreft, van de waarde H/Ol ("stand-up" series) van de oude banden met diagonale karkaslagen tot de uiterst 10 recente waarde van H/C = 0.65 van de meer moderne radiale banden ("low aspect." series).

De ringvormige structuur 4, die ook in detail is afgebeeld in de volgende figuren 2 tot 5, is voorzien van twee radiaal overlappende lagen van metallisch beruhberd weefsel, dat wil zeggen twee lagen 6 en 7 15 van metaalkoorden 8 welke zijn ingebed in een elastomeer mengsel dat elk onderling contact tussen aangrenzende koorden van dezelfde' laag (dat wil zeggen in axiale richting!’ en ook in radiale richting tussen de koorden van. de twee tegenover liggende lagen verhindert.

Het wordt niet uitgesloten dat deze structuur kan worden aangevuld 20 met één of meer lagen of stroken van textielkoorden, bij voorkeur, echter niet daartoe beperkt, vervaardigd van een materiaal dat onder invloed van warmte krimpt, zoals bijvoorbeeld nylon? in het bijzonder kan de bovengenoemde gordelstructuur zijn aangebracht in een radiaal uitwendige positie ten opzichte van de twee lagen 6en 7 van metallisch berubberd 25 weefsel, terwijl een verdere laag 9 (fig.3) van nylonkoorden,bijvoorkeur· in hoofdzaak met dezelfde breedte als de onderliggende lagen 6 en 7, met de genoemde koorden georiënteerd onder een hoek gelegen tussen o° en 10° ten opzichte van de omtreksrichting van de band, of anders twee smalle stroken 10 (fig.41 van nylonkoorden aldus georiënteerd, zijn aangebracht 30 bij elk uiteinde van de stapellagen 6 en 7 en zijn gewikkeld in één of meer windingen, dan wel een combinatie van deze uitvoeringen wordt toegepast. Deze textielstroken en lagen zijn echter slechts· bedoeld als aanvulling op de structuur volgens de' uitvinding, dat wil zeggen dat zij elementen vormen die, hoewel belangrijk voor hun effect op het totale 35 bandgedrag, voor wat betreft de onderhavige uitvinding moeten worden 8201417 * w· -5- beschouwd als extra maatregelen die geen invloed hebben.

Volgens de uitvinding hebben de genoemde koorden 8 derhalve een diameter "d" in dwarsdoorsnede, met een waarde die niet groter is dan 0.603 mm, terwijl de'onderlinge radiale afstand ”h" tussen de middens 5 van twee tegenover liggende koorden in het dwarsdoorsnedevlak niet groter is dan 1*0 mm-

De zojuist beschreven voorwaarde blijkt duidelijk uit de op fig. 1 volgende figuren, waarin de afmetingen "h" (de onderlinge afstand tussen de koordenl en "s" (de dikte van de laag elastomeermateriaal in radiale 10 richting tussen de koorden van tegenover liggende lagen) zijn aangegeven met een index die correspondeert met het betreffende figuumummer.

Flgiur 2 toont één van de uitvoeringen van de uitvinding zoals deze door aanvraagster zijn gerealiseerd en wel een uitvoering uitgevoerd op een serie banden met afmetingen 185/65-13, waarbij 185 de maximale breed-15 te van de band in mm, dat wil zeggen de waarde "C" zoals in het voorgaande gedefinieerd, geeft,· 65 de waarde aangeeft van de verhouding H/C x 100 (namelijk H/C = 0.65) en 13 de waarde in inches aangeeft van de diameter van de bijbehorende velg.

De metaalkoorden van de twee lagen 6 en 7 volgens fig. 2 zijn 1x3/ 20 0.25, namelijk getwiste strengen elk gevormd door drie elementair draden 11, waarbij de diameter van elke elementairdraad gelijk is aan 0.25mm.

De genoemde koorden zijn in de lagen 6 en 7 verdeeld met een dichtheid "F" gelijk aan 100 koorden per decimeter.

In fig. 2 zijn verder lijnen m-m en n-n aangegeven waarop de middens 25 van de koorden 8 liggen. Deze lijnen vertegenwoordigen de middenvlakken gezien in dwarsdoorsnede, van de metaallagen gelegen tussen da vlakken p, q, r, z, rakend aan de metaalkoorden 8 van elke laag op een plaats, gelegen respectievelijk aan de radiale buitenzijde en aan de radiale binnenzijde, zoals ter verduidelijking aangegeven in de figuren 4 en 5.‘ 30 De radiale afstand "h." van belang voor de uitvinding, tussen de middens van de koorden, valt natuurlijk samen met' die tussen de vlakken m-m en n-n en voor alle koorden waarbij het mogelijk is een omhullende om hun dwarsdoorsnede te tekenen, valt deze afstand eveneens samen met die tussen de middens van genoemde omhullenden.

35 De bovengenoemde- voorwaarde geldt bij voorkeur voor koorden 1x3 en 8201417 # V v 1x4, echter niet- meer voor’ de 1x5 -zoals nu zal worden uiteengezet.

Gesteld is dat de structuur volgens fig. 2 ia uitgevoerd met koorden 1x3. Bij deze koorden is het derhalve mogelijk om hun dwarsdoorsnede een omhullende te trekken zoals ook in de figuur is geschied en het 5 midden van het koord valt samen met het midden van de omhullende en ligt op de lijn van het middenvlak, waarbij de dikte van de metalen laag oyereenkomt met de diameter Van een dergelijke omhullende.

Bekijkt men nu fig. 3 dan is de ringvormige structuur volgens de uitvinding op dezelfde, wijze uitgevoerd als die volgens fig. 2, maar 10 echter met metaalkoorden 1x4. Het· is duidelijk dat ook bij deze koorden era de dwarsdoorsnede een omhullende kan worden aangegeven en hetgeen ten· aanzien hiervan is gesteld voor 1x3 koorden geldt ook hierbij.

In fig. 4 is daarentegen de genoemde ringvormige structuur uitgevoerd met 1x5 koorden. Het is hierbij niet meer practisch mogelijk om van een 15 omhullende te spreken.

Een omhullende is immers slechts mogelijk bij een regelmatige verdeling van de vijf elementair draden om de hartlijn van het koord, welke verdeling bij het vervaardigen van het koord moeilijk realiseerbaar is en onmogelijk kan worden gehandhaafd tijdens het in rubber inbedden van 20 het metaalweefsel gebruik: makend van een kalander.

In dit geval moet bij het bepalen van de radiale afstand h tussen de middens van de koorden van de twee lagen de radiatie afstand h worden aangenomen tussen de lijnen m-m en n-n in het vlak van dwarsdoorsnede, hetgeen de middenvlak lijnen zijn van de metalen lagen, bepaalt door twee 25 vlakken (p en q; r en z) die in elke laag van het metaaLlweefsel raken aan de koordlagen die zich respectievelijk aan de radiale buitenzijde en aan de radiale binnenzijde bevinden.

Het is derhalve duidelijk dat na het doorsnijden van een te beoordelen luchtband het relatief eenvoudig is in‘de praktijk de posities van de 30 lijnen mr-m en n-n en hun onderlinge radiale afstand h4 te bepalen, terwijl het absoluut onmogelijk zou zijn de middens van de koorden 1x5 te bepalen.

In fig. 5 is verder de ringvormige wapeningsstructuur aangegeven, uitgevoerd met enkelvoudige metalen draden. Daarvan afhankelijk of deze 35 draden in elke laag in hetzelfde vlak liggen (linkerzijde van fig.5) dan- 8201417 -7- ·* wel zij op verschillende radiale hoogten zijn geplaatst (zie'rechterzijde van fig. 5), kunnen de voorwaarden worden toegepast die voor een omhullende gelden welke in dit geval samenvalt met de dwarsdoorsnede van elke draad, dan wel kunnen de regels worden toegepast die onder verwijzing 5 naar fig. 4 zijn beschreven.

Het is in ieder gevaL duidelijk dat bij gebruik van. enkelvoudige metaaldraden met de uitdrukking "metaalkoord" in deze beschrijving ook de enkele draden worden bedoeld.

Reeds is gesteld dat h, over de gehele breedte van de structuur niet 10 groter is dan 1.0 mm en bij voorkeur is gelegen tussen 0.5 en 1.0 mm.

In de praktijk kunnen deze waarden worden verkregen door gebruik van me-taalkoorden met een 1x3, 1x4 en 1x5 samenstelling, naast enkelvoudige draden met. diameters gelegen tussen 0.12 en 0.25 mm welke op diverse manieren kunnen worden gecombineerd op voorwaarde dat de in het voorgaande 15 gegeven kritische waarden worden aangehouden.

In verband met de dikte van het elastomeermateriaal. (voor het berub-beren van het metaalweefsel of ook dat van een extra laag tussen de lagen 6 en 7 kan zijn aangebracht) gelegen tussen de metaalkoorden van de twee lagen -of tussen de twee lagen "q" en "r" rakend aan de koorden 20 van de twee lagen in een positie aan de radiale binnenzijde ten opzichte: van de gordelstructuur (de dikte is aangegeven met "s" in de figuren 2-5) 'wordt opgemerkt dat. "s" naar wens kan worden verkleind binnen de grenswaarden welke worden bepaald door de eigenschappen zoals verouderingsweer— stand van het gebruikte mengsel (bijvoorbeeld dat voor het beruhberen van 25 het metaalweefsel), echter de afstand kan niet geheel tot 0 worden gereduceerd aangezien hierdoor een metaal op metaalcontact tussen de koorden van twee radiaal tegenover elkaar liggende lagen zal optreden. In de praktijk zal de grootte van "s” niet kleiner zijn dan 0.20 mm,

Bovendien zal de dichtheid waarmee de metaalkoorden in de lagen 6 30 en 7 van de luchtband volgens de uitvinding aanwezig zijn, steeds groter zijn dan 60 koorden per decimeter.

Het is duidelijk dat de maximale waarde van deze dichtheid wordt bepaald door het feit dat steeds in axiale richting tussen aangrenzende me— taalkoorden een isolatie moet worden gegarandeerd door een voldoende dikte 35 van elastomeermateriaal. In alle gevallen is aanvraagster gebleken dat bij 8201417 % -8- voorkeur de dichtheidswaarden liggen tussen 70 en 140 koorden per decimeter.

Ter verduidelijking van het onderscheid met de uitvinding wordt opgemerkt dat bij bekende luchtbanden de in het bovenstaande gedefinieerde 5 afstand h steeds in de orde van grootte ligt van 1.50 mm terwijl in de gordelstructuur vrijwel, geen koorden worden toegepast met diameters kleiner dan 0.600 mm.

Bekijkt men bijvoorbeeld een bekende luchtband van dezelfde afmeting als in het voorgaande genoemd, namelijk de band 185/65-13 van standaard 10 produktie en in de handel verkrijgbaar. Deze band heeft lagen 6 en 7 van berubberd metaalweefsel voorzien van koorden 1x5/0.25 P60, waarbij de dikte "s" van het elastomeer tussen de koorden gelijk is aan Q.8mm en er is ruimte voor een afstand "h" gelijk aan ongeveer 1.50mm.

De luchtband volgens de uitvinding is uitgerust met de in fig. 2 15 afgebeelde gordel·.

De resultaten van een vergelijking tussen de twee luchtbanden, zijn weergegeven in de grafiek van fig. 6 die de baan van de kromme voor de rolweerstand toont (Kg van de sleepkracht per ton gewicht die op het wiel inwerkt) bij variatie van de snelheid? de waarden, voor de rolweerstand 20 (KR) zijn in percentages weergegeven zodanig dat het effect van andere geometrische en structurele eigenschappen van de luchtband die voor beide banden gelijk zijn, buiten beschouwing zijn gelaten.

De kromme A toont derhalve het weggedrag van de bekende band; de kromme B' geeft het weggedrag van' de band volgens'de uitvinding, üit de 25 grafiek kan direct worden afgeleid dat er een winst is van ongeveer 10% met betrekking tot de rolweerstand bij de band volgens de uitvinding.

Er zijn diverse redenen voor de met de band volgens de uitvinding verkregen resultaten die niet alle bekend en erkend zijn.

Een mogelijke verklaring is het feit dat een ringvormige wapenings-30 structuur, met een waarde "h" gelegen binnen het volgens de uitvinding gegeven variatiegebied, resulteert in een betere flexibiliteit dan van bekende ringvormige wapeningsstructuren, echter niet in die mate dat bij een belaste band grotere vervormingen optreden dan bij bekende banden.

Daarnaast zal op basis van thans bekende technieken worden verwacht 35 dat met het dunner worden van de gordel ook een verslechtering van de 8201417 ............... . -·. ¢, -9- zijdelingse flexibiliteit zou optreden met als gevolg verlies aan progressiviteit van de band response indien onderworpen aan dwars gerichte krachten. In feite gedraagt onder dergelijke omstandigheden de gordel zich als een plaat die wordt belast met een combinatie van buigspanningen-5 en compressiespanningen in dwarsrichting en die derhalve de neiging vertoont makkelijk te worden geplooid (proportioneel met de dikte-afmeting) met als gevolg een zeer matige zijdelingse stabiliteit en wat meer zegtr· een plotseling wegvallen van de greep van de band op de weg in een bocht.

Andersom zou de verrassende afwezigheid van deze nadelen wellicht in 10 verband kunnen worden gebracht met de compacte uitvoering van de gordel • verkregen door gelijktijdige variatie van zowel de afmeting h als de diameter van de metalen versterkingskoorden van de gordellagen. Deze compactheid is waarschijnlijk ook bepalend voor de beweeglijkheidsreigenschap-pen van de blokken in het met de grond in aanraking komende gebied van de 15 band en derhalve het slijtagebeeld van de band dat gelijk blijkt aan dat van bekende luchtbanden en derhalve zonder enige voorspelbare toename van de optredende slijtage verband houdend met een grotere flexibiliteit van de breker.

De structuur van de gordel volgens de uitvinding blijkt nog een ander 20 voordeel te hebben, namelijk de mogelijkheid over te gaan van· het gebruik van koorden 1x5 tot koorden 1x4 en 1x3 en ook naar enkelvoudige draden, hetgeen de rubber tot metaalverhouding en de weerstand tegen vermoeidheid, van de tussenlaag van elastomeermateriaal gelegen tussen de koorden van de lagen 6 en 7 beïnvloedt.

25 Hoe groter namelijk het metaaloppervlak is dat met rubber in aanra king is bij gebruik van koorden met een geringer aantal draden, hoe kleiner de specifieke kracht op het kleverige oppervlak en aldus hoe gunstiger de levensduur of anders gezegd, geeft dit de mogelijkheid de dikte van de boyengenoemde tussenlaag of bijvoorkeur de dikte van de ruhberbekleding 30 van het gordelweefsel te verminderen,

In deze beide gevallen treedt minder warmte-ontwikkeling op in de tussenlaag als gevolg van herhaalde buigingen tijdens het afrollen van de band. Het bekende afscheiden van gordellagen wordt hierdoor sterk vertraagd, in het bijzonder bij de uiteinden van de gordel waar bij bekende banden als 35 gevolg van afbraak door vermoeidheid de tussenliggende elastomeerlaag los- 8201417 -10- laat.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden en dat diverse modificaties en variaties binnen het raam van de uitvinding door elke deskundige kunnen worden 5 aangebracht- 8201417

Claims (10)

1. Luchtband voor een voertuigwiel, in fret bijzonder yoor een motorvoertuig, voorzien van een karkas met radiaalkoorden,. twee bandwangen waarvan de maximale onderlinge afstand in axiale richting de breedte van de banddoofsnede bepaalt, twee bandfrielen die elk·, zijn voorzien van 5 tenminste één hielkern waaromheen van binnen naar buiten de uiteinden van de karkaskoorden zijn omgeslagen, een loopvlakstrook in de kroonzdne van het karkas en een ringvormige wapeningsstructuur die in omtreksrich-ting niet ui trekbaar is, aangebracht tussen de loopvlakstrook en het' karkas, welke ringvormige wapeningsstructuur een breedte heeft die in 10 hoofdzaak gelijk is aan die van de loopvlakstrook en is voorzien van twee radiaal over elkaar aangebrachte lagen van berubberd weefsel, versterkt met metaalkoorden, welke koorden in elke laag onderling evenwijdig zijn en de koorden van de tegenover liggende laag kruisen en welke hellen onder een hoek gelegen tussen 5° en 30° ten opzichte van het evenaarvlak van 15 de band, welke band is gekenmerkt doordat de diameter van de -metaalkoorden niet groter is dan 0.605 mm, de onderlinge afstand tassen de middens van twee tegenover elkaar liggende koorden in een doorsnedevlak van de band niet groter is dan 1.00 mm over de gehele breedte van genoemde ringvormige wapeningsstructuur.

2. Luchtband volgens conclusie 1, met. het kenmerk, dat genoemde onderlinge radiale afstand ligt tussen 0.50 en 1.00 mm.

3. Luchtband volgens conclusie 1 of 2, met het' kenmerk, dat de onderlinge afstand tussen het raakvlak aan de binnenzijde van de koorden van de radiale buitenlaag en het raakvlak aan de buitenzijde van de koorden 25 yan de radiaal binnenste laag, niet kleiner is dan 0.2 mm.

4. Luchtband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de metaalkoorden geometrische configuraties hebben, gekozen uit de mogelijkheden 1x3, 1x4 en 1x5.

5. Luchtband volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de elementair-30 draden waaruit de genoemde koorden zijn samengesteld, diameters hebben gelegen tussen 0.12 en 0.25 mm.

6. Luchtband volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de metaalkoorden enkelvoudige staaldraden zijn met een diameter gelegen tussen 0.12 en 0.25 mm.

7. Luchtband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 8201417 -12- i dat genoemde metaalkoorden in elke laag zijn aangebracht met eën dichtheid variërend tussen 70 en 140 koorden per decimeter,

8. Luchtband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de H/C verhouding een·· waarde heeft die niet groter is dan 0,8 S

9. Luchtband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de radiale buitenzijde van genoemde lagen van metaalkoorden en bij de uiteinden daarvan, een wikkeling van textielboerden is aangebracht van een materiaal dat onder invloed van warmte krimpt en hellend onder O o een hoek gelegen tussen 0 en 10 ten opzichte van de omtreksrichting 10 van de band en in één of meer elkaar radiaal overlappende wikkelingen.

10. Luchtband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de. radiale buitenzijde van genoemde lagen van metaalkoorden, tenminste één laag koorden is aangebracht van textielmateriaal dat onder invloed yan warmte krimpt, welke koorden hellen volgens een hoek gelegen o ® 15 tussen 0 en. 10 ten opzichte van de omtreksrichting van de wand, welke textielkoordenlaag in hoofdzaak tenminste even breed als. de onderliggende . metaalkoordlagen.is. 8201417