[go: up one dir, main page]

NL8104164A - Werkwijze voor het samenstellen en ontkisten van plafondbekistingen voor betonneerwerkzaamheden alsmede plafondbekisting voor het toepassen van die werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het samenstellen en ontkisten van plafondbekistingen voor betonneerwerkzaamheden alsmede plafondbekisting voor het toepassen van die werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8104164A
NL8104164A NL8104164A NL8104164A NL8104164A NL 8104164 A NL8104164 A NL 8104164A NL 8104164 A NL8104164 A NL 8104164A NL 8104164 A NL8104164 A NL 8104164A NL 8104164 A NL8104164 A NL 8104164A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
formwork
ceiling
plates
transistor
support
Prior art date
Application number
NL8104164A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Maier Josef
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maier Josef filed Critical Maier Josef
Publication of NL8104164A publication Critical patent/NL8104164A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G19/00Auxiliary treatment of forms, e.g. dismantling; Cleaning devices
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/36Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for floors, ceilings, or roofs of plane or curved surfaces end formpanels for floor shutterings
    • E04G11/48Supporting structures for shutterings or frames for floors or roofs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/04Connecting or fastening means for metallic forming or stiffening elements, e.g. for connecting metallic elements to non-metallic elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
  • Processing Of Color Television Signals (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Description

ψ· * 1 *- % * VO 2283
Door een spanning bestuurbaar fazeverschuivende inrichting voor een subdraaggolf.
De uitvinding heeft betrekking op ketenvoorzieningen voor het regelen van de faze van een sinusgolf; meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een eenvoudige, temperatuurstabiele, door een spanning bestuurbare fazeverschuivende inrichting voor het op afstand 5 verschuiven van de faze van een uitgangssignaal met betrekking tot een ingangssignaal.
Op het gebiedvan detelevisietechniek, waarbij meerdere hand- en/of studiocamera1s gecodeerde beeldsignalen teweegbrengen, is het noodzakelijk om de faze van het subdraaggolfsignaal dat wordt toegevoerd aan de 10 codeerinrichting te kunnen regelen. Dat wil zeggen dat elke camera niet alleen moet zijn vergrendeld met de andere, maar tevens is vereist dat zulk een camera in faze loopt met betrekking tot al de andere in de studio aanwezige camera's. Een fazegelijkloopsituatie is bijvoorbeeld vereist om te bereiken dat camera-uitgangssignalen die worden toege-15 voerd aan een schakelinrichting adequaat kunnen worden gesneden, gemengd, geleidelijk afgezwakt en op andere wijze verwerkt zonder dat kleurinformatie verloren gaat.
Verschillende afzonderlijke procedure's worden toegepast om camera's met elkaar te vergrendelen. In de eerste plaats worden de verticale 20 camerasystemen vergrendeld met een verticaal referentiesignaal. In de tweede plaats worden de horizontale systemen van de camera's vergrendeld met een horizontaal referentiesignaal. In de derde plaats worden de subdraaggolven van de camera's vergrendeld met een subdraaggolfreferentiesignaal. Alhoewel de frequentie's zijn aangepast bestaat echter geen 25 zekerheid dat de camera's in faze gelijk lopen, met andere woorden wegens verschillen in kabellengten, en dergelijke kunnen fazeverschillen aanwezig zijn. Volgens dë huidige techniek worden faze-instellingen ter correctie van eventueel aanwezige fazeverschillen gemaakt doordat de camera aan de zijkant wordt geopend en door middel van een schroeven-30 draaier met de hand de faze-instelling wordt uitgevoerd. Dergelijke;. met de hand uitgevoerde instellingen zijn in het bijzonder ongewenst bij de kleine, voor bandgebruik bedoelde, recentelijk ontwikkelde camera's met hoogwaardig prestatieniveau, en waarbij de codeerinrichtingen in de earner akop zijn ingebouwd. Bovendien is een dergelijke werkwijze 35 voor volledige geautomatiseerde camera's die volgens oudere voorstellen 8104165 t k ή.
'tl -2- zijn uitgevoerd, moeilijk toepasbaar, tijdrovend, en. in het algemeen ongewenst.
Uit de techniek is een voorbeeld bekend waarbij een fazeverschuiving door afstandbediening kan worden gerealiseerd, en waartoe een betrekkelijk 5 gecompliceerd twee-kanaalsysteem wordt gebruikt om in eerste aanleg een grove fazecorrectie te maken en daarna een fijne fazecorrectie in te voeren. Wanneer het gaat om een draagbare camera, waarbij volume, omvang en vermogensverbruik van het allergrootste belang zijn, is een dergelijk gecompliceerd systeem vanzelfsprekend minder gewenst. Een dergelijk sy-10 steem is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooi 4183044.'
Het voornaamse probleem dat bij het ontwerpen van een subdraaggolf-fazeverschuiver bestaat heeft betrekking op stabiliteit. Er is beschikbaar een sinusgolf met een amplitude die inbet algemeen .een piek-piekwaarde heeft van twee volt. De fazeverschuivende keten dient de eigenschap te hebben 15 om het uitgangssignaal met betrekking tot het ingangssignaal te kunnen variëren over een gebied van tenminste 360°-. Bij het aan elkaar aanpassen van de twee signalen is het echter vereist dat de subdraaggolffazen binnen de marge van een graad of zo met betrekking tot elkaar kunnen worden gedetecteerd en verschoven. Een graad bij de subdraaggolffrequentie corres-20 pondeert met een tijdincrement met een grootte-orde van twee/derde van een nanoseconde voorzover het de NTSC kleurentelevisie standaard betreft en zelfs een mindere tijd wanneer het de PAL standaard betreft. Hieruit volgt dus dat de keten zo eenvoudig mogelijk moet zijn en bovendien uitzonderlijk stabiel dient te zijn met betrekking tot temperatuur, drift 25 en dergelijke verschijnselen, terwijl het hele gebied zich over de volle 360° moet uitstrekken. Volgens de uitvinding worden de in het voorafgaande geschetste bezwaren van de bekende techniek opgeheven doordat een bijzonder eenvoudige, desondanks zeer stabiele en nauwkeurige keten beschikbaar wordt gesteld voor het op afstand instellen van de fazeverschuiving van 30 een subdraaggolf signaal.
Daartoe wordt een ingangssubdraaggolf toegevoerd aan een hellinggene-rator. die de duale functie vervult van een twee-delerketen, terwijl een helling met een zeer snelle terugslag wordt gegenereerd met de halve subdraaggolf frequentie. Het hellingssignaal wordt toegevoerd aan een zeer 35 snel werkende differentiaal comparator^waaraan tevens wordt toegevoerd een stuurgelijkspanning waardoor een drempel voor de comparator wordt inge-___...
steld. Wanneer de amplitude van het hellingssignaal groter wordt dan het 8104165 t * -3- drempelniveauf genereert de comparator een scherpe puls waardoor een volgende afgestemde keten wordt aangestoten voor trillingen met de subdraag-golffrequentie, teneinde continu, gedempte trillingen teweeg te krengen.
De gedempte trillingen worden telkens na twee subdraaggolfcycli her-5 steld ter verkrijging van een geringgedempte trilling met een grote inhoud aan harmonischen. De trilling wordt gezuiverd via een kristalfilter dat de subdraaggolf aan de uitgang genereert als een zuivere sinusgolf met de subdraaggolffrequentie.
De faze van de trilling is bepaald door de scherpe puls en aldus 10 door de drempelspanning, waardoor de faze van de uitgangssubdraaggolf met betrekking tot die van de ingangssubdraaggolf vanaf 0 over een ge-o bied van 360 kan worden verschoven door de drempel van de comparator in te stellen.
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht met 15 verwijzing naar de tekening. In de tekening is: fig. 1 .een. blokschema ter illustratie van de theorie die ten grondslag ligt aan de fazeverschuiver van fig. 2? fig. 2 een schema van een uitvoeringsvoorbeeld van een door de uitvinding voorgestelde combinatie; en 20 fign. 3A-3F een grafische voorstelling ter illustratie van de golf- vormen die in verschillende plaatsen van de keten volgens fig. 2 zijn gegenereerd.
Fig. 1 geeft een vereenvoudigd blokschema ter illustratie van het bij de uitvinding betrokken principe. Een ingangssubdraaggolf in de vorm 25 van een sinusgolf, wordt via een ingang 8 toegevoerd aan middelen 10 die zijn ingericht cm de subdraaggolffrequentie door een factor 2 te delen.
Uit het op de halve frequentie gebrachte signaal wordt door middel van een hellingsgenerator 12 een hellingssignaal met een zeer snelle terugslag gegenereerd, waarbij de lengte van de helling is gegeven door twee 30 cycli van de ingangssubdraaggolf verminderd met de terugslagtijd. Het hellingssignaal wordt aangelegd aan de ene ingang van een zeer snelle differentiaal comparator 14, aan de andere ingang waarvan via een subdraaggolffaze-regellijn 16 een sturende gelijkspanning wordt aangelegd.
Het uitgangssignaal van de comparator 14 is een scherpe puls waarvan de 35 voorflank 15 in de tijdschaal correspondeert met de drempel 17 die in de' comparator 14 is vastgelegd door de stuur spanning 16. Dat wil zeggen dat telkens wanneer de amplitude van het hellingssignaal het drempelniveau 81 0 4 1 65 ~ „ * κ -4- - overschrijdt, de uitgang van de comparator 14 hoog wordt waarbij dé voorflank 15 ontstaat. De puls wordt toegevoerd aan een afgestemde keten 18 waarbij de voorflank 15 er oorzaak van is dat de af gestemde keten wordt aangestoten en in trilling geraakt met de subdraaggolffrequentie, zodat 5 aldus aan de uitgang 20 continue trillingen worden teweeggebracht waarmee de uitgangssubdraaggolf is gedefinieerd. De faze van de trillingen is eenduidig bepaald door de voorflank 15 die door de comparator 14 wordt geproduceerd, waarbij het tijdstip waarop de voorflank verschijnt weer is / bepaald door de drempelspanning.'Door het regelen van de op de. lijn 16 aan-10 wezige stuurspanning voor de comparator 14 wordt aldus bereikt dat de
O
faze van de ingangssubdraaggolf over een gebied van 0 tot en met 360 dienovereenkomstig wordt ingesteld.
Het is betrekkelijk lastig om in een inrichting volgens het blok-schema van fig. 1 gebruik te maken van een delerketen, aangezien de faze— 15 verschuiver een zeer geringe, zeer stabiele vertraging moet kunnen introduceren. In verband hiermede is een keten volgens het schema van fig. 2 voorgesteld, waarbij zonder de noodzaak van delerketens en dergelijke een deel-door-twee functie kan worden vervuld terwijl tevens een hellingssig-naal met de halve subdraaggolffrequentie wordt gegenereerd. De keten is 20 bijzonder eenvoudig en aldus gemakkelijk toepasbaar in een draagbare camera met hoog prestatieniveau, heeft in wezen geen vertraging en is aldus bijzonder stabiel met betrekking tot- de temperatuur, drift en dergelijke.
In fig. 2, waarin dezelfde componenten van dezelfde verwijzingssym-bolen zijn voorzien, is aangegeven dat een ingangssubdraaggolf op een 25 ingang 8 een sinusgolf omvat met een piek-piekwaarde van 2 volt bij de subdraaggolf frequentie van 3,58 megaHertz (MHz) voor de NTSC .kleurentelevisie standaard eru 4,43 MHz voor de PM* standaard. Zoals is weergegeven in fig. 3A heeft een cyclusinterval van de subdraaggolf een grootte van ongeveer 280 nanoseconde (ns) in NTSC. De ingang 8 is gekoppeld met de 30 basis van een transistor 22 van een transistorpaar 22,24. De emitters daarvan zijn met elkaar gekoppeld en vandaaruit met de collector van een transistor 26. De collector van de transistor 22 is bij 28 gekoppeld met een gemeenschappelijke referentiespanning van -7,5 volt. De collector van de transistor 24 is via een weerstand gekoppeld met de -7,5 volt bron, 35 en via een parallel weerstand en een Schottky diode 30 met aarde. De gemeenschappelijke -7,5 volt bron is afgeleid via een -7,5 volt voeding en een inductor, en is via een overbruggingscondensator 32 gekoppeld met 810 4 16 5 ' “ « -5- aarde. De basis van de transistor 24 is geaard.
De emitter van de transistor 26 is gekoppeld met een referentie-spanningsbron 34 van +5 volt die op dezelfde wijze is geconfigureerd als de -7,5 volt bron 28. De basis van de transistor 26 is gekoppeld met de 5 collector van een transistor 36 alsook met de +5 volt bron via een diode/ weerstandketen 38. De basis van de transistor 36 is gekoppeld met de collector van de transistor 24, terwijl de emitter van de transistor 36 is gekoppeld met de basis van een transistor 40 van een paar transistors 40 en 42 die de differentiaalcomparator 14 die reeds werd genoemd, vormen. 10 De emitter van de transistor 36 is via een weerstand 44 eveneens gekoppeld met de -7,5 volt bron 28 en via een condensator 46 gekoppeld met aarde.
De emitters van de transistors 40 en 42 zijn bij elkaar gevoegd en via een weerstand gekoppeld met de +5 volt bron 34. De collector van de transistor 42 is gekoppeld met de -7,5 volt bron 28. De collector van de transistor 15 40 is via een spoel 48 gekoppeld met de bron 28 en vormt tevens het van de comparator 14 afkomstige uitgangssignaal voor de basis van een transistor 50. De basis van de transistor 42 is via een condensator gekoppeld met aarde en vormt de stuurcommando ingangslijn 16 via welke het subdraag-golffazeregelcommando dat in het voorafgaande werd genoemd, wordt aange-20 legd om het drempelniveau (17 van de figuren 1,3) van de comparator 14 te regelen.
De basis van de transistor 50 is tevens via een diode/weerstand 58 gekoppeld met de ^-7,5 volt bron 28 en de emitter is gekoppeld met de bron 28. De collector van de transistor 50 is gekoppeld met een afgestemde ke-25 ten 60 die in wezen is gevormd uit een condensator en een spoel 62, 64, welke is gekoppeld met de basis van een transistor 66. De collector en de emitter van de transistor 66 zijn respectievelijk gekoppeld met de +5 en -7,5 volt bronnen 34 en 28. De emitter is tevens gekoppeld met een kristal-filter 68 waarvan de condensator/weerstand 70 deel uitmaakt, en welk fil-30 ter -resoneert bij de subdraaggolffrequentie van 3,58 MHz wat de NTSC kleu-rentelevisiestandaard betreft, en bij 4,43 MHz wat de PAL standaard betreft. De uitgang van het filter 68 is gekoppeld met een emittervolger transistor 72 die een uitgangstrap vormt via welke de resulterende sub-draaggolf via de uitgang 20 wordt toegevoerd aan de volgende codeerinrich-35 ting.
Met verwijzing naar de figuren 2 en 3A-3F wordt opgemerkt dat tij- 8104165 '" « -6- dens de werking een signaal met een piek-piekwaarde van bijvoorbeeld 2 volt,zoals de binnenkomende subdraaggolf op de ingang 8 (fig.3A), de transistor 22 aan en uit zal schakelen. Verondersteld wordt dat de transistor 24 is ingeschakeld doordat de som van de ingangsspanningen 5 positief is en de transistor 22 is uitgeschakeld. De collector van de transistor 24 gaat omhoog tot bijvoorbeeld ongeveer +0,4 volt. De Schottky diode 30 houdt de transistor 24 uit de verzadiging zodat opslag-tijd wordt geëlimineerd. De emitterspanning van de transistor 36 zal aldus 0,7 volt lager zijn, dat wil zeggen ongeveer -0,3 volt (fig. 3B). De 10 condensator 46 wordt aldus opgeladen tot ongeveer -0,3 volt.
Tijdens de voortgang van de cyclus van de subdraaggolf-sinusgolf volgens fig. IA is deze golf werkzaam om de transistor 22 in te schakelen en de transistor 24 uit te schakelen. De collectorspanning van de transistor 24 neemt af tot een vrij sterk negatieve waarde, bijvoorbeeld onge-15 veer -3,5 volt, terwijl de emitterspanning van de transistor 36 wegens de condensator 46'Opzijn eerdere waarde van ongeveer -0,3 volt blijft. Via de weerstand 44 wordt vervolgens de condensator 46 verder ontladen in de richting van de referentiespanning van -7,5 volt van de bron 28. De ontlading heeft een logaritmisch .verloop zoals is weergegeven in fig. 3B.
20 Toen de transistor 36 werd uitgeschakeld is de basisspanning daarvan verminderd tot een of andere negatieve waarde, zoals ongeveer -3,3 volt. Wanneer de emitterspanning van de transistor 36 is- verminderd tot ongeveer -4 volt zal de transistor 36 opnieuw geiaichnd gaan worden. D'oor een dergelijke werking zal de stroom die wegens de diode/weerstand 38 door de 25 transistor 36 vloeit werkzaam zijn om de transistor 26 in te schakelen waardoor opnieuw stroom wordt toegevoerd aan de differentiaal ingangstrap gevormd door het paar transistors 22 en 24. Als gevolg hiervan ontstaat een zeer snelle regeneratieve, .werking (fig. 3C) waardoor de transistor 24 zeer snel wordt ingeschakeld waarbij de basis van de transistor 36 30 wordt opgetrokken. Hierdoor wordt de condensator 46 opnieuw snel geladen tot zijn beginwaarde van -0,3 volt (fig.3B). De condensator spanning wordt vastgehouden totdat de subdraaggolf ongeveer een halve cyclus heeft doorlopen met andere woorden de momentele waarde daarvan wordt, lager dan de aardspanning, op welke tijd de transistor 24 opnieuw wordt uitgeschakeld 35 en de hele cyclus zichzelf herhaalt.
Aldus wordt aan de emitter van de transistor 36 een negatief.gericht signaal ontwikkeld met een logaritmisch en hellend verloop en een zeer ......810 4 16 5 .......
« ~ J, -Ί- korte terugslagperiode, waarbij de lengte van het hellend verloop ongeveer glijk is asm 1,5 cyclus van het subdraaggolfingangssignaal, met andere woorden ongeveer 550° (figuur 3B). Door de keuze van de tijdconstante van de condensator 46/weerstand 44, wordt de ontlaadtijd geregeld doordat 5 wordt verzekerd dat de keten uitsluitend omschakelt bij elke tweede cyclus van de binnenkomende sinusgolf. Aldus vormt de bovenomschreven keten een zeer snelle, stabiele twee-deler die bovendien is gecombineerd met een hellingsgenerator.
Het aldus gevormde signaal met een hellend verloop wordt vervolgens 10 aangelegd aan een differentiaalcomparator aan de ene ingang waarvan een een drempel bepalende regelspanning wordt aangelegd, waarbij door keuze van de bedrij fsspanningen van de comparator 14 een gebied over de volle 360° (bij voorkeur een gebied over 370°) wordt afgeleid uit het gegeven gebied van ongeveer 550° (fig. 3B).
15 Vanaf de emitter van de transistor 36 wordt het signaal met hellend verloop toegevoerd asm de ene ingang, met andere woorden de basis van de transistor 40 van de comparator 14, terwijl het fazébesturingscommando-signaal voor de subdraaggolf via de leiding 16 wordt aangelegd aan de andere ingang, dat wil zeggen de basis van de transistor 42. Het over de 20 leiding 16 toegevoerde besturingscommando is een gelijkspanning die kan worden gevarieerd vanaf -1 tot -3 volt. De faze kan worden ingesteld door de besturingsgelijksspanning naar keuze te variëren, welke besturingsge-l^k^panning op zijn beurt de drempel 17 (fig. 3B) van de comparator 14 bepaald. Door de drempel wordt bepaald waar de zaagtandvormige golf wordt 25 afgesneden.
Aldus geldt dat wanneer de besturingsspanning die wordt aangelegd aan de basis van de transistor 42 meer positief wordt dan de basis van de transistor 40, laatsgenoemde transistor wordt ingeschakeld en de col- lectorstroom daarvan bewerkstelligt dat over de spoel 48 een scherpe 30 spanningspuls (fig.3D) ontstaat.' De puls verschijnt binnen het gekozen o 370 gebied op de zaagtand op een plaats zoals bepaald door de ligging van het drempelniveau. Door de scherpe puls wordt de volgende transistor 50 zeer snel in de verzadiging gedreven als gevolg waarvan de afgestemde keten 60 wordt aangestoten. Indien zou zijn toegelaten dat de afgestemde 35 keten bij voortduring wordt aangestoten zou een vorm van gedempte trilling ontstaan. De scherpe spanningspuls wordt echter bij elke tweetal cycli herhaald, waardoor de trilling zodanig wordt beïnvloed dat bij de 81 0 4 1 6 5 . ...........
1 ’ % * -8- subdraaggolffrequentie een gering gedempte trilling wordt gegenereerd, zoals is weergegeven in fig. 3E, die bovendien rijk is aan harmonischen.
Deze trilling wordt via de transistor 66 toegevoerd aan het kristal-filter 68, dat zeer stabiel is en resoneert bij de subdraaggolffrequentie.
5 Het filter 68 verwijdert vrijwel al de harmonischen en produceert een zuivere sinusgolf aan de basis van de uitgangstransistor 72. De laatstbedoelde transistor geeft de uitgangssubdraaggolf die correspondeert met de sinusgolf volgens fig. 3F, via zijn emitter en de uitgang 20.
De in het voorafgaande beschreven fazeverschuifketen ontvangt al-10 dus een ingangssinusgolf met een gegeven frequentie en genereert een uit-gangssinusgolf met dezelfde frequentie, waarbij het fazeverschil tussen de ingangssinusgolf aideuitgangssinusgolf op afstand kan worden ingesteld
Q
over een gebied van tenminste 360 en via het subdraaggolffazebesturings-commando. De keten is temperatuurstabiel aangezien gebruik is gemaakt van 15 zeer snelle componenten zonder opslagtijd zodat vertragingen verwaarloosbaar zijn. Door zijn eenvoud kan de keten op eenvoudige wijze worden geïncorporeerd in zeer kleine en dus draagbare camera's met een hoog prestatieniveau en met een volledig geautomatiseerd bedieningssysteem. Aldus wordt door de keten een eenvoudig compact systeem gegeven waarmee de faze 20 van een subdraaggolfsignaal op afstand kan worden bestuurd.
8 1 0 4 1 6 5 “"............. ......................
r' - 'k -9- CONCLÜSIES.
1. Fazeverschuiver die is ingericht om de faze van een uitgangssignaal met eea gekozen frequentie ten opzichte van een ingangssignaal met dezelfde frequentie op afstand te verschuiven, gekenmerkt door middelen voor het genereren van een signaal met een hellend verloop en een periode met . 5 een grootte-orde van 1,5 cycli van het ingangssignaal; middelen voor het kiezen van een drempel op het hellend verloop in responsie op de faze-verschuiving die voor het uitgangssignaal is gewenst; en uitgangsmiddelen waarvan deel uitmaakt een afgestemde keten voor het teweegbrengen van trillingen met de signaalfrequentie wanneer het niveau van het hellend 10 verloop naar keuze een aanpassing vindt met het drempelniveau.
2. Fazeverschuiver volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de frequentie van het signaal met het hellend verloop gelijk is aan de helft van die van het ingangssignaal; en genoemde middelen voor het kiezen van een drempel differentiaalcomparatormiddelen omvatten voor het ontvangen 15 van het signaal met hellend verloop. - 3. Fazeverschuiver volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het kiezen van een drempel besturingsmiddelen omvatten die zijn gekoppeld met de differentiaalcomparatormiddelen en zijn ingericht om de drempel in te stellen op een waarde die overeenkomt met de voor het uit- 2o gangssignaal gewenste fazeverschuiving.
4. Fazeverschuiver volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat van de middelen voor het teweegbrengen van het signaal met een hellend verloop deel uitmaken ingangstransistormiddelen voor het ontvangen van het ingangssignaal, en condensatormiddelen die in responsie 25 °P werking van de transistormiddelen gedurende het ontladen van de condensatormiddelen het signaal met het hellend verloop genereren.
5. Fazeverschuiver volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de ingangstransistormiddelen verder omvatten een trans istorpaar dat is gekoppeld voor het ontvangen van het ingangssignaal; een met de condensatormiddelen 30 gekoppelde weerstand die daarmee een ftC netwerk vormt; en een hellingstransistor die is gekoppeld met dit RC netwerk en die in responsie op de werking van het transistorpaar het signaal met het hellend verloop genereert.
6. Fazeverschuiver volgens de conclusies 4 of 5, met het kenmerk dat 35 de ingangstransistormiddelen omvatten derde en vierde transistors waarvan 8 1 0 4 1 6 5 ........
** I
-10- de emitters met elkaar zijn verbonden; een vijfde transistor waarvan de collector is gekoppeld met de met elkaar verbonden emitters en waarvan de basis is gekoppeldmetde collector van de hellingstransistor; diodemiddelen die zijn gekoppeld met de basis van de vijfde transistor; waarbij de bases 5 van de derde en vierde transistors respectievelijk zijn gekoppeld met het ingangssignaal en met aarde; en de collector van de vierde transistor is gekoppeld met de basis van de hellingstransistor.
7. Fazeverschuiver volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de differentiaalcomparatormiddelen omvatten emitter-gekoppel- 10 de transistors waarvan een eerste transistor is gekoppeld met het RCnetwerk en waarvan een tweede transistor is gekoppeld met de besturingsmiddelen; als inductie werkzame middelen die zijn gekoppeld met de eerste transistor; en waarbij de comparatormiddelen in afhankelijkheid van de grootte van het signaal met een hellend verloop en de drempelspanning. een scherpe 15 puls teweegbrengen.
8. Fazeverschuiver volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitgangsmiddelen uitgangstransistormiddelen omvatten die een geheel vormen met de afgestemde keten en in responsie op de scherpe puls afkomstig van de comparatormiddelen de afgestemde keten aanstoten.
20 9. Fazeverschuiver volgens conclusie 8, gekenmerkt, .door kristalfilter-middelen .die. zijn gekoppeld met de afgestemde keten en zijn ingericht om uit de trillingen die zijn veroorzaakt door het aanstoten, het uitgangssignaal te vormen.
10. Fazeverschuiver volgens conclusie 9, gekenmerkt door diodemiddelen 25 die zijn gekoppeld met het transistorpaar van de ingangstransistormiddelen teneinde transistorverzadiging te voorkomen.
8 1 0 4 1 6 5....................~.......
Λ Λ / ^iO >">2 >^18, -Ά -j^y Αι_ ίλ, FIG-1 - -ti(<rw . -j—'.'^-1—— _: * “1 0 oo ^"710’12 ,> ^ 18·.
.in W^i ' 1 \e? ;* i fpv6/ / « iyj/lV v68J/12
U lOTUW H,ÏW
€^2 * frT;TT ' *5
.„ν^ππη τ 1J-1-f 58Τΐ I—1-1-J
^28 - FS
t*— 270“ — -+ 280ns H- T/V'V/' 22 (A)
-IV
-°.3V 36 (.0} 4V -*-rv550'-*l 26 (0 :67;fv[ju.—-JL· 40 ») j |-κ/ν7^ 50 (E) :;? -sy^T^i 72 «η —► φ !< ΤΙΒ_3 8104165 i. \ . " ' ‘ ' ^ J : Λ «rV . .
Octrooiraad lo ATerinzagelegging © 8104164
Nederland © NL
(0 Werkwijze voor het samenstellen en ontkisten van plafondbekistingen voor betonneerwerkzaamheden alsmede plafondbekistïng voor het toepassen van die werkwijze.
© IntCI».: E04G 11/38.
@ Aanvrager: Josef Maier te Steinach, Bondsrepubliek Duitsland.
0 Gem.: Ir. H.M. Urbanus c.s.
Vereenigde Octrooibureaux Nieuwe Parklaan 107 2587 BP 's-Gravenhage.
© Aanvrage Nr. 8104164.
© Ingediend 8 september 1981.
© Voorrang vanaf 26 september 1980.
0 Land van voorrang: Bondsrepubliek Duitsland (DE).
@ Nummer van de voorrangsaanvrage: P 3036306 .
<§> -- 0 Ter inzage gelegd 16 april 1982.
De aan dit blad gehechte stukken zijn een afdruk van de oorspronkelijk ingediende beschrijving met conclusie(s) en eventuele tekening(en).

Claims (6)

  1. 5. Bijvoorbeeld moeten de afzonderlijke bekistingsplaten van boven af in de houder gezet worden, hetgeen naar verhouding tijdrovend is. Bijzonder moeilijk is bij dergelijke plafondbekistingen het ontkisten, omdat een aan het bekisten tegengestelde beweging van de bekistings- , platen, op grond van de dan aanwezige betonlaag niet meer mogelijk is.
  2. 10 Derhalve worden bij de bekende methode voor het ontkisten, de steun-koppen zover naar omlaag bewogen, dat de bekistingsplaten uit de sleuven gelicht kunnen worden; daarbij moet ook plaats voor een desbetreffende zijwaartse beweging aanwezig zijn. In de praktijk worden derhalve in de regel dergelijke houders niet gebruikt, doch steun-* 15 koppen toegepast, waarmee de dragers of .dergelijke worden vastgehouden, waarop de bekistingsplaten bevestigd kunnen worden. Het oprichten van de bedoelde plafondbekisting heeft echter nog een ander nadeel: Onder elk kruispunt van vier bekistingsplaten moeten een houder en een ondersteuning daarvoor ondergebracht worden. 2G Derhalve moeten bijvoorbeeld de houders ondersteunende steunbalken nauwkeurig opgesteld en gericht worden; dit is in de regel niet met in de bouw werkzame hulpkrachten te verwezenlijken. Bovendien zijn in vele gevallen ook niet de gebruikelijke bouwkundige omstandigheden daarvoor aanwezig, bijvoorbeeld wanneer op een precies onder de 25 plaats tussen twee bekistingsplaten gelegen steunvlak een grondvlak ontbreekt. Tenslotte heeft men voor het samenstellen van de plafond-bekisting als geheel bij de hiervoor bedoelde methode een aantal houders nodig. De uitvinding betreft eveneens een plafondbekisting voor. 3Q betonneerwerkzaamheden met een aantal plafondbekistingselementen (bekistingsplaten) en hulpelementen voor het ontkisten, waarbij de bekistingsplaten aan hun randen verstijvingsruggen of dergelijke hebben, welke tenminste ten dele aan de van het beton afgekeerde vlakke zijde van de bekistingsplaten uitsteken, waarbij deze plafondbekisting in 35 het bijzonder voor het toepassen van de voorbedoelde werkwijze dient. De nadelen van de bekende plafondbekistingen en de houders voor de 8104164 ____ « -* • -3- afzonderlijke bekistingsplaten zijn in verband met de werkwijze reeds genoemd. Er bestaat dus het probleem, een werkwijze voor het samenstellen en .ontkisten van plafondbekistingen van het reeds bedoelde 5 type te verschaffen, welke bij het vermijden van de nadelen van de bekende methode resp. de plafondbekistingen een eenvoudige opbouw en in het bijzonder een eenvoudig ontkisten mogelijk maakt. Ook dienen de afzonderlijke bekistingsplaten met minder werk en materiaal en zonder beschadiging daaraan, resp. de betonlaag kunnen 10 optreden, gemakkelijk en zeker verwijderd kunnen worden; dit geldt ook voor die bekistingsplaten, waarbij de randverstijvingsstroken iets buiten de van het beton afgekeerde vlakke zijde van de bekistingsplaat uitsteken, zoals dit in de praktijk doorgaans het geval is. Voor het oplossen van dit probleem wordt door de uitvinding 15 bij een werkwijze van het hierboven bedoelde type voorgesteld, dat de te verwijderen bekistingsplaten bij het ontkisten allereerst over een hoogte naar omlaag gebracht en met een van de langste zijde op een nagenoeg boven deze waarde naar beneden verzet tegenleger -gelegd en vervolgens om deze ondersteuning gekanteld worden.
  3. 20 Door het naar omlaag bewegen van de bekistingsplaat verkrijgt het bovenvlak allereerst een bepaalde afstand ten opzichte van de gebeton-neerde plafond. De bekistingsplaat kan daardoor niet alleen ontspannen, doch verkrijgt zoveel vrijheid, dat de plaat zonder gevaar voor contact of beschadiging van Het betonnen plafond omgeklapt kan worden.
  4. 25 Dit is mogelijk zonder dat een aantal steunen, welke naburige bekistingsplaten ondersteunen, resp. medeondersteunen, ook naar omlaag gebracht behoeven te worden. (De steunelementen, welke de hier in aanmerking komende, naar omlaag te klappen bekistingsplaat rechtstreeks ondersteunen, moeten vooraf uiteraard gedemonteerd worden). 3d Met betrekking tot de plafondbekisting bestaat de oplossing voor de uitvinding vooral hierin, dat als hulpelement bekistings-apparatuur aanwezig is, welke een bevestigingsbereik voor het verbinden met de onderzijde van het eerste, aanvankelijk nog vaste bekistingsplaat alsmede een tegenleger voor het grijpen onder het tweede, 35 te ontkisten bekistingsplaat zitten, waarbij het tegenleger gedeelte 8104164 * £~.‘ · - - -4— tenminste in het bereik van de verstijvingsstrook of dergelijke van de te ontkisten bekistingspiaat en ten opzichte van de onderzijde ea.de neergelaten bekistingspiaat naar onderen verzet tegenleger gedeelte heeft, en dat in de bekistingsplaten verbindingsplaatsen voor 55 de ontkistingsapparatuur aanwezig zijn. Een grote plafondbekisting kan uit een aantal afzonderlijke bekistingsplaten op de grond gemaakt worden, waarbij de later naar het beton, toegekeerde vlakke zijden van de bekistingsplaten naar onderen komen te liggen. De afzonderlijke bekistingsplaten kunnen, bijvoorbeeld 10 door schroefbouten (bekistingsplaatbouten) op eenvoudige wijze met elkaar verboriden en de samengestelde plafondbekisting door middel van een kraan geplaatst worden. De rij steunen, resp. het vaak tussen de steunen en de plafondbekisting aanwezige kanthout kunnen op elke willekeurige plaats aangebracht worden. Zij behoeven niet in overeen-15 stemming met de stootvoegen van naburige afzonderlijke bekistingsplaten gericht te worden, zodat ook hulparbeiders de ondersteuning kunnen opstellen. Bij het ontkisten worden de afzonderlijke bekistingsplaten om. een langszijde opgeklapt; daardoor wordt het handwerk vergemakkelijkt en het gevaar voor een ongeval verminderd».
  5. 20 Volgens een belangrijke verdere ontwikkeling van de uitvinding is de ontkistingsapparatuur voor de plafondbekisting gemakkelijk..los-neembaar met de afzonderlijke bekistingsplaten te verbinden. Daarbij 'bezit de ontkistingsappardaiur bij voorkeur een aansluitbout of dergelijke aansluitelement en de bekistingsplaten op bepaalde plaatsen 25 aansluitopeningen daarvoor, bij voorkeur aan de binnenste verstijvings-ruggen van de bekistingsplaten. Derhalve behoeft de ontkistingsapparatuur niet op elk kruispunt van twee, resp. vier bekistingsplaten of op elke afzonderlijke bekistingspiaat aangebracht te zijn. Men komt bij het ontkisten met weinig goedkope ontkistingspparatuur uit.
  6. 30 Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn in de onderconclusies en.de::beschrijving omschreven. De uitvinding wordt aan de hand van de tekening met bepaalde details nog nader toegelicht. In de tekening tonen.op verschillende schalen; fig. 1 een ten dele in doorsnede gehouden gedeeltelijk zij-35 aanzicht van een plafondbekisting binnen een bouwsel, sterk geschematiseerd weergegeven; fig. 2 zeer schematisch en op kleinere schaal een gedeeltelijk 8104164
NL8104164A 1980-09-26 1981-09-08 Werkwijze voor het samenstellen en ontkisten van plafondbekistingen voor betonneerwerkzaamheden alsmede plafondbekisting voor het toepassen van die werkwijze. NL8104164A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3036306A DE3036306C2 (de) 1980-09-26 1980-09-26 Ausschalhilfe für Deckenschalungen
DE3036306 1980-09-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104164A true NL8104164A (nl) 1982-04-16

Family

ID=6112908

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104164A NL8104164A (nl) 1980-09-26 1981-09-08 Werkwijze voor het samenstellen en ontkisten van plafondbekistingen voor betonneerwerkzaamheden alsmede plafondbekisting voor het toepassen van die werkwijze.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4450120A (nl)
BE (1) BE890227A (nl)
CA (1) CA1159670A (nl)
CH (1) CH656171A5 (nl)
DE (1) DE3036306C2 (nl)
DK (1) DK152067C (nl)
FI (1) FI812969L (nl)
FR (1) FR2491115A1 (nl)
IT (1) IT1139956B (nl)
NL (1) NL8104164A (nl)
NO (1) NO156761C (nl)
PT (1) PT73730B (nl)
SE (1) SE8105655L (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3213482C1 (de) * 1982-04-10 1983-06-01 Maier, Josef, 7611 Steinach Ausschalhilfe
DE3724872C1 (de) * 1987-07-28 1988-10-27 Maier Josef Befestigungsklammer zum Verbinden der Randstege von Schaltafeln
US4873738A (en) * 1988-09-29 1989-10-17 Cfc Fabrication Corporation Apparatus for stripping concrete forms from bridge structures
DE4211136C2 (de) * 1992-04-03 1997-04-17 Gerhard Dingler Vorrichtung zur Deckenschalung
US6598357B2 (en) * 2001-02-02 2003-07-29 Wallace D. Sanger Concrete building module roof form and support apparatus
US6691470B2 (en) * 2001-02-02 2004-02-17 Wallace D. Sanger Concrete building module roof form with I-beam and support apparatus
NO322390B1 (no) * 2004-04-21 2006-10-02 Selvaag Spinoff As Byggemetode for hus i polybetong
CN110802721B (zh) * 2019-10-15 2024-06-28 安徽晶宫绿建集团有限公司 一种基于预制混凝土墙板硬化加工的组合支撑架
US11788571B2 (en) 2020-08-07 2023-10-17 Peri Se Multi-head bolt and fastener system
USD990301S1 (en) 2020-08-07 2023-06-27 Peri Se Multi-head bolt
CN113389379A (zh) * 2021-06-25 2021-09-14 深圳市建设(集团)有限公司 一种具有独立支撑后浇带楼板的施工方法

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL89223C (nl) *
DE549159C (de) * 1929-04-01 1932-04-23 Henry W Roos Absenkbare Deckenschalung
US1958933A (en) * 1929-12-30 1934-05-15 George W Williams Building construction
US2461733A (en) * 1947-04-04 1949-02-15 Arthur J Harder Clamp for cement form panels
US2609585A (en) * 1948-12-17 1952-09-09 Ledbetter James Apparatus for constructing concrete floors
FR1127987A (fr) * 1955-06-16 1956-12-28 Ossude Sa Dispositif de coffrage pour planchers en béton armé
FR1352878A (fr) * 1962-12-10 1964-02-21 Symons Mfg Co Procédé et système pour la construction de dalles de sol en béton
GB1106621A (en) * 1963-10-16 1968-03-20 Acrow Eng Ltd Improvements in and relating to formwork for concrete
US3432137A (en) * 1967-02-13 1969-03-11 Wilfred J Krajco Concrete form structure
ES360490A1 (es) * 1967-11-07 1970-10-16 Rapid Metal Developments Ltd Mejoras en las disposiciones para el soporte de encofrados de hormigon.
DE1813678A1 (de) * 1968-12-10 1970-06-18 Symons Mfg Company Schalungsstuetze
US3630479A (en) * 1969-04-23 1971-12-28 Futura Roofs Inc Monolithic slab for roofs, floors, platforms, and the like
GB1473846A (en) * 1973-06-29 1977-05-18 Acrow Ltd Supports for concrete formwork
US4003542A (en) * 1975-09-22 1977-01-18 Beer Issie M Form pans for constructing ribbed slab structures
US4151975A (en) * 1977-10-25 1979-05-01 Williams Chester I Panel junction assembly
DE2851549C2 (de) * 1978-11-29 1981-02-26 Josef 7611 Steinach Maier Vorrichtung zum Verbinden von Schaltafeln insbesondere im Bereich von Abstufungen eines Bauwerkes

Also Published As

Publication number Publication date
IT1139956B (it) 1986-09-24
FR2491115B1 (nl) 1984-12-14
DK152067C (da) 1988-06-06
FI812969L (fi) 1982-03-27
NO156761C (no) 1987-11-18
CH656171A5 (de) 1986-06-13
NO813272L (no) 1982-03-29
DE3036306C2 (de) 1983-12-22
IT8123848A0 (it) 1981-09-09
DK152067B (da) 1988-01-25
DK426381A (da) 1982-03-27
BE890227A (fr) 1982-01-04
FR2491115A1 (fr) 1982-04-02
NO156761B (no) 1987-08-10
SE8105655L (sv) 1982-03-27
PT73730B (de) 1982-11-11
CA1159670A (en) 1984-01-03
DE3036306A1 (de) 1982-04-15
PT73730A (de) 1981-10-01
US4450120A (en) 1984-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8104164A (nl) Werkwijze voor het samenstellen en ontkisten van plafondbekistingen voor betonneerwerkzaamheden alsmede plafondbekisting voor het toepassen van die werkwijze.
DE2603162C2 (de) Ablenkanordnung für eine Kathodenstrahlröhre
NL7809226A (nl) Geschakelde spanningsomzetter.
US4228462A (en) Line oscillator synchronizing circuit
JPS59228695A (ja) 同期切換電源
GB2083717A (en) Controlled phase shifter
CA1185357A (en) Dual mode horizontal deflection circuit
US4471327A (en) Self-oscillating power supply
KR900008233B1 (ko) 수평 편향 귀선 시간 절환 회로
NL8105160A (nl) Schakeling voor het omzetten van een ingangsgelijkspanning in een uitgangsgelijkspanning.
DE1952024B2 (de) Anordnung zur fernsteuerung der rasterjustierung einer fernsehkamera
DE2644200B2 (de) Nord-Süd-Kissenkorrektur-Schaltung
DE69422963T2 (de) Synchronisierung einer Ablenkungswellenformkorrekturschaltung
AT392379B (de) Ablenkschaltung mit regelbarem ruecklauf
JPH06334894A (ja) 水平同期装置
JP3464496B2 (ja) 陰極線管表示システム
DE1248097B (de) Transistorbestückte Ablenkschaltung fur die elektromagnetische Strahlablenkung m Kathodenstrahlrohren
NL8601347A (nl) Lijnafbuigschakeling in een beeldweergeefinrichting.
DE2058287A1 (de) Differentialverstaerkerstufe
DE1462928A1 (de) Ablenkschaltung
JP2005044812A (ja) 少なくとも1つの高圧放電ランプを作動させるための回路装置
WO1988004504A1 (en) Television receiver with a micro-computer controlled operating part and a switching network part
US3575666A (en) Television synchronizing system using a phase controlled gyrator filter
DE3728856C2 (nl)
DE3900958C2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed