NL8103755A - Filmcamera met filmgeruisdemping. - Google Patents

Description

P & c LW 4930-3 Neö.dB/LvD Filmcamera met filmgeruisdemping.

De uitvinding heeft betrekking op een filmcamera van het professionele type, zoals gebruikt wordt voor bewegende films.

5 In het bijzonder betreft de uitvinding een filmcamera, bestaande uit een huis, met montageorganen voor lenzen, een filmaandrijfinrichting, omgeven door het huis, een steunorgaan binnen het huis en uit organen voor de montage voor de filmaandrijfinrichting aan het steunorgaan.

Het hoofddoel van de uitvinding is het verschaffen van. een film-10 camera voor bewegende films, waarbij de overdracht van geruis van het film-aandrijfmechanisme op het camerahuis wordt verminderd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de filmcamera volgens de uitvinding is weergegeven.

15 . Fig. 1'is een zij-aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij de camera en de bijbehorende delen en hulpstukken op een schouder- v> steun zijn gemonteerd.

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de camera met bijbehorende delen en hulpstukken, gemonteerd op een statief.

20 Fig. 3 is een doorsnede volgens III-III van fig. 1.

Fig. 4 toont een langsdoorsnede volgens IV-IV van fig. 3.

Fig. 5 en 6 zijn resp. een horizontale doorsnede en een dwarsdoorsnede volgens V-V resp. VI-VI van fig. 4.

De weergegeven filmcamera 10 bestaat uit een huis 11, dat in de 25 hand kan worden gehouden of worden aangebracht aan een schoudersteun 12, zoals weergegeven in fig. 1, of op een statief 13 volgens fig. 2.

E^en verwisselbare lenzeneenheid 14 is gemonteerd aan het vooreinde van de camera 10, tezamen met een zoekerinrichting 15, een filmsnelheids-aanwijsinrichting 16 en een filmlengtemeter 17. Een filmmagazijn 18 kan 30 aan het achtervlak van het huis 10 volgens fig. 1 worden gemonteerd of ook op het bovenvlak van het huis 11 volgens fig. 2.

Verschillende maten filmmagazijnen kunnen worden gebruikt, zoals met streep-stiplijnen in fig. 2 is aangegeven. Een handgreep 19 is gemonteerd op een afdekplaat 20 en wordt gebruikt voor het afsluiten van een opening 35 in het camerahuis wanneer deze niet wordt gebruikt voor het filmmagazijn 18.

Een montageplaat 22 is binnen het huis 11 aangebracht, maar uitsluitend daarmee verbonden door vier tegen geluid isolerende ver-bindingsorganen 23, 24, 25 en 26, zoals weergegeven in fig. 4. Deze 40 verbindingsorganen zijn onderling gelijk en bestaan elk uit een metalen 0103755 > - 2 - pen 27, bevestigd aan de metalen montageplaat 22, welke pen wordt opgenomen in een elastomere voering 28 van een bus 29. De bus 29 heeft uitwendige schroefdraad voor opname in de inwendige schroefdraad 30 van een oor 31 dat uit een stuk met het camerahuis is gevormd. De montageplaat 22 wordt 5 door deze verbindingsorganen binnen het camerahuis 11 gesteund, maar daar de verbindingsorganen geluid isolerend zijn, kan geen geluid of geruis worden overgebracht tussen de montageplaat 22 en het huis 11.

Alle onderdelen van de camera, die tijdens de werking er van geluid produceren, zijn bevestigd aan de montageplaat 22 en niet aan het 10 huis 11, Zo is ook de met een motor werkende aandrijfinrichting 36 van de camera, die de film 37 intermitterend door het beeldvenster 38 vooruit beweegt, bevestigd aan de montageplaat 22. De aangedreven as 39, die gedreven wordt door de motor 33 via een riem 40, wordt gedragen door de montageplaat 22 en dient voor het aandrijven van de aandrijfinrichting 36.

15 Axiaal op afstand gelegen legers. 41 voor de sluiteraandrijfas 42 worden eveneens gedragen door de montageplaat 22. Het aandrijf^rondsel 45 voor de film is roteerbaar gemonteerd aan een steun 46, die aan de montageplaat 22 is bevestigd en wordt door niet-weergegeven middelen gedreven door de as 42.

20 De roterende sluiter 51 is bevestigd aan de as 42 en draait met een speling binnen de gebogen wanden 52, 53, gevormd aan een dwarsflens 54 aan het vooreinde van de montageplaat 22. De plaats van de filmopening of de "A" in de sluiter is weergegeven met de streep-stiplijn in fig. 3.

Een opening 86 in het achtervlak van het camerahuis 11 is 25 in vorm en afmetingen een duplikaat van een opening 87 in het bovenvlak van het huis . Een met de hand bedienbaar nokgrendelmechanisme 88 vergrendelt het filmmagazijn 18 op zijn plaats in de opening 86, terwijl een soortgelijk mechanisme 89 is aangebracht voor het vergrendelen van de bovengenoemde afdekplaat 20 met de handgreep 19 in de andere ppening 87.

30 Zoals hierboven reeds is gezegd, kan het filmmagzijn 18 ook worden aangebracht in de opening 87, terwijl de afdekplaat 20 dan in de opening 86 kan worden aangebracht. De doorvoer van de film 37 uit het filmmagazijn 18 door een van de openingen in het camerahuis en naar en van het aan-drijfwiel 45 voor de beweging en de toevoer van de film vindt op bekende 35 wijze plaats.

De streep-stiplijnen in fig. 4 tonen hoe de film verloopt wanneer het filmmagazijn 18 wordt aangebracht in de opening 87 van het camerahuis.

Fig. 5 toont hoe een déél van het filmmagazijn 18 is opgenomen 40 in een van de openingen 86 en 87 in het huis 11. Geleidingsrollen 95, 96 geleiden&e film 37 op bekende wijze. 8103755 /

Claims (2)

4 1 - 3 -

1. Filmcamera bestaande uit een huis met montageorganen voor lenzen, een filmaandrijfinrichting omgeven door het huis, een steunor-gaan binnen het huis, organen vóór de montage van de filmaandrijfinrichting aan het steunorgaan, gekenmerkt door een aantal geluidabsorberende 5 verbindingsorganen, waarmee het steunorgaan is gemonteerd binnen het huis, welke verbindingsorganen elk bestaan uit een pen met uitwendige schroefdraad die vrij draaibaar is in één van de te verbinden delen, een bus met inwendige schroefdraad waarin de pen is opgenomen, een bus met uitwendige schroefdraad en een holle cilindrische elastomere voering, 10 bevestigd in een ringvormige ruimte tussen de bus met uitwendige schroefdraad en de bus met inwendige schroefdraad, waarbij pen, bussen en voering alle coaxiaal zijn en elke bus met uitwendige schroefdraad is opgenomen in een element met inwendige schroefdraad aan het andere van de te verbinden delen, zodanig dat door draaiing van de bus met uitwendige 15 schroefdraad in het element, na het losdraaien van de pen in de bus met inwendige schroefdraad,een zijwaartse instelling mogelijk is van het steunorgaan en de filmaandrijfinrichting ten opzichte van het camerahuis en de lensmontageorganen.

2. Filmcamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bus 20 met uitwendige schroefdraad is opgenomen in een element met inwendige schroefdraad van het camerahuis. ---++--- 8103755